EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

Hoe ziet een goede oude dag eruit voor iemand die niet in Nederland is geboren? Hoe kunnen we in zorg en welzijn optimaal inspelen op hun wensen en behoeften? Interessante en relevante vragen, want Nederland wordt steeds diverser en dit geldt ook voor onze ouderen. Op maandag 7 oktober jl. gingen we erover in gesprek tijdens de jaarlijkse alumnibijeenkomst van de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg.

Scheer groepen niet over één kam
Jolanda Lindenberg en Nina Conkova van Leyden Academy zetten eerst uiteen wat (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek ons leert over oudere migranten. Wat weten we over goede zorg voor deze mensen en hoe kijken zij naar het ouder worden in Nederland? Lindenberg en Conkova vertelden onder meer over hun eigen onderzoek naar het welbevinden van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond en de uitkomsten van acht focusgroepen in 2018 met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Een belangrijke conclusie is dat ‘dé oudere migrant’ niet bestaat: er zijn grote verschillen in de beleving van het ouder worden tussen, en zeker ook binnen deze groepen. Verschillen die niet zomaar te verklaren zijn door de etnische achtergrond. De aanbeveling van Lindenberg en Conkova: scheer groepen oudere migranten niet over één kam en kies in plaats daarvan voor een cultuursensitieve, persoonsgerichte benadering. Zoals die onder meer in de verpleeghuiszorg wordt toegepast in het experiment Leefplezierplan voor de zorg.

Eenheid in verscheidenheid
Na de theorie, was het aan Jan Kees Metz om de vertaalslag naar de praktijk te maken. Metz is als directeur bij Zorggroep Elde Maasduinen onder meer verantwoordelijk voor het Wereldhuis (voorheen Şefkat) in Boxtel waarover NRC Handelsblad onlangs berichtte. Deze video geeft ook een goed beeld van het Wereldhuis, dat in 1972 is opgericht voor paters en zusters die veelal vanuit missiewerk over de hele wereld “terugkeerden als vreemden in hun eigen land”. Vanuit die oorsprong is de filosofie ontstaan van ‘eenheid in verscheidenheid’, met ruimte voor ieders levensgewoonten en religieuze beleving. Het Wereldhuis is in de huidige vorm in 2017 opgericht en biedt een thuis aan 124 mensen, met onder meer afdelingen voor bewoners uit de voormalige koloniën en mensen met een migratieachtergrond uit bijvoorbeeld Turkije, Marokko en Irak. De samenstelling van het huis wordt weerspiegeld in het team, bestaande uit verpleegkundigen en verzorgenden met diverse culturele achtergronden. “Er zijn geen tolken meer nodig”, aldus Metz. Het team is hecht en zeer gemotiveerd, het personeelsverloop is laag.

Vrij bewegen binnen leefcirkels
Hoewel het Wereldhuis afdelingen heeft die specifiek op bepaalde doelgroepen zijn gericht, worden bewoners gestimuleerd om elkaar te ontmoeten. Zo doet iedereen gezellig mee met de tai chi en er is altijd wel wat te vieren, of het nu Suikerfeest, Lichtjesfeest of Carnaval is. Binnen persoonlijke ‘leefcirkels’, begrensd door slimme technologie, kan elke bewoner zich vrij bewegen binnen en buiten het Wereldhuis. Dit geeft een leuke dynamiek en soms ook bijzondere contacten, zoals tussen Algerijnse bewoners en oudere missiezusters, die Frans met elkaar spreken. Jan Kees Metz vertelde ook eerlijk over de knelpunten. Zo was het in het begin een uitdaging om voldoende aanwas te krijgen, om zo de business case rond te krijgen. Ook kost de intake van nieuwe bewoners van Marokkaanse en Turkse afkomst relatief veel tijd: het vergt vaak meerdere afspraken, dagjes meelopen en sfeer proeven, voordat de familie moeder of vader aan de zorg van het Wereldhuis toevertrouwt. Ze hebben vaak ook langer met deze stap gewacht. Metz: “Deze mensen komen eigenlijk altijd te laat binnen”.

Na afloop van de presentaties en tijdens de afsluitende borrel was er alle ruimte om met elkaar over het onderwerp van gedachten te wisselen.

De volgende editie van de executive leergang gaat van start op 9 januari 2020. Voor meer informatie en inschrijving kunt u hier terecht.

Hoe kan techniek bijdragen aan woonplezier?

Hoe kan techniek bijdragen aan woonplezier?

Langer thuis wonen gaat niet alleen over het wegnemen van drempels of rekening houden met de draaicirkel van een rollator… Je thuis blijven voelen in je woning is minstens zo belangrijk. Hoe kan techniek bijdragen aan woonplezier? U kunt erover in gesprek in de inspiratiesessie ‘Woonplezier en technologie: hoe maken we een slimme, empathische woning?’ tijdens de conferentie Een nieuwe generatie ouderen(zorg) op 27 november a.s. in congrescentrum NBC te Nieuwegein. De sessie wordt geleid door Lex van Delden en Coosje Hammink, docent-onderzoeker van het lectoraat Architecture in Health, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen.

Leyden Academy is partner van de conferentie en verzorgt onder meer inspiratiesessies over leefplezier in de ouderenzorg (Josanne Huijg en Friso Gosliga), peer coaching voor vitale bewoners en medewerkers (David van Bodegom) en wat we kunnen leren van de zorg voor ouderen in Zweden en Denemarken (Marieke van der Waal en Henk Nies, Vilans). Komt u ook? Meer informatie over het programma en inschrijving vindt u op de website.

Leefplezierplan-experiment opgeschaald van teams naar locaties

Leefplezierplan-experiment opgeschaald van teams naar locaties

Leiden, 1 oktober 2019 – Wat gebeurt er als je het leefplezier van bewoners als vertrekpunt neemt in de ouderenzorg? En hoe zorg je ervoor dat persoonlijke ervaringen een plek krijgen in de verantwoording van kwaliteit? Deze vragen stonden centraal in het project ‘Leefplezierplan voor de zorg’, waarin van 2017 tot 2019 in elf zorgorganisaties op teamniveau is geëxperimenteerd. Het bleek een succes. Daarom komt er nu een vervolg: ‘Leefplezierplan op locatie’, een experiment om op locatieniveau op deze manier te werken en met de betrokken partijen te komen tot een werkbare verantwoording van kwaliteit waarbij leefplezier centraal staat. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leyden Academy on Vitality and Ageing in opdracht van de zorgkantoren van Menzis en VGZ en ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS).

Actieonderzoek op twee locaties
Vanaf heden tot juni 2021 wordt het Leefplezierplan op twee complete locaties ingevoerd: bij verpleeghuis Den Es in Varsseveld (Gelderland) van Stichting Azora en locatie Vita in Rijen (Noord-Brabant) van Zorggroep Elde Maasduinen. Onderzoekers van Leyden Academy verzorgen tot de zomer van 2020 trainingen op deze locaties, om medewerkers vertrouwd te maken met het werken met het Leefplezierplan. Vervolgens wordt deze werkwijze in beide locaties doorgevoerd. Vragen die hierbij aan de orde kunnen komen, zijn bijvoorbeeld: hoe ziet een elektronisch cliënten dossier eruit als je leefplezier centraal stelt? Welke gevolgen heeft deze werkwijze voor de aansturing van medewerkers, de zorginkoop en de besteding van middelen?

Alle partijen aan tafel
Tijdens het actieonderzoek gaan de meest relevante belanghebbenden – naast het ministerie en de zorgkantoren ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en het Zorginstituut Nederland (ZIN) – samen op zoek naar de consequenties van een zorgverlening die uitgaat van leefplezier voor de in- en externe verantwoording van kwaliteit. Bij alle betrokken partijen leeft de overtuiging dat deze kwaliteit in de ouderenzorg niet alleen zit in goede medische zorg en een veilige en hygiënische leefomgeving, maar juist ook in het creëren van waardevolle ervaringen en betekenisvolle ontmoetingen voor bewoners in de laatste fase van hun leven. De vraag is alleen hoe je deze narratieve kwaliteit, die zich niet zomaar laat meten of tellen, kunt vastleggen en aantonen. Het Leefplezierplan doet een eerste aanzet.

Bijzonder aan het project Leefplezierplan op locatie is dat alle partijen meedoen die toezien op de kwaliteit van zorg: het ministerie van VWS, VGZ, Menzis, de IGJ, de NZa en het ZIN. Elke instantie is vertegenwoordigd in de stuurgroep waarin uitdagingen die op de werkvloer boven water komen, worden besproken en waar mogelijk opgelost. Door samen na te denken over normatieve en narratieve verantwoordingskaders, wordt toegewerkt naar een werkwijze die in alle zorgorganisaties kan worden toegepast en waar een onmiskenbare stimulans vanuit gaat voor persoonsgerichte zorg met een focus op leefplezier. Het streven is hierbij om het voor zorgmedewerkers zo eenvoudig mogelijk te houden en de narratieve verantwoording niet te ‘stapelen’ bovenop de huidige registratielast.

Hart en ziel
Projectleider Joris Slaets van Leyden Academy: “Medewerkers in de ouderenzorg zetten zich elke dag met hart en ziel in om hun bewoners een mooie dag te bezorgen en iets te betekenen voor hun leefplezier. We weten nog niet goed hoe we deze ‘zachte’ dimensie van kwaliteit zichtbaar kunnen maken. Met dit project zetten we een volgende belangrijke stap met het Leefplezierplan, als één van de methoden om echt iets te betekenen voor de kwaliteit van leven van oudere mensen in de langdurige zorg.”

Over het Leefplezierplan
Het Leefplezierplan en de bijbehorende trainingen zijn ontwikkeld door Leyden Academy in samenwerking met zorgorganisaties. Het is een handzaam en overdraagbaar model dat kan worden gebruikt als minimale standaard voor persoonsgerichte zorg. Het is een richtsnoer voor de attitude van zorgmedewerkers, werkprocessen en de registratie van essentiële gegevens die nodig zijn om bewoners van het verpleeghuis goede zorg te bieden. Werken met het Leefplezierplan spoort medewerkers aan om zich te richten op de verlangens van ouderen, naast medische en behoeftegerichte zorg. Door ervaringen op de voorgrond te plaatsen staan we telkens stil bij wat echt van betekenis is voor iemand. Het Leefplezierplan en de bijbehorende trainingen zijn in een eerste pilot-project (2017-2019) geëvalueerd in elf zeer uiteenlopende organisaties. Zowel de bewoners zelf, hun belangrijke anderen als de teams van verpleegkundigen en verzorgden zijn zeer enthousiast. Veel sprekende voorbeelden en reacties van betrokkenen zijn terug te lezen in de handreiking Langer leefplezier ervaren. Het project krijgt dan ook een vervolg, onder meer in het project Leefplezierplan op locatie.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 of via 
e-mail.

Japanners en Zuid-Koreanen leren van Nederlandse initiatieven op het gebied van gezond verouderen

Japanners en Zuid-Koreanen leren van Nederlandse initiatieven op het gebied van gezond verouderen

Leyden Academy ontving afgelopen maandag een delegatie Japanners alsook een delegatie Zuid-Koreanen (leden van de gemeenteraad van Seoul en van de commissie gezondheid en welzijn van de bewoners). Beide bezoeken stonden in het teken van Healthy Ageing-initiatieven voor burgers. Marieke van der Waal leidde de bezoeken in met algemene informatie over vitaal verouderen in Nederland en over de initiatieven van Leyden Academy en van haar partners in het bijzonder, waaronder StadsdorpZuid. Paul van de Vijver gaf een presentatie over het belang van bewegen en het Vitality Club-initiatief. Verder ging Marie-Louise Kok in op de microlearning Ontpillen, wat beoogt burgers bewust te maken van preventie in plaats van enkel bestrijding met geneesmiddelen. Want voorkomen is nog altijd beter dan genezen!

StadsdorpZuid
Nederland staat bekend om de uitstekende, maar toch wel enigszins dure langdurige zorg. Het systeem lijkt niet langer houdbaar: ouderen moeten meer zelf doen, met of zonder de hulp van (in)formele zorgverleners en vrijwilligers. In Amsterdam leidde deze ontwikkeling tot het opzetten van StadsdorpZuid; een burgerinitiatief met als doel het bevorderen van het zo lang mogelijk actief, gezond en veilig thuis wonen van senioren in de eigen wijk of buurt. Marieke van der Waal was betrokken bij de start en volgt het initiatief op de voet. De inmiddels ruim 430 leden kunnen gebruik maken van diverse informatie en diensten en deelnemen aan diverse activiteiten, zoals lezingen, filmbezoek, maar ook bij elkaar koffiedrinken. Vanuit omliggende wijken in Amsterdam, maar ook in heel Nederland is er veel interesse om op dergelijke manier invulling te geven aan het ‘modern nabuurschap’. Ondertussen zijn er in Amsterdam ruim 25 soortgelijke stadsdorpen geïnitieerd.

Vitality Club
Paul van de Vijver trapte zijn lezing af met de mededeling dat we in Nederland steeds ouder worden, maar ook steeds ongezonder. Naast het feit dat we steeds zwaarder worden, bewegen we te weinig. Huidige interventies zijn niet effectief genoeg; ze focussen op het individu, maken gebruik van schaarse professionals en zijn te kostbaar om voor langere periode in te zetten. Om positieve beïnvloeding voor grote groepen ouderen en voor een langere periode te stimuleren, is Leyden Academy gestart met de Vitality Club; een sociale groepsinterventie op basis van ‘peer coaching’. Ondertussen zijn er niet alleen in Leiden, maar op meer plaatsen in Nederland Vitality Clubs opgezet. Het doel is nu om een ‘train de trainer’-module te ontwikkelen, waarmee ouderen zelf laagdrempelig een Vitality Club in hun wijk kunnen opzetten.

Minicursus Ontpillen
Jaarlijks slikken we in Nederland met elkaar negen miljard medicijnen. Dat is per persoon gemiddeld 500 pillen per jaar, bij ouderen zelfs drie keer zoveel. Wij kunnen veel gezonder oud worden, met minder pillen en vervelende bijwerkingen, en tegen aanzienlijk lagere kosten. Googelen naar medische aandoeningen en oplossingen doen we graag en vaak. Maar wat is waar en wat niet? Daarom ontwikkelde Leyden Academy de online minicursus Ontpillen. In tien maandelijkse edities gaven experts  aan de hand van relevante, actuele artikelen, infographics en video’s praktische tips om een gezonde leefstijl in de dagelijkse routine in te passen. Marie-Louise Kok vertelde over de opzet en resultaten van deze vorm van online educatie.

Schildpad sprint bestsellerlijst binnen

Schildpad sprint bestsellerlijst binnen

Op woensdag 11 september jl. was de officiële presentatie van David van Bodegom’s nieuwe boek Het geheim van de schildpad. Wat dieren ons leren over lang leven. Hoewel de schildpad niet bekend staat als een bijster snel dier, kwam het boek deze week met stip binnen op nummer 29 in de Bestseller60. In de categorie non-fictie staat het boek op de 7e plaats.

In het boek onderzoekt David waarom sommige diersoorten trager verouderen dan anderen. Hoe het kan dat een muis in twee jaar veroudert, een mens in tachtig jaar en een schildpad wel 255 jaar kan worden? Wat is hun geheim, en wat kunnen wij ervan opsteken? In het boek komen fascinerende schepsels langs zoals de brughagedis: een levend fossiel dat honderd keer zo oud wordt als andere hagedissen. Vleermuizen die tien keer zo oud worden als gewone muizen en kreeften die juist jonger lijken te worden naarmate ze verjaren.

Schildpad in de media
De media besteedden al veel aandacht aan Het geheim van de schildpad. Zo was David te gast op Radio 1 bij Vroege Vogels en Nooit meer slapen. Ook waren er interviews en boekbesprekingen in onder meer De TelegraafRTL NieuwsPlus OnlineNEMO Kennislink en Mixed Grill. In de komende weken wordt nog meer publiciteit verwacht in diverse dagbladen, tijdschriften, op radio en televisie. Ook spreekt David op woensdag 18 september a.s. tijdens de 50Plus Beurs en verzorgt hij lezingen in boekhandels door het hele land.

Tineke Abma nieuwe directeur Leyden Academy

Tineke Abma nieuwe directeur Leyden Academy

Leiden, 11 september 2019 – Prof. dr. Tineke Abma, hoogleraar Participatie & Diversiteit aan Amsterdam UMC, treedt per 1 december 2019 in dienst als directeur-bestuurder van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Zij is de opvolgster van prof. dr. Joris Slaets, die op dezelfde datum met pensioen gaat.

Tineke Abma doet al meer dan twintig jaar onderzoek naar thema’s die raken aan het ouder worden, zoals patiënt- en burgerparticipatie, langdurige zorg, ethiek en diversiteit. Zij is opgeleid als verpleegkundige, promoveerde in 1996 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en is sinds 2009 actief als hoogleraar Participatie & Diversiteit aan het Amsterdam UMC, voorheen als bijzonder hoogleraar Cliëntenparticipatie in de ouderenzorg. Abma ziet ernaar uit om Leyden Academy te leiden: “Ik zie veel parallellen in mijn eigen onderzoeksthema’s en die van Leyden Academy. In hun streven om de kwaliteit van leven van oudere mensen te verbeteren, bestrijken zij het hele spectrum van vitaliteit tot goede zorg en beeldvorming. Waarbij het perspectief van de oudere zelf altijd het vertrekpunt is, met respect voor ieders eigenheid. Dit is ook wat mij drijft. Ik verheug me erop om met het team aan de slag te gaan en voort te bouwen op het goede werk van voorgangers Rudi Westendorp en Joris Slaets.” Abma blijft naast haar aanstelling bij Leyden Academy voor één dag per week als hoogleraar actief in Amsterdam.

Joris Slaets treedt per 1 december a.s. terug als directeur-bestuurder van Leyden Academy, een rol die hij sinds 1 januari 2015 bekleedde. Slaets blijft wel voor één dag per week aan het instituut verbonden als onderzoeker in het project Leefplezierplan op locatie. Slaets is verheugd met zijn opvolgster: “Ik zie veel raakvlakken in onze wetenschappelijke interesses en persoonlijke drijfveren. Oog hebben voor de verschillen tussen mensen, hun stem serieus nemen en zonodig bereid zijn de gevestigde orde ter discussie te stellen. Ook delen we de overtuiging dat kwaliteit schuilt in persoonlijke verhalen en ervaringen. Ik wens Tineke veel succes en werkplezier.”

Dr. Wim van den Goorbergh, voorzitter van de Raad van Commissarissen: “In de afgelopen vijf jaar heeft Joris Slaets zijn stempel gedrukt op Leyden Academy, onder meer met ambitieuze onderzoeken en projecten gericht op het welbevinden van oudere mensen in de verpleeghuiszorg. We zijn Joris bijzonder erkentelijk voor zijn visie en leiderschap. Wij zijn ervan overtuigd dat ook Tineke Abma haar eigen accenten zal toevoegen aan de signatuur van Leyden Academy, vanuit haar rijke ervaring in participatief actieonderzoek binnen zorg en welzijn. Tineke is praktijkgericht, verbindend en zeer gedreven om iets te betekenen voor kwetsbare burgers. Eigenschappen die haar geknipt maken om Leyden Academy naar een volgende fase te leiden.”

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 of via e-mail.

Op zoek naar het ‘nieuwe gezicht’ van Leyden Academy 2019-2020

Op zoek naar het ‘nieuwe gezicht’ van Leyden Academy 2019-2020

Ieder jaar vertegenwoordigt een vitale oudere ons als het ‘gezicht’ van Leyden Academy (afwisselend een vrouw en een man). We streven hierbij naar een afspiegeling van de samenleving. Voor het nieuwe jaar, dat loopt van 11 november 2019 tot 11 november 2020, zijn we op zoek naar een vitale heer (vanaf ongeveer 75 jaar) die plezier en levenslust uitstraalt. Het winnende portret zal dan een jaar lang de homepage van onze website, sociale media-accounts en diverse communicatiemiddelen sieren.

Procedure

  • Meerdere foto’s van meerdere geportretteerden mogen worden ingediend.
  • De directie en communicatie-afdeling van Leyden Academy kiezen het winnende portret.
  • Daarna zal mogelijk een professionele fotograaf het ‘model’ portretteren.
  • De foto is rechtenvrij door Leyden Academy te gebruiken.
  • Foto’s kunnen tot 7 oktober 2019 worden gemaild aan Yvonne Schinkel-Koemans: koemans@leydenacademy.nl.

 

 

Nieuw boek: Het geheim van de schildpad

Nieuw boek: Het geheim van de schildpad

Bij Uitgeverij Atlas Contact verschijnt vandaag (3 september 2019) het nieuwste boek van arts en verouderingswetenschapper David van Bodegom: Het geheim van de schildpad. Wat dieren ons leren over lang leven. In het boek onderzoekt David hoe het komt dat een muis in twee jaar veroudert, een mens in tachtig jaar en een schildpad wel 255 jaar kan worden. Waarom verouderen sommige diersoorten zo langzaam en andere zo snel, en wat kunnen wij van hun leren?

In het boek komen fascinerende schepsels langs, zoals de brughagedis, een levend fossiel dat honderd keer zo oud wordt als andere hagedissen. Of de naakte molrat, die zelden kanker krijgt en tot op heel hoge leeftijd gezonde bloedvaten houdt. Aan de hand van talloze voorbeelden uit het dierenrijk, gecombineerd met de laatste wetenschappelijke inzichten uit verouderingsonderzoek, helpt David de lezer om de eigen veroudering beter begrijpen. Ook biedt het boek nieuwe inzichten over eten, werken, sporten en slapen die ons kunnen helpen om langer gezond en gelukkig te leven. Zo leren hongerige apen ons wat een gezond eetpatroon is, laten honingbijen met gewichtjes zien of hard werken goed of juist slecht voor ons is en toont de hazelmuis ons het belang van een goede nachtrust.

Adri de Groot: “Er staan zoveel, soepel geschreven, interessante en tot nadenken gestemde passages in, over de zin van het leven en over de veroudering van mens en dier, dat het niet in enkele alinea’s is samen te vatten. Het is een fascinerend epistel dat je een onthullend inzicht geeft in je bestaan.” Bekijk de volledige recensie.

Klik hier voor de trailer. Neem voor meer informatie of interviewverzoeken contact op met Yvette Cramer van Atlas Contact via tel. (020) 524 9826 of e-mail.

David van Bodegom werkt sinds 2009 bij Leyden Academy, waar hij leiding geeft aan de activiteiten binnen het speerpunt Vitaal. Hij schreef eerder de roman Nood breekt wet (2012), de bestseller Oud worden in de praktijk (2015, samen met Rudi Westendorp) en Ontpillen (2018).

Resultaten woonplezier-onderzoek: Ouderen geven hun woning een 8,3

Resultaten woonplezier-onderzoek: Ouderen geven hun woning een 8,3

Ouderen zijn positief over hun woning en hun woonomgeving. Zij geven hun huis gemiddeld een 8,3. Dat blijkt uit onderzoek van ANBO en Leyden Academy on Vitality and Ageing. De meerderheid van de respondenten geeft ook aan te willen blijven wonen in hun huidige woning. Maar wat maakt een huis voor ouderen nu écht hun thuis?

Onderzoek naar woonwensen van ouderen
De meeste onderzoeken die tot nu toe zijn gedaan over hoe ouderen willen wonen, gaan over de functionele aspecten van een huis: hoe zorgen we ervoor dat iemand langer thuis kan blijven wonen? Hoe maken we ruimte voor de beperkingen waar ouderen mee te maken krijgen? Zo weten we inmiddels uit allerlei onderzoek dat het merendeel van de Nederlandse ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis wil blijven wonen. Daarvoor moet hun woning soms worden aangepast, bijvoorbeeld een ruimere douche en een hoger toilet.

Liane den Haan, directeur-bestuurder van ANBO: “In bestaande onderzoeken is weinig aandacht voor het ‘thuisgevoel’, terwijl voor de meeste mensen dat het belangrijkste is: of ze zich ergens thuis voelen. Daarom hebben we ons in dit onderzoek daarop gericht. Wat maakt een huis een thuis? Welke woonaspecten, zoals ruimtes binnen en de omgeving buiten, zijn van invloed op dat thuisgevoel? Op die manier kunnen we beter begrijpen hoe een huis een thuis wordt en op welke wijze mensen voor zichzelf een thuis creëren, ook wanneer ze (noodgedwongen) moeten verhuizen.” Lex van Delden, onderzoeker bij Leyden Academy: “Met dit onderzoek vergaren we niet alleen informatie over wonen en thuisgevoel, maar hopen we ook dat we mensen laten nadenken over wat zij nu echt belangrijk vinden in, aan en rondom hun woning om zelf het woonplezier te kunnen vergroten.”

Gevoelens bij wonen
Uit het onderzoek blijkt dat het met het thuisgevoel bij de meeste mensen wel goed zit. Op een schaal van nul tot tien geven respondenten gemiddeld een 8,3 voor hoe tevreden ze met hun woning zijn. Op de vraag welke gevoelens ze ervaren als ze na enige tijd (bijvoorbeeld na een vakantie) weer terugkomen in hun woning, geven verreweg de meeste deelnemers (63%) aan blij te zijn en vertrouwen te ervaren; slechts enkelen ervaren negatieve gevoelens als verdriet en boosheid.

Het Thuisgevoel
Tweederde van de respondenten geeft aan het meest positieve gevoel te hebben over de woonkamer; de ruimte waar 81% dan ook de meeste tijd binnenshuis doorbrengt. Daarnaast vroegen we wat voor ouderen hun huis een thuis maakt. Mensen geven aan dat het gaat om een plek waar ze zichzelf kunnen zijn, zich kunnen ontspannen en zich op hun gemak en veilig voelen. Mensen vinden het heel belangrijk dat het gezellig is, warm en geborgen. Het thuisgevoel hangt samen met veel verschillende aspecten, die mensen meestal zelf in handen hebben. Een voor de hand liggend voorbeeld is het inrichten van de woning naar eigen smaak met dierbare, betekenisvolle spullen die herinneringen en vertrouwdheid oproepen. Zo ontstaat een eigen sfeer en identiteit. Respondenten noemden daarbij schilderijen, foto’s, boeken, muziek en bloemen genoemd (‘Erg gezellig, mijn eigen spulletjes, mooie kunst!’).

Een groot deel van de respondenten geeft daarnaast aan dat betekenisvolle relaties ook erg belangrijk zijn voor het thuisgevoel, zoals het contact met naasten die in de omgeving wonen en uiteraard het samenzijn met een partner (‘Dat we met z’n tweeën zijn’). Juist het gemis van een overleden partner of een verandering in de samenstelling van de buurt kan daarentegen het thuisgevoel verminderen (‘Sinds het overlijden van mijn vrouw is mijn huis een huis, geen thuis meer’). Andere veelgenoemde aspecten die belangrijk zijn voor een thuisgevoel zijn het leven met huisdieren en factoren in de omgeving van de woning, zoals een tuin, bos, de buurt, groen, landelijk, uitzicht en bereikbaarheid (‘Huis, tuin en natuur in de omgeving’).

Verhuizen
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat de verhuisintentie van ouderen weliswaar iets toeneemt, maar nog steeds niet hoog is. In 2009 had 6% van de 65-plussers de intentie om te verhuizen en in 2015 was dat 16%. Wij vroegen het ook en de meeste respondenten aangaven ook nu aan niet te willen verhuizen (67%). Zij zijn over het algemeen tevreden met hun woning en woonomgeving en positieve gevoelens als blijheid en vertrouwen overheersen. Toch denkt bijna een kwart (23%) binnen nu en enkele jaren te verhuizen.

Over het onderzoek
In totaal hebben 3212 mensen de vragenlijst ingevuld. De deelnemers waren gemiddeld 73,8 jaar. De jongste deelnemer is 29 jaar en de oudste 97 jaar. Er hebben bijna evenveel mannen als vrouwen meegedaan. Het merendeel van de deelnemers is getrouwd en/of woont samen. Op een schaal van nul tot tien geven deelnemers gemiddeld een 7,8 aan hun leven. Tweederde ervaart hun gezondheid als goed tot zeer goed. Bijna zestig procent geeft aan een koopwoning te hebben. De rijtjes-/hoekwoning komt het meeste voor.