Op zoek naar het nieuwe ‘gezicht’ van Leyden Academy

Leyden Academy on Vitality and Ageing is een kennisinstituut dat opleidingen biedt, onderzoek doet en ontwikkelingen initieert op het gebied van vitaliteit en veroudering. De missie van Leyden Academy is het promoten en verbeteren van de kwaliteit van leven van ouderen.

Elk jaar figureert een vitale oudere als het ‘gezicht’ van Leyden Academy op bijvoorbeeld onze website, publicaties en banieren. Dit is afwisselend een man en een vrouw. Tijdens de ‘verjaardag’ van Leyden Academy op 11 november, vindt traditioneel de wisseling van de wacht plaats.

Voor ons nieuwe jaar dat loopt van 11 november 2015 tot 11 november 2016 zijn we op zoek naar:

·         Een oudere heer van ongeveer 70-80 jaar, bij voorkeur met een niet-Nederlandse achtergrond, bijvoorbeeld Surinaams of Indonesisch, met en gezonde, vitale en verzorgde uitstraling.

·         Belangrijk vooral is het plezier dat iemand uitstraalt, iemand die zin heeft in het leven met pretlichtjes in de ogen.

·         Meerdere foto’s van meerdere geportretteerden mogen worden ingediend.

·         De directie en communicatie-afdeling van Leyden Academy zullen het ‘winnende’ portret kiezen.

·         Daarna zal mogelijk (indien door Leyden Academy wenselijk geacht) een professionele fotograaf het ‘model’ portretteren.

·         Deze heer zal voor een kennismakingsgesprek bij Leyden Academy worden uitgenodigd.

·         Het portret zal tijdens onze diesviering (verjaardag) op 11 november 2015 worden onthuld en zal vanaf dat moment onze website en communicatiemiddelen sieren.

·         De foto is rechtenvrij en zal exclusief door Leyden Academy worden gebruikt.

·         Alle communicatie-uitingen worden aan de geportretteerde beschikbaar gesteld.

 

Foto’s kunnen uiterlijk maandag 28 september 2015 worden
gemaild aan Yvonne Schinkel-Koemans:
koemans@leydenacademy.nl.

 

 

Oud worden in de praktijk, nieuw boek Rudi Westendorp en David van Bodegom

Op woensdag 23 september a.s. verschijnt ‘Oud worden in de praktijk – Laat de omgeving het werk doen’, het nieuwe boek van professor Rudi Westendorp (Universiteit van Kopenhagen) en David van Bodegom, verouderingswetenschapper bij Leyden Academy on Vitality and Ageing. Het is de opvolger van Westendorp’s bestseller ‘Oud worden zonder het te zijn’ uit 2014.

Veel gezondheidsklachten zoals hart- en vaatziekten, diabetes en versleten heupen, lijken onvermijdelijk maar ze komen vooral voort uit onze leefstijl. En die leefstijl wordt in hoge mate gedicteerd door de omgeving. Door de mismatch tussen onze ‘oergenen’ – onze evolutionaire erfenis – en onze moderne leefomgeving kunnen we maar moeilijk weerstand bieden aan de voortdurende verleidingen om ons heen. Daarom helpt gebieden en verbieden niet. Maar hoe kun je dan wél zorgen voor een langer gezond leven? Het recept is simpel: via kleine aanpassingen in de dagelijkse omgeving.
In het boek ‘Oud worden in de praktijk’ pleiten Rudi Westendorp en David van Bodegom ervoor om de omgeving het werk te laten doen. Door kleine aanpassingen thuis, onderweg, op het werk, op school en in de wijk maken we gemakkelijker of zelfs onbewust gezondere keuzes. Het boek biedt achtergronden, inzichten en praktische tips voor een langer gezond leven. Wist u bijvoorbeeld dat als u op kantoor zitten afwisselt met staan achter uw bureau, u jaarlijks evenveel calorieën verbrandt als bij het lopen van tien marathons?

‘Oud worden in de praktijk – Laat de omgeving het werk doen’ verschijnt op woensdag 23 september 2015 bij uitgeverij Atlas Contact, ISBN 9789045029597. Het verschijnt ook als e-book.

boek cover hi res

Staatssecretaris beantwoordt Kamervragen n.a.v. onderzoek Leyden Academy

Op 23 juni jl. heeft Henk Krol, fractievoorzitter 50PLUS, schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van onderzoek naar ouderenmishandeling van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Dit onderzoek toont onder meer aan dat oudere mensen zich opvallend vaak gekwetst en beschadigd voelen door de wijze waarop instituties in onze maatschappij functioneren en georganiseerd zijn.

Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) heeft op 17 augustus jl. deze vragen beantwoord. De staatssecretaris geeft hierin onder meer aan de Tweede Kamer reeds toegezegd te hebben vervolgonderzoek te laten doen, waarbij hij de opvatting van ouderen zelf over ouderenmishandeling zeker wil betrekken. Hij onderschrijft de aanbeveling van Leyden Academy om ouderen actiever te betrekken bij het beleid, de preventie en de interventie in ouderenmishandeling: “Ik ben het daar zeer mee eens.”

De volledige beantwoording kunt u hier teruglezen.

Master Vitality & Ageing per 1 september 2016 initiële opleiding bij LUMC

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft besloten dat de masteropleiding Vitality and Ageing met ingang van het collegejaar 2016-2017 een initiële opleiding is. Dit is een mooie blijk van erkenning voor dit unieke onderwijsprogramma, dat pioniers opleidt met een holistische visie op veroudering en ouderenzorg. Kennis die van onschatbare waarde is in een domein dat de komende decennia alleen maar aan belang zal winnen.

Leyden Academy on Vitality and Ageing heeft het masterprogramma in 2009 ontwikkeld met als doel jaarlijks een lichting jonge artsen en wetenschappers de laatste inzichten bij te brengen op het gebied van vitaliteit en veroudering. Het instituut werkt daarbij nauw samen met het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) en Universiteit Leiden. In de afgelopen zes collegejaren hebben vele tientallen studenten de eenjarige master doorlopen. Zij passen de verworven kennis en vaardigheden inmiddels toe in de gezondheidszorg, wetenschappelijk onderzoek en kenniscentra op het gebied van veroudering en de zorg voor oudere mensen. De masteropleiding kent alumni uit alle windstreken: van Mexico tot Tanzania, van China tot de UK.

De wijzigingen in financiering van de master Vitality and Ageing gaat in per 1 september 2016, met de start van het collegejaar 2016-2017. Vanaf die datum verandert ook het collegegeld van de opleiding, afhankelijk van het land van herkomst en de persoonlijke situatie van de student (bijvoorbeeld een eerste of tweede master). Kijk voor meer informatie op de website Masters in Leiden.

 

Interview Joris Slaets in NRC

Op dinsdag 28 juli 2015 verscheen in NRC Handelsblad een interview met prof. dr. Joris Slaets, directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing. In het artikel getiteld ‘Ik verheug mij op gebrekkigheid’ geeft professor Slaets zijn visie op de laatste levensfase en het belang leefplezier in dit stadium te laten prevaleren boven veiligheid. Ook reflecteert hij op zijn eigen oude dag.

Het volledige interview kunt u teruglezen op de website van NRC.

Een pdf-versie van het artikel vindt u hier.

Tweeluik: drie interviews met ouderen
Het interview met professor Slaets was het eerste deel van een tweeluik in NRC over ‘gelukkig oud worden’. In het tweede deel dat op woensdag 29 juli verscheen, gaven Florentine (98), Cock (90) en Johan (72) hun persoonlijke kijk op ouderdom, leefplezier en sterven. Dit artikel kunt u hier teruglezen.

The BMJ podcast: ‘The system can abuse elderly too’

Als aan ouderen zelf wordt gevraagd wat zij onder ouderenmishandeling verstaan, geven zij opvallend vaak aan dat zij zich gekwetst en beschadigd voelen door de wijze waarop instituties in onze maatschappij functioneren en georganiseerd zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Leyden Academy on Vitality and Ageing waarover in juni 2015 is gepubliceerd in het British Medical Journal (BMJ). Het artikel is hier te lezen (alleen voor abonnees).

Op vrijdag 24 juli jl. is het artikel besproken in de BMJ podcast serie Talk Medicine. Onderzoekers dr. Jolanda Lindenberg (wetenschappelijke staf Leyden Academy) en prof. dr. Rudi Westendorp (Universiteit van Kopenhagen) bespreken de factoren die ouderenmishandeling door instituties in de hand werken. Volgens Westendorp heeft vooruitgang in de gezondheidszorg, zoals digitalisatie, vaak een keerzijde voor kwetsbare ouderen. De onderzoekers doen in de podcast een heldere aanbeveling om dit type mishandeling te voorkomen: betrek ouderen bij het ontwikkelen van beleid en bij het opnieuw inrichten van instituties en systemen. Luister niet alleen, maar neem de inbreng van ouderen ook echt serieus. Lindenberg: “Begin met open vragen te stellen en betrek oudere mensen vroeg in het proces, in plaats van hen te vragen om te reageren op wat je zelf al had bedacht.”

De BMJ podcast kunt u hier beluisteren.

 

Studenten Union College (New York) bezoeken Leyden Academy

Vanochtend ontvingen we een delegatie van Union College (New York), bestaande uit veertien studenten met uiteenlopende studierichtingen: van geneeskunde, tandheelkunde en volksgezondheid tot politieke wetenschappen en filosofie. De groep reist momenteel door ons land met als doel de Nederlandse gezondheidszorg grondig te leren kennen.

Directeur Marieke van der Waal introduceerde Leyden Academy en gaf vervolgens inzicht in de inrichting en financiering van de Nederlandse gezondheidszorg, ook in internationaal perspectief. Ze benoemde onze belangrijkste uitdagingen en die klonken de Amerikaanse studenten bekend in de oren: een vergrijzende populatie, zorgkosten die de pan uit rijzen en een toename van leefstijl gerelateerde welvaartsziekten. Voor die laatste uitdaging had Lex van Delden in zijn presentatie wel een oplossing: verleid mensen tot gezondere en meer sociale keuzes door subtiele wijzigingen aan te brengen in hun woon- en werkomgeving. Jolanda Lindenberg sloot de ochtend af met een presentatie van drie verschillende modellen om de zorg in te richten, elk met eigen voor- en nadelen.

Het zomerse bezoek van de studenten van Union College begint een mooie traditie te worden. We kijken er alweer uit om hen in 2016 te verwelkomen.

 

Joris Slaets en Maarten Straus: Laat Odensehuizen tot bloei komen

Op maandag 20 juli 2015 verscheen op Zorgvisie een opiniebijdrage van Joris Slaets (directeur Leyden Academy) en Maarten Straus (directeur Verpleging & Verzorging bij zorgorganisatie Cordaan). Tijdens de studiereis naar Denemarken in het kader van de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg bezochten zij het Byhuset in Odense, een inloophuis voor thuiswonende mensen met dementie. Een bezoek dat diepe indruk maakte en de auteurs zouden graag zien dat de Nederlandse Odensehuizen, die hun oorsprong vinden in dit Deense voorbeeld, de ruimte en middelen krijgen om hun ware potentieel te verwezenlijken.

Het artikel op Zorgvisie vindt u hier. De volledige tekst is hieronder weergegeven.

Laat Nederlandse Odensehuizen tot bloei komen

Sinds enkele jaren kennen we in Nederland het fenomeen ‘Odensehuizen’; inloophuizen voor thuiswonende mensen met dementie en hun naasten. Gezien onze betrokkenheid in het verleden bij deze huizen in Groningen en Amsterdam, was het voor ons een bijzondere ervaring om in juni in het kader van de executive leergang van Leyden Academy het huis te bezoeken dat de inspiratie was voor de Nederlandse Odensehuizen: het Byhuset in de Deense stad Odense. Dit bezoek maakte diepe indruk en liet zien dat er in Nederland nog veel te winnen valt.

Het Byhuset blijkt zeer professioneel van opzet, met 28 betaalde werknemers ondersteund door een handjevol vrijwilligers. Het is een statig gebouw met vele huiskamers, oefenruimtes, een binnentuin en een restaurant waar de geur van versgebakken brood je tegemoet komt. In het gebouw is niets op slot. Er heerst een opvallende rust, hoewel er in de meeste ruimtes volop activiteiten waren. Geen dwalende mensen in de gangen. Elke ruimte is anders ingericht, geen kil Deens design maar voor de doelgroep herkenbare omgevingen om zich thuis te voelen. En dat lijkt te lukken: het is alsof de fysieke omgeving en de persoonlijke omgang gedragsstoornissen tegengaan. In de gang met aandacht gemaakte fotocollages die het leven van een persoon verbeelden. Het koesteren van de identiteit ondanks de dementie: het gaat hier niet over ziekte, maar over leven. Op de vraag aan onze gastvrouwen waarom zij een eigen keuken hebben, was het antwoord: "Dan weten we dat het goed is en het ruikt zo lekker". In een intiem vertrek staan comfortabele stoelen en een bankje. Hier krijgen mensen handmassages. De tastzin zo activeren is een prachtige uiting van menselijk contact waarnaar ieder mens verlangt, ook mensen met dementie.

Een in alle opzichten stevige verpleegkundige is duidelijk de baas in huis. Niet vanuit macht of protocollen, maar vanuit haar hart. Zij stelt de indicaties vast en wordt in haar beleid niet gehinderd door allerlei regels en toezichthouders. Zij spreekt niet over dagbesteding maar over training, iets leren, actief blijven. Veel nadruk ligt op lichamelijke oefening; zo worden er pittige wandelingen gemaakt waardoor de conditie van mensen merkbaar verbetert. Geen inspectiebezoeken, geen Kamervragen wanneer er eens iemand valt en iets breekt. Dat gebeurt thuis immers ook. Brandende kaarsen op tafel durven we in Nederland niet aan, hier brengen ze sfeer bij de maaltijd. Een nuchter veiligheidsbeleid met als speerpunten samen actief zijn, leefplezier en aandacht voor ieders persoonlijke voorkeuren. Het Byhuset is succesvol: het biedt een tweede thuis aan 342 mensen, er staan zo’n veertig mensen op de wachtlijst met een gemiddelde wachttijd van drie tot vier maanden. De financiering komt van de gemeente, mensen betalen alleen een geringe bijdrage voor het eten en drinken.

Wat een contrast met de Nederlandse Odensehuizen, die met minimale middelen worden gerund door bevlogen vrijwilligers. Zo neemt de gemeente Amsterdam de huisvesting en de enige betaalde kracht voor haar rekening, verder draait dit Odensehuis volledig op giften en eigen bijdragen. Maar als we de kwaliteit van leven van thuiswonende mensen met cognitieve beperkingen serieus nemen, dan hebben we ook deze voorzieningen serieus te nemen. Iedereen die wel eens een Odensehuis heeft bezocht, kan beamen dat dit grote positieve effecten heeft op de kwaliteit van leven van mensen met dementie, die onze samenleving liever wegzet als zieken waar de zorg voor verantwoordelijk is dan als medemensen met een beperking die niets liever willen dan ‘erbij horen’.

Een geringe investering in deze huizen betaalt zich ook in financiële zin terug. Zorgverzekeraars en de samenleving als geheel profiteren als een intramurale opname kan worden uitgesteld omdat iemand fysiek, cognitief en zintuigelijk wordt geactiveerd in plaats van zoet gehouden in de dagbesteding. Mantelzorgers krijgen even lucht zodat ze hun loodzware zorgtaken beter volhouden en hun naaste langer thuis kan blijven wonen.

We hebben groot respect voor wat onze Odensehuizen presteren. Maar zolang we deze huizen vanuit onze publieke middelen niet beter ondersteunen, kunnen zij hun ware potentieel nooit verwezenlijken. Daarmee doen we onszelf en deze kwetsbare mensen tekort. Gemeenten en zorgverzekeraars: help onze Odensehuizen om waardige dochters te zijn van hun trotse Deense moeder.

Bent u geïnteresseerd in de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg? Kijk voor meer informatie op de website of meld u aan voor de voorlichtingsavond op 16 november a.s.

 

Feestelijke diplomauitreiking masterstudenten Vitality & Ageing

Op woensdag 8 juli jl. vond de feestelijke diploma-uitreiking plaats van onze master studenten Vitality & Ageing. Veertien trotse en licht gespannen studenten kregen hun master titels uitgereikt in het historische Academiegebouw in Leiden en mochten na afloop hun handtekening zetten in het legendarische ‘zweetkamertje’. Zij verkeren daar in goed gezelschap met onder meer Prinses Beatrix, Koning Willem-Alexander, Nelson Mandela en Winston Churchill.

In het afgelopen collegejaar hebben de master studenten zich verder ontwikkeld tot pioniers die het verschil gaan maken op het terrein van vitaliteit en veroudering. Wij hebben er alle vertrouwen in dat onze studenten de opgedane kennis en ervaring zullen inzetten om een waardevolle bijdrage te leveren aan de kwaliteit van leven van oudere mensen overal ter wereld en in hun thuisland, variërend van Groot-Brittannië en Tsjechië tot Tanzania, Iran, China en India.

Wij kijken nu al uit naar de start van collegejaar 2015-2016. In september verwelkomen we weer veertien nieuwe, ambitieuze studenten van over de hele wereld met een gedeelde passie voor oudere mensen.

Diploma uitreiking Leyden Academy.

Joris Slaets en Marieke Schuurmans: De gemiddelde patiënt bestaat niet

Op vrijdag 17 juli 2015 verscheen op Skipr, communicatieplatform voor beslissers in de zorg, een opinieartikel van de hand van prof. dr. Joris Slaets, directeur Leyden Academy, en prof. dr. Marieke Schuurmans, hoogleraar Verplegingswetenschap aan het UMC Utrecht. In het artikel pleiten de auteurs voor meer vrijheidsgraden voor wijkverpleegkundigen om te bepalen welke zorg mensen nodig hebben. Geen mens is immers hetzelfde. Toch blijkt het door de huidige registratiesystemen en wijze van financiering in de praktijk nog erg lastig om zorg op maat te leveren.

Het artikel op Skipr vindt u hier. De volledige tekst is hieronder weergegeven.

De gemiddelde patiënt bestaat niet

Met ingang van 2017 moet de nieuwe bekostiging van de wijkverpleging worden ingevoerd. Staatssecretaris Martin van Rijn (VWS) wil hierin de vraag van de patiënt centraal stellen en de bureaucratische rompslomp voor wijkverpleegkundigen tot een minimum beperken. Zij moeten ruim baan krijgen om te bepalen welke zorg mensen nodig hebben. Wij onderschrijven dit streven van harte, maar zien ook dat dit nog een denkomslag vraagt bij zorgverzekeraars en toezichthouders.

Geen mens is hetzelfde, maar daar trekken we ons in de zorg nog weinig van aan. Behandelrichtlijnen voor artsen maken geen onderscheid tussen jongvolwassenen en hoogbejaarden. Kwaliteitsonderzoeken produceren generieke rapportcijfers die niets zeggen over individuen. En wijkverpleegkundigen lopen bij alle cliënten plichtsgetrouw dezelfde checklists en assessments af, terwijl zeker op hogere leeftijd de verschillen tussen mensen levensgroot zijn. In gezondheid en vitaliteit, maar ook in wat mensen belangrijk vinden. Goede zorg gaat immers niet alleen om het beperken van narigheid, waar we traditioneel vooral op zijn gericht, maar ook om het helpen van mensen om te zijn wie ze willen zijn en doen wat zij willen doen. Feit is dat de gemiddelde patiënt niet bestaat: dit is een wiskundig construct waar je in de praktijk niets aan hebt. Wat voor de één passende zorg is, kan voor de ander overbodige of zelfs schadelijke zorg zijn. Met meer maatwerk valt er nog veel te winnen, ook uit oogpunt van kosten. Toch maken de huidige registratiesystemen en wijze van financiering het in de praktijk verrekte lastig om die zorg op maat te leveren.

Met een nieuw bekostigingsmodel alleen zijn we er niet. Het huidige systeem is niet gebaseerd op vertrouwen, maar op controle tot achter de komma. Meer vrijheidsgraden toestaan aan wijkverpleegkundigen vraagt van zorgverzekeraars, accountants en toezichthouders ook om een andere manier van sturen en controleren. Bij persoonsgerichte zorg gaat het over termen als leefplezier, diversiteit, creativiteit, om individuele vrijheid en verlangens. Begrippen die zich niet laten platslaan in protocollen. Het professionele oordeel van de wijkverpleegkundige is ook geen lineair, prettig voorspelbaar proces maar een continue afweging, rekening houdend met de individuele cliënt en zijn of haar mogelijkheden, beperkingen en sociale omgeving. Als je mensen keuzes geeft, kun je onmogelijk alle varianten in systemen vatten. Normenkaders en registratiesystemen moeten dan vooral dienend zijn.

Dat is natuurlijk spannend, want waar reken je dan op af? Op basis waarvan weet en meet je wat goed is? Hoe waarborg je betaalbaarheid? Registratie blijft belangrijk om de besteding van publieke middelen te verantwoorden en om te kunnen leren. Een nieuw toetsingskader voor verpleging en verzorging kan naar onze mening worden gebaseerd op de vastgelegde ervaringen van professionals: vertellen in plaats van tellen. Er lopen interessante pilots waarin bijvoorbeeld verhalen worden vastgelegd in dagboek-apps. Deze verhalen zijn relevanter voor de praktijk dan groepsgemiddelden en kunnen, in grote aantallen, ook modellen opleveren met bewijskracht op groepsniveau. Het huidige registratiesysteem lijkt houvast te bieden maar creëert vooral schijnzekerheden, tegen een onevenredig hoge bureaucratische last.

Hoog tijd om de ‘gemiddelde patiënt’ te ontslaan en met elkaar een nieuw model te ontwikkelen dat niet meer informatie vraagt dan nodig, dat recht doet aan de verschillen tussen mensen en dat onze wijkverpleegkundigen écht de ruimte geeft om hun prachtige vak uit te oefenen.