Houdbare ouderenzorg in internationaal perspectief bij congres Zorgvisie

Houdbare ouderenzorg in internationaal perspectief bij congres Zorgvisie

Zorgvisie organiseert vandaag vanuit hotel Van der Valk in Houten het online congres Ouderenzorg op de juiste plek over de grote uitdagingen voor een houdbare ouderenzorg. Als eerste spreker van dit event zette Tineke Abma het thema van de dag in internationaal perspectief. Houdbare zorg gaat volgens Tineke in essentie over de vraag: “Wie gaat er later voor mij zorgen?”. Hoe wordt die vraag beantwoord in Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan?

Complexe en veelzijdige uitdaging
De route naar een toekomstbestendige ouderenzorg is complex: er zijn veel stakeholders bij betrokken en het hangt samen met diverse andere maatschappelijke vraagstukken, zoals migratie en arbeidsparticipatie. Nederland is niet het enige land dat hiermee worstelt. Hoe proberen andere landen de langdurige ouderenzorg betaalbaar, toegankelijk en kwalitatief hoogwaardig te houden, met behoud van maatschappelijk draagvlak? Leyden Academy maakte eerder dit jaar samen met Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management de landenvergelijking Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen in opdracht van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Hierin werd verkend hoe Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan met deze problematiek omgaan en welke keuzes zij maken, mede vanuit hun historische en culturele context.

Geen pasklare oplossing
Tineke benadrukt dat geen enkel land dé oplossing in handen heeft als het gaat om houdbare ouderenzorg vanuit de dimensies betaalbaarheid, kwaliteit en maatschappelijk draagvlak. Wel zijn er bijvoorbeeld lessen te leren vanuit Denemarken, waar al sinds jaar en dag vanuit een consistente visie wordt gewerkt en de zorg vooral door professionals wordt verleend: Deense vrouwen werken en van hen worden geen mantelzorgtaken verwacht. Dit schept duidelijkheid. Ook zijn er lessen te leren over hoe het niet moet: zoals de omgang met arbeidsmigratie in Duitsland, waar zorgtaken steeds meer worden toevertrouwd aan Oost-Europese migranten maar het nog ontbreekt aan beleid over hun rechten, plichten en werkomstandigheden.

Meepraten over toekomst ouderenzorg
Tineke pleit er dan ook voor om een duurzame langetermijnvisie te ontwikkelen en hierbij mensen uit alle lagen van de samenleving te betrekken. De overheid is immers maar één van de vele actoren, en er is veel kennis in de samenleving die kan worden gemobiliseerd. Volgens Tineke zouden we in Nederland een Burgertop kunnen organiseren over hoe we ouderenzorg in de toekomst willen organiseren, zoals in Frankrijk is gebeurd rond het klimaatbeleid. Waarbij het de kunst is om er geen elitair debat van te maken en te zorgen dat ook minder gehoorde groepen de kans krijgen om mee te praten.

Kijk voor meer informatie op de congres website. Naast Tineke spreken vandaag onder anderen hoogleraar betaalbare zorg Patrick Jeurissen (Radboudumc), verpleegkundige en student Teun Toebes en bestuurders Marcel van Woensel (zorgorganisatie Van Neynsel), Kina Koster (Cicero Zorggroep), Jantine Wildschut (Lelie zorggroep) en Gea Sijpkes (Humanitas Deventer).

Bekijk ook de bijdrage van Tineke van 6 december jl. over de toekomst van de ouderenzorg tijdens het afsluitende congres van Waardigheid en trots.

Inspiratiesessie Leefplezierplan bij online congres Waardigheid en trots

Inspiratiesessie Leefplezierplan bij online congres Waardigheid en trots

Op maandag 15 november 2021 vond het eerste van vier Waardigheid en trots-congressen plaats, met als thema ‘Persoonsgerichte zorg’. In het online programma kwamen sprekers aan het woord als Teun Toebes die onlangs zijn eerste boek ‘VerpleegThuis’ presenteerde, en hoogleraar Anne-Mei The over de sociale benadering van dementie.

Namens Leyden Academy verzorgde Josanne Huijg een inspiratiesessie over het Leefplezierplan als methode om het leefplezier van bewoners structureel onderdeel te maken van de manier van werken in het verpleeghuis. Hoe doe je dat als organisatie, wat betekent dit voor het welbevinden van bewoners en naasten en voor het werkplezier van zorgmedewerkers? Josanne vertelde over onze bevindingen vanuit onderzoek, aangevuld door Dayenne Versleijen (ZZG Zorggroep) en Alice van Leur (ActiVite) die hun ervaringen deelden vanuit de praktijk.

U kunt deze sessie hieronder in zijn geheel (59 min.) terugzien. Een uitgebreid verslag van het congres vindt u op de website van Waardigheid en trots. De volgende congressen in deze serie staan gepland op 22 november in Zwolle (thema Werken met plezier), op 29 november in Rotterdam (Innoveren en leren) en ten slotte op 6 december in Den Bosch (Toekomst verpleeghuiszorg) met onder meer een bijdrage van Tineke Abma.

Tineke Abma: “Cliënten vertegenwoordigen echt een nieuwe stem”

Tineke Abma: “Cliënten vertegenwoordigen echt een nieuwe stem”

Op woensdag 3 november jl. vond de jaarlijkse Vakdag plaats van de BCMB, de Beroepsvereniging van Cliëntondersteuners met kennis van beperkingen. Cliëntondersteuners zijn een relatief nieuwe beroepsgroep met een spilfunctie in de zorg en het sociale domein. Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur van Leyden Academy, richt zich in onderstaande video tot de deelnemers van de Vakdag. Zij vertelt over het belang van participatie en zeggenschap voor (oudere) cliënten, over de rol van Cliëntenraden, en over manieren om goed aan zeggenschap invulling te geven. Met aandacht voor nieuwe, directe vormen van inspraak, zoals het digitale meetinstrument Tante Co en de participatieve SamenStem-methode.

Tineke Abma sluit af met een boodschap voor cliëntondersteuners, waarin zij het belang van hun werk benadrukt: “Het is voor cliënten heel belangrijk dat zij goede ondersteuning krijgen in het vormgeven en articuleren van hun stem. Vergeet niet dat zij echt een nieuwe stem vertegenwoordigen en ook in de relatie met bestuurders en professionals ondersteuning nodig hebben om hun perspectief goed over het voetlicht te krijgen.”

Blog Marjet Woudenberg: In kringen rondom de bewoner

Het project Leefplezierplan op locatie nadert de afrondende fase. Voor het projectteam tijd om alle ervaringen, lessen, bevindingen en aanbevelingen op een rij te zetten. Dit is ook een fase van creatieve gedachtevorming en om af en toe te dagdromen over zorg voor ouderen in een ideale wereld.

Zo begon het brein van trainer Marjet Woudenberg te borrelen toen zij onlangs een klassiek, piramidevormig organogram van een zorgorganisatie onder ogen kreeg. Waar waren de bewoners en zorgmedewerkers? Zou de bewoner niet in het hart van het schema moeten staan? Ze schreef er deze blog over voor de nieuwsbrief Leefplezier in de ouderenzorg (oktober 2021). “Leefplezier gaat uiteindelijk over een organisatiestructuur waar men elkaar draagt en in dialoog met elkaar optrekt.”

 

In kringen rondom de bewoner

Vandaag kreeg ik een organogram te zien van een zorgorganisatie. Tot mijn verwondering was het een schema waar noch de bewoner, noch de zorgmedewerker in benoemd was. U weet wel, zo’n top-down structuur.

Dit zette me aan het denken. Als we met leefplezier bezig zijn, als we willen stimuleren dat de bewoner in al het handelen het uitgangspunt is, hoe zou je dat dan ook op organisatieniveau tot uitdrukking kunnen laten komen? Hoe kan een hele organisatie om de bewoner heen komen te staan, waarin er geen onder en boven is, maar samen optrekken?

Met leefplezier gaat het voor de verpleegkundige en verzorgende om het zijn en handelen in het hier en nu. Om het inspelen op de behoeften en verlangens van bewoners. Dat kan alleen door tijd te nemen om te kijken en te luisteren. Door vervolgens creatief met de situatie om te gaan en te denken in mogelijkheden. Het vraagt om een houding waarin alle conventies losgelaten kunnen worden. Het vraagt om lef hebben en af en toe lastige keuzes maken. Door het leefplezier van de bewoner als uitgangspunt te nemen, vragen we van de zorgmedewerker om min of meer in een chaotische structuur te opereren. Steeds maar weer ‘omdenken’ en reflecteren waarom je de dingen doet zoals je ze doet.

Dat is niet gering.

Het omgaan met de naasten van bewoners, een meer ‘verborgen’ taak van een zorgmedewerker, laat ik dan nog buiten beschouwing. Maar ook deze taak vereist de nodige vaardigheden.

Om dit allemaal te realiseren, heeft een verpleegkundige of verzorgende ondersteuning nodig. Hij of (meestal) zij heeft nodig dat er echt naar haar geluisterd wordt. Dat zij met haar ervaringen en dilemma’s bij haar collega’s terecht kan. Dat zij met al haar pogingen om aan te sluiten bij de bewoner, gehoord en gezien wordt. Met alle positieve krachten en met alle beperkingen van dien. De zorgmedewerker die in haar hele mens-zijn gezien wordt.

Ondersteuning ook in de zin van: samen leren, in een open sfeer. Met collega’s kijken naar de vraag: hoe willen wij de dingen doen en waarom doen we ze op deze manier? Samen optrekken en reflecteren om zo het beste voor de bewoner te kunnen bieden.

Om dit mogelijk te maken, heeft een team op haar beurt ondersteuning nodig. Een luisterend oor en ogen die zien wat het team nodig heeft om leefplezier optimaal mogelijk te maken. Een begeleider die ruimte kan geven aan de chaos, maar ook vanuit visie sturing kan geven door steeds weer met het team in gesprek te gaan. Die het vertellen van verhalen stimuleert en uitnodigt tot het delen en bespreken van dilemma’s. Een begeleider die de moed heeft om lastige knellende situaties aan te gaan. Die denkt vanuit mogelijkheden.

Ook deze begeleider heeft collega’s nodig met wie ze haar successen en onzekerheden kan bespreken. Aan wie ze kan vertellen over al haar ervaringen zonder daar direct op beoordeeld te worden. Bij wie ze kan leren van de ervaringen van anderen.

Dit team van begeleiders heeft een manager nodig die dit organisatorisch mogelijk maakt. Iemand die ontvankelijk is voor de verhalen en de keuzes die gemaakt zijn. Die nieuwsgierig is naar de antwoorden op de vraag: waarom doen we dit zo? Die het maken van eigen afwegingen stimuleert. Dat vraagt om een manager met ruimte en energie om met het ‘oncontroleerbare’, met de ‘chaos’ om te gaan. Een manager die vertrouwen aan haar medewerkers geeft, en steeds weer open staat en oog heeft voor haar personeel.

Ook deze manager heeft sparringpartners nodig. Een veilige plek waar ze kan leren door met collega’s bevindingen te delen en dilemma’s te bespreken.

Deze manager heeft ten slotte een bestuur nodig dat oog heeft voor en luistert naar haar vraagstukken. Een bestuur dat het geduld heeft om soms op de handen te gaan zitten en te luisteren naar de verhalen die gaan over alles wat erbij komt kijken om leefplezier bij een bewoner mogelijk te maken. Dat weet welke grote en kleinere dilemma’s zich gedurende het jaar hebben voorgedaan in de organisatie. Dat het lef heeft om buiten de kaders mee te denken over wat die verhalen zeggen over waar behoefte aan is.

Leefplezier gaat uiteindelijk over een organisatiestructuur waar men elkaar draagt en in dialoog met elkaar optrekt.

Dat klinkt misschien wollig, maar voor alle duidelijkheid: soms moet een bewoner begrensd worden. Soms moet een zorgmedewerker aangesproken worden. Soms moet een team geconfronteerd worden. Soms moet een begeleider scherp gehouden worden. Soms moet een manager op haar vingers getikt worden. En soms moet een bestuur door elkaar geschud worden.

Maar altijd met hetzelfde doel voor ogen: hoe laten we de bewoner optimaal tot zijn recht komen?

 

Er is nog zomer

Er is nog zomer en genoeg

wat zou het loodzwaar

tillen zijn wat een gezwoeg

als iedereen niet iedereen terwille

was als iedereen niet iedereen

op handen droeg.

Judith Herzberg (1994)

 

 

 

Samenwerking clown en zorgmedewerker

Beeld: CliniClowns

Het welbevinden van mensen met dementie wordt sterk bepaald door de kwaliteit van het contact dat zij nog hebben met mensen in hun omgeving. Beperkingen in cognitie en taal kunnen als belemmerend worden ervaren, waardoor iemand zich niet meer gezien en verbonden voelt. Er zijn inmiddels veel wetenschappelijke publicaties die aantonen dat clowns hierbij uitkomst kunnen bieden, zowel voor de ouderen, hun naasten als voor zorgmedewerkers. Door zorgverleners en clowns nauw samen te laten werken, komt het spel van de clowns het beste tot zijn recht. De vraag is hoe je deze samenwerking het beste kunt vormgeven, zodat de clownsinterventie (maar ook andere kunstinterventies) volledig tot hun recht kunnen komen en duurzaam verankerd raken in de zorgpraktijk.

Over het clownsspel bestaan veel misverstanden en er is niet altijd een gedeeld begrip van wat de waarde van de interventie kan zijn. De kern van clown zijn is niet lollig doen, maar vanuit waarachtigheid en kwetsbaarheid contact maken en spelen. Want de clown breekt al spelend met de normale regels. Daar ligt de kracht, en dat maakt het werk spannend en gedurfd. Want hoe kijken mensen ernaar die buiten het spel staan, zoals zorgpersoneel of familieleden? Wat roept het spel bij hen op? En kunnen zij, door meer kennis over de interventie en een hechtere samenwerking, meer ‘binnenstaander’ worden in het spel? Ook als ze niet meespelen?

“Spel creëert een andere ruimte dan de gewone realiteit. Spel is een gekaderde gebeurtenis die in zijn eigen tijd en ruimte plaatsvindt. Men betreedt deze ruimte vanuit vrijheid en niet vanuit verplichting. Binnen deze ruimte kan alles gebeuren.”
Johan Huizinga, uit: Homo ludens (1938)

Ons onderzoek richt zich op het verbeteren van de samenwerking tussen zorgmedewerkers en clowns in de context van een verpleeghuis, namelijk bij zorgorganisaties Amsta (locatie Dr. Sarphatihuis, Amsterdam) en ZuidOostZorg (locatie Stellinghaven, Appelscha). Het onderzoek zal verspreid over 2022 plaatsvinden en naar verwachting begin 2023 worden afgerond. Aan het participatief actieonderzoek nemen clowns, zorg- en welzijnsmedewerkers en familieleden van bewoners deel, maar bijvoorbeeld ook een specialist ouderengeneeskunde en een psycholoog. Het project is ontwikkeld in samenwerking met en wordt financieel mogelijk gemaakt door Stichting CliniClowns en Red Noses International.

In Duitsland en Oostenrijk wordt een vergelijkbaar participatief actieonderzoek uitgevoerd met clowns, medewerkers en soms ook mensen met dementie en hun naasten. We wisselen periodiek kennis uit over de aanpak en geleerde lessen.

Neem voor meer informatie contact op met Lieke de Kock.

Wetenschappelijke publicatie over onderzoek kunst in de zorg

Wetenschappelijke publicatie over onderzoek kunst in de zorg

Wat is de impact van actieve kunstparticipatie op de kwaliteit van leven van ouderen? Op 29 juni jl. deelden we de resultaten van de landelijke studie die wij hiernaar uitvoerden in samenwerking met Amsterdam UMC en met ondersteuning van ZonMw. In augustus 2021 is het eerste wetenschappelijke artikel gepubliceerd naar aanleiding van deze studie, in een special issue van het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health. Het artikel ‘The Value of Active Arts Engagement on Health and Well-Being of Older Adults: A Nation-Wide Participatory Study’ kunt u hier lezen.

Aanleiding voor de studie was dat steeds meer onderzoek uitwijst dat actieve kunstparticipatie de gezondheid en het welbevinden van ouderen kan verbeteren, maar dat het wetenschappelijk bewijs hiervoor nog gefragmenteerd was. Het ontbrak nog aan inzicht in de waarde van kunst vanuit het perspectief van ouderen en een holistische kijk op gezondheid en welzijn. Ons onderzoek had tot doel de bredere waarde te onderzoeken vanuit de perceptie van ouderen zelf, maar ook van kunstenaars, zorgmedewerkers en beleidsmakers. We bestudeerden hiertoe 18 participatieve kunstprojecten (dans, muziek, zang, theater, beeldende kunst, video en spoken word) voor thuiswonende ouderen en bewoners van verpleeghuizen. In deze studie hebben we een participatief design gevolgd met op verhalen en kunst gebaseerde methoden. We verzamelden microverhalen van ouderen en hun (in)formele verzorgers (n = 470).

De bevindingen tonen aan dat kunstparticipatie volgens de deelnemers resulteerde in (1) positieve gevoelens, (2) persoonlijke en artistieke groei, en (3) meer betekenisvolle sociale interacties. Hiermee is aangetoond dat op kunst gebaseerde praktijken het welbevinden en de kwaliteit van leven van ouderen bevorderen. Deze studie benadrukt de intrinsieke waarde van kunstparticipatie en heeft implicaties voor onderzoek en evaluatie.

Het artikel ‘The Value of Active Arts Engagement on Health and Well-Being of Older Adults: A Nation-Wide Participatory Study’ door Barbara de Groot, Lieke de Kock, Yosheng Liu, Christine Dedding, Janine Schrijver, Truus Teunissen, Margo van Hartingsveldt, Jan Menderink, Yvonne Lengams, Jolanda Lindenberg en Tineke Abma verscheen in augustus 2021 in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Bezoek voor meer informatie de website www.kunstindezorg.com en abonneer u op de nieuwsbrief.

Waarde van herinneringen in Zin magazine

Waarde van herinneringen in Zin magazine

“Herinneringen op latere leeftijd bouwen de brug tussen wie je was en wie je bent geworden. Het ophalen van herinneringen gaat ook over het accepteren van veranderingen in je identiteit, vrede en harmonie zoeken met je huidige levensfase en het accepteren van het feit dat je toekomstperspectief korter is geworden. Als je dit kan doen, zonder angst en pessimisme, dan kom je dichter bij het ‘goed ouder worden’.”

Sociaal en cultureel gerontoloog Elena Bendien vertelt in de nieuwe editie van Zin magazine over de waarde van herinneringen, samen met onder anderen psycholoog Charlotte van Schie (University of Wollongong), psycholoog Roosje Koninckx en uitvaartbegeleider Karen Admiraal. Het artikel is geschreven door Anna Deems, met fraaie illustraties van Nelleke Verhoeff. Bestel het magazine op Zin.nl of koop het in de kiosk.

WRR: kiezen voor houdbare (ouderen)zorg

WRR: kiezen voor houdbare (ouderen)zorg

De Nederlandse zorg presteert over het algemeen goed, maar de financiële, personele en maatschappelijke houdbaarheid staan onder druk door ontwikkelingen als de vergrijzing, de opkomst van nieuwe zorgtechnologie en de toename van het aantal chronisch zieken. Het ontbreekt aan scherpe en duidelijke keuzes van de overheid, concludeert de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) vandaag in het rapport Kiezen voor Houdbare Zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak. Om verdere groei van de zorg te begrenzen, moeten volgens de WRR prioriteiten worden gesteld vanuit twee uitgangspunten: waar kunnen we de meeste gezondheidswinst behalen? En in welke delen van de zorg moeten kwaliteit en toegankelijkheid versterkt worden?

Houdbare ouderenzorg
Om de inzichten en analyses in dit rapport te ondersteunen, is een aantal achtergrondstudies uitgevoerd die eerder als zelfstandige publicaties zijn verschenen. Een van deze studies betreft het rapport Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen, dat in februari 2021 is gepubliceerd. Deze landenstudie, die de ervaringen en geleerde lessen in kaart brengt in Denemarken, Duitsland, Engeland en Japan, is uitgevoerd door onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing, IQ Healthcare Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management (ESHPM).

Wensen en verlangens verpleeghuisbewoners
In het WRR-rapport wordt ook ingegaan op de houdbaarheid van de ouderenzorg. Als verbeterpunt wordt het systematisch bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de zorg genoemd, met als kanttekening dat de veiligheidsnormen die op de gehele zorg worden toegepast, wellicht te rigide zijn voor verpleeg- en verzorgingshuizen. Het project Leefplezierplan voor de zorg van Leyden Academy ondersteund door het Ministerie van VWS, wordt in dit kader genoemd als voorbeeld om de wensen en verlangens van de verpleeghuisbewoners als uitgangspunt te nemen.

U vindt het rapport Kiezen voor Houdbare Zorg. Mensen, middelen en maatschappelijk draagvlak op de website van de WRR.

Open training gespreksinstrument LAVA

Open training gespreksinstrument LAVA

In nauwe samenwerking met ouderen ontwikkelde Leyden Academy het Life and Vitality Assessment (LAVA), een gespreksinstrument dat ouderen helpt om inzicht te krijgen in de thema’s die zij belangrijk vinden en in de kwaliteit van leven zoals zij die zelf ervaren. Om een indruk te krijgen kunt u de video hieronder bekijken, waarin ouderenconsulente Joannemie aan de hand van het LAVA in gesprek gaat met de 95-jarige mevrouw Wolbersen uit Den Haag.

In 2018 hebben wij een samenwerkingsovereenkomst gesloten met bureau Van Loveren & Partners. Zij verzorgen trainingen met het gespreksinstrument, zowel op locatie bij zorg- en welzijnsorganisaties als individueel. Het bureau merkt dat de vraag toeneemt en biedt daarom in het najaar van 2021 een training aan op basis van open inschrijving. Een training waarin leren van en met elkaar centraal staat, waarin deelnemers inzicht krijgen in en zelf ervaren wat het LAVA kan betekenen, voor jezelf en voor de cliënt. De training is onder meer interessant voor wijk-, regie- en kwaliteitsverpleegkundigen, professionals met een focus op welzijn/welbevinden, geestelijk verzorgers en vrijwilligers.

Bent u geïnteresseerd in het werken met dit instrument, schrijf u dan op tijd in!

Kijk voor meer informatie op de website van Van Loveren & Partners.

Samen werken aan liefdevolle zorg


Als iemand in het verpleeghuis komt wonen, staan medewerkers klaar om de zorg van de naasten over te nemen. Om dit zo goed mogelijk te kunnen doen, is het belangrijk om de behoeften, wensen en verlangens van de bewoner goed te leren kennen. De naasten – familie, vrienden of andere belangrijke anderen – zijn onmisbaar als bron van informatie én in het streven naar leefplezier. Want voor elk mens zijn liefdevolle relaties een belangrijke bron van welbevinden. Aandacht voor de (veranderende) relatie tussen bewoners en hun naasten is dan ook voor beiden van groot belang. In de praktijk blijkt echter dat veel zorgmedewerkers nog weinig gericht zijn op de (samenwerkings)relatie met de naasten, en dat zij zich onvoldoende toegerust voelen om hiermee aan de slag te gaan.

Onder de noemer ‘Samen werken aan liefdevolle zorg’ hebben Leyden Academy en zorgorganisatie Topaz gezamenlijk praktijkonderzoek gedaan naar liefdevolle zorg in de ‘driehoek’ tussen bewoners met dementie, hun naasten en zorgmedewerkers. Het doel was om de onderlinge wisselwerking en interactie beter te begrijpen en zo de kwaliteit van zorg te verbeteren. Goede afstemming en samenwerking met naasten kan bijdragen aan het welbevinden van de bewoner én van de naasten, en kan bovendien bijdragen aan het werkplezier van zorgmedewerkers.

“Als we iemand opnemen in het verpleeghuis, vind ik het belangrijk om de mantelzorger uit de rol van hulpverlener te halen en weer ‘naaste’ te laten zijn. Dat is moeilijk, de mantelzorger had voorheen vaak 24 uur per dag zorg. Beiden hebben we andere verwachtingen. Het is belangrijk om die uit te spreken, want soms hebben we een ander oordeel over goede zorg.”
(teamleider)

Onderzoek in en met de praktijk
Dit participatief actieonderzoek werd vanuit de onderzoeksvraag: Hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner? uitgevoerd in de zorgpraktijk en in nauwe samenwerking met de mensen over wie het gaat; met zorgmedewerkers, naasten en bewoners. We onderzochten hoe zorgmedewerkers en naasten de huidige (samenwerkings)relatie ervaren en hoe zij de gewenste situatie zien. Bewoners werd gevraagd naar hun perspectief op de zorg en de relatie met de zorgmedewerkers en hun naasten. Vervolgens zijn zorgmedewerkers en naasten begeleidt in het ontwikkelen van manieren om de samenwerking werkwijzen om dit te ondersteunen, te verbeteren. Het onderzoek is een lerend proces in de praktijk, waarbij zorgmedewerkers en naasten tijdens het onderzoek samenwerken aan verbeteringen van de (samenwerkings)relatie. Bovendien werd in een klankbordgroep met vertegenwoordigers vanuit bewoners, naasten en zorgmedewerkers, maar ook geïnteresseerden van andere Topaz-locaties, regionale en landelijke partners en het onderwijs, een lerend proces op gang gebracht.

“Ik heb het gevoel dat ik een verschil kan maken als mantelzorger. Maar ik ben bang om irritatiepunten te benoemen richting de zorg, ik ben bang dat het zijn weerslag heeft op de zorg.”
(naaste van bewoner)

Verkregen inzichten
Gedurende het onderzoek werd duidelijk dat de medewerkers, naasten en bewoners moeilijkheden in de samenwerkingsrelatie ervaren rondom de thema’s zeggenschap, vertrouwen en erkenning. Vervolgens zijn, op basis van de output van verschillende interviews, focusgroepen, co-creatiesessies en sessies met de klankbord- en stuurgroep, onderstaande vijf bouwstenen ontwikkeld, die een betere samenwerkingsrelaties in de driehoek bevorderen:

  1. Zeggenschap van de bewoner
  2. Persoonlijk contact tussen medewerkers en naasten
  3. Informatie over het reilen en zeilen bij de zorglocatie
  4. Een welkom gevoel voor naasten
  5. Vaardigheden van en mogelijkheden voor medewerkers voor samenwerking in de driehoek

Dit onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door het Zorgondersteuningsfonds. Samen met het CIV Welzijn & Zorg en Radicale Vernieuwing Waardevol Onderwijs zorgen we dat de geleerde lessen hun weg vinden naar het onderwijs van toekomstige zorgmedewerkers.

Meer lezen?