Amstelland reikt Zonnehuis Penningen uit

Amstelland reikt Zonnehuis Penningen uit

Ze zijn er gelukkig, mensen die het verschil maken voor kwetsbare ouderen; mensen met mooie kleine initiatieven voor ouderen in hun eigen wijk of dorp. Vrienden, familie, collega’s, buren of andere betrokkenen hebben ‘hun’ toppers  voorgedragen. Deze genomineerden komen uit de gemeenten waar Zonnehuisgroep Amstelland actief is: De Ronde Venen, Ouder-Amstel, Amstelveen en Amsterdam Buitenveldert.

De Zonnehuis Penning is bedoeld voor mensen die zich belangeloos inzetten voor kwetsbare ouderen, en wordt uitgereikt door Zonnehuisgroep Amstelland. De uitreiking vond plaats op dinsdagmiddag 25 mei. Het programma werd ingeleid door Thijs Houtappels, bestuurder Zonnehuisgroep Amstelland. Vervolgens was er een lezing over 100 jaar ouderenzorg van jonge historicus Hugo Schalkwijk. Aansluitend werden er drie Zonnehuis Penningen uitreikt door juryvoorzitter Nelleke Vogel. Een van de gelukkigen is het samenwerkingsverband Ouderenvriendelijk Buitenveldert. Hieronder kunt u meer over dit mooie initiatief lezen.

In 2015 had Amsterdam de ambitie om een ‘Age Friendly City’ (een concept van de Wereldgezondheidsorganisatie) te worden. In de wijk Buitenveldert startte daarom een groep oudere bewoners, samen met onderzoekers van Amsterdam UMC een onderzoek naar hoe de wijk ‘ouderenvriendelijker’ kon worden. De groep bewoners deed zelf een jaar lang onderzoek: ze interviewde 40 andere ouderen in de wijk, analyseerde de data en ging vervolgens in gesprek met gemeente, zorg- en welzijn en andere partijen om de aanbevelingen concreet te maken. De groep is al zes jaar zeer actief en heeft inmiddels veel bijgedragen aan de kwaliteit van leven van ouderen in de wijk.

Een aantal voorbeelden:

  • Bij alle huisartsen in Buitenveldert is de positie van de Praktijkondersteuner Ouderen versterkt. De groep denkt verder periodiek mee in het huisartsenoverleg voor het perspectief van ouderen. Dit naar aanleiding van de bevinding dat ouderen in de wijk vaak de ‘schone schijn’ ophielden.
  • Er zijn meer bankjes geplaatst op door ouderen veelgelezen routes. Ook is er een tuinproject gestart op een plek waar vele multiculturele ouderen wonen die voor hulpverlening moeilijk bereikbaar zijn. Uit het onderzoek kwam namelijk naar voren dat er behoefte was aan verbinding in de wijk.
  • De straatverlichting is verbeterd en de stoplichten zijn anders (langer) afgesteld, zodat de mobiliteit van ouderen in de buurt is verbeterd.

Graag willen we Hans Wamsteeker, Yvonne Lengams, Cisca Griffioen, Ellen van den Bogert, Jan de Vries, Peter Jelinek en de vele anderen van harte feliciteren met deze welverdiende erkenning.

Kunst als goede zorg voor ouderen

Kunst als goede zorg voor ouderen

De coronacrisis legt extra de nadruk op het belang van zorg in onze samenleving. Ook brengt het aan het licht dat sommige vormen van zorg onzichtbaar zijn of zelfs niet worden erkend als zijnde zorg. Hierbij kan je denken aan de zorg die kunstenaars leveren wanneer zij ouderen begeleiden in actieve kunstparticipatie. Met Gea Struiksma (regisseur Seniorentheater De Rimpel) onderzocht het onderzoeksteam van Kunst in de Zorg, waar Leyden Academy en Amsterdam UMC samen in optrekken, hoe het werk van kunstenaars kan worden beschouwd als een vorm van goede zorg voor ouderen. De algemene conclusie is dat kunstenaars een belangrijke rol kunnen spelen in het zorgen voor kwaliteit van leven van ouderen in de samenleving. Hieronder leest u meer over de bevindingen.

Feministische zorgethiek
Het feministisch zorgethiek model wordt in de wetenschap gebruikt om te beschrijven wat ‘goede zorg’ inhoudt. Belangrijk is om te beseffen dat ‘zorg’ hierbij refereert aan “alles wat we doen om onze ‘wereld’ te behouden, voortzetten en repareren, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Die ‘wereld’ is inclusief onze lichamen, onszelf en onze omgeving”, aldus Tronto.1 Zorg is dus altijd in actie, in ontwikkeling, afhankelijk van de mensen die zorg leveren en ontvangen. Het zijn niet alleen ‘kwetsbare’ mensen in onze samenleving die zorg nodig hebben, dit is een universele menselijke behoefte die nodig is om te kunnen functioneren. Zorg kan nooit een vaste set richtlijnen of standaard protocol hebben, omdat het altijd in relatie tot de ander plaatsvindt. Tronto beschrijft het proces van zorgen als een cyclisch proces, waarin onderstaande vijf fasen aan bod komen, waarvoor je verschillende ‘deugden’, goede eigenschappen, nodig hebt.1

Fase Deugd
1.    Zorgen om Je bewust worden van de zorgvraag, daar is aandacht, opmerkzaamheid en openheid voor nodig.
1.    Zorgen dat Je verantwoordelijk voelen voor de gesignaleerde zorgvraag.
1.    Zorg verlenen Het daadwerkelijk verlenen van de zorg, daar is kennis en competentie voor nodig.
1.    Zorg ontvangen Aandacht besteden aan hoe de zorg wordt ontvangen, responsief zijn en je aan kunnen passen daar waar nodig.
1.    Zorgen met Zorg zien als zowel een persoonlijke als een politieke taak, als een noodzakelijke praktijk om sociale gelijkheid te bevorderen. Dit houdt in dat je je bewust bent van ongelijkheden, conflicten en kwetsbaarheden in de zorgrelatie, zorgen voor vertrouwen en respect tussen de zorgverlener en zorgvrager.

Zorgen om: signaleren behoefte aan reuring
Hoe kunnen we, door de lens van bovenstaand model, kijken naar het werk wat Gea Struiksma uitvoerde met haar acteurs tijdens corona? We hoorden bijvoorbeeld van Gea hoe zij, ook al voor corona, altijd in contact was met haar deelnemers. Zo’n groep draaien betekent dat je moet weten wat er speelt. Als iemand bijvoorbeeld niet naar de repetities kon komen omdat zij geen oppas voor haar hondje had, dan zocht Gea samen met haar naar een oplossing. Dit is allemaal ‘zorg’ die standaard door kunstenaars rondom projecten wordt verleend. Dit horen we ook terug van meerdere kunstenaars. Vaak gaan in dit soort taken veel (onbetaalde) uren zitten. De acteurs van De Rimpel vormen inmiddels, doordat zij een aantal jaar samen gewerkt hebben, een klein netwerk. Ze onderhouden contact via WhatsApp, telefoon en e-mail. In coronatijd kwam dit netwerk goed van pas. Hierdoor wist Gea hoe het met haar deelnemers ging, en signaleerde ze dat veel van hen maar weinig om handen hadden. De dagen waren eentonig en saai, en sommigen spraken zelfs van een depressie. ”Er was behoefte aan gedoe, een beetje reuring, leven in de tent, dat je ergens over moet nadenken en dat er nog wat van je verwacht wordt”, aldus Gea.

Zorgen dat: regelen en organiseren
Gea nam vervolgens verantwoordelijkheid en ging er iets aan doen. Ze ging geheel coronaproof bij iedere acteur langs om met geïmproviseerde losse scènes een film te maken. Het bedenken van zo’n plan, de fondsen ervoor bij elkaar verzamelen, afspraken plannen en een filmmaker regelen, kan worden gezien als voldoen aan een zorgvraag. Gea voegt hier zelf echter aan toe: “Ik heb het zelf eigenlijk nooit zo bekeken. Voor mij was het simpel: Ik wilde kunst maken.” Ze dacht zelf dus niet vanuit een zorgvraag, maar vanuit haar eigen behoefte en de behoefte van haar acteurs om weer samen aan de slag te kunnen. Deelnemers gaven aan het erg waardevol te vinden. Ze konden namelijk even een paar middagen hun ellende vergeten en hun gedachten verzetten.

Zorg verlenen: inzet artistieke kwaliteiten
Een film maken, daar is kennis en competentie voor nodig. Het proces van scènes improviseren en de film uiteindelijk opnemen vergt ook een grote mate van zorgvuldigheid. Lieke de Kock van het onderzoeksteam merkte op: “Er heerste rust, geduld en een positieve sfeer. De tekst werd nog eens herhaald voordat er actie werd geroepen, en was iemand niet tevreden met een shot, dan werd het overnieuw gedaan. Tussendoor was er ruim tijd voor pauze en een praatje.” Ook het eindproduct, de filmpjes, stralen volgens het onderzoeksteam een grote mate van zorg voor uit voor de ouderen die erin geportretteerd worden. Ze geven een intieme blik in het leven en de dagelijkse omgeving van deze dames, met respect, authenticiteit en humor.

Zorg ontvangen: uitdagen, meebewegen, valideren
Lieke observeerde dat Gea op een responsieve manier zorg verleende in het proces wat plaatsvond tijdens het improviseren van de scènes met Afke. Dit was echt een proces van uitdagen, meebewegen en valideren. Afke kwam zelf met een idee voor een verhaal, waarbij ze een object uit haar huis gebruikte. Gea moedigde haar aan dit verhaal verder te ontdekken en uit te spelen.

Zorgen met: wederzijdse afhankelijkheid
Voor Gea is het zorgen voor de ouderen in haar theatergezelschap geen doel op zich. Voor haar gaat het om het kunnen maken van theater. Daar heeft zij de ouderen in haar groep voor nodig. Soms vraagt dat om wat extra zorg, zoals het afstemmen van vervoer en het bespreken van onzekerheden. Maar tijdens het proces van een voorstelling maken, is er altijd sprake van wederzijdse afhankelijkheid. Het is een proces waarin machtsrelaties gelijkwaardiger zijn. Ouderen zijn niet alleen ontvanger van zorg, maar brengen ook hun artistieke kwaliteiten mee en zijn nodig in het proces. Zo wordt er door samen kunst te maken, met en voor elkaar gezorgd.

Kunst zorgt
Wat we zien door op deze manier naar actieve kunstparticipatie voor ouderen te kijken, is dat kunst zorgt. Kunstenaars doen dit juist door niet de focus te leggen op een zorgvraag of probleem, maar door te blijven bij hun hoofddoel: kunst maken. In het begeleiden van ouderen in een artistiek proces, zien we dat de kunstenaar toch een vorm van ‘goede zorg’ biedt, al dan niet bewust. Juist door niet als professioneel zorgverlener maar als kunstenaar in contact te treden met ouderen, vervallen de conventies en beperkingen die vaak ontstaan in een traditionele relatie tussen cliënt en zorgverlener. Zo ontstaat er ruimte voor speelsheid, expressie en creativiteit.

Kijk voor meer informatie over het onderzoek Kunst in de Zorg op de projectwebsite. Wilt u graag op de hoogte blijven, schrijf u dan in voor de nieuwsbrief.

Referentie
1. Tronto, J. C. (2013). Caring democracy: Markets, equality, and justice. NYU Press.

 

De printshop: oude foto’s leiden tot bijzondere ontmoetingen

De printshop: oude foto’s leiden tot bijzondere ontmoetingen

Op de locatie Parc Gender van Vitalis WoonZorg Groep in Eindhoven staat een hele grote printer. Fotograaf en kunstenaar Marcel de Buck maakt er levensgrote prints van onder andere oude foto’s uit de fotoalbums van bewoners. Ontmoetingen zijn hierbij het uitgangspunt. “En waar die ontmoetingen toe leiden, is een verrassing”, aldus Marcel. Zo is een klassenfoto uit 1947 te zien met alle meisjes met gesteven strikken in het haar, want kort haar was uit den boze, een prachtig trouwportret maar ook een foto van een bewoner die vroeger motorcoureur was.

Bijzondere momenten
De foto’s laten een prachtig tijdsbeeld zien, geven een inkijkje in het leven van de bewoners voordat zij in het woonzorgcomplex kwamen wonen, en leiden tot bijzondere gesprekken. Ook worden studenten zo geïnspireerd om op een andere manier naar bewoners te kijken. Verder bleek er door corona een behoefte te zijn rondom het zichtbaar maken van de dood en het afscheid nemen. Mooi om te zien hoe kunst een bijdrage kan leveren aan het waardig afscheid nemen.

Achtergrond
Dit fotoprintproject is onderdeel van het kunstprogramma ‘Vitalis geeft zin’ (zie video), dat deel uitmaakt van het landelijke ZonMw-programma Kunst en Cultuur in de Langdurige Zorg en Ondersteuning. Binnen dit programma doen Leyden Academy en Amsterdam UMC onderzoek naar de waarde van kunst in de langdurige zorg door bestaande kunstinitiatieven te beschrijven en de impact te evalueren. Klik hier voor meer informatie.

Leyden Academy en CIV Welzijn & Zorg slaan handen ineen

Leyden Academy en CIV Welzijn & Zorg slaan handen ineen

Leyden Academy on Vitality and Ageing en het Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) Welzijn & Zorg hebben vandaag een samenwerkingsovereenkomst gesloten. Beide partijen onderstrepen het belang van vakmanschap in zorg en welzijn dat hoofd, hart en handen omvat. Ze willen dit gezamenlijk ontwikkelen via participatief actieonderzoek met docenten, studenten en medewerkers in zorg en welzijn, om zo bij te dragen aan de kwaliteit van leven van cliënten en hun mantelzorgers. Namens Leyden Academy tekende directeur Tineke Abma de samenwerkingsovereenkomst; Otto Jelsma, voorzitter College van Bestuur mboRijnland, zette zijn handtekening namens het CIV Welzijn & Zorg.

Bevlogen en bewogen professionals
Beide organisaties zien volop mogelijkheden om elkaar te versterken, met name rondom het practoraat Welzijn en Zorg. Er zijn raakvlakken in het onderzoek naar thema’s als werkplek leren, (normatieve) professionalisering en beroepsidentiteit. Onderwerpen die naast meer methodisch-technische aspecten, aandacht vragen voor de moreel-ethische kwaliteit van zorg en welzijn. We werken daarbij vanuit de overtuiging dat het leren reflecteren en ontwikkelen van een moreel kompas de professional als mens raakt, en willen juist die kwaliteiten ontwikkelen. In het onderwijs, maar ook in de beroepspraktijk. We hopen zo bij te dragen aan het urgente vraagstuk hoe we de zorg op een goede manier kunnen (blijven) bemensen met bevlogen en bewogen professionals, en hoe jonge mensen tot vakbekwame zorgprofessionals  kunnen worden opgeleid.

Vakmanschap onderzoeken met de praktijk
De missie van Leyden Academy is het verbeteren van de kwaliteit van leven van oudere mensen. De onderzoekers hechten er veel waarde aan dat kennis gezamenlijk wordt gegenereerd met betrokkenen in de onderwijs- en beroepspraktijk zelf , en zijn weg vindt naar beleidsmakers en het grote publiek. De samenwerking met het CIV Welzijn & Zorg sluit hier goed bij aan, aldus Tineke Abma: “Wij voeren op dit moment diverse studies uit in de verpleeghuiszorg, waarbij leef- en werkplezier het uitgangspunt vormen. Dialoog en wederzijds leren staan voorop: we verrichten onderzoek in nauwe samenwerking met zorgmedewerkers op de werkvloer, met bewoners, hun naasten en met het management. In de langdurige zorg werken veel medewerkers die op mbo-niveau zijn opgeleid. Waarom zouden we hun ervaringen en kennis niet nog veel actiever benutten in het opzetten en doen van onderzoek naar vakmanschap? Naast onze bestaande relaties met universiteiten en de lectoraten van hogescholen, is de samenwerking met het practoraat via het CIV Welzijn & Zorg dus heel waardevol.”

Brug tussen wetenschap en praktijk
Het CIV Welzijn & Zorg is ziet de komst van Leyden Academy als een toegevoegde waarde. Otto Jelsma: “We zijn blij met de toetreding van Leyden Academy als partner van het CIV Welzijn & Zorg. We gaan vooral samenwerken op onderzoeksgebied en de brug tussen wetenschappelijk en praktijkgericht onderzoek verder versterken.”

Neem voor meer informatie contact op met Josanne Huijg.

Leefplezierplan op locatie naar de volgende fase

Leefplezierplan op locatie naar de volgende fase

In juni 2019 is het project Leefplezierplan op locatie van start gegaan bij Stichting Azora en Zorggroep Elde Maasduinen. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leyden Academy in samenwerking met de zorgkantoren van Menzis en VGZ en ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Inmiddels zijn bij twee locaties de basistrainingen afgerond, zijn er honderd medewerkers getraind, zijn 25 interne coaches opgeleid en is het elektronisch cliëntendossier aangepast. Nu is het tijd voor het tweede onderdeel van het project: het Leefplezierplan verder borgen binnen de organisatie.

Vier pijlers
Bij Zorggroep Elde Maasduinen krijgt dit vorm aan de hand van vier pijlers, die hierna nader worden toegelicht. Mandy Schouwenaars, projectcoördinator Leefplezierplan bij locatie Vita, is positief: “Het is leuk om te zien dat het Leefplezierplan steeds meer gaat leven. Ik ben heel tevreden! Ik zie dat onze coaches meer positie krijgen en enthousiast aan de slag gaan met het gedachtegoed. De vier pijlers vormen daarbij een mooie houvast. Aan het eind van het jaar hebben we dan een goede basis staan. Ik weet zeker dat dat gaat lukken!”

De vier pijlers zien er als volgt uit:

1. Leefplezierplan voor nieuwe medewerkers, bewoners en naasten
Deze pijler richt zich op de nieuwe mensen die komen wonen of werken op de locatie. Zo krijgen nieuwe medewerkers een scholingsprogramma over het Leefplezierplan aangeboden. Nieuwe bewoners en hun naasten krijgen een welkompakket en er wordt geïnvesteerd in een goede samenwerkingsrelatie in de zorg.

2. Teamsessies
Werken aan leefplezier is teamwork. Binnen deze pijler worden daarom alle teams – van de woongroepen tot Vita-thuis – getraind in de vier thema’s van het Leefplezierplan: het kennen van de persoon, bijdragen aan leefplezier, delen van ervaringen en omgaan met dilemma’s. Inmiddels zijn de eerste sessies online van start gegaan over het eerste thema, het leren kennen van de persoon. Onderdeel van de sessie was elkaar leren kennen aan de hand van een voorwerp (zie foto). Dit bracht meteen mooie gesprekken op gang. Na iedere sessie krijgen de teams de opdracht om zelf invulling te geven aan het besproken thema.

3. Supervisie interne coaches
Werken aan leefplezier is nooit af en dat vraagt om continue aandacht voor de communicatie onderling. Hoe houden we elkaar op de hoogte? Hoe zorgen we dat iedereen betrokken is? Hoe leren we van elkaar? De interne coaches spelen hierbij een cruciale rol. Zij dragen het gedachtegoed uit, signaleren knelpunten en betrekken elkaar in de zoektocht naar oplossingen.

4. Verbinding behandelaren
De behandelaren vormen ten slotte een belangrijke schakel in het werken aan leefplezier. In de vierde pijler worden er daarom verbindingssessies georganiseerd: hoe kunnen er bruggen worden gebouwd tussen de verschillende disciplines?

Doorkijkje naar afronding
Lieke Sips, Sociaal Ondernemer bij Vita, geeft een doorkijkje naar het einde van het project in december 2021: “Eind dit jaar zal het leefplezier-gedachtegoed voor iedereen – onze bewoners, belangrijke anderen en medewerkers – bekend zijn. Het is dan een algehele werkwijze geworden. Daar werken we hard aan! Ik kijk ook uit naar het eindrapport met de veranderkundige lessen. Momenteel is de hoeveelheid Leefplezierplan-trainingen best intensief voor ons. Een kwart van onze medewerkers is geschoold, zij moesten allemaal worden uitgeroosterd. Dus we zoeken naar minder intensieve methodieken om het Leefplezierplan te verspreiden, die toch veel effect hebben. We hebben namelijk het voornemen om het Leefplezierplan ook te verspreiden naar onze andere locaties.”

De komende maanden krijgen de vier pijlers verder vorm, zodat er eind 2021 een fundering staat om verder te bouwen aan het Leefplezierplan.

Heeft u vragen, neem dan gerust contact op met Mandy Schouwenaars van Zorggroep Elde Maasduinen of met Sanne Schweers van Leyden Academy.

Gelukkig oud worden is zinvol oud worden

Gelukkig oud worden is zinvol oud worden

Wat is de waarde van kunst en cultuur in de langdurige zorg en ondersteuning? En hoe kunnen cultuurdeelname en kunstbeoefening bijdragen aan de kwaliteit van leven van ouderen? Crétien van Kampen en Sanne Scholten, beiden met ruime kennis op dit vlak, delen hun visie vandaag in een e-magazine op de website van ZonMw: ‘Zorg gaat ook om zingeving, om een waardevol leven.’ Met een reflectie van Tineke Abma namens Leyden Academy.

Zorg en kunst kunnen elkaar nog veel meer versterken
De 80-jarige meneer Pamuk brengt zijn dagen veelal alleen door. Echt thuis in deze tijd voelt hij zich niet. Wat mist hij? Hoe krijgt hij meer zin in het leven? Dit is de rode draad in het essay ‘Gelukkig ouder worden in een veranderende samenleving. Een pleidooi voor zingeving en creativiteit’ van Crétien van Campen, wetenschappelijk onderzoeker bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en voorzitter van de ZonMw-programmacommissie Kunst en cultuur in de Langdurige zorg en ondersteuning.

‘Rapporten staan vaak bol van cijfers en trends, terwijl het uiteindelijk gaat om mensen en hun levensverhalen. Om ons daarvan bewust te zijn, heb ik ervoor gekozen deze – weliswaar fictieve, maar gebaseerd op onderzoeksresultaten – meneer Pamuk centraal te stellen’, licht Van Campen zijn keuze toe. In het essay verkent hij welke aspecten van het leven bijdragen aan gelukkig ouder worden.

Kunst en cultuur als motor
Volgens Van Campen zijn drie zaken daarbij van groot belang: ‘Actief blijven, niet alleen fysiek maar ook mentaal en sociaal. Betrokken blijven, jezelf onderdeel voelen van de samenleving dus. En van betekenis zijn, het gevoel hebben dat je ertoe doet. Die aspecten maken dat een mens zin heeft in het leven.’ Kunst en cultuur kunnen op al deze facetten positieve impact hebben. ‘Als een soort motor kan het uitdagen om in actie te komen. Iets creëren of ergens aan bijdragen, wellicht voor een publiek, zorgt voor betrokkenheid en geeft betekenis.’

Toch is er volgens Van Campen nog niet altijd genoeg aandacht voor de rol die kunst en cultuur binnen de langdurige zorg en ondersteuning kan spelen. ‘De verbinding tussen die werelden kan sterker. Er worden nog verschillende talen gesproken. De zorgverlener kan heel goed helpen, maar kijkt nog te vaak vanuit beperkingen. Of heeft een vast protocol om oplossingen te bieden. Voor kunst en cultuur is er geen formule of vast recept. De vorm moet aansluiten bij mensen, hun levenssituatie en biografie. De kunstenaar ziet die persoon en denkt: Hoe kan ik die uitdagen? Hoe kan ik plezier brengen?’

Wereld te winnen
Ook volgens Sanne Scholten, directeur van het LKCA (Landelijk Kennisinstituut voor Cultuureducatie en Amateurkunsten) en vicevoorzitter van de ZonMw-programmacommissie Kunst en cultuur in de Langdurige zorg en ondersteuning, is er nog een wereld te winnen op het gebied van deze verbinding. ‘Decentralisatie maakt een steviger connectie op gemeentelijk niveau mogelijk. Hoe kun je door inzet van kunst en cultuur voorkomen dat zwaardere zorg nodig is?’

Toch komt het nu in de uitvoering vaak neer op losse projecten en subsidies. ‘Enthousiastelingen die ervan zijn doordrongen dat zorg ook gaat om zingeving, om een waardevol leven, zorgen wel dat kunst en cultuur een plek krijgt. Maar daar zou het niet afhankelijk van moeten zijn. Wetenschappelijke onderzoeksresultaten kunnen het inzicht dat dit een levensbehoefte is, nog verder versterken.’

Onderwijs
Scholten hoopt dan ook dat de uitkomst van het participatief actieonderzoek ‘Kunst in de Zorg’ van Leyden Academy on Vitality and Ageing en Amsterdam UMC naar 19 kunstprojecten en programma’s zal bijdragen aan een meer structurele borging van kunst en cultuur in de langdurige zorg en ondersteuning. Daarnaast ziet zij een grotere rol voor het onderwijs. ‘Deze kennis moet niet alleen naar beleidsmakers en instellingen, maar verdient ook een plek in het onderwijs. Professionals moeten weten welke effecten kunst en cultuur hebben op welzijn en gezondheid van ouderen.’

In haar studententijd zag Scholten die effecten voor het eerst met eigen ogen. Tijdens het Smartlappenfestival zongen ouderen in een verzorgingshuis. ‘Het plezier straalde ervan af’, blikt ze terug. ‘Daar heb je eigenlijk geen onderzoek voor nodig. Bij ouderen ligt de nadruk vaak op wat niet meer lukt. Maar bij kunst gaat het om mogelijkheden.’ Ze noemt het voorbeeld van  een project voor mensen met Alzheimer. ‘Een man die altijd muziek maakte, kan dat niet meer. Maar hij kan wel samen zingen met een buddy.’

Wat kan er wél?
Van Campen beaamt het belang van kijken naar wat er wél kan met behulp van kunst en cultuur in langdurige zorg en ondersteuning. ‘Kunstenaars zijn gericht op de eigen kracht van mensen, waar liggen de mogelijkheden? Hoe kan iemand meedoen? Het aanbieden van een rollator is ook belangrijk, maar levert iets heel anders op dan meezingen in een zangkoor.’ Hij ziet creatieve oplossingen voortkomen uit samenwerkingen van kunstenaars met zorgprofessionals. ‘Zij kunnen elkaar aanvullen en helpen vanuit hun eigen kennis. Zo versterken ze elkaar. Deze kruisbestuiving mag nog een stuk intensiever.’

En nee, natuurlijk zijn kunst en cultuur  niet dé oplossingen voor alle problemen. ‘Nee, we zien het niet als het volgende medicijn. Het is juist iets heel anders. Een prikkel, en als je het mij vraagt een levensbehoefte. Niet voor niks hebben 6,4 miljoen Nederlanders er affiniteit mee. Bij eenzaamheid denken we vaak aan een gebrek aan sociale contacten, maar het gaat om betekenisvolle contacten. Kunst en cultuur kan helpen betekenis te vinden en daaruit kunnen die contacten voortkomen.’

Voldoening
Meneer Pamuk komt er in zijn essay achter dat hij het ontzettend leuk vindt weer met techniek bezig te zijn. ‘Het gaat erom iets te vinden dat zin geeft in het leven. Voor meneer Pamuk was dat techniek, voor vele anderen is kunst en cultuur onderdeel van de essentie’, stelt Van Campen. En nee, daarbij moeten we niet alleen maar denken aan het Rijksmuseum of Concertgebouw. ‘Het gaat om alles dat creatieve vaardigheden aanspreekt. Dat kan ook taarten bakken zijn, of stamboomonderzoek, als het maar voldoening geeft.’

Reflectie prof. dr. Tineke Abma, directeur Leyden Academy en hoogleraar Amsterdam UMC: “En niet onbelangrijk: kunst ráákt je”
‘In een participatief actieonderzoek onderzoeken wij – Leyden Academy en Amsterdam UMC – samen met ouderen, kunstenaars, zorgmedewerkers en vrijwilligers sinds maart 2020 de impact van kunst in de zorg op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau. De kunstvormen lopen uiteen van theater, tot dans, muziek en beeldend werk. Inmiddels hebben we 472 micro-narratieven (korte verhaalfragmenten) verzameld bij 109 deelnemers, verspreid over 15 kunstinitiatieven en vier programma’s. Uit de eerste analyses blijkt dat kunst bijdraagt aan: a) positieve gevoelens; b) zinvol bezig zijn en blijven leren; en c) de kwaliteit van sociale interacties. Ouderen geven aan dat zij plezier hebben en vrolijk worden, en dat kunst hen helpt om zich beter te voelen. Het bezig zijn met een betekenisvolle activiteit verschaft zin, en stimuleert mensen om zich te blijven ontwikkelen. Een zanger met dementie van een Participatiekoor vertelde hoe hij aanvankelijk dacht dat hij de Erbarme Dich partituur van Bach niet kon zingen, maar vol trots ontdekte dat hij dit weldegelijk in de vingers kreeg. En een ‘mantelzanger’ ervoer zelf ook hoe betekenisvol haar rol als buddy was: ‘Je doet het met zijn allen … Ja de blijheid van de mensen. Ook na afloop! Het kan alleen maar als je verbinding met elkaar hebt.” We kijken nu naar de vraag waarom het bezig zijn met kunst impact heeft. Wat zijn de werkzame principes? Het lijkt erop dat vooral de actieve participatie belangrijk is. En niet onbelangrijk: kunst ráákt je, zoals een traan die opkomt bij een muziekstuk. Dan ervaar je dat je leeft.’

HAN-Centre for Creativity presenteert webinar Tineke Abma

HAN-Centre for Creativity presenteert webinar Tineke Abma

“Je doet het met zijn allen… Ja de blijheid van de mensen. Ook na afloop! Het kan alleen maar als je verbinding met elkaar hebt.”

Ouderen die meedoen aan culturele activiteiten zijn vaak razend enthousiast. Er zijn dan ook veel mooie initiatieven en programma’s, maar het aanbod is versnipperd en de positieve effecten en werkzame principes zijn nog nauwelijks onderzocht. Wat kunnen kunst en cultuur betekenen voor de gezondheid en het welbevinden van ouderen? In een participatief actieonderzoek onderzoeken Leyden Academy on Vitality and Ageing en Amsterdam UMC samen met ouderen, kunstenaars, zorgmedewerkers en vrijwilligers sinds maart 2020 de impact van kunst in de zorg op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau. Inmiddels zijn er 472 micro-narratieven (korte verhaalfragmenten) verzameld bij 109 deelnemers, verspreid over vijftien kunstinitiatieven en vier programma’s.

In een webinar deelt hoogleraar Tineke Abma op donderdag 18 maart van 15.00-16.00 uur tussentijdse bevindingen vanuit wetenschappelijk onderzoek, geïllustreerd door aansprekende voorbeelden uit de praktijk. Zoals de Participatiekoren waarin mensen met dementie en ‘mantelzangers’ samen zingen. Klik hier om u in te schrijven voor deze gratis webinar.

Gratis minicursus Liefdevolle zorg in de praktijk

Gratis minicursus Liefdevolle zorg in de praktijk

Veel organisaties in de ouderenzorg maken momenteel de omslag naar persoonsgerichte zorg, met meer ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Aandacht voor leefplezier is echter een stuk moeilijker te borgen dan ‘tastbare’ activiteiten rondom gezondheid, veiligheid en hygiëne. Terwijl het minstens zo belangrijk is! Liefdevolle zorg is niet iets wat je via theorie in een boek kan leren. Dat leer je vooral door te ervaren en te doen. Leyden Academy heeft daarom de gratis minicursus ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ ontwikkeld voor medewerkers zorg en welzijn in de ouderenzorg. Met praktische kijk- en doe-opdrachten die je zelf of samen met je team kunt doen.

Een nieuwe reeks in 2021
Na een eerste geslaagde editie eind vorig jaar, waaraan ruim 300 zorgmedewerkers deelnamen, bieden we de geüpdatete minicursus opnieuw aan. “Ik vond de filmpjes en opdrachten fijn. Het zorgde voor zelfreflectie en bevestiging.” “Ik zou wel meer van zulke minicursussen willen!” en “Ik vind het een mooie en concrete cursus. En raad het alle zorgmedewerkers aan!” zijn een greep uit de enthousiaste reacties van de deelnemers van vorig jaar.

Wat en wanneer?
De minicursus bestaat uit vijf wekelijkse edities per e-mail, en behandelt de volgende onderwerpen:

  1. Inleiding ‘Liefdevolle zorg’ (u ontvangt deze e-mail direct nadat u zich heeft ingeschreven)
  2. Leren kennen van de bewoner (u ontvangt deze e-mail een week na nr. 1)
  3. Bijdragen aan leefplezier (u ontvangt deze e-mail een week na nr. 2)
  4. Delen van ervaringen (u ontvangt deze e-mail een week na nr. 3)
  5. Omgaan met dilemma’s (u ontvangt deze laatste e-mail een week na nr. 4)

Iedere editie, met een studiebelasting van circa 1 uur per week, bevat een:

  • kijkopdracht (een korte video van circa 1,5 minuut);
  • doe-opdracht (bijvoorbeeld je dagelijkse werkroutine onder de loep nemen of creatief foto’s maken);
  • bespreekopdracht (met collega, naaste, team) en
  • verwijzing naar verdiepende literatuur, video of podcast.

Voor wie?
Deze cursus is met name ontwikkeld voor zorgverleners en/of teammanagers in een verpleeghuis of zorgorganisatie, maar is ook geschikt als lesmateriaal. Lijkt het u leuk om deel te nemen? Vul dan het formulier onder aan deze pagina in. U ontvangt direct na inschrijving de eerste editie, waarna de cursus na vijf weken automatisch stopt. Mocht u vragen hebben over de inhoud van de cursus, neem dan contact op met Rhea Breedveld via e-mail.

De gratis minicursus ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ is gebaseerd op het Leefplezierplan voor de zorg en ontwikkeld door Leyden Academy in samenwerking met het Jo Visser fonds.

Hier kunt u zich inschrijven:

* veld is verplicht





Minicursus Liefdevolle zorg in de praktijk

Veel organisaties in de ouderenzorg maken de omslag naar persoonsgerichte zorg, met meer ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Aandacht voor leefplezier is echter een stuk moeilijker te borgen dan ‘tastbare’ activiteiten rondom gezondheid, veiligheid en hygiëne. Terwijl het minstens zo belangrijk is! Liefdevolle zorg is niet iets wat je via theorie in een boek kan leren. Dat leer je vooral door te ervaren en te doen. Leyden Academy heeft daarom de gratis minicursus ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ ontwikkeld voor medewerkers zorg en welzijn in de ouderenzorg. Met praktische kijk- en doe-opdrachten die je alleen of samen met je team kunt doen.

Nieuwe editie
Na eerdere geslaagde edities, waaraan ruim 600 zorgmedewerkers deelnamen, bieden we de geüpdatete minicursus opnieuw aan. “Ik vond de filmpjes en opdrachten fijn. Het zorgde voor zelfreflectie en bevestiging.” “Ik zou wel meer van zulke minicursussen willen!” en “Ik vind het een mooie en concrete cursus. En raad het alle zorgmedewerkers aan!” zijn een greep uit de enthousiaste reacties van de deelnemers van vorig jaar.

Wat en wanneer?
De minicursus bestaat uit vijf wekelijkse edities per e-mail, en behandelt de volgende onderwerpen:

  1. Inleiding ‘Liefdevolle zorg’ (je ontvangt deze e-mail direct nadat je je hebt ingeschreven)
  2. Leren kennen van de bewoner (je ontvangt deze e-mail een week na nr. 1)
  3. Bijdragen aan leefplezier (je ontvangt deze e-mail een week na nr. 2)
  4. Delen van ervaringen (je ontvangt deze e-mail een week na nr. 3)
  5. Omgaan met dilemma’s (je ontvangt deze laatste e-mail een week na nr. 4)

Iedere editie, met een studiebelasting van circa 1 uur per week, bevat een:

  • kijkopdracht (een korte video van circa 1,5 minuut);
  • doe-opdracht (bijvoorbeeld je dagelijkse werkroutine onder de loep nemen of creatief foto’s maken);
  • bespreekopdracht (met collega, naaste, team) en
  • verwijzing naar verdiepende literatuur, video of podcast.

Voor wie?
Deze cursus is met name ontwikkeld voor zorgverleners en/of teammanagers in een verpleeghuis of zorgorganisatie, maar is ook geschikt als lesmateriaal. Lijkt het je leuk om deel te nemen? Vul dan het formulier onderaan deze pagina in. Je ontvangt direct na inschrijving de eerste editie, waarna de cursus na vijf weken automatisch stopt. Mocht je vragen hebben over de inhoud van de cursus, neem dan contact op met onderzoeker Charlotte van de Eijnde via e-mail.

De gratis minicursus ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ is gebaseerd op het Leefplezierplan voor de zorg en is ontwikkeld door Leyden Academy in samenwerking met het Jo Visser fonds.

Inschrijfformulier:


 


 


 


 


 

* veld is verplicht


Sociale Vraagstukken: ouderenzorg in internationaal perspectief

Sociale Vraagstukken: ouderenzorg in internationaal perspectief

Op 8 februari 2021 publiceerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de working paper ‘Houdbare ouderenzorg – Ervaringen en lessen uit andere landen’. Deze landenstudie, uitgevoerd door een team van onderzoekers van Leyden Academy, IQ healthcare Radboudumc en Erasmus School of Health Policy & Management, brengt in kaart wat we kunnen leren van de ervaringen uit Engeland, Denemarken, Duitsland en Japan om onze ouderenzorg toekomstbestendig te houden.

Rondgang langs vier landen
Tineke Abma, samen met Elena Bendien namens Leyden Academy betrokken bij het onderzoek, schreef op verzoek van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken het artikel ‘Hebben Engeland, Japan, Denemarken of Duitsland hun ouderenzorg beter georganiseerd?’. In dit artikel, dat vandaag is verschenen, maakt Abma een rondgang langs de vier onderzochte landen, met achtereenvolgens de Engelse focus op marktwerking, de Deense consistente visie op zorg thuis, het Japanse streven naar ‘re-familisering’ en de Duitse responsiviteit voor sentimenten uit de samenleving. En ten slotte de Hollandse zuinigheid.

Drie lessen voor Nederland
Uiteindelijk destilleert Abma uit deze rondgang drie lessen voor Nederland, met het voorbehoud dat zo’n taai vraagstuk zich niet zomaar laat oplossen: “Onze landenstudie biedt geen quick fixes. Wel laat onze studie zien dat alleen een langetermijnvisie, in een open dialoog met alle partijen besproken en ontwikkeld, voor een stabiel maatschappelijk draagvlak van het ouderenbeleid kan zorgen.”

Het artikel ‘Hebben Engeland, Japan, Denemarken of Duitsland hun ouderenzorg beter georganiseerd?’ is op 26 februari 2021 gepubliceerd op de website van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Het persbericht n.a.v. de WRR working paper vindt u hier.