Collectieve preventie in de wijk

Achttien wijkteams van thuiszorgorganisatie Buurtzorg onderzoeken hoe de wijkverpleegkundige/
verzorgende samen met bewoners aan collectieve preventie en gezondheidsbevordering kunnen doen in een wijk of buurt. Het doel van het onderzoek is om een methode voor collectieve preventie te ontwikkelen voor wijkverpleegkundigen en verzorgenden.

Samen aan de slag
Samen met de wijkteams en bewoners zijn we op zoek gegaan naar mogelijkheden hoe we een project kunnen opstarten en uitvoeren. Als eerste hebben de teams in hun wijk of buurt observaties verricht. Ze hebben foto’s gemaakt van hun wijk en van plekken die opvallend waren. Daarna zijn ze in gesprek gegaan met de wijkbewoners, sleutelfiguren  en de organisaties die in een wijk werken. Hoe vinden zij het in hun buurt? Wat valt hen op? Samen kiezen ze dan thema’s uit waarmee ze aan de slag willen. Thema’s die vaak worden genoemd zijn eenzaamheid en veiligheid. Vervolgens zetten ze gezamenlijk een project naar keuze op. Zo zijn er al diverse wandelgroepen gevormd, houden wijkverpleegkundigen/verzorgenden in een buurthuis een maandelijks inloopspreekuur of gaan ze bewegen en koffiedrinken met de wijkbewoners. Al deze ontmoetingen en gesprekken leiden tot vertrouwen in elkaar, waardoor wijkbewoners zich vrij voelen om vragen stellen over gezondheid en gezond gedrag. Het komende jaar willen we onderzoeken hoe teams hierin met elkaar samenwerken deze projecten een stevige basis in de wijk kunnen krijgen.

“Voor iedereen is dit pionieren omdat er geen kant-en-klare methode is waarop je dat doet.” – Mirjam de Leede, verpleegkundig specialist en onderzoeker

Preventie is ontmoeten
Preventie is mensen ontmoeten, is kijken wat er in een buurt of wijk nodig is maar ook bij mensen thuis kijken. “Ik heb een groep opgezet voor ontmoeting. Er was een mevrouw die aangaf dat ze steeds minder ziet en daardoor steeds minder uit huis komt. Ze zou eigenlijk wel veel meer dingen willen. En toen heb ik afgesproken om bij haar op bezoek te komen, heb ik een kopje koffie gedronken en als het ware bij haar gegluurd”, aldus een wijkverpleegkundige.

“Wij komen in de wijk veel chronisch zieken tegen. Omdat de kans op chronische ziekten flink te verminderen is door gezond te leven, zijn we op zoek gegaan naar hoe we dat in ons wijkwerk konden toepassen. En dat heeft resultaat.” – Ryan Op de Weegh en Brechtje Fleuren, wijkverpleegkundigen in Nijmegen Oost

Goed voorbeeld doet goed volgen
Dit project is ontleend aan het model van collectieve preventie uit Cuba. Het zorgbudget per inwoner is daar tien keer lager dan in de Verenigde Staten, en toch is er nauwelijks verschil in (gezonde) levensverwachting. Bij gebrek aan grote budgetten zetten de Cubanen vooral in op preventie. Met bijvoorbeeld círculos de abuelos, wat letterlijk ‘kring van opa’s en oma’s’ betekent en die per wijk georganiseerd zijn. In 12.000 van deze kringen komen in totaal 800.000 Cubaanse ouderen drie keer per week bij elkaar om te dansen en kletsen. Zeven Buurtzorg-teams zijn bij Cubaanse collega’s in de leer geweest en mede door het succes dat zij boeken, gaan nu achttien teams hiermee aan de slag.

Het project is in september 2021 van start gegaan en duurt vijf jaar. Leyden Academy onderzoekt en evalueert het project en levert ook een bijdrage aan de opleiding van de teams.

Neem voor meer informatie contact op met Mirjam de Leede.

Sociale verbondenheid van oudere migranten

In gesprek over eenzaamheid en het dagelijkse leven, samen dansen, zingen of knutselen: “Van alleen thuis zitten wordt je ziek”

Bepaalde groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, blijken minder betrokken bij de samenleving en voelen zich gemiddeld eenzamer dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Bekende risicofactoren zijn een lage gezondheids- en sociaaleconomische status, gebrek aan Nederlandse taalvaardigheden en een minder actieve sociale participatie. Daarentegen werken sociale steun en inbedding in de eigen gemeenschappen juist weer positief voor mensen met een migratieachtergrond. In de praktijk blijkt dat het loszien van (sociale) eenzaamheid van andere sociaal-maatschappelijke problemen onmogelijk is. Een positieve benadering hiervan is echter noodzakelijk. Naast het begrijpen van eenzaamheid richten we ons op het begrijpen van verbondenheid, om zo te kunnen achterhalen hoe we kunnen bijdragen aan het welbevinden van oudere migranten.

Samen tegen eenzaamheid
In dit project, dat mede mogelijk is gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn, zijn we samen met vrouwen van Arabische achtergrond in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht op zoek gegaan naar een geschikte interventie tegen eenzaamheid. Met de betrokken activiteitbegeleiders van onze partnerorganisaties Stichting Al-Amal en Stichting Dock, en de deelnemers zelf zijn in 2021 coronaproof activiteiten ontwikkeld. Denk aan picknicken, koken en foto’s maken in de buurt. Tijdens de activiteiten zijn onderwerpen als eenzaamheid, verbinding en samenzijn op een informele manier aan bod gekomen. Door middel van participerende observaties zijn we op zoek gegaan naar werkzame elementen en eventuele verandering in de gevoelens van eenzaamheid. Naast gevoelens van blijdschap en geluk, gaven de deelnemers aan dat nieuwe vriendschappen ontstonden, dat ze een luisterend oor vonden, nieuwe vaardigheden leerden en de weg ‘naar buiten’ vonden. De twee groepen continueren hun activiteiten en één van de groepen is zelfsturend. Dit project wijst uit dat samenkomen op een participatieve wijze verbinding creëert en een basis legt voor het versterken van sociaal kapitaal. Naar aanleiding van het participatief onderzoek en het uitdiepen van het proces van het verstreken van talenten van vrouwen met een migratieachtergrond ontwikkelden we samen met onze partners Stichting Al-Amal en Stichting Dock het vervolgproject ‘Het domino-effect’.

Het domino-effect
Het doel van het domino-effectproject is om vrouwen met een migratieachtergrond in de wijk Overvecht in Utrecht te helpen om zich als trainer te ontwikkelen en om groepen op te zetten en te begeleiden. Door middel van tien inhoudelijke bijeenkomsten en twee excursies (mede mogelijk gemaakt door Hofje Codde en Van Beresteyn) hebben zeventien vrouwen geleerd hoe ze deelnemers kunnen vinden en verbinden, reflecteerden ze op hun eigen achtergrond en spraken ze over intercultureel communiceren, netwerken in de buurt en weerstand. Na afloop van het project gaven de deelnemers het belang van geduld, begrip voor elkaar en doorzettingsvermogen aan. De zeventien nieuwe groepenbegeleiders groeien uit tot ambassadeurs van de wijk, die veerkrachtig zijn, die de talenten van vrouwen in een kwetsbare positie versterken en die bijdragen aan gemeenschapsvorming in de wijk. Met hun opgebouwde kennis, vaardigheden en sociale netwerken trekken zij potentiële deelnemers aan. Door dit train-de-vrijwilliger initiatief zijn negen groepen ontstaan die verbinding tussen vrouwen met een migratieachtergrond bevorderen.

“Als je geen geduld hebt, kan je niks volhouden” – deelnemer

Samen verder: Tegen eenzaamheid in co-creatie met migrantenouderen
Leyden Academy en Stichting RCOAK gebruiken de ervaringen die in Utrecht zijn opgedaan om ‘Samen tegen Eenzaamheid’ landelijk uit te rollen en op die manier meer mensen met een migratieachtergrond te bereiken en te verbinden met elkaar en hun omgeving. De verzamelde kennis en de succesvolle elementen zullen als basis dienen voor een handleiding ter ondersteuning van organisaties die zich richten op eenzaamheid onder migrantenouderen.

Dit project wordt in samenwerking met Stichting Al-Amal en Dock Utrecht naar aanleiding van eerder onderzoek van Leyden Academy (in samenwerking met Erasmus Universiteit Rotterdam en Xtra Welzijn) uitgevoerd. Het vervolgproject wordt ondersteund door Stichting RCOAK en Stichting Sluyterman van Loo.

Neem voor meer informatie over dit onderwerp contact op met Nina Conkova.

David van Bodegom: “Gezonder leven is maatwerk”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie gaat David van Bodegom in op het Nationale Preventieakkoord dat eind november is gesloten.

Gaat het pakket aan maatregelen zoals overeengekomen in het Nationale Preventieakkoord, Nederland gezonder maken?
“Het is zeker een goed begin. Laat ik voorop stellen dat ik geloof dat je mensen niets moet verbieden of gebieden, maar juist moet verleiden om gezonder te leven. Maak het aantrekkelijk om de trap te nemen en verstop de lift. Zorg voor gratis watertappunten in plaats van frisdrankautomaten. Verleiden is beter, maar onderzoek bewijst dat financiële prikkels zeker helpen. Een vettaks of hogere accijnzen op alcohol en tabak hebben absoluut effect. Met de maatregelen die nu zijn afgesproken, gaan we het roken een heel stuk terugdringen en veel gezondheid toevoegen aan de levens van mensen. Het mooiste is als we kunnen zorgen dat jonge mensen niet meer beginnen met roken. Voor het tegengaan van overgewicht zijn de maatregelen in het Preventieakkoord absoluut onvoldoende. Er is meer voor nodig om te zorgen dat we de epidemie van overgewicht een halt toeroepen. De helft van de mensen in Nederland heeft nu overgewicht en dat aandeel zal verder stijgen. Dit is een van de voornaamste redenen waarom meer dan een miljoen Nederlanders diabetes type 2 hebben. Dat is allemaal ziektelast die potentieel vermijdbaar is, diabetes type 2 is te voorkomen. De overheid heeft hiervoor krachtige en bewezen effectieve instrumenten, maar die worden nu nog onvoldoende ingezet.”

In je boek Ontpillen geef je veel leefstijladviezen en praktische tips om van ‘welvaartsziekten’ zoals diabetes type 2 af te komen. Wat kunnen mensen zelf doen?
“Ieder mens is uniek. Er is altijd maatwerk nodig. Sommige mensen zijn gebaat bij een leefstijlcoach die hen begeleidt bij het gezonder leven. Die zit sinds 1 januari in het basispakket, dat is hartstikke mooi. Maar bij de ene persoon met hoge bloeddruk helpt het enorm om van keukenzout over te schakelen op kaliumzout. Bij de ander heeft dit nauwelijks effect, maar blijkt een wandelingetje na het avondeten wonderen te doen. Met mijn boek wil ik mensen helpen om grip te krijgen op hun gezondheid door zelf te experimenteren en te meten welk effect bepaalde aanpassingen in leefstijl hebben. Wat voor hen het beste werkt, wat ze leuk vinden en vol kunnen houden. Ik heb in het afgelopen jaar veel lezingen over Ontpillen gegeven in het land en heel veel mensen gesproken die zelf met hun gezondheid aan de slag zijn gegaan. Mensen die met minder pillen beter slapen, minder last hebben van brandend maagzuur, gemakkelijker naar het toilet kunnen. En bij iedereen was de ‘gouden tip’ weer anders. Je moet dit vooral zelf ontdekken.”

Welke preventiemaatregel zou jij meteen doorvoeren, als je minister van Volksgezondheid zou zijn?
“Maak het voor mensen zo gemakkelijk mogelijk om gezonder te leven. Ik ben erg gecharmeerd van de Circulos de Abuelos in Cuba: 800.000 ouderen komen daar drie keer per week bij elkaar om te bewegen. Er zijn ook gespreksavonden waarin ze ervaringen uitwisselen en thema’s bespreken over het ouder worden. Het sociale aspect is heel belangrijk. We zien dit ook bij de Vitality Club, onze laagdrempelige beweegclub voor ouderen. Inmiddels komen in diverse wijken in Leiden, Den Haag en Oegstgeest elke doordeweekse ochtend ouderen samen om een uurtje te sporten. Hier komt geen professional aan te pas, de mensen coachen elkaar. Deelnemers komen voor de gezondheid, maar blijven komen vanwege de gezelligheid. Als elke wijk in Nederland zo’n beweegclub zou hebben, waar je de dag sportief kunt beginnen met je buurtgenoten, dan maak je het mensen wel heel makkelijk om van de bank af te komen. Daar zou ik me meteen hard voor maken.”

Frank Schalkwijk: “Samen sporten hou je langer vol”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt arts en onderzoeker Frank Schalkwijk over de Vitality Club, een peer coaching experiment waaraan onder meer De Telegraaf en NRC Handelsblad onlangs aandacht besteedden.

Foto Vitality Club Profburgwijk

Hoe kwamen jullie op het idee voor een Vitality Club?
“Volgens de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moeten volwassenen minstens 2,5 uur per week matig intensief bewegen. Dat lukt maar weinig Nederlanders en dat is jammer, want zeker als je ouder wordt is het echt belangrijk om in beweging te blijven. Hiermee kun je aandoeningen zoals hoge bloeddruk, suikerziekte, gewrichtsklachten en dementie uitstellen of zelfs voorkomen. We kwamen in het Gelderse Ulft een groep senioren op het spoor die al zeven jaar elke doordeweekse ochtend samen sporten, door weer en wind. Iemand uit de eigen groep bedenkt de oefeningen en ze stimuleren elkaar om te blijven komen. We hebben de deelnemers onderzocht en ze blijken zich fitter, gezonder en minder eenzaam te voelen. We besloten dit succesrecept ook in Leiden uit te proberen.”

En hoe bevalt dat tot dusver?
“Er draaien nu twee Vitality Clubs helemaal zelfstandig: in Leiden Noord en de Professoren- en Burgemeesterswijk komen elke ochtend groepen oudere wijkbewoners samen bewegen, onder leiding van een mede-sporter. De deelnemers ervaren het als een gezond en gezellig begin van de dag. We zijn onlangs een Vitality Club gestart in de Stevenshof, waarbij we willen onderzoeken of een verwijstraject van de huisarts en fysiotherapeut haalbaar is. De dokter geeft patiënten die door onvoldoende beweging risico lopen op ziekten of complicaties nu vaak alleen een advies om meer te bewegen. Dit advies heeft te weinig effect, omdat de meeste huisartsen hun patiënten geen concrete oplossing kunnen bieden om het bewegen vol te houden. We gaan onderzoeken of de Vitality Clubs dit gat kunnen opvullen. In eerder onderzoek hebben we immers al aangetoond dat deelnemers langdurig betrokken blijven bij Vitality Clubs. Bij specifieke klachten verwijst de dokter uiteraard nog steeds naar de fysiotherapeut, maar om de dagelijkse beweging bij patiënten te stimuleren kan de dokter nu ook naar deze laagdrempelige beweegclubs verwijzen.”

Waar komt jouw interesse in gezond verouderen vandaan?
“Tijdens mijn studie Geneeskunde werd ik per toeval ingedeeld bij het keuzevak ‘The Ageing Process’. Het leek me een stoffig vak, maar gaandeweg kwam ik erachter hoe razend interessant veroudering is, en hoe weinig we er als wetenschappers eigenlijk nog vanaf weten. Het vak werd destijds gegeven door professor Rudi Westendorp, en hij nodigde me uit om onderzoek te komen doen aan de Leyden Academy. Aanvankelijk richtte mijn onderzoek zich op de vraag hoe oud we als mensen kunnen worden. Dit is een interessante wetenschappelijke vraag die nog steeds niet beantwoord is, maar extreem oud worden is voor de meeste mensen geen doel op zich. Het gaat erom dat je oud kan worden zonder je oud te voelen. Daarom richt ik me met het huidige onderzoek op gezond verouderen, en hoop ik dat de Vitality Clubs hier een steentje aan kunnen bijdragen!”

Vitality Club

Vitality Club


Leyden Academy heeft de afgelopen jaren met succes het non-profit concept Vitality Clubs ontwikkeld en onderzocht. In deze laagdrempelige en zelforganiserende beweegclubs kunnen ouderen in hun eigen wijk elke doordeweekse dag tussen 09.00-10.00 uur samen in de buitenlucht bewegen. De beweegclubs werken op basis van peercoaching, dat wil zeggen dat iemand uit de groep de leiding tijdens de beweegsessie neemt. De clubs worden dus niet begeleid door betaalde professionals. De oefeningen van Vitality Club zijn gericht op kracht, uithoudingsvermogen, balans en cognitie, en zijn op ieders niveau uit te voeren. De eigen bijdrage is niets tot maximaal 1 euro per week, dat wordt gebruikt voor de aanschaf van sportmaterialen. U hoeft zich niet aan te melden, u kunt gewoon langskomen en meedoen! Kijk voor meer informatie over locaties en tijden op de website van de Vitality Club.

Positieve effecten
Ons onderzoek laat zien dat deelnemen aan een Vitality Club dagelijks bewegen duurzaam stimuleert en een positief effect op de fysieke en mentale gezondheid heeft. De clubs zorgen ervoor dat oudere wijkgenoten plezier hebben en gezonder en vitaler oud worden. Daarnaast hebben we gezien dat het samen bewegen het sociale netwerk in de wijk versterkt. Mensen helpen elkaar met klusjes in en rond het huis, gaan met elkaar eten en zelfs op vakantie, maar bieden ook de helpende hand bij ziekte, of begeleiden iemand naar het ziekenhuis, etc. Op deze wijze zorgt de Vitality Club voor een zorgzame wijk.

“Dagelijks bewegen is goed voor de gezondheid en geeft ritme en structuur aan mijn dag” - deelnemer aan een Vitality Club in Leiden

Een Vitality Club in elke wijk
Een club die succesvol gestart is, kan jarenlang zelfstandig blijven functioneren, groeit gestaag en kan lang blijven bestaan omdat deze niet afhankelijk is van de financiering, tijdsinvestering of organisatie door gezondheidsprofessionals. Ook blijkt dat het concept kopieerbaar is; op verschillende locaties werden nieuwe Vitality Clubs opgericht die blijven groeien. Er zijn op dit moment in Nederland ongeveer 70 clubs actief. Deze clubs trekken tussen de 20 en 80 deelnemers per locatie per keer. Gezien de potentie onderzoeken we de komende tijd wat er nodig is om in elke wijk in Nederland een Vitality Club mogelijk te maken.

“Voldoende beweging kan de mobiliteit, kwaliteit van leven en levensduur aanzienlijk verhogen. Met name voor 50-plussers is voldoende beweging essentieel, gezien het risico op leeftijdsgerelateerde aandoeningen zoals hoge bloeddruk, diabetes en gewrichtsklachten.” – onderzoeker Frank Schalkwijk

 

De wijkverpleegkundige als coördinator
We weten dat er gedurende de opstart van enkele maanden een aanzienlijke (tijds)investering nodig is om uiteindelijk te komen tot een zelforganiserende groep. Deze opstart moet worden gecoördineerd door iemand die kennis heeft van lokale actoren én bekend is met het principe van de Vitality Club. We onderzoeken wie geschikt is voor deze rol en bieden optimale ondersteuning bij het opzetten van een Vitality Club. Als eerste stap brengen we, met steun van Hofje Codde en Van Beresteyn, de kansen en uitdagingen in kaart om wijkverpleegkundigen in te zetten als coördinatoren van Vitality Clubs in hun wijk. Dat lijkt een veelbelovende manier om deze succesvolle beweegclubs in meer wijken in Nederland beschikbaar te maken. Zo heeft wijkverpleegkundige Els Schopman recent een aantal Vitality Clubs opgericht in haar werkgebied in het oosten van Nederland, vanuit haar overtuiging dat preventie meer aandacht moet krijgen binnen de wijkverpleging. Dat vindt ook het RIVM, die al in 2020 de Vitality Club als beweeginterventie heeft erkend. Samen met GGD Hollands Midden zijn we per 1 maart 2024 gestart met het project ‘Goed en gezond ouder worden in de wijk’.  Dankzij een subsidie kunnen we in de regio Zuid-Holland Noord nog eens 20 Vitality Clubs helpen oprichten.

Een korte geschiedenis van de Vitality Club
Het idee van de Vitality Club is ontstaan dankzij de FreeWheel Club in Ulft, een groep van zeventig ouderen die al sinds 2010 elke werkdag samenkomen om een uur te sporten en achteraf koffie te drinken. De club is opgezet door Herman Wielens die zijn leeftijdsgenoten wilde helpen om meer te gaan bewegen. Wetenschappers van Leyden Academy onderzochten deze sportmethode voor ouderen en concludeerden dat de dagelijkse beweging gunstig voor de algehele gezondheid is. Naast het verbeterde vitale aspect wordt namelijk ook het sociale aspect zeer gewaardeerd. Geïnspireerd door deze positieve bevindingen zijn door het hele land inmiddels zo'n 70 Vitality Clubs opgezet.

Neem voor meer informatie contact op met Frank Schalkwijk.