It takes a village to grow old

Sociale contacten en ontmoetingen in de buurt zijn van belang voor de mensen die er wonen. Veel mensen vinden het prettig om anderen in de openbare ruimte (niet thuis) te ontmoeten. Bijvoorbeeld voor het maken van een praatje of om elkaar iets te vragen. In het project ‘It takes a village to grow old’ proberen we met techniek (kunstmatige intelligentie) en kunstwerken het contact op straat te bevorderen.

Samen op ontdekkingsreis
Samen met de bewoners van de Vondel- en Helmersbuurt in Amsterdam is gekeken hoe de ontwikkeling van een plek ontmoetingen tussen mensen kan bevorderen. We hebben hierbij gekeken naar hoe kunstwerken in de wijk kunnen worden ingezet en naar de meerwaarde van kunstmatige intelligentie hierbij.

Om nabuurschap te ervaren, is het belangrijk om de mensen in de wijk te leren kennen. Dat kan door mensen regelmatig tegen te komen. Dit heet ‘publieke familiariteit’. De man uit de straat kom je ’s ochtends tegen als hij de hond uitlaat. De vrouw die vaak de eendjes voert, zie je tijdens een wandeling op het pleintje. Als je ze vaker ziet, herken je deze mensen als je buren. De plekken waar je andere mensen kan tegenkomen, zijn hiervoor belangrijk. Je moet je er fijn kunnen voelen. Kunst kan hierbij helpen. Het doel is om publieke familiariteit in de buurt te versterken. De weg om daar te komen, is nog niet bepaald. Doordat er burgerwetenschap wordt ingezet, kan de weg worden aangepast. Er zijn meerdere routes mogelijk, maar wat is een fijne weg?

Door de ogen van de bewoners
Door kunst kunnen verschillende generaties elkaar tegenkomen. Zo kan er verbinding ontstaan. Met muziek, geluiden of bewegende beelden, wordt kunst interactief. Daarbij kan interactieve kunst publieke familiariteit bevorderen. Hoe kan interactieve kunst in de wijk eruit zien? Samen met de bewoners gaan we op zoek naar het antwoord op die vraag, maar denk bijvoorbeeld aan:

  • Een interactief bankje nodigt je uit tot een ontmoeting. Kom je erbij zitten?
  • Mooie en inspirerende teksten kunnen met licht op verschillende plekken worden geprojecteerd.
  • Een route van interactieve kunst begeleid je door de buurt.
  • In een speeltuin voor senioren mag iedereen meedoen en spelen, of juist lekker toekijken.

Het buurtverhalenbankje
Uiteindelijk besloten de bewoners het idee van “het buurtverhalenbankje” te omarmen, een overdekt bankje dat uitnodigt om met elkaar een praatje aan te gaan en naar buurtverhalen te luisteren. Voor meer informatie over het eindresultaat kunt u terecht in de digitale versie van het Verhalenbankje. Hier vindt u meer informatie in beeld gebracht over hoe het bankje er uiteindelijk uitziet, welke rol AI heeft gekregen, waar het bankje is geplaatst en hoe het bankje wordt gebruikt.

Momenteel wordt er gewerkt aan een analyse en een artikel. We houden u op de hoogte. Benieuwd naar de start van het project? Lees hier het verslag!

Voor en door burgers
In It takes a village to grow old werken burgers verenigd in een burgerinitiatief, onderzoekers vanuit allerlei disciplines, architecten, experts op het gebied van artificiële intelligentie (AI), kunstenaars en cliëntenorganisaties samen aan innovatie om nabuurschap in de wijk te vergroten. Hoe dat in zijn werk gaat lees je in dit artikel in ICT&Health.

De looptijd van dit onderzoek was van 1 april 2022 tot en met 31 maart 2024, en werd mogelijk gemaakt door de ZonMw-call Citizen science 2021. Technische Universiteit Eindhoven is de penvoerder en Leyden Academy werkt mee in de uitvoering van het onderzoek in samenwerking met Stadsdorp VondelHelmersStichting Mantelzorg en DementieStichting WG KunstAlzheimer AmsterdamCliëntenbelang Amsterdam, West Ouder Wijzer, GoodGoodNotBad, Illi TV, Hogeschool van Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Huis van de Buurt de Klinker (Amstelring), het wijkteam en de Gemeente Amsterdam.

Verhalen van oudere migranten

Er bestaan in onze maatschappij veel vooroordelen over ouderen met een migratieachtergrond. Ten onrechte, want deze ‘groep’ is heel divers en omvat ouderen uit talloze landen van herkomst. En ook binnen groepen ouderen met een gedeelde herkomst zijn de onderlinge verschillen groot. Vaak blijft onderbelicht dat veel van deze ouderen een betekenisvolle maatschappelijke bijdrage leveren en veel veerkracht bezitten. In het project ‘Verhalen van oudere migranten’ willen we de beeldvorming van oudere migranten positief beïnvloeden aan de hand van een reeks persoonlijke portretten waarin de verscheidenheid en (veer)kracht van deze mensen tot uiting komt.

Media-analyse
We zijn gestart met een verkennend onderzoek naar de beeldvorming van ouderen met een migratieachtergrond in de media. We analyseerden de artikelen van de vijf grootste Nederlandse dagbladen in de periode 1991-2021. Hieruit komt een beperkt, eenzijdig en overwegend negatief beeld naar voren. Zo wordt bijna uitsluitend geschreven over ouderen met een Turkse, Marokkaanse of Surinaamse achtergrond en gaan veruit de meeste artikelen over onderwerpen die samenhangen met kwetsbaarheid zoals zorg, ziekte, armoede en taalachterstand. De bevindingen van de media-analyse zijn beknopt samengevat in deze infographic (augustus 2021).

“We worden als samenleving niet alleen ouder maar ook steeds diverser. Toch worden de verschillen in categorieën gevangen. Het is eigenlijk heel gek, want zorg is steeds meer persoonsgericht. Maar als het gaat over ouderen met een migratieachtergrond dan gaan we toch weer in hokjes denken.” Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie

Verhalenbundel en podcasts
We hebben de persoonlijke verhalen van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond opgehaald. Uit deze verhalen komt een divers beeld naar voren in levenslopen, levenservaringen en een verscheidenheid aan invulling aan het ouder worden in Nederland. De prachtige portretten, in beeld en tekst, zijn gebundeld in het inspiratieboek ‘Veerkracht uit liefde: verhalen van oudere migranten’. Een vijftal verhalen zijn ook opgenomen in de podcastserie ‘Mijn leven daar en hier’ in De Luistermap (zie de links hieronder). Ontmoet Paul uit de Verenigde Staten, Viktoria uit Roemenië, Müslüm uit Turkije, Lisa uit Indonesië en Guillaume uit Suriname. Zij gunnen ons een kijkje in hun wereld en achtergrond. Ervaar – en herken wellicht – hoe ze hun weg vinden, het goede waarderen en moeilijke momenten overwinnen.

 

  • Paul is 79 jaar geleden geboren in de Verenigde Staten. Sinds 1975 woont hij in Nederland. Zijn vrouw is op jonge leeftijd overleden en liet hem achter met twee jonge kinderen. Welke keuzes heeft hij gemaakt en hoe bepaalde dit zijn leven? Hoe is hij zijn depressie te boven gekomen en op welke manier draagt hij zijn steentje bij en blijft hij zichzelf prikkelen?
  • Viktoria is 73 jaar geleden geboren en getogen in Roemenië, waar ze gelukkig woonde tot haar man plotseling overleed. Haar leven stond op zijn kop. Viktoria moest ineens alleen voor haar kinderen zorgen en besloot om naar Nederland te emigreren. Wat heeft ze meegemaakt en hoe wist ze haar weg te vinden?
  • Müslüm woont sinds de jaren 90 in Nederland, spreekt de Nederlandse taal en is buurtteammedewerker. Hij is 55 jaar geleden geboren in Turkije, waar hij zich al lang onveilig voelde. Waarom kreeg Müslüm het gevoel dat hij weg moet gaan? Wat vindt hij belangrijk in zijn leven?
  • Lisa is 57 jaar geleden geboren in Indonesië, waar ze met haar familie woonde en gelukkig getrouwd was. Maar op een dag veranderde alles. Wat gebeurde er toen en hoe is Lisa in Nederland terechtgekomen? Waar vindt ze de kracht om moeilijke keuzes te maken en het beste van de situatie te maken?
  • Guillaume is 87 jaar geleden in Suriname geboren. In Nederland kennen mensen hem als een dichter. Was hij in Suriname gebleven dan had hij nooit een dichter geworden. Suriname heeft Guillaume heel weinig gebracht, hij woonde daar in armoede met geen zicht op verbetering. Wat heeft Guillaume meegemaakt en hoe heeft hij zijn lot weten te verbeteren?

Dit project wordt ondersteund door Jo Visser fonds en stichting Hofje Codde en Van Beresteyn.

Neem voor meer informatie contact op met Nina Conkova.

Cultuursensitieve zorg

Zorg voor ouderen met een migratieachtergrond in Amsterdam: Een toekomstperspectief
In Amsterdam stijgt het aantal senioren met zorgbehoeften snel. Een groot deel van die groei vindt plaats onder ouderen met een migratieachtergrond. Deze groep senioren wordt niet alleen ouder en de zorg intensiever, maar ook steeds diverser. Met deze ontwikkelingen komen belangrijke vragen: Hoe groot zal de zorgvraag in de nabije toekomst zijn en hoe kunnen we tegemoet komen aan de diverse zorgwensen en behoeften van ouderen met een migratieachtergrond?

Grote diversiteit
Op dit moment zijn er veel (cultuur)specifieke voorzieningen gericht op verschillende doelgroepen; denk bijvoorbeeld aan kleinschalig wonen voor senioren met een Surinaamse achtergrond of dagbestedingen voor senioren met een Turkse of Marokkaanse afkomst. Er zijn goede redenen (zoals taal en religie) die cultuurspecifieke zorg wenselijk maken. Uit onderzoek en gesprekken blijkt echter dat er allerlei knelpunten worden ervaren bij het voldoen aan verwachtingen, behoeften en wensen in deze cultuurspecifieke zorg. Bovendien zijn de wensen en behoeften van ouderen met een migrantenachtergrond net zo verschillend als die van ouderen die in Nederland zijn geboren. Ook binnen groepen uit hetzelfde herkomstland is er sprake van grote diversiteit, waarbij andere kenmerken (zoals opleiding en inkomen) een meer bepalende rol kunnen spelen.

Kwantitatief en kwalitatief onderzoek
We hebben de (toekomstige) zorgvraag onder Amsterdamse ouderen met een migratieachtergrond onderzocht aan de hand van registerdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Hieruit blijkt dat in de toekomst de vraag naar langdurige zorg zal toenemen. De sterkste toename wordt verwacht in de vraag naar langdurige zorg in een mix van persoonlijk budget, vol pakket thuis en modulair pakket thuis. Ook zijn we in gesprek gegaan met 66 personen met een migratieachtergrond over hun ideeën over zorg, nu en in de toekomst. Ze geven aan het belangrijk te vinden dat de kwaliteit van de zorg goed is, bijvoorbeeld als het gaat om zorg-technisch handelen, schoonmaak en hygiëne en het aanbod van (divers) eten. Daarbij vinden ze het essentieel dat de zorg persoonsgericht is en relationeel wordt uitgevoerd. Er moet rekening gehouden worden met taal en ruimte zijn voor religie. In de toekomst willen zij zo lang als mogelijk zelfstandig, onafhankelijk thuis wonen. Als dat niet meer gaat, zijn de wensen divers: variërend van (betaalde) informele zorg tot thuiszorg tot een verblijf in een verpleeghuis.

Klik hier voor de complete rapportage van het onderzoek ‘Zorgvraag onder (toekomstige) ouderen met een migratieachtergrond – Een Amsterdamse toekomstverkenning’ (december 2021). Ook is een onderzoekssamenvatting en een publiekssamenvatting beschikbaar.

Interventie en kennisverspreiding
Na het onderzoek zijn we aan de slag gegaan om handvaten in de praktijk te ontwikkelen. Duidelijk is dat cultuursensitieve zorg, waarbij er over en weer bewustwording is over eigen aannames, wensen en behoeften en hier open over gecommuniceerd wordt, belangrijk is. De aanknopingspunten richten zich op organisatieniveau, maar ook op de praktijk. Op organisatieniveau is er een bestuurlijk advies beschikbaar en adviseren we te komen tot een ervaringsnetwerk, juist omdat er al veel kennis en ervaring is, lees hiertoe het advies ervaringen die er toe doen. Daarnaast is er een Turks vertaalboekje ‘Elkaar begrijpen helpt’ en een handzame overzicht voor de praktijk met pictogrammen en veelgebruikte zinnen (her)ontwikkeld samen met medewerkers, bewoners en naasten. Ten slotte is een bestaande training van Pharos gebruikt om een bewustwordingstraining voor medewerkers te geven over cultuursensitieve palliatieve zorg. Klik hier om naar de pagina met de handleiding en materialen te gaan.  We hopen dat hiermee de zorgverlening beter zal aansluiten in situaties waarin culturele verschillen een rol spelen, en dat de zorgkwaliteit en tevredenheid zullen toenemen.

Dit project is een samenwerkingsverband tussen Amsta, Amstelring, Cordaan, gemeente Amsterdam en Leyden Academy. Wilt u meer weten over dit onderzoeksproject? Neem dan contact op met Jolanda Lindenberg.

 

Danielle Swart: “Meer vrijheid en zeggenschap over hoe je waardig oud wilt worden!”

Het Jo Visser fonds, voorheen Vereniging Het Zonnehuis, zet zich al bijna 100 jaar in voor waardige zorg voor kwetsbare oudere mensen die permanent afhankelijk zijn van intensieve zorg. Samen met partner Leyden Academy werkt het fonds aan het verbeteren van onderwijs voor (toekomstige) zorgprofessionals, het verbeteren van de beeldvorming van de ouderenzorg en het toepassen van wetenschappelijk onderzoek. Hoe doen ze dat? Aan het woord: Danielle Swart, manager van het Jo Visser fonds.

Waarden als solidariteit, zingeving en gemeenschapsvorming zijn leidend voor het Jo Visser fonds. Waar uit dat zich in?
“Deze waarden komen voort uit het gedachtegoed van oprichtster Jo Visser. Zij zorgde via een correspondentiekring voor geestelijke steun en organiseerde de eerste opleiding tot ziekenverzorgster. In 1921 richtte zij samen met lotgenoten van de Bond voor Zieken de vereniging Het Zonnehuis op, met als doel een eigen tehuis voor langdurig zieken. Uiteindelijk zijn dit zes Zonnehuizen geworden die konden worden opgezet dankzij collectes, donaties en de inzet van vele vrijwilligers in regionale afdelingen. Deze waarden zijn nog steeds actueel in de samenwerking met onze partner Leyden Academy. Via beter onderwijs en een positievere beeldvorming over (het werken in de) ouderen(zorg) kun je de kwaliteit van leven in de verpleeghuizen verbeteren. Ook het stimuleren van waardevolle ontmoetingen tussen generaties onder het motto ‘vaardig jong, waardig oud’ hieraan bij. Je kunt hierbij denken aan de regionale inspiratie- en kennisdagen Levensles met jonge en oudere rolmodellen, het initiatief HuidHonger waarbij dans en beweging leiden tot nieuwe vormen van communicatie, de serie Generaties over de grens waarin we voorbeelden verzamelden van hoe jong en oud samen wonen, leven en beleven, de Dementie verhalenbank waar jongeren verhalen ophalen bij mensen met dementie die nog thuis wonen, en ga zo maar door.”

Een ander mooi voorbeeld is ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’. Kun je daar wat meer over vertellen?
“Gelukkig is er in de ouderenzorg momenteel een omslag gaande naar meer persoonsgerichte zorg, met daarbij ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Met steun van het Jo Visser fonds is een videoreeks gemaakt met een gratis digitale leerlijn voor zorgmedewerkers. Op basis van de positieve feedback hierop is onlangs een mini doe-cursus* ontwikkeld met vijf wekelijkse e-mailnieuwsbrieven die zorg- en welzijnsmedewerkers inspiratie, verdieping en praktische handvatten bieden voor leefplezier en liefdevolle zorg. Onderwerpen als het leren kennen van de bewoner, het delen van ervaringen en het omgaan met dilemma’s zullen hierbij aan bod komen.”

Wat vind jij van de huidige beeldvorming over ouderen? En hoe zouden we het gemeenschappelijke beeld positiever kunnen kleuren?
“Ik denk dat elke levensfase een eigen beeld heeft over ouder worden. Jongeren kunnen niet wachten tot ze oud genoeg zijn om zelfstandig keuzes te kunnen maken. Terwijl ouderen steeds meer los moeten laten en afhankelijk worden van anderen. De huidige generatie ouderen kan terugkijken op een economisch welvarende maatschappij die zij zelf mede hebben opgebouwd. Alleen is het lastig om hier op hoge leeftijd nog een zichtbare rol te spelen. Onze verzorgingsstaat is zodanig ingericht, dat ouderen niet meer echt nodig zijn na hun werkzame leven. Alhoewel, als je kijkt hoeveel opa’s en oma’s als opvang voor hun kleinkinderen fungeren!”

Sinds 2012 reiken jullie jaarlijks de Jo Visser award uit aan iemand die het gedachtegoed van Jo Visser belichaamt. Deze persoon is dan een jaar lang ambassadeur voor Waardige zorg en krijgt een geldprijs om een project verder te helpen. Aan wat voor soort projecten moeten we dan denken?
“De ambassadeurs en voorbeeldprojecten van de afgelopen jaren komen uit de wetenschap en het onderwijs, maar ook uit de kunst- en welzijnssector. Allemaal inspirerende voorbeelden die laten zien hoe jong en oud samen waardig oud kunnen worden. Zo werd de Jo Visser award 2019 uitgereikt aan Machteld van der Meij, programmaleider bij de Gruitpoort, voor het project Jonge Rotten. Jonge Rotten brengt werelden bij elkaar zodat mensen van verschillende generaties van elkaar kunnen leren en wat voor elkaar kunnen betekenen. Een mooi voorbeeld zijn de Slowdates, waarbij mensen met elkaar in gesprek gaan. De opzet van de bijeenkomsten is informeel, biedt ruimte voor creatieve invullingen, heeft diepgang waar nodig en luchtigheid waar gewenst. Op 23 november a.s. reiken we de Jo Visser award 2020 uit. Ken je een bijzonder initiatief dat jong en oud verbindt? Laat het mij vooral weten.

Een laatste, wat meer persoonlijke vraag. Als je zelf je ‘oude dag’ mag invullen, hoe zou die eruit zien?
“Ik hoor bij de generatie X, die is opgegroeid in een tijdvak waarin sprake was van economisch verval en jeugdwerkeloosheid. Kenmerkend voor deze generatie is de praktische insteek, zelfredzaamheid en no-nonsens mentaliteit. Door een goede opleiding heb ik een fulltime baan die zorgt voor financiële zelfstandigheid. Door mijn pensioen spaar ik voor mijn ‘oude dag’ en kan ik nadenken of ik straks wil doorwerken of minder wil werken met meer aandacht voor mijn vrijwilligerswerk. Mijn man en ik hebben geen kinderen, dus wij denken nu al na over onze toekomstige woonwensen. Graag in de buurt van ons sociale netwerk en wie weet met gelijkgestemden in een gezamenlijke woonvorm. Wel met een tuin of iets met dieren! Meer klantgerichtheid in de zorg zou ik erg waarderen. Maar ook tijdig het gesprek aangaan over hoe je laatste levensfase eruit ziet en dat je hier zelf een stem in hebt. Ik hoop dat toekomstige generaties zorgprofessionals hierin beter worden opgeleid. Meer individuele vrijheid en zeggenschap over hoe je waardig oud wilt worden!”

*De gratis mini doe-cursus is op 7 oktober jl. van start gegaan. Maar natuurlijk kunt u zich nog steeds aanmelden!

Jolanda Lindenberg: Voorbij het hokjesdenken over ouderen

“De eerste strenge maatregelen om het coronavirus in te dammen, werden aangekondigd in een sfeer van solidariteit: bescherm de zorgverleners, bescherm de ouderen. In het publieke debat klonk al snel, en stond soms zelfs letterlijk op straat en op spandoeken geschreven: blijf binnen, zodat we onze ouderen beschermen. Vele tekenen van (intergenerationele) solidariteit volgden. Prachtige initiatieven om ‘eenzame’ ouderen te bellen, sympathieke acties om ‘kwetsbare’ ouderen te helpen bij boodschappen.

Toch werd het dringende advies om vooral binnen te blijven niet door iedere senior braaf opgevolgd. Ik observeerde hoe een oudere heer in de winkel werd aangesproken door de winkelier: “Wat doet u nog hier? We bezorgen toch ook bij u thuis?” De man haalde zijn schouders op, glimlachte en zei niks. Hij voelde zich duidelijk niet geroepen om verantwoording af te leggen. Toen ook een klant hem erop aansprak, zei hij: “Ik ben 82. Deze dagelijkse gang geeft mij plezier in het leven en dat ik dan een dag korter of langer leef, is aan mij. Ik zal me niet laten opnemen en jullie op kosten jagen.” Een schok ging door de winkel. Nadat hij de zaak verliet, zei de klant met een blik van verstandhouding tegen mij: “Nou dan moet hij het zelf maar weten, dan gaat hij maar dood.”

Ook andere senioren krijgen hiermee te maken. Jeltje, ook 82 jaar oud, beschrijft het als volgt: “Als ik in een supermarkt of bouwmarkt kom, bemerk ik toch veel verbazing dat ik daar überhaupt kom. Veel mensen in mijn omgeving raden het ook af of spreken mij er op aan. Dat vind ik vreselijk. Ze ontnemen je toch een beetje het leven.” Deze senioren zijn niet de enigen, zo blijkt ook uit ons onderzoek naar de ervaringen van senioren in coronatijd. Voor anderen is het blijkbaar moeilijk om te begrijpen waarom senioren tegen de adviezen in toch de straat opgaan en daarmee, zo lijken de reacties te zeggen, al onze moeite om hen niet te besmetten teniet doen.

Het ging over hun veiligheid en het vermijden van risico. Ook tijdens corona kiest de maatschappij voor hen dat het leven op zich nu voorop staat. Logisch in een gezondheidscrisis zoals deze. Maar wat als we nu in gesprek zouden gaan met senioren? Wat als we hen vragen wat hun afwegingen zijn en proberen ons in te leven in hun handelen? Zouden we dan wellicht nader tot elkaar kunnen komen? En kunnen begrijpen waarom de ene oudere liever thuis blijft, terwijl de andere toch de straat op gaat?

In de media doken verhalen op van ‘eigenwijze’ senioren, die niet wilden luisteren naar hun (klein)kinderen. En zo waren senioren enerzijds “kwetsbaar en eenzaam” en anderzijds “eigenwijs en ondankbaar”. Het weerspiegelde mijn bevindingen uit eerdere literatuur- en mediastudies naar hoe ouderen in onze samenleving worden gezien: de archetypes van de ‘zorgbehoevende’ oudere versus de ‘Zwitserleven’-oudere. Die laatste duidelijk verwant aan de stereotyperende benadering van ‘de’ babyboomer, die al eerder in het publieke debat opdook. Deze crisis vergroot alles uit, ook het zwart-wit denken dat aan deze framing ten grondslag ligt. Zoals Karin (80) ons vertelde: “Mij valt op dat ‘ouderen’ en ‘kwetsbaarheid’ bijna synoniem zijn aan elkaar. Per definitie is elke oudere ineens kwetsbaar!”

Deze beeldvorming doet geen recht aan de verscheidenheid onder ouderen, die minstens zo groot is als onder andere leeftijdsgroepen. Dit soort stereotiepe beelden ontnemen ouderen hun eigenheid en beperken hun keuzevrijheid. Ook in tijden van corona. Het laat ook weinig ruimte om het iets minder goed te doen. En corona discrimineert: mensen die het al zwaar hadden, hebben het nu extra zwaar. Omdat ze kleiner wonen, zelf gezondheidsproblemen hebben of voor anderen moeten zorgen, omdat ze niet weten hoe ze online boodschappen moeten doen, of simpelweg de informatie niet goed kunnen lezen. Die geluiden horen we nauwelijks, omdat mensen niet graag toegeven dat ze niet aan de norm voldoen. Een ideaalplaatje dat is geworteld in een neoliberaal mensbeeld, waarin succes maakbaar is en waarden als onafhankelijkheid en zelfredzaamheid hoog in het vaandel staan.

Je ziet dit ook terug in de mooie burenhulp-acties, veelal gericht op ‘eenzame, kwetsbare ouderen’. Opvallend: heel veel aanbod, weinig vraag. Het was zoeken naar rode bordjes achter de ramen. Dat lijkt ondankbaar, net als de ‘eigenwijze’ heer in de winkel. Maar ook in deze tijd geldt wat ook vóór corona al bepalend was: niemand is graag ‘kwetsbaar’ of ‘afhankelijk’ en de drempel in onze maatschappij om hulp te vragen is hoog. Onafhankelijkheid, zelfstandigheid, zelfredzaamheid… Het neoliberale discours maakt het niet gemakkelijk om het iets minder goed te doen. Niet alleen voor ouderen, maar ook voor andere leeftijden.

Het mooie aan alle corona-initiatieven is wel dat ze de bereidheid tonen om nader tot elkaar te komen en iets voor elkaar over te hebben. Laten we die bijzondere solidariteit benutten om ons nog meer in elkaar te verdiepen, beter te luisteren en niet te snel te oordelen. Om voorbij het zwart-wit denken te gaan, met ruimte voor alle mogelijke grijstinten. Laten we de uitvergroting van ongelijkheden maar ook die van verbondenheid in deze crisis aangrijpen om te zorgen dat we ook na deze crisis er iets mooiers van maken. Die bereidheid is er nu. We zien allemaal hoe belangrijk ‘samen’ is, niet alleen voor ouderen, ook voor jongeren. Hoe we allemaal het samenzijn en die echte knuffel missen. Hoe we allemaal op elkaar moeten bouwen om deze crisis het hoofd te bieden.

Mogen een oudere heer en een oudere dame dan de straat op om een dagelijks praatje te maken? Om zich vrij te voelen? Om er net als andere leeftijdsgroepen af en toe op uit gaan? Wellicht maakt dat het leven wezenlijk? Laten we die gedachte vasthouden en in verbondenheid met openheid voor elkaars gedachten en overwegingen tijdens en na de crisis verdergaan. Als we iets kunnen meenemen uit deze tijd, dan is het dat we elkaar hernieuwd waarderen en zien, onafhankelijk van leeftijd, beroep, inkomen of achtergrond. Dat samen het leven waarde geeft.”

dr. Jolanda Lindenberg is senior onderzoeker bij Leyden Academy en leidt de activiteiten binnen het speerpunt Verbonden. Deze tekst maakt onderdeel uit van ons manifest Ouderen en corona – vier lessen en kansen uit mei 2020.

Kwalitatief onderzoek ouderen en corona

Kwalitatief onderzoek ouderen en corona

De uitbraak van het coronavirus en de maatregelen die worden getroffen om de verspreiding te beperken, raken ook (zo niet vooral) ouderen. Ondanks dat er regelmatig over ouderen wordt gesproken in de media, zijn ouderen zelf nog relatief weinig aan het woord. Ouderen worden beschreven als ‘kwetsbaar’, ‘eigenwijs’ of ‘eenzaam’. Maar hoe ervaren zij deze tijd eigenlijk zelf? Om dit te onderzoeken, hielden we in maart-april en oktober 2020 diepte-interviews met ouderen over de impact van de coronamaatregelen op hun leven, hun sociale contacten en vitaliteit. In het eerste onderzoek in het voorjaar zijn 59 senioren geïnterviewd, waarbij we hebben gestreefd naar een zo divers mogelijke afspiegeling qua leeftijd en achtergrond. In het vervolgonderzoek in oktober, aan het begin van de tweede coronagolf, zijn 15 deelnemers opnieuw geïnterviewd. Ten slotte hebben we een media-analyse uitgevoerd om te onderzoeken hoe er in de eerste coronagolf over ouderen is geschreven en hoe dit de beeldvorming heeft beïnvloed.

Ouderen in de eerste coronagolf (maart-april 2020)
Op 18 juni 2020 hebben we de uitkomsten van dit kwalitatieve onderzoek gedeeld via een persbericht op basis waarvan De Telegraaf op 27 juni het artikel ‘Aan ouderen wordt niets gevraagd’ publiceerde. De resultaten zijn ook toegankelijk gemaakt in een uitgebreide publiekssamenvatting en een korte animatievideo. Bekijk ook de toelichting van dr. Jolanda Lindenberg op het onderzoek in de webinar ‘Beleving ouderen in corona’ op 29 juni 2020 of beluister het interview met onderzoeker Miriam Verhage in de podcast Wijzijnnico. De onderzoekers schreven in augustus 2020 de blog It takes two to tango voor The Association for Anthropology and Gerontology, and the Life Course (AAGE). De uitkomsten zijn ten slotte verwerkt in het artikel Coping of Older Adults in Times of Covid-19: Considerations of Temporality Among Dutch Older Adults dat in januari 2021 verscheen in wetenschappelijk tijdschrift Journals of Gerontology Series B: Social Sciences.

Ouderen in de tweede coronagolf (oktober 2020)
Aan het begin van de tweede coronagolf hebben we 15 deelnemers aan het eerste onderzoek opnieuw geïnterviewd. We stelden vast dat sommige ouderen erin slaagden om een nieuwe balans te vinden tussen aanvaardbare risico’s nemen en betekenisvolle activiteiten hervatten, maar dat anderen zich juist verder afzonderden. De grootste verandering die de onderzoekers zagen tussen de eerste en tweede coronagolf, is de afnemende solidariteit in de samenleving die de ouderen zorgen baart. Op 25 maart 2021 deelden we de uitkomsten van dit vervolgonderzoek in een persbericht en hebben we de uitkomsten beschreven in een publiekssamenvatting. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bracht in kaart hoe het gaat met thuiswonende ouderen, waarbij onder meer gebruik is gemaakt van ons kwalitatieve onderzoek. Op de website van het RIVM vindt u de eerste (februari 2021) en tweede rapportage (juni 2021).

Media-analyse ouderen in coronatijd
Hoe is er over ouderen geschreven in de media tijdens de coronacrisis? En hoe heeft deze berichtgeving de beeldvorming van ouderen beïnvloed? We analyseerden 1.145 artikelen uit de periode januari-juni 2020 (van de eerste berichten over corona tot en met de nasleep van de ‘intelligente lockdown’) uit de vijf meest gelezen landelijke dagbladen. Door middel van een uitgebreide media-analyse willen we bijdragen aan de kennis over de beeldvorming van ouderen in coronatijd en belichten we kwesties van kwetsbaarheid en (intergenerationele) solidariteit door het sentiment en de stereotypen rond ouderen te onderzoeken.

Bekijk ook de Zembla-uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ van 20 mei 2021, waarin diverse ouderen aan het woord komen over hun ervaringen in coronatijd en de beeldvorming in de media.

Meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Sociale inclusie ouderen met een lagere SES

In Nederland is het verschil in gezonde levensverwachting tussen iemand met een lagere en hogere sociaaleconomische status (SES) inkomen meer dan 17 jaar. Een enorm verschil voor een welvarend land. Dit heeft een veelheid aan oorzaken. Zo hebben ouderen met een lagere SES vaak minder bronnen om gezond te leven en als het moeilijk wordt, zoals in tijden van energie of klimaatcrisis, zijn zij vaak slechter af. Sommigen hebben te maken met een opeenstapeling van kwetsbare omstandigheden, zoals minder inkomen, minder goede basisvaardigheden (zoals laaggeletterdheid) en minder toegang tot gezondheidskennis en gezonde mogelijkheden. Hoe maken we het verschil voor en met ouderen met een lagere SES?

Laaggeletterdheid onder ouderen
Een belangrijke uitdaging ligt in een grote groep mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen: zij zijn ‘laaggeletterd’. Daarnaast hebben zij vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Van deze groep zijn naar schatting meer dan 700.000 mensen ouder dan 65 jaar.

Ervaring van het ouder worden
Hoe ervaren mensen die laaggeletterd zijn het ouder worden? Wat vinden zij belangrijk, hoe zien zij de toekomst? En hoe kunnen we hen ondersteunen bij het kenbaar maken van en invulling geven aan deze wensen en ambities? Daartoe hebben we groepsgesprekken georganiseerd, om beter te begrijpen wat goed ouder worden voor deze mensen betekent. Vervolgens hebben we samen met hen een gespreksinstrument ontwikkeld, gebaseerd op de Life and Vitality Assessment. We werken hierin samen met Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Stichting ABC. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Hofje Codde en Van Beresteyn.

“Ondanks dat alle aandacht fijn is, voel ik me soms als een aap die steeds dezelfde truc doet. Ik kan mijn verhaal vertellen, maar er wordt niets mee gedaan. Ik heb mijn problemen op verschillende momenten gedeeld met instellingen en mensen, maar ik heb niet het gevoel dat ze er daadwerkelijk iets aan doen. Uiteindelijk loop ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.” – man (74)

Gespreksinstrument in beeld
Het Life and Vitality Assesment (LAVA) is een gespreksinstrument dat Leyden Academy samen met ouderen heeft ontwikkeld. Ouderen kunnen hiermee inzicht krijgen in thema’s die voor hen van belang zijn en kunnen ze doelen stellen. De originele versie van het instrument bleek niet voor alle doelgroepen toegankelijk. Om het instrument ook voor ouderen met minder goede basisvaardigheden beschikbaar te maken, hebben wij dit samen met ouderen met laaggeletterdheid doorontwikkeld. Gedurende een aantal interactieve bijeenkomsten zijn de ouderen samen met een grafisch ontwerper aan de slag gegaan om thema’s met betrekking tot het ouder worden in beeld weer te geven. De thema’s kwamen voort uit eerdere groepsgesprekken. Tijdens de bijeenkomsten is er volop gebrainstormd over een goede visuele vormgeving van het instrument en zijn alle stappen en onderdelen van de tool uitgebreid besproken en uitgetest. De grafisch ontwerper heeft alle input en ideeën uit de bijeenkomsten omgezet in 30 thematische tekeningen, waarna deze zijn getest door de deelnemers. Het eindresultaat is een visueel instrument waarmee ook ouderen met minder goede basisvaardigheden in gesprek kunnen gaan over hun (kwaliteit van) leven. Naast de visuele weergave van de thema’s is ook gekozen om de thema’s in begrijpelijke taal (B1-niveau) te vermelden.

“Dit is iets wat ik niet eerder heb gedaan; ik vond het leuk om deel uit te maken van het hele proces. We hebben dit samen gemaakt, weet je! Dat is best geweldig!” – man (67)

Co-creatie met ouderen met minder goede basisvaardigheden
Op basis van onze ervaringen tijdens het co-creatie proces met ouderen met laaggeletterdheid schreven wij een wetenschappelijke publicatie in het International Journal of Qualitative Methods. In dit artikel getiteld The promise of inclusive research methodologies: relational design and praxis, gaan we in op een aantal uitdagingen, randvoorwaarden en implicaties van het doen van onderzoek met ouderen met een lagere SES (zoals laaggeletterdheid). Onderzoek laat zien dat (oudere) mensen met een lagere SES vaak worden overgeslagen in onderzoek en beleidsontwikkeling. Het is lastig om deze groepen te betrekken en vast te houden vanwege problemen met wervingsstrategieën en ingewikkeld taalgebruik. Ouderen met een lagere SES voelen zich vaak niet goed vertegenwoordigd in onderzoek doordat ze veelal worden bestempeld als kwetsbaar, en zijn daarnaast terughoudend om mee te doen door negatieve ervaringen met (overheid)instanties. In het artikel pleiten we voor een inclusieve benadering door de nadruk te leggen op de kracht van ouderen met een lagere SES in plaats van hun beperkingen, flexibiliteit van methoden, goede begeleiding, laagdrempelig taalgebruik en een tastbaar eindresultaat (zoals het LAVA).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.

Benaderen van ouderen en intergenerationele steun

In het onderzoek naar intergenerationele zorg besteedt Jolanda Lindenberg aandacht aan de paradoxale eisen in het publieke debat en de verwachtingen van ouderen zelf over de zorg voor ouderen. Vanuit een linguïstisch-antropologische invalshoek heeft zij veldonderzoek gedaan in een verzorgingshuis en een buurthuis in Amsterdam waarbij ze de zorgvragen, de zorgverlening, het zorgnetwerk van ouderen, hun sociale positie en identiteit in kaart brengt. Vragen als ‘Wat verstaan ouderen onder zorg?’, ‘Hoe vragen ouderen om steun en zorg?’ en ‘Bij wie doen ze dit dan het liefst?’ staan centraal. De antwoorden zullen duiding geven aan de conceptualisering van ouder worden, zorg, zorgvragen en intergenerationele steun.

Uit Jolanda’s onderzoek komen artikelen voort en is een wetenschappelijk boek in voorbereiding met als werktitel ‘The Language of Ageing’. Hierin gaat zij in op het taalgebruik rondom ouderen en hoe dit van invloed is op hun sociale identiteit, hoe zij zich positioneren ten opzichte van anderen en hoe zij hulp en steun vragen en aanbieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Intergenerationeel wonen

Uit ons eerder onderzoek blijkt; diepgaand contact waarbij je elkaar als persoon leert kennen helpt om negatieve beeldvorming te doorbreken. Samenwonen lijkt daarmee een belangrijke manier te zijn om vooroordelen en stereotypen te doorbreken.

Bij Woongemeenschap Eikpunt in Lent voeren we een kwalitatief, etnografisch onderzoek uit naar beeldvorming van en over ouderen in de context van intergenerationeel wonen. Eikpunt is een woongemeenschap met bijna 100 bewoners, opgezet als een wijkje met zelfstandige huur- en koopwoningen, een kleine woongroep en gemeenschappelijke binnen- en buitenruimtes. Het samenleven in de woongemeenschap rust op de pijlers duurzaamheid, stilte, gemeenschapszin en meergeneratiewonen. De bewoners van Eikpunt streven bewust een leeftijdsbalans na waarbij alle leeftijden vertegenwoordigd zijn, zodat personen van verschillende generaties een bijdrage aan de woongemeenschap kunnen leveren en elkaar zorg, steun en inspiratie bieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Belia Schuurman.

Digitale vaardigheden van senioren met een Marokkaanse achtergrond

In 2019 hebben we Connect@Health georganiseerd. Dit project richt zich op het verbeteren van de online gezondheidsvaardigheden (eHealth) van Marokkaanse senioren. Om dit te bereiken is een innovatieve digitale leermethode ontwikkeld, gebaseerd op een eerdere trainingsmethode ontwikkeld door de Polytechnische Universiteit Madrid.

Achtergrond
Net als voor bank- of overheidszaken, moeten we steeds vaker het internet op als het gaat om onze gezondheid. Deze eHealth-toepassingen – zoals het online maken van een afspraak, apps die je conditie bijhouden of chatgesprekken met je huisarts – zijn mooie ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Helaas kan niet iedereen hiervan profiteren. Zo zijn veel online toepassingen of digitale trainingen moeilijk te volgen voor mensen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden of een taalbarrière. Uit onderzoek is gebleken dat senioren met een migratieachtergrond vaak achterblijven op de huidige digitale ontwikkelingen omdat ze kampen met een combinatie van bovengenoemde factoren (Milard et al. 2018).

Het onderzoek
Gezien het toenemende aantal ouderen met een Marokkaanse achtergrond (Fokkema en Conkova 2018) en hun vaak lagere sociaaleconomische positie en gezondheidssituatie (Schellingerhout 2004) ontwikkelden we voor én met senioren met een migratieachtergrond een geschikte computertraining. Hiervoor werkt Leyden Academy samen met Attifa, een zorgorganisatie voor oudere migranten in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht. De deelnemers aan het onderzoek (zowel mannen als vrouwen) waren allemaal bezoekers van de dagbesteding van Attifa en ouder dan 55 jaar. Eerst achterhaalden we in focusgroepen de huidige kennis en leerwensen van de senioren te inventariseren. Op basis hiervan ontwikkelden we een computertraining. De computertraining die tijdens dit project is ingezet, maakt gebruik van een geïndividualiseerde aanpak (de deelnemers volgen hun eigen snelheid en schema), zelf bestuurbaar audiovisueel materiaal en inhoud op basis van de behoeften en voorkeuren van de deelnemers. Hierbij wordt rekening gehouden met culturele aspecten, taal- en beeldgebruik en moeilijkheidsgraad. Ten slotte hielden we interviews om de training en opgedane vaardigheden te evalueren. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers het prettig vinden om op individueel tempo samen te leren. Met name de meer geletterde deelnemers hadden profijt van de training. Het Marokkaans Arabisch bleek achteraf niet de voorkeurstaal voor deze training. Liever hadden de vrouwen de training in het Nederlands gevolgd zodat ze ook Nederlands hadden kunnen leren.

Connect@Health wordt uitgevoerd in samenwerking met de Polytechnic Universiteit van Madrid, SERMAS en E-Seniors, en werd gefinancierd door EIT Health.

Lees ook de blog Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen van Nina Conkova op de website van de Koepel Adviesraden Sociaal Domein (september 2020).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.