Woonplezier in Cobouw

Woonplezier in Cobouw

Iedereen die bouwt en ontwikkelt voor oudere mensen zal streven naar een woonomgeving waarin zij zich veilig en comfortabel voelen. Maar woonplezier zit voor zelfstandig wonende ouderen ook in heel andere factoren, zo blijkt uit recent onderzoek van Leyden Academy. Zo dragen ook gevoelens als vrijheid, verbinding, genieten, thuisgevoel en ontspanning hieraan bij. Bovendien levert naast de gebouwde omgeving ook de sociale omgeving zoals visite, burencontact en gezamenlijke activiteiten een belangrijke bijdrage aan woonplezier.

Zorgen voor een prettige woonomgeving voor ouderen vraagt dus om een bredere blik en om open gesprekken met de beoogde bewoners. Om projectontwikkelaars, ontwerpers en beleidsbepalers hiervan te doordringen, schreef senior onderzoeker Anne Annink van Leyden Academy een opinieartikel in toonaangevend vakblad Cobouw.

U leest het artikel op de website van Cobouw. Meer informatie over woonplezier vindt u hier.

IMISCOE-congres ‘Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten’

IMISCOE-congres ‘Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten’

Vandaag vond bij Leyden Academy in het Poortgebouw in Leiden het drukbezochte congres over de zorg voor en het sociale welbevinden van oudere migranten plaats.

In Nederland neemt het aantal ouderen met een migratieachtergrond snel toe. Vanwege culturele, sociaaleconomische en demografische verschillen hebben zij andere zorgvragen, alsook specifieke behoeften aan nieuwe welzijnsinterventies en -voorzieningen, vergeleken met ouderen zonder een migratieachtergrond. Tot nu toe houden wetenschap en praktijk zich hier elk afzonderlijk mee bezig, waardoor vragen als ‘wat kunnen we van elkaar leren?’ en ‘hoe kunnen we samen werken aan een betere oude dag voor ouderen migranten?’ onbeantwoord zijn gebleven.

Het doel van dit congres was om wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaringen rondom de zorg voor en het sociaal welbevinden van oudere migranten dichter bij elkaar te brengen.

Tijdens de ochtendsessie kwam de complexe relatie tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning aan bod, die worden aangeboden op lokaal niveau (in woonzorgcentra, wijken en bij mensen thuis). Nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor langdurige zorg voor ouderen, ontstaan er nieuwe combinaties van professionele zorg, vrijwilligerswerk, informele hulp en mantelzorg. Op basis van recent onderzoek uit Nederland en Zwitserland werd in kaart gebracht wat de gevolgen van deze ontwikkeling zijn voor oudere migranten, reguliere en gespecialiseerde zorgaanbieders en beleidsmakers.

In de middagsessie stonden verschillende aspecten van het sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland centraal. Hoewel sociaal welbevinden een belangrijke dimensie is van kwaliteit van leven, krijgen thema’s als gezondheid, kwaliteit van zorg en toeleiding naar zorg meer de aandacht. De sessie onderzocht welke aspecten van welbevinden onderwerp zijn van lopend wetenschappelijk onderzoek en discussie in de praktijk. In het bijzonder werden de volgende drie thema’s uitgelicht: eenzaamheid, sociale participatie en transnationale relaties.

Dit congres werd mede mogelijk gemaakt door Roos Pijpers (Radboud Universiteit Nijmegen), Eva Soom Ammann (Hogeschool Bern, Zwitserland), Tineke Fokkema (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam) en Nina Conkova (Leyden Academy on Vitality and Ageing).

WHO richtlijnen voor de gezondheid van oudere migranten en vluchtelingen

WHO richtlijnen voor de gezondheid van oudere migranten en vluchtelingen

In november 2018 is de Technical guidance Health of older refugees and migrants uitgebracht door de World Health Organization (WHO) Regional Office for Europe. Deze richtijnen hebben als doel de beleidsontwikkeling en praktijk te ondersteunen gericht op de verbetering van de gezondheid en het welbevinden van oudere vluchtelingen en migranten in Europa. Veroudering en migratie zijn op zichzelf complexe, veelzijdige processen die worden beïnvloed door een scala aan factoren op micro-, meso- en macroniveau gedurende de levensloop van een individu. Inspelen op de behoeften van oudere vluchtelingen en migranten moet dan ook worden ingebed in alle facetten van het beleid en de werkwijzen gericht op oudere mensen. Auteur van het rapport is Maria Kristiansen, associate professor bij het Center for Healthy Aging en de afdeling Public Health van de Universiteit van Kopenhagen.

Gesprekstool voor oudere migranten
Het WHO-rapport met richtlijnen bevat ook enkele ‘veelbelovend voorbeelden’, waaronder een project van Leyden Academy (op pagina 21) met betrekking tot het persoonsgericht werken in zorg en welzijn. Het betreft de Life and Vitality Assessment (LAVA), een gespreksinstrument om samen in kaart te brengen en te bespreken wat een oudere persoon belangrijk vindt in zijn of haar leven. Op dit moment wordt gewerkt aan een variant van de LAVA gesprekstool voor oudere migranten, mede gebaseerd op inzichten vanuit een serie focusgroepen die we in 2018 organiseerden met oudere afgevaardigden van de grootste groepen niet-Westerse migranten in Nederland.

Bezoek voor meer informatie de website van het WHO Regional Office for Europe.

‘Wie zorgt er voor ons?’ Promotie Nina Conkova

‘Wie zorgt er voor ons?’ Promotie Nina Conkova

Wanneer we hulp nodig hebben of langer thuis willen blijven wonen, kunnen we dan rekenen op familie, vrienden/buren, of professionals? In Nederland, maar ook in andere Europese landen, trekt de verzorgingsstaat zich steeds verder terug, terwijl van familie- en niet-familieleden vaker en meer hulp wordt verwacht. Maar of de familie, en in het bijzonder vrienden en buren daartoe bereid en in staat zijn, is de vraag. Want het betrekken van niet-familieleden in de ondersteuning bij praktische zaken en zorg blijkt minder eenvoudig dan in de ideale participatiesamenleving gewenst is. Dat stelt sociologe dr. Nina Conkova in haar proefschrift “Non-kin ties as a source of support in Europe: On the role of context”. Ze verdedigde haar proefschrift op donderdag 24 januari met succes aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Voorkeur
Uit grootschalige enquêtegegevens uit meerdere Europese landen concludeert Conkova dat er een volgorde van voorkeur bestaat waarbij familieleden de meest belangrijke en professionals de minst belangrijke bron van hulp zijn. Niet-familieleden nemen een tussenpositie in. Deze volgorde verschilt echter per soort hulp en per land.

Soort hulp
In sociologisch onderzoek worden vier vormen van hulp onderscheiden: zorg, praktische, financiële en emotionele steun. Uit het promotieonderzoek van Conkova blijkt dat familieleden geschikt zijn om alle soorten hulp te bieden, terwijl niet-familieleden vooral inspringen als het gaat om hulp bij het vinden van een baan en emotionele steun. Dit bevestigt de theoretische aanname dat vrienden en buren beter in staat zijn om emotionele ondersteuning te bieden dan instrumentele hulp omdat praktische steun en zorg betrokkenheid vereisen die verder reikt dan de relatie tussen vrienden, buren en collega’s.

Beleid aanpassen
Het activeren van niet-familieleden in de ondersteuning bij praktische zaken en zorg lijkt minder eenvoudig dan wordt gesuggereerd door het concept van de participatiesamenleving. In de gevallen waarin vrienden en buren praktische steun en zorg al verlenen, is het dus belangrijk om sociaal beleid in te voeren dat de druk van de steun- en zorg kan verlichten. Bijvoorbeeld buitengewoon verlof om zorg te bieden aan niet-familieleden, financiële vergoeding voor het helpen van een buur of vriend, belastingverlaging en flexibele werkafspraken.

Landenverschillen
Eerder onderzoek toont aan dat in Zuid-Europese landen de sterkste mate van familie-afhankelijkheid bestaat terwijl in Noord- en West-Europa mensen vaker kiezen voor hulp van professionals. Op basis van hulp van niet-familieleden laat Conkova zien dat veel van hulp buiten de familie ook in enkele landen in Zuid- en Oost-Europa is te vinden, zoals Italië voor emotionele steun en Bulgarije, Estland, en Letland voor hulp bij het vinden van een baan. Normen rondom de familie en individualistische waarden op landniveau en algemeen vertrouwen op individueel niveau verklaren deze landsverschillen in hulp van niet-familieleden.

Neem voor meer informatie contact op met de afdeling persvoorlichting van Erasmus University Rotterdam via tel. (010) 408 1216 en e-mail.

Whitepaper: Why do we retire?

Whitepaper: Why do we retire?

Het Aegon Center for Longevity and Retirement (ACLR) ontwikkelt een serie van vier whitepapers om het vraagstuk van pensionering breder te trekken dan het traditionele financiële perspectief. De serie komt voort uit de samenwerking tussen Aegon en Leyden Academy on Vitality and Ageing. Het eerste whitepaper is vandaag verschenen en verkent de vraag: Why do we retire?

Pensionering is niet alleen een financiële aangelegenheid; het is een levensfase waarin mensen sociaal verbonden willen blijven, een waardevolle bijdrage willen leveren aan hun gemeenschap en, al dan niet betaald, productief willen blijven. Vanuit die gedachte kan onderzoek dat is gericht op de relatie tussen pensionering en belangrijke thema’s op latere leeftijd zoals gezondheid, levenstevredenheid en beeldvorming over het ouder worden, mensen helpen om zich voor te bereiden op hun pensioen en op hun sociale positie en maatschappelijke betrokkenheid als zij eenmaal met pensioen zijn gegaan. Om die reden heeft het ACLR de onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing uitgenodigd om mee te denken over pensionering vanuit verschillende wetenschappelijke invalshoeken en zo Aegon te inspireren om het publieke debat over pensioenen breder te trekken dan het gebruikelijke economische perspectief.

Het eerste whitepaper ‘Why do we retire?’ verkent de diverse wensen en ambities die mensen hebben voor hun pensioen, mede gebaseerd op onderzoeken van ACLR en Leyden Academy. U kunt de whitepaper lezen op de website van Aegon, vergezeld van een persoonlijke reflectie op het onderwerp door Mike Mansfield, program director bij het ACLR.

In de drie whitepapers die volgen in 2019, verbreden we het blikveld op pensionering verder vanuit het perspectief van gezondheid en vitaliteit; welbevinden en levenstevredenheid; en ten slotte de beeldvorming over pensioen en gepensioneerden.

Welbevinden oudere migranten onderbelicht in de wetenschap

Welbevinden oudere migranten onderbelicht in de wetenschap

Leiden, 20 november 2018 – Ouderen vormen een snelgroeiende groep in de Nederlandse samenleving. Van een steeds groter deel van deze ouderen stond de wieg buiten Nederland. Door factoren als hun persoonlijke verleden, migratie en sociaaleconomische positie, zijn deze ouderen vaak minder weerbaar dan hun leeftijdsgenoten die in Nederland geboren zijn. Voor deze problematiek is in de afgelopen jaren steeds meer wetenschappelijke aandacht, waarbij de nadruk sterk ligt op thema’s als ziekte en zorggebruik. Het welbevinden van oudere migranten blijft onderbelicht, zo concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing op basis van een literatuurstudie waarover op 12 november jl. online is gepubliceerd en die in december 2018 verschijnt in de speciale uitgave ‘Gezondheid, zorggebruik en sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland’ van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie.

Onderzoeksopzet
De onderzoekers Nina Conkova en Jolanda Lindenberg hebben in totaal 104 publicaties over ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond onder de loep genomen op het gebied van gezondheid en welbevinden, bestaande uit 69 gepubliceerde artikelen in (inter)nationale wetenschappelijke tijdschriften en 35 rapporten in het Nederlands en Engels. Dit narratieve literatuuroverzicht laat zien dat het leeuwendeel van het bestaande onderzoek is gericht op Surinaamse, Turkse en Marokkaanse ouderen, in absolute aantallen de drie grootste groepen zogenoemd ‘niet-westerse’ migranten in Nederland. Volgens het CBS telde Nederland begin 2018 in totaal 312.000 van deze migranten in de leeftijd van 55 jaar en ouder. Ongeveer twee derde van alle artikelen en rapporten is gewijd aan gezondheid en zorg en slechts een derde aan aspecten van welbevinden. Studies binnen het domein gezondheid zijn bovendien vaker grootschalig en kwantitatief van opzet en internationaal gepubliceerd dan die in het domein van welbevinden.

Aandacht voor wensen en verlangens
Jolanda Lindenberg van Leyden Academy pleit naar aanleiding van de inventarisatie voor meer aandacht in wetenschappelijk onderzoek voor de wensen en verlangens van oudere migranten. Lindenberg: “De nadruk in het onderzoek ligt nog sterk op negatieve aspecten, zoals het in kaart brengen van risicofactoren voor bepaalde ziektes, zorggebruik en cultuur-sensitieve en persoonsgerichte behandeling en zorg. Wat nog ontbreekt, is een bredere sociaal-maatschappelijke benaderingswijze die verder gaat dan een ziekte- en probleemgerichte benadering. Welke wensen en verlangens hebben ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond, naast hun eventuele ziekte of beperking? Hoe ziet een goede oude dag er voor hun uit? En hoe kunnen we hun leven zo plezierig mogelijk maken?”

Grote onderlinge verschillen
Ook blijkt er in het huidige onderzoek weinig oog voor de diversiteit onder oudere migranten, hoewel eerder onderzoek aantoont dat de verschillen tussen en binnen migrantengroepen relatief groot zijn. Dit beeld werd bevestigd in de acht focusgroepen die Leyden Academy in 2018 organiseerde onder ouderen van Westerse, Surinaamse, Antilliaanse, Indonesische, Turkse en Marokkaanse afkomst. Lindenberg: “Een Surinaamse oudere heer kan meer gemeen hebben met zijn buurman die in Nederland is geboren, dan met een leeftijdsgenoot met Turkse wortels. Toch zien we dat groepen ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond nog vaak in dezelfde onderzoeken worden samengenomen. Er is meer verklarend onderzoek nodig dat verder gaat dan herkomstland en sociaaleconomische status.”

Het artikel ‘Gezondheid en welbevinden van oudere migranten in Nederland: Een narratieve literatuurstudie’ door Nina Conkova en Jolanda Lindenberg is op 12 november jl. online gepubliceerd en verschijnt in december 2018 in de speciale uitgave ‘Gezondheid, zorggebruik en sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland’ van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie: https://link.springer.com/article/10.1007/s12439-018-0268-2

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (071) 524 0960.

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

In Nederland neemt het aantal ouderen met een migratieachtergrond snel toe. Vanwege culturele, sociaaleconomische en demografische verschillen in vergelijking met ouderen zonder een migratieachtergrond, hebben zij specifieke zorgvragen, evenals behoeften aan nieuwe welzijnsinterventies en -voorzieningen.

In dit kader zal op dinsdag 19 februari 2019 bij Leyden Academy het IMISCOE-congres ‘Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten’ plaatsvinden. Het congres staat in het teken van kennisuitwisseling tussen onderzoekers en professionals en beleidsmakers in zorg en welzijn. De onderzoekers gaan graag in discussie over praktische toepassingen van recent onderzoek naar lokale aspecten van zorg voor oudere migranten (ochtend), waaronder wijkgericht werken en mantelzorg, en aspecten van sociaal welbevinden (middag), waaronder eenzaamheid, sociale participatie en transnationale relaties. Ook is er volop ruimte voor het aandragen van suggesties voor vervolgonderzoek en om de verbinding tussen onderzoek en praktijk verder te versterken. Klik hier voor het volledige programmaDe voertaal van het congres is Engels.

Organisatie
Nina Conkova (Leyden Academy on Vitality and Ageing)
Tineke Fokkema (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam)
Roos Pijpers (Radboud Universiteit Nijmegen)
Eva Soom Ammann (Hogeschool Bern, Zwitserland)

Aanmelden
Deelname is gratis. Wilt u het congres bijwonen, meld u zich dan aan bij Jacqueline Leijs via e-mail: leijs@leydenacademy.nl of tel. (071) 524 0960.

 

Consultatiebureaus voor ouderen niet effectief

Consultatiebureaus voor ouderen niet effectief

Kan een Consultatiebureau voor ouderen er voor zorgen dat (kwetsbare) ouderen zo gezond mogelijk oud worden? Nee, zo blijkt uit onderzoek van het UMCG, Rijksuniversiteit Groningen, Hogeschool Windesheim en Leyden Academy on Vitality and Ageing. De onderzoekers publiceren hun resultaten vandaag in het Journal of Aging and Health.

Roken, overgewicht, weinig bewegen en alcohol gebruik, allemaal factoren die niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Iemand van middelbare leeftijd heeft vaak nog geen klachten door bijvoorbeeld roken of een paar biertjes per dag. Ouderen krijgen echter steeds meer lichamelijke klachten door hun levensstijl. Daarnaast hebben ouderen vaak meer zorg nodig omdat ze steeds minder zelfredzaam zijn. Om hier op in te spelen is in de afgelopen tien jaar geëxperimenteerd met Consultatiebureaus voor ouderen. Verschillende partijen hebben Consultatiebureaus voor ouderen opgericht, zoals thuiszorgorganisaties Icare en Evean/Espria (gefinancierd door ZilverenKruis Achmea). In 2009 zijn ze gestart in Noord-Oost Nederland en er zijn 65 locaties actief geweest. In de loop der jaren hebben duizenden ouderen deze bureaus bezocht.

Ouderen kwamen in aanmerking voor deze Consultatiebureaus als ze een hoger risico hadden op kwetsbaarheid, rookten of overgewicht hadden. Tijdens deelname aan de Consultatiebureaus werden de mogelijke leefstijlrisico’s in kaart gebracht door de wijkverpleegkundige. Niet alleen werd er gekeken naar de fysieke gezondheid maar ook de sociale en mentale gezondheid werd meegenomen. Tijdens dit eerste consult besprak de verpleegkundige de resultaten met de oudere, met motiverende gespreksvoering als ondersteunende techniek voor gedragsverandering. Ook kon de verpleegkundige de oudere doorverwijzen naar de huisarts of adviseren om naar een diëtist te gaan.

De onderzoekers hebben onderzocht of het Consultatiebureau voor thuiswonende ouderen een positieve invloed kon hebben op de gezondheid en hun zorgbehoefte. Daarbij keken ze naar het verschil in (ervaren) gezondheid en naar zorgbehoefte van thuiswonende ouderen na één jaar. Conclusie: de gezondheid bleef gelijk maar de zorgbehoefte steeg. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met ouderen die de interventie niet ontvingen; ook in die groep bleef de gezondheid gelijk en hadden ouderen een iets grotere zorgbehoefte.

Binnen het onderzoek is nog specifiek gekeken naar de metingen die de verpleegkundige had gedaan en naar de leefstijl van de ouderen. Ook hierbij werden na één jaar geen verschillen gevonden. Wel gaven deze gegevens een uitgebreid beeld van de kwetsbare ouderen die aan de Consultatiebureaus deelnamen. Zo blijkt uit de analyses dat deze kwetsbare ouderen veel risicofactoren combineren met een ongezonde leefstijl. Ongeveer 40% van deze ouderen had een te hoge bloeddruk en het merendeel beweegt te weinig (61%) en valt in de categorie risicovol alcoholgebruik (80%).

Dat deze Consultatiebureaus weinig bijdragen aan een gezonder leven voor ouderen laat zien dat er meer nodig is dan een bureau dat zijdelings betrokken is bij (kwetsbare) ouderen. Deze bevindingen komen grotendeels overeen met de uitkomsten van het rapport Zelfredzaamheid van ouderen, zoals gepubliceerd door de Gezondheidsraad in juni 2018. ​

Het artikel Impact of a Nurse-Led Health Promotion Intervention in an Aging Population: Results From a Quasi-Experimental Study on the “Community Health Consultation Offices for Seniors” door Anne Esther Marcus-Varwijk, Lilian Peters, Tommy Visscher, Carolien Smits, Adelita Ranchor en Joris Slaets is op 16 oktober 2018 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Journal of Aging and Health.

Generaties over de grens: jong en oud wonen, leven en beleven samen

Generaties over de grens: jong en oud wonen, leven en beleven samen

Er zijn in Nederland talloze voorbeelden van projecten waarin jongeren en ouderen samen wonen, met elkaar activiteiten ondernemen en elkaar helpen. Maar hoe zit dat eigenlijk in het buitenland? Samen met het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en het Jo Visser fonds gingen we op zoek naar inspirerende intergenerationele initiatieven. In de publicatie ‘Generaties over de grens’ hebben we projecten verzameld van over de hele wereld: van Singapore tot Zuid-Afrika, van Australië tot België. De publicatie is op 10 oktober 2018 gepresenteerd op het congres Expeditie Begonia in Amersfoort.

Samen wonen, samen leven, samen beleven
In de eerdere gezamenlijke publicaties Generaties huizen samen (2016) en Generaties (net)werken samen (2017) bundelden we veelbelovende Nederlandse initiatieven waarin jong en oud van betekenis zijn voor elkaar. We concludeerden dat zij elkaar veel te bieden hebben en dat de wederzijdse beeldvorming kan verbeteren als sprake is van langdurig, gelijkwaardig en wederkerig contact. Veel van deze Nederlandse projecten blijken in vergelijkbare vorm ook in het buitenland te bestaan. Niet zo vreemd, want ook de uitdagingen zijn er vergelijkbaar. Zo wonen in veel steden veel ouderen alleen, terwijl er grote behoefte is aan studentenhuisvesting. Waar in Nederland stichting SOlink studenten bij senioren huisvestte, zien we dit idee ook terug in België, Duitsland, Zwitserland en Spanje. Er zijn ook initiatieven die flink verschillen van wat we in Nederland doen, zoals projecten gericht op het behoud van tradities en gebruiken in India en Maleisië. In ‘Generaties over de grens’ bekijken we hoe jong en oud over de hele wereld samen wonen, samen leven en samen beleven.

U kunt de publicatie hier doorbladeren. U kunt ook de pdf downloaden.

Neem voor meer informatie contact op met Marieke van der Waal.

Generaties over de grens

Foto: Juan Luiz Rodriguez (project Viure I Conviure)

Er zijn in Nederland talloze voorbeelden van projecten waarin jongeren en ouderen samen wonen, met elkaar activiteiten ondernemen en elkaar helpen. Maar hoe zit dat eigenlijk in het buitenland? Samen met het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en het Jo Visser fonds gingen we op zoek naar inspirerende intergenerationele initiatieven. In de publicatie Generaties over de grens hebben we projecten verzameld van over de hele wereld: van Singapore tot Zuid-Afrika, van Australië tot België. De publicatie is op 10 oktober 2018 gepresenteerd op het congres Expeditie Begonia in Amersfoort.

Samen wonen, samen leven, samen beleven
In de eerdere gezamenlijke publicaties Generaties huizen samen (2016) en Generaties (net)werken samen (2017) bundelden we veelbelovende Nederlandse initiatieven waarin jong en oud van betekenis zijn voor elkaar. We concludeerden dat zij elkaar veel te bieden hebben en dat de wederzijdse beeldvorming kan verbeteren als sprake is van langdurig, gelijkwaardig en wederkerig contact. Veel van deze Nederlandse projecten blijken in vergelijkbare vorm ook in het buitenland te bestaan. Niet zo vreemd, want ook de uitdagingen zijn er vergelijkbaar. Zo wonen in veel steden veel ouderen alleen, terwijl er grote behoefte is aan studentenhuisvesting. Waar in Nederland stichting SOlink studenten bij senioren huisvestte, zien we dit idee ook terug in België, Duitsland, Zwitserland en Spanje. Er zijn ook initiatieven die flink verschillen van wat we in Nederland doen, zoals projecten gericht op het behoud van tradities en gebruiken in India en Maleisië. In ‘Generaties over de grens’ bekijken we hoe jong en oud over de hele wereld samen wonen, samen leven en samen beleven.

U kunt de publicatie hier doorbladeren. U kunt ook de pdf downloaden.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels.