Het leefplezierplan krijgt vorm

Het leefplezierplan krijgt vorm

De wensen en verlangens van verpleeghuisbewoners als vertrekpunt nemen van de dagelijkse zorg en ondersteuning, dat doen we in het pilot-project Leefplezierplan voor de zorg. Leyden Academy is in april 2017 gestart met dit experiment in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Gedurende twee jaar doen in totaal tien zorgorganisaties mee, verspreid over heel Nederland. In elke organisatie trainen we een team om hun bewoners beter te leren kennen en om naast de medische en praktische behoeften vooral ook ruimte te maken voor individuele wensen – van vertrouwde dagelijkse rituelen tot diep gekoesterde verlangens. En als je de dagelijkse zorg meer dan nu afstemt op de persoonlijke wensen en verlangens van mensen, kun je dan als zorgmedewerker ook laten zien wat je toevoegt aan hun kwaliteit van leven?

We zijn inmiddels halverwege het experiment: vijf instellingen hebben alle trainingen doorlopen, de volgende vijf zijn komend jaar aan de beurt. Wat kunnen we al vertellen over onze ervaringen?

1. We zien de kwaliteit van zorg echt verbeteren
Hier is het ons en VWS om te doen: meer leefplezier voor de bewoners, tevreden familieleden en naasten, medewerkers die met meer plezier hun werk doen. Merken zij al verschil? We durven te stellen dat dit zo is. We proeven het enthousiasme in de teams en zien talloze mooie voorbeelden van persoonsgerichte zorg op basis van een (door medewerkers zelf ontwikkeld) leefplezierplan. Geen incidentele ervaringen, maar een brede positieve beweging. Dit valt niet te staven met harde cijfers; het gaat hier om een andere dimensie van kwaliteit. Niet de kwaliteit zoals je die terugziet in lijstjes, op basis van indicatoren die je kunt tellen, meten en afvinken (het normatieve kader). Wij kijken juist naar de kwaliteit die blijkt uit de ervaringen en verhalen van de betrokkenen die meestal ontstaan in relaties met anderen (het narratieve kader). Kwaliteit maak je in dit kader bijvoorbeeld zichtbaar met een persoonlijk verhaal over een ervaring die bewoner, naaste en medewerker met elkaar delen of een foto van een bowlingavondje: het team ontdekte dat een bewoner dit altijd zo graag deed, waarop ze weer eens met hem naar de bowlingbaan gingen. Dit is de kwaliteit van zorg die we in de pilot zichtbaar willen maken.

2. Het leefplezierplan krijgt vorm
We hebben in het afgelopen jaar een concept-leefplezierplan ontwikkeld dat een eenvoudig format kent van zes onderdelen. Het omvat het kennen van de persoon aan de normatieve kant (beperkingen, behoeften, zorg) en aan de narratieve kant (wie is deze persoon, wat is nu belangrijk en wie zijn nu belangrijk voor hem of haar?). En wat deze kennis betekent voor wat je nu wel en niet (meer) doet. Ten slotte is er ruimte in het leefplezierplan voor de dilemma’s die je in de praktijk kunt tegenkomen, als (normatieve en narratieve) waarden met elkaar botsen. En voor het vastleggen van ervaringen die iets zeggen over kwaliteit van zorg. De deelnemende zorgorganisaties hebben het plan mede vormgegeven zodat het nu al goed blijkt te werken. Het is ook handzaam: zes compacte onderdelen in plaats van een dossier of zorgleefplan dat bestaat uit 64 vellen. Het staat ook de volgende vijf instellingen vrij om het format van het leefplezierplan aan te passen, we hopen dat deze basis ook voor hun plezierig blijkt te werken.

3. De trainingen staan inhoudelijk goed in de steigers
De trainingen worden door de teams tot dusver als waardevol en nuttig ervaren, zo blijkt uit de feedback. Dit geldt zowel voor de trainingen die de teams krijgen in het beter leren kennen van de bewoners, het werken met het leefplezierplan en het betrekken van de belangrijke anderen van de bewoners, als voor de groepstrainingen die we geven om het gedachtegoed te verbreden in de organisatie. Er kunnen in het komende jaar bij de volgende vijf instellingen ongetwijfeld nog blokken bij komen en accenten worden verschoven, maar de trainingen staan inhoudelijk goed in de steigers. Het hoe kan nog wel veranderen, zeker als straks grote groepen zorgprofessionals de trainingen gaan volgen. Hoe kunnen we die effectief trainen? Kunnen we bepaalde modules online aanbieden? Wat we al wel merken, is dat het goed bevalt om meteen met de teams aan de slag te gaan. We steken al vanaf de eerste sessie de handen uit de mouwen, in plaats van de nadruk te leggen op kennisoverdracht.

4. Met dingen stoppen is moeilijker dan nieuwe dingen starten
Wat we ook ervaren in de pilot tot dusver, is dat het niet zo eenvoudig blijkt om ruimte te bevechten voor activiteiten die aansluiten bij de wensen en verlangens van bewoners. Dit komt deels omdat we dit experiment uitvoeren terwijl zorgmedewerkers ook nog de bestaande procedures volgen. Hun reactie is vaak dat zij meer tijd of personeel nodig hebben als zij uitgaan van de verlangens van bewoners in hun dagelijkse zorg. Dat is begrijpelijk vanuit het gevoel dat onze werkwijze bovenop de huidige werkwijze komt. Wij hebben echter ook gezien dat er ruimte vrij kan komen wanneer zorgmedewerkers minder tijd besteden aan werkzaamheden die niet bijdragen aan het leefplezier van bewoners. Alleen blijkt het in de praktijk veel moeilijker om dingen niet meer te doen dan nieuwe dingen te ondernemen.

Hoe nu verder?
In april organiseren we een besloten conferentie in Leiden voor de deelnemende organisaties en direct betrokkenen en in mei een kleinschalig overleg met beleidsmatig betrokkenen over de toekomst van het leefplezierplan. Het pilot-project zetten we voort bij de volgende vijf zorgorganisaties, dit wordt naar verwachting begin 2019 afgerond. Beoogd eindproduct is een minimale standaard leefplezierplan, dat volgens alle deelnemende organisaties geschikt is voor een brede implementatie. In een eindrapport delen we onze bevindingen over de randvoorwaarden voor een succesvolle invoering van het werken aan het leefplezier van bewoners. Voor de toekomst zetten we in op zowel een opschaalbaar trainings- en implementatietraject als een nieuwe methodiek van verantwoording van kwaliteit.

Wilt u op de hoogte blijven van het pilot-project Leefplezierplan voor de zorg? Stuur een e-mail naar Ellen Plasmeijer.

Ouder worden met een migratieachtergrond

Een kwart van de Nederlandse bevolking heeft een migratieachtergrond; in 2022 waren 960.000 55 jaar of ouder. De verwachting is dat in 2040 een derde van de Nederlandse inwoners een migratieachtergrond heeft. De aantallen van mensen die buiten Europa zijn geboren en op leeftijd zijn groeien met name. Binnen migrantengroepen is er ook een groeiende diversiteit; oudere migranten komen uit meer dan 250 regio’s met vele diverse achtergronden (taal, normen en waarden, geloof, sociaaleconomisch status etc.). In 2022 waren er maar liefst twintig herkomstgroepen met meer dan 10.000 oudere migranten, waaronder migranten uit Afghanistan, Duitsland, huidige Indonesië, Italië, Marokko, Polen, Suriname, Syrië, Turkije en Yugoslavia.

Aandacht voor sociaal welbevinden
Door deze ontwikkelingen komen ouderen met een migratieachtergrond steeds meer in het vizier van beleidsmakers en onderzoekers. Echter, uit ons literatuuronderzoek, waarover in december 2018 is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, blijkt dat studies zich vooral richten op gezondheid, zoals zorggebruik en -kwaliteit. We vullen deze studies aan met een bredere sociaal-maatschappelijke benaderingswijze. Net als ouderen die in Nederland geboren zijn, krijgen oudere migranten vooral te maken met chronische ziekten waarmee ze langdurig leven. Kwaliteit van leven en welzijn worden belangrijker. Voor medewerkers in zorg en welzijn is dit een grote uitdaging: een andere taal, laaggeletterdheid (die overigens ook rond de 30% ligt onder ouderen die in Nederland geboren zijn) en andere verwachtingen ten opzichte van de beroepskracht. Centrale vragen die we daarin stellen zijn: hoe kunnen we het leven van ouderen met een migratieachtergrond zo prettig mogelijk maken? Welke wensen en verlangens hebben zij naast of met hun ziekte? Wat betekent een goede oude dag voor hen?

In gesprek met oudere migranten
Om deze vragen te kunnen beantwoorden hebben we eerst groepsgesprekken met ouderen met een migratieachtergrond gevoerd. Thema’s die besproken werden omvatten zienswijzen van ouderdom, de ervaring van ouder worden, sociale netwerken, familie, land van herkomst en leefomgeving. Drie hoofdconclusies uit dit onderzoek:

  1. Oudere migranten lijken het ouder worden in Nederland positiever te ervaren dan vaak wordt aangenomen.
  2. Er is een grote diversiteit tussen en binnen migrantengroepen.
  3. Er zijn drie gemeenschappelijke wensen voor de oude dag: gezond, onafhankelijk en betrokken zijn; en een aantal specifieke wensen per groep zoals reizen, rust en voorzieningen voor sociale activiteiten.

In het vervolg op dit literatuuronderzoek zijn verschillende projecten ontwikkeld die zich richten op het welbevinden en de sociale relaties van ouderen. Samen met 37 partners werken we samen in een groot onderzoeksproject Dillemas of Diversity (DiDi) waarin we de komende jaren onderzoeken hoe diversiteitsbeleid van invloed is op diversiteit in de praktijk in de publieke ruimte. Ook kijken we andersom, hoe kan de praktijk diversiteitsbeleid nauwer voeden, zodat er ruimte komt voor diversiteit?

Op 1 november 2022 organiseerden we samen met het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut de bijeenkomst ‘Mythen en realiteit: Verleden, heden en toekomst van onderzoek en praktijk rondom oudere migranten’ voor onderzoekers, professionals en vrijwilligers van betrokken zorg- en welzijnsorganisaties, oudere migranten en beleidsmedewerkers. Het doel van deze bijeenkomst was om kritisch in te gaan op wat leeft onder oudere migranten nu, hoe dit beeld anders is dan de jaren daarvoor, en wat in de nabije toekomst nodig is om voor een significante verbetering in het leven van oudere migranten te zorgen. De bijeenkomst was een eerste aanzet om verder in gesprek te gaan over de diversiteit onder ouderen met een migratieachtergrond en hoe we hier in de praktijk mee om kunnen gaan. Klik hier voor meer informatie over deze bijeenkomst.

Diverse publicaties
De resultaten en conclusies van dit onderzoek zijn beschreven in een aantal studies:

  1. ‘Stereotiepe benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’, juli 2021
  2. ‘The experience of aging and perceptions of “aging well” among older migrants in the Netherlands’, The Gerontologist, oktober 2019 (klik hier voor het persbericht)
  3. Onderzoeksverslag ‘Ouder worden in Nederland: ervaringen en een kijk op een goede oude dag onder ouderen met een migratieachtergrond‘, september 2019

Heeft u vragen, suggesties of wilt u op de hoogte worden gehouden van dit onderzoek, neem dan contact op met Nina Conkova.

Open dag bij Vitality Club Stevenshof in Leiden

Open dag bij Vitality Club Stevenshof in Leiden

In de media is volop aandacht voor de thema’s vitaliteit en veroudering. Zo publiceerde het CBS vandaag nieuwe cijfers over onze levensverwachting. We leven steeds langer in goede gezondheid. Goed nieuws dus. Maar dat gaat niet vanzelf. Blijven bewegen is uitermate belangrijk. Zo vinden we ook bij de Vitality Club. Vandaar dat we op donderdag 12 april een open dag organiseren. Van 09.00-10.30 uur bent u van harte welkom voor een korte kennismaking ‘Samen bewegen’, met een fit-test voor de liefhebbers en tot slot een mini-lezing van arts en verouderingswetenschapper Frank Schalkwijk. Natuurlijk onder het genot van een kopje koffie en iets lekkers.

Wanneer? Donderdag 12 april, van 09.00-10.30 uur
Waar? 
Vitality Club Stevenshof, bij Buurtcentrum Stevenshof, Trix Terwindtstraat 4 te Leiden
(de toegang is gratis)

Vitality Club is een initiatief van Leyden Academy met als doel om mensen gezond en gelukkig oud te laten worden. Naast de gezondheidswinst die een uur bewegen per dag oplevert, ervaren de deelnemers het sociale aspect ook als zeer waardevol. Klik hier voor meer informatie en de verschillende locaties.

 

Gezocht: ouderen voor een groepsgesprek over ouder worden in deze tijd

Gezocht: ouderen voor een groepsgesprek over ouder worden in deze tijd

Voor een groepsgesprek over ouder worden in deze tijd zijn we op zoek naar personen van 67 jaar en ouder. Het gesprek gaat over de vraag hoe zij zich voelen in deze tijd. Hoe ervaren zij het ouder worden? Welke rol spelen ze en willen zij spelen in hun familie en omgeving? Wat verwachten zij van anderen?

Bent u 67 jaar of ouder en zou u willen deelnemen? Dan nodigen we u graag uit voor een groepsgesprek op vrijdag 23 maart van 14.00-16.30 uur in het Ramada Apollo hotel, Staalmeesterlaan 410 in Amsterdam of op donderdag 29 maart van 10.00-12.30 uur in congrescentrum La Vie, Lange Viestraat 351 in Utrecht.  Een groepsgesprek duurt ongeveer 2,5 uur. Uiteraard ontvangt u een kopje koffie of thee en wat lekkers, alsmede een vergoeding van € 25,00. De gegevens worden anoniem en vertrouwelijk behandeld.

Mocht u iemand kennen die (ook) in dit plaatje past, dan zouden we het bijzonder waarderen als u deze oproep doorstuurt.

Deze groepsgesprekken vinden plaats in opdracht van stichting RCOAK en fonds Sluyterman van Loo en wordt uitgevoerd door Leyden Academy, alledrie organisaties die zich inzetten voor het welbevinden van ouderen. De onderzoeksresultaten zullen bijdragen aan het opzetten van projecten waardoor ouderen zich (nog) meer thuis kunnen voelen in deze tijd.
Als kennisinstituut verricht Leyden Academy onderzoek, geeft onderwijs en ontwikkelt innovaties gericht op vitaliteit en veroudering. We vinden het daarbij belangrijk dat de kennis die we opdoen, zijn weg vindt naar het dagelijks leven van oudere mensen. Dit alles doen wij niet alleen voor, maar juist ook graag mét ouderen.

Voor meer informatie, overige achtergronden/locaties en vragen of om aan te melden kunt u contact opnemen met Jolanda Lindenberg via e-mail of tel. 071-5240960.

Jong Geleerd: experiment met zit/sta-tafeltjes in de klas

Te lang zitten is ongezond. Toch laten we onze kinderen nog steeds de hele dag op stoeltjes zitten in de klas, een gewoonte die zij zich voor hun hele leven aanleren. Wat gebeurt er als we basisschoolleerlingen de keuze geven om zitten af te wisselen met staan? Welk effect heeft dit op hun leerprestaties en hun fysieke fitheid? Leyden Academy onderzoekt het gedurende drie jaar in het project ‘Jong Geleerd’. Op de Lorentzschool in Leiden hebben alle leerlingen van groep 5 in 2017 zit/sta-tafeltjes gekregen; in een andere klas (ook groep 5) wordt het reguliere schoolmeubilair gebruikt. De twee klassen worden drie jaar lang gevolgd; het is wereldwijd voor het eerst dat een dergelijk langlopend onderzoek is opgezet. Tweemaal per jaar worden metingen verricht: in januari/februari en in juni. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door gemeente Leiden en Presikhaaf Schoolmeubelen en is goedgekeurd door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).

In het experiment Jong Geleerd wordt getracht leerlingen in beweging te krijgen door de omgeving te veranderen. De kinderen kunnen met deze tafeltjes gemakkelijk zelf de werkhoogte bepalen en afwisselen tussen zitten en staan. Ook de leerkracht heeft een zit/sta-bureau. Op lange termijn is het ons doel om de norm te veranderen en een gezonde leefstijl met meer staan en bewegen vanzelfsprekender te maken. Eerdere onderzoeken op basisscholen in de VS en Australië lieten zien dat kinderen minder zitten en meer energie verbruiken, ook waren er aanwijzingen dat staan en bewegen gunstig is voor de schoolprestaties. Dit betrof echter relatief kortdurend onderzoek van beperkte omvang. Het project Jong Geleerd is ambitieuzer van opzet. Met activity trackers wordt gemeten of leerlingen met zit/sta-tafeltjes meer staan en bewegen dan leerlingen met ouderwetse schoolbankjes. Ook worden de Cito-scores bijgehouden om de schoolprestaties tussen de klassen te vergelijken en wordt er gemeten op factoren als fitheid, slaap, stoelgang, kwaliteit van leven en tevredenheid met de schoolomgeving.

Enkele leerlingen van de Lorentzschool worden ook na afronding van dit onderzoek gevolgd. Met tussenpozen van zeven jaar zullen deze leerlingen tests ondergaan en vragenlijsten aangeboden krijgen tot zij ongeveer 30 jaar oud zijn: dit is de periode waarin leefstijl en gedrag voor het volwassen leven voor een groot deel bepaald worden. Zo kan worden gemeten of zowel de verandering in leefstijl als in de norm (meer staan en bewegen) duurzaam hun effect hebben kunnen uitoefenen.

Bekijk voor meer informatie het persbericht van 12 maart 2018. Het NOS Jeugdjournaal besteedde aandacht aan het onderzoek, evenals het Algemeen Dagblad, Leidsch Dagblad en Omroep West.

Het onderzoek op de Lorentzschool is inmiddels afgerond. In 2020 is een artikel in het wetenschappelijk tijdschrift BMC Public Health verschenen.

Jong Geleerd: experiment met zit/sta-tafeltjes op Leidse basisschool

Jong Geleerd: experiment met zit/sta-tafeltjes op Leidse basisschool

Leiden, 12 maart 2018 – Te lang zitten is ongezond. Toch laten we onze kinderen nog steeds de hele dag op stoeltjes zitten in de klas, een gewoonte die zij zich voor hun hele leven aanleren. Wat gebeurt er als we basisschoolleerlingen de keuze geven om zitten af te wisselen met staan? Welk effect heeft dit op hun leerprestaties en hun fysieke fitheid? Leyden Academy on Vitality and Ageing onderzoekt het gedurende drie jaar in het project ‘Jong Geleerd’. Op de Lorentzschool in Leiden hebben alle leerlingen van groep 6 zit/sta-tafeltjes gekregen; in een andere klas (ook groep 6) wordt het reguliere schoolmeubilair gebruikt. De twee klassen worden drie jaar lang gevolgd; het is wereldwijd voor het eerst dat een dergelijk langlopend onderzoek is opgezet. Het onderzoek wordt mede mogelijk gemaakt door gemeente Leiden en Presikhaaf Schoolmeubelen.

Meer bewegen door aanpassen omgeving
In het experiment Jong Geleerd wordt getracht leerlingen in beweging te krijgen door de omgeving te veranderen. Leerlingen kunnen met deze tafeltjes gemakkelijk zelf de werkhoogte bepalen en afwisselen tussen zitten en staan. Ook de leerkracht heeft een zit/sta-bureau. Projectleider Lex van Delden van Leyden Academy: “Nederlanders zijn zitkampioenen. We zitten op kantoor, in de auto en thuis voor de tv. Maar ook op school, de plek waar kinderen van jongs af aan leren wat de norm is. Terwijl we weten wat de langetermijngevolgen zijn van veelvuldig en langdurig zitten: overgewicht, hart- en vaatziekten en diabetes. Door de context te veranderen – andere tafeltjes – hopen we dat de leerlingen als vanzelf in beweging komen. Op lange termijn is het ons doel om de norm te veranderen en een leefstijl met meer staan en bewegen vanzelfsprekender te maken.”

Metingen en verwachtingen
Tweemaal per jaar worden metingen verricht: in januari/februari en in juni. In najaar 2019 wordt het project afgerond en worden de resultaten bekendgemaakt. Eerdere onderzoeken op basisscholen in de VS en Australië geven een hoopvol beeld: die lieten zien dat kinderen minder zitten en meer energie verbruiken. Ook waren er aanwijzingen dat staan en bewegen tijdens het leren gunstig is voor de schoolprestaties. Dit betrof echter relatief kortdurend onderzoek van beperkte omvang. Het project Jong Geleerd is ambitieuzer van opzet. Met activity trackers wordt gemeten of leerlingen met zit/sta-tafeltjes meer staan en bewegen dan leerlingen met ouderwetse schoolbankjes. Ook worden de Cito-scores bijgehouden om de schoolprestaties tussen de klassen te vergelijken en wordt er gemeten op factoren als fitheid, slaap, stoelgang, kwaliteit van leven en tevredenheid met de schoolomgeving. Directe gezondheidswinst zal binnen het project Jong Geleerd lastiger te meten zijn: daarvoor is de projectduur vermoedelijk te kort, de variantie onder de kinderen te groot, zijn de vergelijkingsgroepen te klein en de effecten van groei en ontwikkeling te divers.

Lange termijn: staan en bewegen als norm
Enkele leerlingen van de Lorentzschool worden ook na 2019 gevolgd. Met tussenpozen van zeven jaar zullen deze leerlingen tests ondergaan en vragenlijsten aangeboden krijgen tot zij ongeveer 30 jaar oud zijn: dit is de periode waarin leefstijl en gedrag voor het volwassen leven voor een groot deel bepaald worden. Zo kan worden gemeten of zowel de verandering in leefstijl als in de norm (meer staan en bewegen) duurzaam hun effect hebben kunnen uitoefenen.

Het project Jong Geleerd is goedgekeurd door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO).

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (071) 524 0960.

Bootcamp voor senioren; langer gezond zonder professionele begeleiding

Bootcamp voor senioren; langer gezond zonder professionele begeleiding

Leiden, 10 januari 2018 – Veel Nederlandse ouderen halen de beweegnorm van 150 minuten per week niet. Als zij professioneel worden gecoacht blijken leeftijdsgerelateerde ziekten te kunnen worden voorkomen of vertraagd, maar er zijn onvoldoende middelen en professionals om alle ouderen dagelijks te begeleiden. Dit blijkt ook niet nodig. Onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing volgden een groep vijftigplussers in het Gelderse Ulft die zelf het initiatief hebben genomen om elke ochtend samen te sporten en elkaar te coachen, zonder tussenkomst van een professional. Deze vorm van ‘peer coaching’ leidt tot langdurige betrokkenheid en de leden zijn gelukkiger, hebben een groter sociaal netwerk en hun fysieke prestaties verbeteren. Omdat peer coaching goedkoop is en iedereen een coach kan worden, kan deze oplossing mogelijk op grotere schaal worden ingezet. De resultaten zijn op 9 januari 2018 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Peer coaching werkt
Mensen die samen een doel nastreven, bereiken meer en houden het ook langer vol. Een bekend voorbeeld van peer coaching is Anonieme Alcoholisten, die aan miljoenen mensen gezondheidswinst bieden zonder dat er zorgprofessionals bij betrokken zijn. De 69 leden van de FreeWheel Club in Ulft, met een gemiddelde leeftijd van boven de 65 jaar, motiveren elkaar al 7 jaar lang om elke ochtend een uur samen te bewegen. Onderzoekers van Leyden Academy interviewden de deelnemers en analyseerden de resultaten van een standaard zes minuten looptest tussen 2014 en 2016. Leden van de FreeWheel Club lieten in deze periode een verbetering zien van gemiddeld 22 meter per jaar, terwijl bij een looptest in die leeftijdscategorie juist een afname van 2 tot 7 meter per jaar gebruikelijk is. Deelnemers zagen bovendien hun gewicht afnemen, zij gaven aan beter te slapen en een hogere kwaliteit van leven te ervaren.

Meer mensen in beweging krijgen
Veel leeftijdsgerelateerde ziekten zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, obesitas, diabetes type 2, dementie en osteoporose kunnen worden voorkomen of vertraagd door dagelijkse fysieke activiteit. Bij ouderen kan bewegen zelfs angst, depressie en valrisico verminderen, en de mobiliteit, kwaliteit van leven en levensduur verhogen. Toch halen de meeste ouderen het aanbevolen niveau van 150 minuten lichaamsbeweging per week niet. De vraag is dan ook niet of bewegen goed voor je is, maar hoe we mensen aan het bewegen krijgen, aldus onderzoeker David van Bodegom. “Interventies met een professional, zoals fysiotherapie, werken goed, maar dit is altijd van tijdelijke aard en je kunt er bovendien maar een beperkte groep ouderen mee bereiken. In Ulft zien we hoe deelnemers elkaar langdurig motiveren om dagelijks te bewegen. Net zoals in Ulft, kan iemand in zijn eigen wijk eenzelfde groep beginnen.” Het peer coaching-model heeft dan ook veel potentie als antwoord op de demografische uitdaging van het toenemende aantal ouderen met leeftijdsgerelateerde gezondheidsproblemen, eenzaamheid en oplopende zorgkosten. Onder de noemer Vitality Club verkent Leyden Academy momenteel of, en onder welke voorwaarden, het succes van Ulft ook elders kan worden gekopieerd. Bij wijze van experiment zijn inmiddels in drie Leidse wijken laagdrempelige beweegclubs voor ouderen gestart.

Het artikel ‘Vitality Club: a proof-of-principle of peer coaching for daily physical activity by older adults’ door Paul van de Vijver, Herman Wielens, Joris Slaets en David van Bodegom is op 9 januari 2018 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (071) 524 0960.

Leiden start 3e Vitality Club in de Stevenshof

Leiden start 3e Vitality Club in de Stevenshof

Op maandag 13 november 2017 gaat een nieuwe Vitality Club van start in de Stevenshof in Leiden. Onder het motto ‘Wordt fit en maak vrienden’ zijn de deelnemers van de reeds bestaande Vitality Clubs in Leiden Noord en de Professoren- en Burgemeesterswijk al heel enthousiast. Wie weet… heeft straks iedere Leidse wijk een eigen Vitality Club.

Samen bewegen in de buitenlucht
Volgens de beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad moeten volwassenen minstens 150 minuten per week matig intensief bewegen. Helaas halen velen die norm niet. Terwijl voldoende beweging de mobiliteit, kwaliteit van leven en levensduur aanzienlijk kan verhogen. Met name voor 50-plussers is voldoende beweging essentieel, gezien het risico op leeftijdsgerelateerde aandoeningen zoals hoge bloeddruk, diabetes en gewrichtsklachten. Het doel van de Vitality Clubs is om elkaar te motiveren om gezamenlijk beweging in de dagelijkse routine te integreren en zo gezonder en gelukkiger oud te worden. Naast de gezondheidswinst die een uur bewegen per dag oplevert, ervaren de deelnemers ook het sociale aspect als zeer waardevol.

Toegankelijk niveau
Van maandag tot en met vrijdag zijn 50-plussers van 09.00 tot 10.00 uur van harte welkom om samen te bewegen in het Stevenspark, in aanwezigheid van een vrijwillige coach. Het verzamelpunt is Buurtcentrum Stevenshof, Trix Terwindstraat 4 in Leiden. De oefeningen zullen matig intensief zijn en kunnen op ieder niveau worden uitgevoerd. De geringe kosten voor deelname van 1 euro per week (ongeacht het aantal keren dat men per week aanwezig is) zijn bedoeld voor de aanschaf van materiaal. Er zijn geen inschrijf- en abonnementskosten, deelname is geheel vrijblijvend en aanmelden is niet noodzakelijk.

Meer informatie? Ga naar de website of neem contact op met Frank Schalkwijk (tel. 071-5240960).

Nieuwe publicatie Generaties (net)werken samen

Nieuwe publicatie Generaties (net)werken samen

Generaties kunnen veel voor elkaar betekenen, maar waarin zit precies de toegevoegde waarde voor jong en oud? En aan welke voorwaarden moet het contact voldoen om duurzaam van waarde te zijn en de wederzijdse beeldvorming positief te beïnvloeden? In de publicatie Generaties (net)werken samen staan aansprekende intergenerationele projecten verzameld, aangevuld met interviews met experts en interessante kijk-, lees- en luistertips. De publicatie beleeft vandaag haar primeur op het congres Expeditie Begonia in Amersfoort.

Dat ouderen en jongeren elkaar tegenkomen en samen dingen doen, is niet vanzelfsprekend meer. Uit de verhalen in deze publicatie blijkt hoe het anders kan. Ze laten een benadering zien waarin jong en oud voor elkaar van betekenis zijn en elkaars leefplezier kunnen vergroten. Uit alle voorbeelden blijkt dat gelijkwaardig persoonlijk contact tussen jong en oud wederzijds begrip en waardering kan opleveren. Die wederkerigheid willen wij graag benadrukken, want nog te vaak wordt aangenomen dat jongeren alleen iets voor ouderen kunnen betekenen. Intergenerationeel contact is waardevol, maar het komt niet vanzelf tot stand. Het kost tijd maar levert vaak veel plezier op!

Leyden Academy, het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en Vereniging Het Zonnehuis willen met deze publicatie graag laten zien dat er goede voorbeelden zijn van jongeren en ouderen in het land die al volop verbinding maken en elkaar iets waardevols te bieden hebben. Zij hopen dat deze voorbeelden inspireren tot nieuwe intergenerationele initiatieven.

U kunt de publicatie hier doorbladeren. U kunt ook de pdf downloaden.

Lees ook de publicatie Generaties huizen samen uit 2016, over vernieuwende woonvormen van jong en oud.

Vitality Club Profburgwijk gaat maandag 28 augustus van start

Vitality Club Profburgwijk gaat maandag 28 augustus van start

Na het succes van de Vitality Club in Leiden-Noord, zal op maandag 28 augustus in Leiden een nieuwe Vitality Club van start gaan, en wel in de Professoren- en Burgemeesterswijk (op het voetbalveldje naast De Speelschans aan de Van Vollenhovenkade). Vanaf deze datum zijn 50-plussers, en overige geïnteresseerden, elke maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 10.00 uur van harte welkom om onder begeleiding van een vrijwillige coach te bewegen. De oefeningen zullen matig intensief zijn en kunnen op ieder niveau worden uitgevoerd.

Vitality Club is een initiatief van Leyden Academy on Vitality and Ageing en wordt mede mogelijk gemaakt door Gemeente Leiden, Fonds NutsOhra en Stichting Dioraphte. Het doel is dat ouderen elkaar motiveren om gezamenlijk dagelijkse beweging in de routine te integreren en gezonder en gelukkiger oud te worden. Naast de gezondheidswinst die een uur bewegen per dag al oplevert, wordt het sociale aspect door de deelnemers als waardevol ervaren.

De kosten voor deelname bedragen slechts 1 euro per week, ongeacht het aantal keren per week dat men komt sporten. Deze inkomsten zijn voor de groep zelf om materialen aan te schaffen. Er zijn geen inschrijf- en abonnementskosten, deelname is geheel vrijblijvend en aanmelden is niet noodzakelijk.

Kijk voor meer informatie op www.vitality-club.nl of neem contact op met Paul van de Vijver via tel. 071-5240960 of via e-mail.