Hoe ervaren ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd?

Hoe ervaren ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd?

Het gemis van een praatje in de moskee of het theehuis, zorgen over de familie in Marokko, over waar je begraven zou worden, het Nederlandse nieuws dat moeilijk te volgen is…

Door de specifieke woon- en leefsituatie van migrantenouderen kunnen de gevolgen van het coronavirus en de genomen maatregelen anders, en in sommige opzichten ernstiger, zijn dan voor ouderen die in Nederland zijn geboren. Dit geldt zeker ook voor Marokkaanse migrantenouderen.

Onderzoekers Nina Conkova, Samya Harroui en Tineke Fokkema gingen in gesprek met 17 thuiswonende ouderen (60+) met een Marokkaanse achtergrond in Leiden en schreven over hun bevindingen in Geron, tijdschrift over ouder worden & samenleving.

Lees hier hoe ouderen met een Marokkaanse achtergrond de coronatijd ervaren.

Een frisse blik op de levensloop

Een frisse blik op de levensloop

Met het verder stijgen van onze levensverwachting en de veranderende wensen en verwachtingen van het leven van de verschillende generaties, is de traditionele levensloop inmiddels sleets en achterhaald geworden. De kwieke zestigplusser van vandaag is nauwelijks te vergelijken met leeftijdsgenoten medio vorig eeuw. Toch is de manier waarop we kijken naar de levensloop en in het bijzonder de levensfase van de oudere mens, in al die decennia nauwelijks veranderd. Het team van Leyden Academy wil dit vraagstuk de komende jaren verder verkennen en de samenleving een frisse blik bieden op de levensloop en thema’s die hiermee samenhangen, zoals werk en pensionering, de manier waarop we samen samenleven en wonen, en de beeldvorming over ouderen en het ouder worden. Om zo te komen tot een rijker repertoire van levenslopen en levenspaden.

Aan de slag: werksessie ENCOUNTER#7
Op maandag 8 juni 2020 stond in Leiden een werksessie gepland waarin we met alle stafleden aan de slag gingen met het levensloop-thema – uiteraard met inachtneming van de corona-richtlijnen. Docent en ontwerper Joost van Wijmen van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht begeleidde deze sessie aan de hand van het performatieve onderzoek ‘ENCOUNTER#7: getekende tijdsbalken van het veranderende lichaam’. Onze medewerkers brachten met kroontjespen hun eigen levensloop in kaart, met het veranderende lichaam als uitgangspunt. Het resulteerde in verrassende persoonlijke reflecties, boeiende gesprekken en een gezamenlijke eerste verkenning van het thema levensloop en mogelijke werkvormen om hier met senioren mee aan de slag te gaan.

 

Vitality Club erkend als beweeginterventie

Vitality Club erkend als beweeginterventie

In de Vitality Club sporten oudere buurtgenoten samen in de buitenlucht. Ze coachen elkaar; er zijn geen professionals bij betrokken. Dit blijkt een effectieve en duurzame interventie, zo vinden ook het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en haar partners. Sinds vandaag is de Vitality Club als erkende beweeginterventie opgenomen op Loketgezondleven.nl. Professionals vinden hier doelmatige interventies voor gezondheidsbevordering en preventie in hun (lokale) praktijk.

Over de Vitality Club
De Vitality Club is een beweeginterventie voor en door senioren. Deelnemers sporten op doordeweekse dagen samen buiten, waarbij de trainingen worden verzorgd door ‘peer coaches’, mensen uit de eigen groep die vrijwillig als trainer fungeren. Deelnemers komen als ze zin hebben, ze zitten nergens aan vast. Door het inzetten van peer coaches blijkt de interventie laagdrempelig en duurzaam. Sinds de start in 2016 zijn er inmiddels 17 Vitality Clubs actief in Nederland. Onderzoek van Leyden Academy onder de deelnemers toonde in 2018 aan dat hun conditie verbetert en dat zij zich ook mentaal sterker voelen.

Belangrijke erkenning
De Vitality Club is de eerste interventie volledig gedragen door peer coaching, die door het RIVM als ‘goed onderbouwd’ is betiteld. Een belangrijke erkenning, vindt arts en verouderingswetenschapper David van Bodegom van Leyden Academy: “Veel mensen vinden het moeilijk om elke dag voldoende te bewegen. Met ‘peer coaching’ blijkt dit wel te lukken: deelnemers motiveren elkaar om het vol te houden. We horen vaak dat mensen bij de Vitality Club komen voor hun gezondheid, maar blijven terugkomen voor de gezelligheid. De erkenning van het RIVM is een steun in de rug. Hopelijk draagt dit eraan bij dat straks in elke wijk in Nederland groepen senioren samen de dag beginnen met een work-out.”

De Vitality Club is een initiatief van Leyden Academy on Vitality and Ageing, mede mogelijk gemaakt door gemeente Leiden, FondsNutsOhra, Stichting Dioraphte en Stichting Hofje Codde en Van Beresteyn. Meer informatie is te vinden op Onderzoek van Leyden Academy. De organisatie helpt mensen graag om een eigen Vitality Club in hun wijk op te zetten en samen te starten met sporten.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie (tel. 06 3461 4817 / e-mail) of met Paul van de Vijver, onderzoeker (tel. 06 2551 2979 / e-mail).

Coronamaatregelen vergroten kans op eenzaamheid migrantenouderen

Coronamaatregelen vergroten kans op eenzaamheid migrantenouderen

Van de talloze spontane, hartverwarmende initiatieven voor oudere mensen tijdens de coronacrisis, is er maar een handjevol gericht op ouderen met een migratieachtergrond. Terwijl dit een kwetsbare groep is die relatief hard wordt geraakt door de maatregelen, zo betogen Tineke Fokkema en Nina Conkova in vakblad Sociale Vraagstukken. Zij onderscheiden vijf factoren waarom de gevolgen van de corona-uitbraak en de genomen maatregelen om deze te beteugelen, anders voor hen uitpakken dan voor ouderen die in Nederland zijn geboren.

Dr. Nina Conkova is senior onderzoeker bij Leyden Academy on Vitality and Ageing. Tineke Fokkema is senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut en bijzonder hoogleraar ‘Ageing, Families and Migration’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

U kunt het artikel in Sociale Vraagstukken hier lezen.

Kwalitatief onderzoek ouderen en corona

Kwalitatief onderzoek ouderen en corona

De uitbraak van het coronavirus en de maatregelen die worden getroffen om de verspreiding te beperken, raken ook (zo niet vooral) ouderen. Ondanks dat er regelmatig over ouderen wordt gesproken in de media, zijn ouderen zelf nog relatief weinig aan het woord. Ouderen worden beschreven als ‘kwetsbaar’, ‘eigenwijs’ of ‘eenzaam’. Maar hoe ervaren zij deze tijd eigenlijk zelf? Om dit te onderzoeken, hielden we in maart-april en oktober 2020 diepte-interviews met ouderen over de impact van de coronamaatregelen op hun leven, hun sociale contacten en vitaliteit. In het eerste onderzoek in het voorjaar zijn 59 senioren geïnterviewd, waarbij we hebben gestreefd naar een zo divers mogelijke afspiegeling qua leeftijd en achtergrond. In het vervolgonderzoek in oktober, aan het begin van de tweede coronagolf, zijn 15 deelnemers opnieuw geïnterviewd. Ten slotte hebben we een media-analyse uitgevoerd om te onderzoeken hoe er in de eerste coronagolf over ouderen is geschreven en hoe dit de beeldvorming heeft beïnvloed.

Ouderen in de eerste coronagolf (maart-april 2020)
Op 18 juni 2020 hebben we de uitkomsten van dit kwalitatieve onderzoek gedeeld via een persbericht op basis waarvan De Telegraaf op 27 juni het artikel ‘Aan ouderen wordt niets gevraagd’ publiceerde. De resultaten zijn ook toegankelijk gemaakt in een uitgebreide publiekssamenvatting en een korte animatievideo. Bekijk ook de toelichting van dr. Jolanda Lindenberg op het onderzoek in de webinar ‘Beleving ouderen in corona’ op 29 juni 2020 of beluister het interview met onderzoeker Miriam Verhage in de podcast Wijzijnnico. De onderzoekers schreven in augustus 2020 de blog It takes two to tango voor The Association for Anthropology and Gerontology, and the Life Course (AAGE). De uitkomsten zijn ten slotte verwerkt in het artikel Coping of Older Adults in Times of Covid-19: Considerations of Temporality Among Dutch Older Adults dat in januari 2021 verscheen in wetenschappelijk tijdschrift Journals of Gerontology Series B: Social Sciences.

Ouderen in de tweede coronagolf (oktober 2020)
Aan het begin van de tweede coronagolf hebben we 15 deelnemers aan het eerste onderzoek opnieuw geïnterviewd. We stelden vast dat sommige ouderen erin slaagden om een nieuwe balans te vinden tussen aanvaardbare risico’s nemen en betekenisvolle activiteiten hervatten, maar dat anderen zich juist verder afzonderden. De grootste verandering die de onderzoekers zagen tussen de eerste en tweede coronagolf, is de afnemende solidariteit in de samenleving die de ouderen zorgen baart. Op 25 maart 2021 deelden we de uitkomsten van dit vervolgonderzoek in een persbericht en hebben we de uitkomsten beschreven in een publiekssamenvatting. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) bracht in kaart hoe het gaat met thuiswonende ouderen, waarbij onder meer gebruik is gemaakt van ons kwalitatieve onderzoek. Op de website van het RIVM vindt u de eerste (februari 2021) en tweede rapportage (juni 2021).

Media-analyse ouderen in coronatijd
Hoe is er over ouderen geschreven in de media tijdens de coronacrisis? En hoe heeft deze berichtgeving de beeldvorming van ouderen beïnvloed? We analyseerden 1.145 artikelen uit de periode januari-juni 2020 (van de eerste berichten over corona tot en met de nasleep van de ‘intelligente lockdown’) uit de vijf meest gelezen landelijke dagbladen. Door middel van een uitgebreide media-analyse willen we bijdragen aan de kennis over de beeldvorming van ouderen in coronatijd en belichten we kwesties van kwetsbaarheid en (intergenerationele) solidariteit door het sentiment en de stereotypen rond ouderen te onderzoeken.

Bekijk ook de Zembla-uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ van 20 mei 2021, waarin diverse ouderen aan het woord komen over hun ervaringen in coronatijd en de beeldvorming in de media.

Meer weten over dit onderzoek? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Geluk in het verpleeghuis in Gerōn

Geluk in het verpleeghuis in Gerōn

De nieuwste editie van Gerōn, tijdschrift over ouder worden & samenleving, staat in het teken van het begrip ‘geluk’. Geluk is kwetsbaar, dat blijkt nu eens te meer. In het tijdschrift, dat elk kwartaal verschijnt, wordt geluk vanuit verschillende invalshoeken bekeken. Hoe gelukkig zijn ouderen en welke factoren dragen bij aan hun geluksgevoel?

In de uitgave wordt ook aandacht besteed aan geluk bij oudere mensen die afhankelijk zijn van zorg, in het artikel Samen werken aan leefplezier in het verpleeghuis door Josanne Huijg en Niels Bartels. Zij vertellen over het pilot-project Leefplezierplan voor de zorg, gericht op het beter leren kennen van bewoners en inspelen op hun wensen en verlangens, om zo het welbevinden te vergroten. Uiteindelijk doel is dat het leefplezier van bewoners centraal staat in het dagelijks leven in het verpleeghuis en in het handelen van de zorgmedewerkers, en een belangrijke indicator is van de kwaliteit van de geleverde zorg.

U kunt het artikel hier teruglezen.

Sociale inclusie ouderen met een lagere SES

In Nederland is het verschil in gezonde levensverwachting tussen iemand met een lagere en hogere sociaaleconomische status (SES) inkomen meer dan 17 jaar. Een enorm verschil voor een welvarend land. Dit heeft een veelheid aan oorzaken. Zo hebben ouderen met een lagere SES vaak minder bronnen om gezond te leven en als het moeilijk wordt, zoals in tijden van energie of klimaatcrisis, zijn zij vaak slechter af. Sommigen hebben te maken met een opeenstapeling van kwetsbare omstandigheden, zoals minder inkomen, minder goede basisvaardigheden (zoals laaggeletterdheid) en minder toegang tot gezondheidskennis en gezonde mogelijkheden. Hoe maken we het verschil voor en met ouderen met een lagere SES?

Laaggeletterdheid onder ouderen
Een belangrijke uitdaging ligt in een grote groep mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen: zij zijn ‘laaggeletterd’. Daarnaast hebben zij vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Van deze groep zijn naar schatting meer dan 700.000 mensen ouder dan 65 jaar.

Ervaring van het ouder worden
Hoe ervaren mensen die laaggeletterd zijn het ouder worden? Wat vinden zij belangrijk, hoe zien zij de toekomst? En hoe kunnen we hen ondersteunen bij het kenbaar maken van en invulling geven aan deze wensen en ambities? Daartoe hebben we groepsgesprekken georganiseerd, om beter te begrijpen wat goed ouder worden voor deze mensen betekent. Vervolgens hebben we samen met hen een gespreksinstrument ontwikkeld, gebaseerd op de Life and Vitality Assessment. We werken hierin samen met Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Stichting ABC. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Hofje Codde en Van Beresteyn.

“Ondanks dat alle aandacht fijn is, voel ik me soms als een aap die steeds dezelfde truc doet. Ik kan mijn verhaal vertellen, maar er wordt niets mee gedaan. Ik heb mijn problemen op verschillende momenten gedeeld met instellingen en mensen, maar ik heb niet het gevoel dat ze er daadwerkelijk iets aan doen. Uiteindelijk loop ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.” – man (74)

Gespreksinstrument in beeld
Het Life and Vitality Assesment (LAVA) is een gespreksinstrument dat Leyden Academy samen met ouderen heeft ontwikkeld. Ouderen kunnen hiermee inzicht krijgen in thema’s die voor hen van belang zijn en kunnen ze doelen stellen. De originele versie van het instrument bleek niet voor alle doelgroepen toegankelijk. Om het instrument ook voor ouderen met minder goede basisvaardigheden beschikbaar te maken, hebben wij dit samen met ouderen met laaggeletterdheid doorontwikkeld. Gedurende een aantal interactieve bijeenkomsten zijn de ouderen samen met een grafisch ontwerper aan de slag gegaan om thema’s met betrekking tot het ouder worden in beeld weer te geven. De thema’s kwamen voort uit eerdere groepsgesprekken. Tijdens de bijeenkomsten is er volop gebrainstormd over een goede visuele vormgeving van het instrument en zijn alle stappen en onderdelen van de tool uitgebreid besproken en uitgetest. De grafisch ontwerper heeft alle input en ideeën uit de bijeenkomsten omgezet in 30 thematische tekeningen, waarna deze zijn getest door de deelnemers. Het eindresultaat is een visueel instrument waarmee ook ouderen met minder goede basisvaardigheden in gesprek kunnen gaan over hun (kwaliteit van) leven. Naast de visuele weergave van de thema’s is ook gekozen om de thema’s in begrijpelijke taal (B1-niveau) te vermelden.

“Dit is iets wat ik niet eerder heb gedaan; ik vond het leuk om deel uit te maken van het hele proces. We hebben dit samen gemaakt, weet je! Dat is best geweldig!” – man (67)

Co-creatie met ouderen met minder goede basisvaardigheden
Op basis van onze ervaringen tijdens het co-creatie proces met ouderen met laaggeletterdheid scheven wij een wetenschappelijke publicatie in het International Journal of Qualitative Methods. In dit artikel getiteld The promise of inclusive research methodologies: relational design and praxis, gaan we in op een aantal uitdagingen, randvoorwaarden en implicaties van het doen van onderzoek met ouderen met een lagere SES (zoals laaggeletterdheid). Onderzoek laat zien dat (oudere) mensen met een lagere SES vaak worden overgeslagen in onderzoek en beleidsontwikkeling. Het is lastig om deze groepen te betrekken en vast te houden vanwege problemen met wervingsstrategieën en ingewikkeld taalgebruik. Ouderen met een lagere SES voelen zich vaak niet goed vertegenwoordigd in onderzoek doordat ze veelal worden bestempeld als kwetsbaar, en zijn daarnaast terughoudend om mee te doen door negatieve ervaringen met (overheid)instanties. In het artikel pleiten we voor een inclusieve benadering door de nadruk te leggen op de kracht van ouderen met een lagere SES in plaats van hun beperkingen, flexibiliteit van methoden, goede begeleiding, laagdrempelig taalgebruik en een tastbaar eindresultaat (zoals het LAVA).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.

Gezocht: deelnemers voor gesprek over ‘ouder worden’

Gezocht: deelnemers voor gesprek over ‘ouder worden’

Leyden Academy is op zoek naar mensen van 55 jaar en ouder voor een groepsgesprek. Het gesprek gaat over ouder worden.

Wat gaan we doen?
Bent u 55 jaar of ouder? En heeft u moeite met lezen en schrijven? Vraagt u weleens iemand om een formulier in te vullen? Of vindt u het lastig om formulieren en sommige brieven te lezen? Dan nodigen wij u graag uit. Tijdens het groepsgesprek gaan wij praten met u en 7 andere mensen. Over hoe u het vindt om ouder te worden en over uw wensen voor de toekomst. Wat vindt u belangrijk? Het gesprek duurt 2,5 uur. Wij zorgen voor koffie en iets lekkers. Als u meedoet aan het gesprek krijgt u een vergoeding van 20 euro.

Belangrijk om te weten
Dit groepsgesprek is onderdeel van een onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leyden Academy. Ons doel is om te onderzoeken hoe mensen denken over ouder worden. Uw deelname helpt ons hierbij. Alles wat u ons in het gesprek vertelt, blijft geheim. We vragen u wel om toestemming voor uw deelname en een geluidsopname. De onderzoeker zal u hier meer over vertellen.

Wilt u meedoen?
Als u mee wilt doen, dan kunt u bellen naar telefoonnummer (071) 524 0960. Vraag naar Miriam Verhage of Jolanda Lindenberg. De onderzoeker zal u meer vertellen over de gespreksgroep. Zoals de datum en plaats van het gesprek. U kunt zich ook aanmelden door een mailtje te sturen naar verhage@leydenacademy.nl. Zet in uw e-mail alstublieft ook uw naam, leeftijd, woonplaats en telefoonnummer zodat we contact met u kunnen opnemen.

Kunst in de zorg

Kunst in de zorg

Er is steeds meer bewijs voor de positieve impact van kunst en cultuur op de gezondheid en het sociale welbevinden van ouderen. Hoewel de positieve impact van kunstinitiatieven op ouderen veelal wordt herkend en nationaal en internationaal wordt ondersteund in de literatuur, is het bewijs versnipperd. Bovendien ontbreekt het aan passend onderzoek naar de implementatie en continuatie van kunstinitiatieven. Aanleiding genoeg voor Leyden Academy om onderzoek te doen naar de waarde van kunst in de langdurige zorg en het mogelijk maken van diverse activiteiten en projecten op het gebied van kunst. Met als uiteindelijk doel deze voor een breder publiek inzichtelijk en bruikbaar te maken, om de zorgpraktijk te versterken én bij te dragen aan de kwaliteit van leven van oudere mensen.

De waarde van kunst in de zorg
Dans, tekenen, muziek, zang, poëzie, theater en beeldende vorming samen met een kunstenaar en andere senioren. Welke waarde heeft dat op individueel, sociaal en maatschappelijk niveau? Vanuit het programma Kunst en Cultuur in de Langdurige Zorg en Ondersteuning heeft ZonMw in 2019 een subsidie toegekend aan ‘Art for Senior Positive Health and Well-Being. Capturing the Impact of Art(s)- based Initiatives and Arts-based Program’. Leyden Academy en Amsterdam UMC deden binnen dit programma onderzoek naar de waarde van kunst in de langdurige zorg door 18 bestaande kunstinitiatieven in de zorg te beschrijven, de impact te evalueren en op zoek te gaan naar de onderliggende werkzame principes. Hiertoe heeft het onderzoeksteam 470 verhalen opgehaald van deelnemende ouderen aan bestaande kunstinitiatieven en -programma’s en zijn er 40 observaties uitgevoerd.

“Door kunst kan je jezelf uiten, je verbonden voelen met anderen, even je beperkingen vergeten en benaderd worden vanuit wat je nog wél kunt. Naast ouderen onderstrepen ook zorgmedewerkers, mantelzorgers en kunstenaars de waarde van de activiteiten voor henzelf. Zij ervaren plezier, diepgaand contact en worden uitgedaagd in hun vak.”– hoogleraar Tineke Abma, directeur Leyden Academy

Publicatie voor de zintuigen
Op 29 juni 2021 zijn de bevindingen van het participatief actieonderzoek gepresenteerd in een online manifestatie. Het voornaamste resultaat is dat kunst plezier, positiviteit en diepgaand contact brengt, en dat het uitdaagt. Leyden Academy en Amsterdam UMC geven met hun onderzoek een stevige wetenschappelijke onderbouwing en versterken hiermee de plaats van kunst binnen de zorgpraktijk én dragen bij aan de kwaliteit van leven van ouderen. Je kunt vertellen over kunstparticipatie, maar je kunt het pas écht begrijpen als je het ervaart. Daarom is in samenwerking met kunstenaar Janine Schrijver de publicatie ‘Kunst is goud waard’ gemaakt. Dit is niet zomaar een verslag van de onderzoeksresultaten; het doet een beroep op de zintuigen en laat de lezer ervaren wat kunst kan doen. Zo kom je bijvoorbeeld via QR-codes direct bij de ervaringen van deelnemers. Klik hier voor de factsheet.

Wetenschappelijk artikel
In augustus 2021 zijn de bevindingen uit het onderzoek gepubliceerd in het artikel ‘The Value of Active Arts Engagement on Health and Well-Being of Older Adults: A Nation-Wide Participatory Study’ in wetenschappelijk tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health, speciale uitgave New Advances in Aging.

Kunst in tijden van corona
De beperkingen die de coronamaatregelen vanaf maart 2020 met zich meebrengen, zorgden voor een koerswijziging in het project. Vaak slaagden de betrokken kunstenaars erin om een alternatieve invulling te geven aan hun activiteiten, want juist in deze moeilijke tijd hadden ouderen behoefte aan afleiding, inspiratie, troost en contact. Zoals een deelnemer aan het onderzoek het verwoordde: “Nu met corona komen er nog heel veel problemen natuurlijk. En je zou bijna denken voordat mensen straks een psychiater of een psycholoog nodig hebben, breng er maar een doek naartoe en een hoop penselen en verf, en laat mensen daar gewoon van genieten.” Zie ook dit tussentijdse overzicht (november 2020).

“Pas achteraf hoorde ik dat dit een van de deelnemers had geholpen om uit de neerslachtigheid te komen. Die middagen betekenden zoveel voor hen. Het gaf ze iets heel anders om zich op te concentreren.” – Theatermaker De Rimpel

Unieke samenwerking
Dit programma is een gezamenlijk initiatief van ZonMw, Stichting RCOAK, Fonds Sluyterman van Loo en de ministeries van OCW en VWS. Het onderzoeksteam bestaat naast Leyden Academy en Amsterdam UMC uit kunstenaar Janine Schrijver (Stichting B.a.d. Rotterdam), onderzoekers vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines en ouderen die erop toezien dat hun perspectief centraal staat. Ook de Hogeschool van Amsterdam en het Verwey-Jonker Instituut maken deel uit van het bredere consortium. Verder sluit het onderzoeksproject aan op de wereldwijde beweging voor meer kunst in de zorg, ondersteund door de Wereld Gezondheidsorganisatie.

Lees ook de artikelen ‘Kunstonderzoek: ‘Volwaardig leven reikt voorbij het medisch model’ (Zorgvisie, 2 juli 2021), ‘Ouderen bloeien op door kunst’ (Leidsch Dagblad, 14 juli 2021) en ‘De waarde van kunst in de zorg’ (TVZ verpleegkunde in Praktijk en Wetenschap, 19 augustus 2021).

Periodiek houden we geïnteresseerden per e-mail op de hoogte. Klik hier om de meest recente nieuwsbrief te lezen. Wilt u meer informatie? Bezoek dan de website Kunst in de Zorg of neem contact op met Barbara Groot.

 

Jonge dokters op de bres voor beter onderwijs over levenseindezorg

Jonge dokters op de bres voor beter onderwijs over levenseindezorg

Op 27 december jl. verscheen in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) het artikel Toekomstige artsen beter voorbereiden op levenseindezorg. De auteurs Josefien de Bruin, Mary-Joanne Verhoef, Joris Slaets en David van Bodegom roepen hierin de medische beroepsgroep op om ervoor te zorgen dat jonge artsen goede levenseindezorg kunnen verlenen, onder meer door dit te verankeren in de medische curricula en het Raamplan Artsopleiding dat op dit moment wordt herzien.

Een goed slot aan het leven
Voor De Bruin en Verhoef is het pleidooi persoonlijk gemotiveerd. Tijdens hun bijbanen in een verpleeghuis en hospice leerden zij hoe de laatste levensfase voor veel mensen verloopt en wat daarbij komt kijken. Deze leermomenten waren afwezig in hun geneeskundeopleiding, die is gericht op ziekten genezen en het leven verlengen. Verhoef: “Ook tijdens de coschappen was er nauwelijks aandacht voor, met als gevolg dat slechtnieuwsgesprekken op de werkvloer voor het eerst geoefend werden, dat ik coassistenten eronderdoor zag gaan vanwege de heftige eerste confrontatie met het levenseinde en dat zorgbehoeften niet werden herkend en dus ook niet behandeld.”
De Bruin: “In onze studie ontbrak een wezenlijk onderdeel: een goed slot aan het leven. Iedere patiënt sterft uiteindelijk en iedere arts krijgt hiermee te maken. Onbeantwoorde vragen waren voor ons onder meer: hoe sterft een mens? Hoe zorg ik voor een patiënt die niet meer beter wordt of niet meer behandeld wil worden? En hoe denk ik zelf eigenlijk over de dood en goede levenseindezorg?” Eenmaal afgestudeerd, besloten de twintigers in het kader van hun masteropleiding Vitality and Ageing te onderzoeken in hoeverre en op welke wijze de zorg rond het einde van het leven van patiënten aan bod komt in de Nederlandse geneeskundeopleidingen. De onderzoekers concludeerden dat het aanbod niet voldoet aan internationale criteria, dat de invulling sterk verschilt tussen de acht medische faculteiten en dat het onderwerp over de gehele linie onderbelicht blijft. Zij publiceerden hun bevindingen in september 2018 in het wetenschappelijke tijdschrift Perspectives on Medical Education.

Levenseindezorg in het Raamplan
Om te zorgen dat jonge dokters met vertrouwen passende levenseindezorg kunnen verlenen, is goed onderwijs cruciaal. In het Raamplan Artsopleiding 2009, dat op dit moment wordt herzien, wordt het levenseinde slechts summier benoemd. In hun artikel in het NTvG roepen de auteurs de commissies achter het nieuwe Raamplan dan ook op om alle vijf de domeinen van goed onderwijs over levenseindezorg expliciet in het verplichte curriculum op te nemen: psychologische, sociale, culturele en spirituele aspecten; communicatie en gespreksvaardigheden; pathofysiologie en behandeling van symptomen; juridische en ethische aspecten; en zelfreflectie op persoonlijke en professionele ervaringen met de dood en verlies. De Bruin: “We zijn ervan overtuigd dat al deze vaardigheden je sowieso een betere dokter maken. We moeten ons ook in de opleiding afvragen: als genezing niet (meer) aan de orde is, wat kun je dan nog voor de patiënt betekenen? Hoe zorg je voor een goed levenseinde? Ik heb als kind van dichtbij meegemaakt hoe heftig een sterfbed kan zijn en dat een arts in deze fase heel veel voor patiënten en hun naasten kan betekenen. Dit was voor mij de voornaamste reden om geneeskunde te studeren.”

Meer aandacht voor én na het genezen
Volgens mede-onderzoeker David van Bodegom, arts en verouderingswetenschapper bij Leyden Academy, is de geneeskundeopleiding nu vooral gericht op het genezen van zieke mensen. Maar wat erna én ervoor gebeurt, blijft in de studie onderbelicht: “We pleiten voor beter onderwijs over goede zorg als mensen niet meer beter worden. Maar ook de fase vóór de ziekte is nog onderbelicht in de geneeskundeopleidingen. De helft van de Nederlanders heeft overgewicht en dat aandeel zal nog verder stijgen. Dit is een van de voornaamste redenen waarom meer dan een miljoen Nederlanders diabetes type 2 hebben en we massaal pillen slikken tegen kwalen als hoge bloeddruk en hoog cholesterol. We bekwamen onze jonge dokters in het behandelen van deze symptomen, maar geven hen nauwelijks handvatten om mensen te helpen deze ziekten te voorkomen of vertragen door hun leefstijl te veranderen. In de politiek en het publieke domein is hier steeds meer aandacht voor, neem bijvoorbeeld het Nationale Preventieakkoord dat eind 2018 is gesloten en de leefstijlcoach die sinds dit jaar in het basispakket zit. Naast levenseindezorg zou dus ook preventie een prominentere plek moeten krijgen in het medische onderwijs.”

Het artikel ‘Toekomstige artsen beter voorbereiden op levenseindezorg’ door Josefien de Bruin, Mary-Joanne Verhoef, Joris P.J. Slaets en David van Bodegom is op 27 december 2019 gepubliceerd in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde: https://www.ntvg.nl/artikelen/toekomstige-artsen-beter-voorbereiden-op-levenseindezorg

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 / (06) 3461 4817 of via e-mail.