Lieke de Kock: “Je seksuele voorkeur is slechts een onderdeel van je identiteit, maar er is nog zoveel meer!”

Lieke de Kock: “Je seksuele voorkeur is slechts een onderdeel van je identiteit, maar er is nog zoveel meer!”

In elke kwartaalnieuwsbrief  introduceren we één van onze stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie vertelt Lieke de Kock onder meer over haar interesse in werken voor en met LHBTI+ ouderen.

Wat is je achtergrond en hoe verhoudt dat zich tot je werk bij Leyden Academy?
Ik heb in Engeland theaterwetenschap gestudeerd, waarin ik bijvoorbeeld keek naar theater voor en met mensen met dementie. Vervolgens heb ik in Nederland een opleiding Social Work gedaan. Gedurende die studie werkte ik vier jaar lang als sociaal werker in de ouderenzorg. De twee studies lijken heel verschillend, maar zijn een hele mooie combinatie. Zeker nu ik voor Leyden Academy onderzoek doe naar de waarde van kunstparticipatie voor ouderen en de ouderenzorg. Ook interesseer ik me binnen Leyden Academy in de kwaliteit van leven van LHBTI+ ouderen, met nadrukkelijk aandacht voor het samenvallen van verschillende identiteiten en intersectionaliteit.

Waarom is de aandacht voor LHBTI+ ouderen belangrijk? Waar lopen ze tegenaan?
Ik heb daar zelf niet specifiek onderzoek naar gedaan, maar ik interesseer me ervoor omdat ik zelf lesbisch ben en een lesbische moeder heb. Ook heb ik mee gewerkt aan een podcastserie over transgender ouderen. Wat ik weet is dat het per persoon heel erg verschilt. Sommige ouderen ervaren nog altijd veel schaamte, omdat hun gevoelens door zichzelf of hun omgeving niet erkend, geaccepteerd of gezien worden. Daarom hebben sommigen een groter risico op eenzaamheid of sombere gevoelens. Er zijn ook ouderen die, op het moment dat ze afhankelijk worden van zorg, niet langer open zijn over hun gevoelens of hun partner, uit angst voor negatieve reacties. Het verlies van een partner kan voor deze ouderen dan ook een extra groot verlies zijn, omdat zij hier minder makkelijk en minder open over kunnen praten.

Wat zou volgens jou een positieve bijdrage kunnen leveren aan hun kwaliteit van leven?
Ik denk dat we ons als maatschappij bewust moeten zijn van het feit dat LHBTI+ ouderen bestaan. Net zoals dat LHBTI+ mensen altijd hebben bestaan, ook al zijn ze niet altijd zichtbaar geweest. We kunnen er niet vanuit gaan dat er in Nederland helemaal geen probleem meer is rondom acceptatie of tolerantie van LHBTI+ personen, zoals ik vaak hoor. Het blijft zo dat er soms vooroordelen en misverstanden bestaan, en dat LHBTI+ zijn nog buiten de ‘norm’ valt. Dat moeten we vooral bespreekbaar blijven maken. Ook vind ik het zelf altijd wel belangrijk om te benoemen dat je seksuele geaardheid of voorkeur slechts een onderdeel is van je identiteit, maar dat er ook nog zoveel meer is!

Welke anekdote uit de podcastserie over transgender ouderen is je het meest bijgebleven?
Ik moest ontzettend lachen om de opmerking van Kaat, waarin ze beschreef dat haar partner Marica op latere leeftijd nog veel parmantigere borsten zal hebben dan zijzelf. Die humor, dat vind ik fijn om te horen. Verhalen van LHBTI+ personen zijn echt niet alleen maar kommer en kwel, het is ook fijn om gewoon te horen hoe iemand het leven leeft en wat voor grappige ervaringen daar bij horen.

Hoe zou je zelf oud willen worden?
Ik hoop dat ik, wanneer ik ouder ben, de rust kan vinden die ik ervaar bij veel ouderen die ik nu spreek. Ik vind het leven soms best een uitdaging en worstel wel eens met het in balans houden van met mijn mentale en fysieke gezondheid. Ik hoop dat ik als oudere een fijn netwerk om me heen heb van mensen met wie ik me verbonden voel, en dat ik zowel de leuke als minder leuke kanten van het leven kan omarmen. En ik wil zeker niet terug in de kast!

Stormachtig stil: levensverhalen van roze ouderen

Stormachtig stil: levensverhalen van roze ouderen

Roze of homoseksuele ouderen vormen een grotendeels ‘onzichtbare’ groep in onze samenleving. Er is weinig over hen bekend, deels omdat ze hun verhalen ‘stil’ of ‘geheim’ houden. Hun levens waren echter vaak ‘stormachtig.’ De titel van het boek met levensverhalen van regenboogouderen is daarom niet voor niets ‘Stormachtig Stil.’

Stormachtig Stil van Eveline van de Puttebevat 27 persoonlijke narratieven van homoseksuele- en transgender ouderen. Het zijn levensverhalen over gevoelens van uitsluiting, verlies en verdriet, maar ook over de ontwikkeling van kracht, eigenheid, vrijheid en verbondenheid. Vaak gaat dit gepaard met verzet tegen stigmatiserende ideeën en negatieve beeldvorming over LHBT+ ouderen. Door middel van het delen van zeer persoonlijke ervaringen zet het boek in op wederzijdse herkenning, begrip en respect tussen (homo- én heteroseksuele) mensen.

De levensverhalen zijn zeer divers. Neem Magda Römgens (85). Ze zegt: “Ik voelde me een verstoten vogel. Toen mijn ouders ontdekten dat ik met Mien ging, was ik niet langer welkom.” Het heeft haar veel verdriet gedaan. Inmiddels is ze langer met Mien dan met de man met wie ze vier kinderen kreeg. Ze vertelt openhartig over de tijd waarin homoseksualiteit verdorven was. Nu maakt ze zich vooral zorgen over de stille uitsluiting van ‘regenboogmensen’ in verpleeghuizen. Iemand de rug toe draaien, de kring sluiten… Met kleine gebaren is al veel te bereiken meent ze, zoals de vlag ophangen, personeel trainen en Roze loper beleid ontwikkelen. Ze draagt daar actief aan bij als Mrs. Senior Pride 2021 en met Tour d’Amour, een interactieve voorstelling met Drag Queen Victoria en initiatiefnemer en auteur Eveline van de Putte om seksuele- en genderdiversiteit van ouderen bespreekbaar te maken.

Terwijl de één, net als Magda, getrouwd is geweest in een heterohuwelijk, en pas op latere leeftijd tegenover gezin en familie uit de kast is gekomen, zijn er anderen die nooit trouwden en enkel kortdurende relaties hadden. We zien ook verschillen in opstelling. Er zijn ouderen met een opvallend actieve en ‘activistische’ levenshouding, zoals Magda, maar ook ouderen die minder op de voorgrond treden.

Historisch gezien is homoseksualiteit lang beschouwd als een afwijking van wat normaal en goed is, dus iets ‘verkeerds’. Vanuit de psychiatrie kreeg men het stempel ‘ziek’, vanuit het geloof ‘zondig’ en vanuit de wet ‘strafbaar.’ Niet verwonderlijk dat de roze ouderen van nu in hun jonge jaren dachten dat ze de enige waren. Ze hadden geen rolmodel. Hun ‘eigenaardige’ gevoelens waren iets waarvoor ze zich schaamden en iets dat ze niet konden plaatsen. ‘Ik voelde me wel anders, maar ik had er nog geen woorden voor,’ zegt Magda.

De schaamte werd vaak versterkt door het feit dat voor je seksuele voorkeur uitkomen, vereist dat je en plein public over intimiteit en seksualiteit spreekt. Dit is, maar was zeker in de tijd waarin de ouderen opgroeiden, grotendeels taboe. Die schaamte leidde er vaak toe dat gevoelens werden onderdrukt of in een geheim dubbelleven werden beleefd. In veel verhalen zien we een emancipatie waarin deze schaamte en onzekerheid uiteindelijk worden overwonnen en de persoon een zekere mate van trots ontwikkelt. Homoseksuele ouderen vertellen dat een wezenlijk deel van hun identiteit gevormd wordt door hun anderszijn en dat zij dit pósitief waarderen. Ze beschouwen hun seksuele voorkeur als een rijkdom en zijn trots op de vrijheid die ze hebben bevochten om eindelijk zichzelf te kunnen zijn.

Wat opvalt is dat er een grote interne diversiteit bestaat als het gaat om leeftijd. De verhalen omvatten verschillende generaties, die allen op (gedeeltelijk) andere manieren met homoseksualiteit als maatschappelijk fenomeen in aanraking zijn gekomen. Zodoende zijn er ook duidelijk verschillen waar te nemen in hun visie op wat homovriendelijke zorg is (of zou moeten zijn) en hoe homoseksualiteit (en seksualiteit überhaupt) sociaal (on-)zichtbaar zou moeten zijn.

Voor de oudere generaties van 75+ lijkt homoseksualiteit grotendeels taboe en vooral een privé-onderwerp. Zij hanteren een impliciete manier van omgaan met hun seksuele identiteit, en zij staan ook meer sceptisch óf zelfs afkeurend tegenover expliciete aandacht en beleid op gebied van roze ouderen. 75+ ouderen zijn bovendien niet gewend over hun gevoelens te praten, en de lhbti+ 75 plussers al helemaal niet. Zij houden zich nog altijd stil in zorgafhankelijke situaties. In één op één gesprekken laten zij voorzichtig blijken dat dit voorkomt uit het nooit mogen praten, en de diepgewortelde angst voor afwijzing en er niet mogen zijn.

Jongere generaties (55+ tot 75+), die (mogelijk) op het punt staan (meer) zorgafhankelijk te worden, staan hier anders in. Veel van hen zijn opgegroeid in de jaren ’60 en ’70 en hebben zich in deze tijd ingezet voor grotere individuele, seksuele en politieke vrijheid. In lijn hiermee achten zij het essentieel voor hun zelfbeeld en sociale identiteit om ook hun seksuele voorkeur en genderidentiteit openlijk en expliciet uit te kunnen dragen. Vanuit deze achtergrond zijn velen niet bereid (op latere leeftijd alsnog) hun homoseksualiteit te verzwijgen en zij maken zich dan ook grote zorgen over het wonen in een zorgcentrum. Ze willen niet opnieuw de kast in.

De verschillen tussen generaties komt ook naar voren in het toekomstperspectief. Sommigen zijn van mening dat de acceptatie en positieve zichtbaarheid van homoseksuele ouderen met de tijd min-of-meer vanzelf zal verbeteren. Anderen, met Magda voorop, menen dat het nodig is om seksuele – en genderdiversiteit actief bespreekbaar te maken. Zij zetten zich bijvoorbeeld actief in als Róze 50+ ambassadeur.

Grootste gemene deler in de verhalen is de dynamiek waarin er enerzijds sprake is van de ervaring ‘anders’ te zijn en als zodanig te worden ‘geclassificeerd’ – wat zowel pijnlijke gevoelens van uitsluiting oplevert als gevoelens van trots en ‘rijkdom’ – en anderzijds de behoefte om te worden (h)erkend als méns. Belangrijk om te beseffen is dat de mensen in het boek de moed hadden om hun verhaal te delen, zelfs met naam en foto. Nog altijd durft de meerderheid van de lhbti+ ouderen dit niet uit angst voor herkenbaarheid en de mogelijk negatieve gevolgen daarvan.

Alle geportretteerden hebben een bijzonder leven gehad en nu ze op leeftijd zijn en zorg en ondersteuning nodig hebben is het goed om meer te begrijpen van het leven dat zij hebben geleid. Kennis van diversiteit draagt bij aan zorg op maat. Een aanrader dus voor mensen in de zorg en het sociale domein om kennis van te nemen.

Boekrecensie in Gerōn (volume 24, issue 4) door Tineke Abma

Eveline van de Putte (2019) Stormachtig Stil – levensverhalen van roze ouderen. Uitgeverij de Brouwerij | Brainbooks ISBN: 9789078905202, 264 blz., € 25

 

Sprakeloos. Ruimte maken voor verzwegen kennis in gerontologisch onderzoek

Sprakeloos. Ruimte maken voor verzwegen kennis in gerontologisch onderzoek

De laatste uitgave van het Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie (december 2022) bevat onderstaande opinie van prof. dr. Tineke Abma, dit is een bewerking van haar lezing tijdens het 16de Nationaal Gerontologiecongres.

In ons huidig tijdsgewricht hechten beleidsmakers en onderzoekers steeds meer belang aan de stem en het perspectief van ouderen in onderzoek. Ouderen zelf trouwens ook. Maar participatie en zeggenschap onderschrijven is één, het in de praktijk brengen blijkt weerbarstig. In een recente systematic review laten James en Buffel (2022)1 zien dat er wereldwijd slechts 26 studies verschenen waarin ouderen participeerden, waarbij de mate van zeggenschap overwegend beperkt was tot informatie-uitwisseling en de samenwerking tussen onderzoekers en ouderen vaak moeizaam verliep. Uit een eerdere literatuurstudie bleek al dat de participatie van ouderen met cognitieve beperkingen en bewoners van een verpleeghuis of woonzorgcentrum in onderzoek te wensen overlaat.2 Wat is ervoor nodig om ouderen wel te horen en ruimte te maken voor hun ervaringen in wetenschappelijk onderzoek?
Laat ik allereerst stilstaan bij de vraag waarom het belangrijk is om ouderen te betrekken bij onderzoek. Dit wordt vaak onderbouwd met inhoudelijke en normatieve argumenten.

Ervaring als een unieke eigenstandige bron van kennis
Inhoudelijk geldt dat ouderen een eigenstandig perspectief hebben op het ouder worden. Een perspectief dat gegrond is in beleefde ervaringen en dat in de antropologie wordt aangeduid als een ‘emic’ (binnenstaander) versus een ‘etic’ (buitenstaander) perspectief. Je kunt als professional of onderzoeker alles weten over het ouder worden, maar dat verschilt wezenlijk van de ervaring. Op grond van het zelf ervaren, verkrijgt iemand kennis over hoe het is om ouder te worden. Deze kennis wordt als uniek beschouwd, in die zin dat je deze kennis niet zou krijgen zonder de ervaring te hebben ondergaan. Door ouderen te betrekken in onderzoek kunnen zij dit perspectief inbrengen waardoor de kennisproductie beter aansluit bij hun leefwereld en bijdraagt aan hun kwaliteit van leven.

Normatieve overwegingen om ruimte te maken voor de stem van ouderen
Het normatieve argument luidt dat ouderen een democratisch recht hebben om betrokken te zijn bij onderzoek, omdat hun belangen op het spel staan. Zij zijn in vele gevallen de beoogde eindgebruikers van de kennis, waarom zouden zij dan niet medebepalend mogen zijn als het gaat om de keuze van onderwerpen die onderzocht worden? Tot op heden zijn het de fondsen en onderzoekers die bepalen wat er wordt onderzocht en op welke wijze. Ouderen sturen hierin nauwelijks mee en zijn daarmee uitgesloten van het proces van kennisproductie. Deze ethische overwegingen voor participatie impliceren dat het intrinsiek belangrijk is om betrokken te zijn. Een stem hebben en gehoord worden heeft op zichzelf al waarde, nog los van de uitkomsten.

Het belang van communicatieve ruimte
Als we het eens zijn over de vraag waarom het belangrijk is om ouderen te betrekken, is de vervolgvraag hoe onderzoekers dat op zo’n manier kunnen doen dat ouderen de participatie als betekenisvol ervaren. Wat hierbij opvalt is dat het antwoord wordt gezocht in betere methoden en technieken en structuren. Denk aan het inzetten van kwalitatieve en creatieve methoden en aan het maken van formele afspraken over de taken, rollen en verantwoordelijkheden van ouderen als actieve betrokkenen in onderzoek.

Op zich is er niks mis met het vooraf maken van afspraken met ouderen die als mede-onderzoekers participeren. In tegendeel. Echter, de ervaring leert dat het fout kan gaan als betrokkenen veronderstellen dat er daarna geen relationele afstemming meer nodig is over de wederzijdse verwachtingen. Het proces van samenwerken tussen onderzoekers en ouderen gaat namelijk vaak gepaard met misverstanden, frustraties, stress en onzekerheden.3 4 Dit los je niet op met afspraken aan de voorkant.

Participatief onderzoek is in dat opzicht meer dan een functioneel en methodisch-technisch vraagstuk. Het gaat om een gezamenlijk moreel-relationeel leerproces waarbij onderzoekers en ouderen samen onderzoeken wat er toe doet in de levens van ouderen (zogenoemde pressing issues). Wat houdt ouderen bezig, waar maken zij zich ongerust over en waar willen zij meer over te weten komen? Tegelijkertijd leren de onderzoekers en ouderen over het proces van samenwerken; bijvoorbeeld hoe je democratisch besluiten neemt en hoe je inclusief werkt. Hoe voorkom je dat alleen activisten en bevoorrechte ouderen aan tafel zitten?5 Dit vraagt om een ‘communicatieve ruimte’ waarbij onderzoekers bewust ruimte maken voor de inbreng van ouderen in het onderzoeksproces en zij met elkaar in dialoog gaan. Het concept van communicatieve ruimte vindt zijn oorsprong in het werk van Habermas (1987),6 die de ideale plek voor mensen om samen te komen omschrijft als een plaats van wederzijdse erkenning, perspectiefwisseling en bereidheid om je te verplaatsen in en te leren van de ander.

Silencing oftewel hoe macht interfereert in onderzoek
Macht interfereert onvermijdelijk in dit soort processen, en bepaalt welke stemmen wel/niet op waarde worden geschat, en daarmee welke kennis wel/niet wordt gewaardeerd. Het concept silencing is hierbij behulpzaam. Silencing is lastig te vertalen maar gaat voorbij het ‘tot zwijgen brengen’ van iemand. Het gaat verder dan iemand de gelegenheid om te spreken te ontnemen, maar betreft het betwisten van de geldigheid van iemands uitspraken. Oftewel bij voorbaat wordt de spreker en het verhaal al gediskwalificeerd als zijnde onbetrouwbaar. Het gaat dus niet om momenten waarop individuen monddood worden gemaakt, maar om de structurele dimensies van het stil maken van bepaalde groepen mensen. Deze uitsluiting kan allerlei vormen aannemen, denk aan (self)ageism, iemand bespotten, ervaringen afdoen als ‘slechts’ anekdotes of het kapen van een gesprek.

Ik herinner me een participatief onderzoek met ouderen in Zeeland waarbij goed opgeleide, oudere mannen steeds als eerste het woord namen en lang van stof waren waardoor de vrouwen niet aan het woord kwamen. Dit had alles te maken met gewoonten en genderverhoudingen. De onderzoeker probeerde de mannen erop te attenderen dat in een democratisch proces iedereen een stem heeft, maar het bleek lastig om die dynamiek te doorbreken. Als je altijd alle ruimte hebt gekregen om te praten, is de kans groot dat je dit als volkomen normaal beschouwt. Als iemand je er dan op wijst dat je daarmee de spreekmogelijkheid van anderen inperkt, kan dat voelen als een inbreuk op de persoonlijke vrijheid. Uiteindelijk ontstond er pas communicatieve ruimte voor de oudere vrouwen en werd de silencing doorbroken, toen twee mannen besloten zich terug te trekken. Vanaf dat moment begonnen de vrouwen hun stem te articuleren.7

Kennis verdwijnt ook omdat niet alle ouderen de taal machtig zijn of kunnen spreken op een samenhangende wijze. Denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderen met cognitieve beperkingen. Onze academische methoden gaan er vanuit dat deelnemers autonome sprekende subjecten zijn. Dit leidt ertoe dat een grote groep ouderen systematisch onder gerepresenteerd is. Backhouse en collega’s verwoordden hoe ouderen met cognitieve beperkingen systematisch uit onderzoek worden geschreven waardoor hun stem verloren gaat en roepen toekomstig onderzoekers op om ook ruimte te maken voor deze stemmen:

‘Residents with cognitive difficulties were often screened out from studies or only informally involved. If involved, cognitive difficulties could greatly restrict residents’ involvement. Future research should explore the best ways to involve residents with cognitive difficulties in studies, so that their voices can be heard’ (Backhouse, et. al. 2016, p. 337)2

Ten slotte is er veel wat onzegbaar is, en niet geuit kan worden in woorden. Het gaat hierbij vaak om ervaringen van liefde, pijn, lijden.

Kennisonrechtvaardigheid
Dit alles leidt tot epistemic injustice:

‘In all such injustices the subject is wronged in her capacity as a knower. To be wronged in one’s capacity as a knower is to be wronged in a capacity essential to human value.’ (Fricker, 2007, p.5)8

Als ouderen niet erkend worden als ‘legitieme kenners’ dan wordt hen een fundamentele menselijke capaciteit ontzegd. Dit heeft ethische en epistemologische consequenties. Als we ouderen, ook ouderen die minder mondig zijn, niet betrekken in onderzoek dan tast dit hun menselijke waardigheid aan omdat zij geen erkenning krijgen als zijnde een kenner van de wereld. Daarnaast is het zo dat als de perspectieven van degenen zonder macht en stem in onze sociale wereld ongehoord blijven, onze collectieve kennis hulpbronnen minder robuust en betrouwbaar zijn. Er treedt klassiek gezegd een enorme selectie bias op. Degenen zonder macht wordt het zwijgen opgelegd en dit leidt tot een onvolledig en onnauwkeurig begrip van de wereld. Er is daarom behoefte aan inclusievere onderzoekspraktijken.

Inclusievere onderzoekspraktijken
Om onze onderzoekspraktijken inclusiever te maken, kunnen we werken met welkomst rituelen, stilte meer waarderen, veilige plekken creëren en al onze zintuigen gebruiken. Juist omdat macht en processen van silencing interfereren, is het randvoorwaardelijk dat de onderzoeker het gezamenlijke morele leerproces vorm geeft door gezamenlijke reflecties op het proces van samenwerking in te bouwen. Dit vraagt om een zorg-ethische houding van de onderzoeker. Kortom, van de onderzoeker wordt niet alleen een technische bekwaamheid gevraagd, maar ook een ethos van aandachtigheid, empathie en solidariteit.

Dit alles begint bij het opnieuw doordenken van de momenteel overheersende kennistheorie in de gerontologie. Deze is te schetsen als verticaal waarbij de expert boven de leek staat, objectief boven subjectief, rationeel boven emotioneel. De kennispiramide is er het symbool van. Participatief onderzoek met ouderen vraagt echter om de erkenning van epistemische pluraliteit (meerdere vormen van kennis) en kennissystemen die meer horizontaal zijn (naast elkaar bestaan van kennisvormen). Een horizontale epistemologie waardeert wetenschappelijke kennis, maar deze epistemologie schenkt evenveel waarde aan praktisch-professionele kennis ontwikkeld door beoefenaars in hun praktische werk met ouderen, evenals aan de ervaringskennis van ouderen als een vorm van geldige kennis; en het waardeert artistiek-creatieve vormen als uitingen van kennis die niet kunnen worden gezegd of in woorden uitgedrukt.9

Zo is er een wereld te winnen als het gaat om onderzoek met ouderen. Het zal de ethische relatie tussen onderzoekers en ouderen en de kwaliteit van kennis en kwaliteit van leven van ouderen ten goede komen als we hierin investeren.

Literatuurlijst

  1. James H, Buffel T. Co-research with older people: a systematic literature review. Ageing Soc. Published online 2022:1-27. doi:10.1017/s0144686x21002014
  2. Backhouse T, Kenkmann A, Lane K, Penhale B, Poland F, Killett A. Older care-home residents as collaborators or advisors in research: a systematic review. Age Ageing. 2016;45(3):337-345. doi:10.1093/ageing/afv201
  3. Baur V, Abma T. ‘The Taste Buddies’: participation and empowerment in a residential home for older people. Ageing Soc. 2012;32(6):1055-1078. doi:10.1017/s0144686x11000766
  4. Bindels J, Baur V, Cox K, Heijing S, Abma T. Older people as co-researchers: a collaborative journey. Ageing Soc. 2014;34(6):951-973. doi:10.1017/s0144686x12001298
  5. Barnes M, Harrison E, Murray L. Ageing activists: who gets involved in older people’s forums? Ageing Soc. 2012;32(2):261-280. doi:10.1017/s0144686x11000328
  6. Habermas J. Lifeworld and system: A critique of functionalist reason, Volume 2. Cambridge: Polity Press; 1987.
  7. Bendien E, Groot B, Abma T. Circles of impacts within and beyond participatory action research with older people. Ageing Soc. 2022;42(5):1014-1034. doi:10.1017/s0144686x20001336
  8. Fricker M. Epistemic Injustice. Power & the Ethics of Knowing. New York, Oxford University Press;
  9. Abma T. Ethics work for good participatory action research: Engaging in a commitment to epistemic justice. Beleidsonderzoek online. 2020;0(6). doi:10.5553/bo/221335502020000006001
Een bewuste blik op beeldvorming: zet ouderen in hun kracht

Een bewuste blik op beeldvorming: zet ouderen in hun kracht

Leeftijdsdiscriminatie (ageism) heeft een negatief effect op de kansen van ouderen in de samenleving, op de arbeidsmarkt en op hun gezondheid en welbevinden. Alle reden voor Leyden Academy om een interactief seminar over dit onderwerp te organiseren. Afgelopen donderdag wierpen sociaal en cultureel gerontoloog dr. Elena Bendien, arts, verouderingswetenschapper en hoogleraar David van Bodegom, assessment psycholoog drs. Linda van den Driessche en antropoloog dr. Jolanda Lindenberg samen met de deelnemers een frisse blik op thema’s die samenhangen met vergrijzing in onze samenleving en leeftijdsvriendelijke beeld en taal.

Wat is ageism?
De Wereldgezondheidsorganisatie definieert ageism als stereotypering (hoe we denken), vooroordelen (hoe we ons voelen) en discriminatie (hoe we handelen) van mensen op basis van hun leeftijd. Het is een van de vaakst voorkomende vormen van discriminatie. Dit heeft nadelen voor de betrokkenen én voor de samenleving als geheel. Onjuiste overtuigingen genereren en versterken angsten voor het ouder worden en leggen foutieve verbanden tussen leeftijd en competenties. In plaats van oudere mensen te infantiliseren en paternalistisch te behandelen, moeten we taboes weghalen en werken aan bewustwording over het ouder worden.

“Je bepaalt zelf de grens van wat je oud vindt. Naarmate we meer kaarsjes uitblazen, verleggen we die grens.” – Elena Bendien

In gesprek over ageism
De deelnemers aan het seminar kwamen uit verschillende richtingen; ANBO, KBO-PCOB, FNV, mantelzorgondersteuning en Universiteit van Amsterdam maar ook een psycholoog, een auteur en studenten van Rijksuniversiteit Groningen. Na minicolleges over ageism, biologie van veroudering, werkende ouderen en beeldvorming van ouderen, reflecteerden de deelnemers over hun eigen toekomst. Ook dachten ze op basis van onderzoek na over hoe we in taal en beeld meer recht kunnen doen aan de diversiteit onder ouderen.

“Ik vond de interactie met mensen vanuit verschillende disciplines fijn, en dat er ruimte was om vragen te stellen.” – Deelnemer

Stereotypering kan leiden tot kansenongelijkheid
De stereotype beelden in onze samenleving doen vaak geen recht aan de diversiteit van deze groep en onze cultuur en (sociale) media versterken dit beeld. Ouderen worden gezien als vitale levensgenieters, type ‘Zwitserlevengevoel’ of als afhankelijke en zorgbehoevende mensen die een kostenpost zijn. De werkelijkheid is heterogeen en genuanceerder. We zouden ook meer aandacht moeten hebben voor de positieve kant van een langer leven, want dat we steeds ouder worden is een feit. Waarom zetten we ouderen niet meer in hun kracht, zoals in andere culturen juist gebruikelijk is? Zo hebben oudere werknemers veel kennis en zijn ze uitermate loyaal. En denk eens aan al het vrijwilligerswerk, het oppassen en de mantelzorg.

Wil je meer weten over ouder worden, ageism en beeldvorming, wil je handvatten krijgen en erover meepraten? Laat het ons (leijs@leydenacademy.nl) weten en we informeren je over een mogelijk volgend seminar.

Werkplezier is leefplezier

Werkplezier is leefplezier

Hoe bied je zorg die bijdraagt aan zowel leefplezier als werkplezier? Deze vraag stond centraal tijdens de interactieve sessie van onderzoekers Charlotte van den Eijnde, Marleen Dohmen en Josanne Huijg op het 22ste Verenso-regiocongres Zeeland/West-Brabant ‘Niets is dat het lijkt’ dat onlangs plaatsvond. Aan de hand van de videoreeks Liefdevolle Zorg in de Praktijk wisselden zij met de deelnemers, specialisten binnen de ouderengeneeskunde, van gedachten over de vier thema’s van het leefplezierplan: kennen van de bewoner, bijdragen aan leefplezier, omgaan met dilemma’s en leren van ervaringen.

Uit de gesprekken kwam naar voren dat bijdragen aan leefplezier creativiteit vergt:
“Een bewoner bij ons op de afdeling is vaak onrustig tijdens de ADL. We wisten over zijn passie voor paarden en kwamen zo op het idee om de geur van de manege naar het verpleeghuis te brengen. Dit droeg bij aan een vertrouwde omgeving voor deze bewoner. Het werkte, de geur nam zijn onrust weg”, aldus een deelnemer.

Ook vraagt leefplezier om stilstaan en reflecteren op je eigen handelen:
“Niemand had eigenlijk een goed antwoord op de vraag waarom een van onze bewoonsters zo veel medicatie slikte. Ik ben gaan praten met collega’s en naasten. In overleg zijn we de medicatie gaan afbouwen. Gaandeweg kwam de persoon achter de bewoner tevoorschijn; mevrouw werd veel vrolijker. Ik werk daar inmiddels niet meer, maar ze vraagt nog steeds naar me”, vertelde een andere deelnemer.

Daarnaast is er ruimte en vertrouwen nodig, op verschillende niveaus:
Een deelnemer: “Volgens mij zouden we allemaal zo willen werken, maar in hoeverre is er ruimte in het systeem om regels en zekerheid los te laten, en erop te vertrouwen dat wij het goede willen doen?“

Dat leefplezier bijdraagt aan werkplezier bleek ook weer uit deze sessie. De deelnemers wisselden enthousiast mooie voorbeelden uit en deelden moreel ethische dilemma’s in de zorg voor bewoners. Ook voor Charlotte, Marleen en Josanne bracht de sessie veel werkplezier: “Wat is er mooier dan een sessie te mogen geven over een onderwerp dat je aan het hart gaat en medestanders te vinden op de weg naar meer leefplezier”.

Wilt u ook meer leef- en werkplezier? Lees dan onze publicatie ‘Leefplezier op locatie’. Wilt u hiervan een papieren versie ontvangen? Mail dan naar info@leydenacademy.nl

Vitality Walk: kersteditie. Loopt u mee?

Vitality Walk: kersteditie. Loopt u mee?

Ieder kwartaal organiseert Leyden Academy een Vitality walk. Bewegen is gezond en samen bewegen is bovendien gezellig. Of u nu met pensioen bent, een vrije dag of pauze van werk, school of studie hebt; iedereen is van harte welkom om mee te lopen. Na twee coronajaren is de kerstmarkt in Leiden weer geopend. Dus lopen we op dinsdag 20 december traditiegetrouw door de oude binnenstad richting de sfeervolle Hooglandse Kerkgracht. Misschien geen drijvende versie van de kerstmarkt dit jaar, maar minstens zo gezellig. Loopt u mee?

Datum
Dinsdag 20 december 2022

Tijd
12.00-13.00 uur (lunch zelf te verzorgen)

Locatie
Start/einde Leyden Academy Poortgebouw Zuid, kamer 0.15 Rijnsburgerweg 10, Leiden
071-5240960
info@leydenacademy.nl

Aanmelden is niet noodzakelijk en deelname is geheel vrijblijvend.

En de Jo Visser award 2022 gaat naar …….

En de Jo Visser award 2022 gaat naar …….

Gevoelens omzetten in dans bevordert levenskwaliteit
Gisteren is tijdens een feestelijke bijeenkomst in De Nieuwe Liefde te Amsterdam, ter gelegenheid van het vijfjarige bestaan van stichting UP!, de jaarlijkse Jo Visser award uitgereikt aan Marc Vlemmix. Hij is oprichter van Marc Vlemmix Dance, een gezelschap van mensen die elkaar hebben gevonden in het dansen om lijf en geest in beweging te houden en zo hun kwaliteit van leven positief beïnvloeden. Marc ontving de prijs voor zijn film ‘I Found You’; een duet tussen Marc en Rosan Chinnoe (partners in leven en kunst) met Marc voor de camera en Rosan erachter. Deze film ging op 21 juni 2022 in première op het Arts & Health Festival van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Het is een verhaal van moed, schoonheid, liefde en hoop. Precies zoals Marc en Rosan de afgelopen tien jaar duizenden mensen met Parkinson, Reuma en MS aan het dansen hebben gekregen met het doel de levenskwaliteit te vergroten.

“Ik ben elke keer weer onder de indruk hoe Marc zijn gevoelens omzet in dans en hoe dans een blijvende uitweg is die hem door dit proces sleept. Veel kennis en existentiële complexiteit die opgeslagen zit in lichaam en onzegbaar is toont hij. Mijn complimenten, ook aan Rosan!” – Prof. dr. Tineke Abma

Dans maakt het leven de moeite waard
Marc was 37 jaar toen hij de diagnose Parkinson kreeg. Maar hij bleef dansen. Totdat medicijnen niet meer toereikend waren. Een paar keer per dag viel hij compleet stil, afwisselend met momenten van ongecontroleerde beweeglijkheid. Eind 2021 was een hersenoperatie zijn laatste strohalm. Electrodenimplantaten stimuleren sindsdien zijn hersens met een continue stroomimpuls om zijn motoriek te verbeteren. En met succes. De Parkinson is niet weg, maar de symptomen zijn veel minder grillig. Het dansen maakt zijn leven weer de moeite waard.

Gedachtegoed
De Jo Visser award is bedoeld om het gedachtegoed van oprichtster Jo Visser te eren en werd dit jaar voor de elfde keer uitgereikt door fondsmanager Danielle Swart. De wisselbokaal in de vorm van een pauw staat voor trots en waardigheid en gaat gepaard met een geldprijs van 5000 euro. Met deze prijs wil het Jo Visser fonds vernieuwende projecten aanjagen en ideeën verder helpen in hun ontwikkeling. Zor heeft Ester van der Geest vorig jaar de award gewonnen met haar sociale innovatie BROOS/lab, waarin familie, naasten, zorgprofessionals en studenten de handen ineenslaan om te leren over en te experimenteren met anders en beter contact maken met mensen met dementie in een verpleeghuis middels liefde- en aandachtvolle aanraking.

Benieuwd naar de recente internationale publicatie over de waarde van dans voor mensen met Parkinson en Multiple Sclerose? Klik dan hier!

Benieuwd naar de leergang ‘Goed leven, goede zorg voor ouderen’?

Benieuwd naar de leergang ‘Goed leven, goede zorg voor ouderen’?

Dan heeft u geluk, er zijn nog een vijftal plaatsen beschikbaar voor de leergang die in januari van start gaat. De opleiding is ontwikkeld voor inhoudelijk gedreven bestuurders, directeuren en zorgprofessionals en biedt inspirerende colleges van topdocenten met volop ruimte voor bespiegeling, discussie, bijzondere ontmoetingen met ouderen, een werkbezoek en een studiereis naar Zweden. Met elkaar gaan we op zoek naar antwoorden op vragen als: hoe ziet goede zorg voor ouderen eruit, nu en in de toekomst? Hoe navigeer je als bestuurder tussen verschillende, soms zelfs tegenstrijdige, belangen en verwachtingen? Hoe formuleer je een duurzame visie in een voortdurend veranderende context en welke waarden geven hierbij houvast?

Klik hier voor meer informatie over en het uitgebreide programma van de executive leergang ‘Goed leven, goede zorg voor ouderen’. Hieronder treft u het programma in het kort:
19 en 20 januari – De wetenschap van het ouder worden (gerontologie)
16 en 17 februari – De nieuwste inzichten van de ouderengeneeskunde (geriatrie)
16 en 17 maart – De organisatie van de gezondheidszorg voor ouderen
13 en 14 april – De laatste fase van het leven
22 t/m 25 mei – Studiereis: de zorg voor ouderen in Zweden
29 en 30 juni – Venster op de toekomst

“De ouderenzorg staat voor grote uitdagingen, dat weten we allemaal. Deze leergang biedt een goede combinatie van diepgang vanuit verschillende theoretische perspectieven en onderlinge discussies in de groep. Dit heeft mij vernieuwende en eigentijdse inzichten gebracht, ondanks dat ik al heel wat jaren meeloop in dit werkveld. Het geeft veel inspiratie om er mee aan de slag te gaan!” – Monique Janus, directeur Zorg Laverhof (deelnemer 2022)

Onderstaande toonaangevende sprekers werk(t)en onder andere aan de leergang mee:

  • dr. M. Bussemaker, Wetenschap, beleid en maatschappelijke impact, LUMC en voorzitter Raad voor Volksgezondheid & Samenleving
  • prof. dr. D.J.H. Deeg, Epidemiologie van de veroudering, Amsterdam UMC
  • dr. P.P.T. Jeurissen, Betaalbaarheid van zorg, Radboudumc
  • dr. C. Leget, Zorgethiek, Universiteit voor Humanistiek
  • dr. A.B. Maier, Gerontologie, VU en University of Melbourne
  • L.B.M. Neven, lector Active Ageing, Avans Hogeschool
  • prof. mr. dr. E. Sutorius, Strafrechtwetenschap, UvA
  • D.P. Touwen, Medische Ethiek en Gezondheidsrecht, LUMC

Mocht u vragen hebben of interesse in deelname, neem dan contact op met Ellen Plasmeijer (071-524 0960, plasmeijer@leydenacademy.nl).

Podcastserie Trans & Oud(t) op Transgender Gedenkdag

Podcastserie Trans & Oud(t) op Transgender Gedenkdag

Gelukkig is er steeds meer aandacht voor genderdiversiteit. Jonge transmannen en transvrouwen vertellen over hun leven in tv-programma’s, documentaires en in bladen. Eén groep blijft echter onderbelicht: transgender ouderen, een boeiende groep pioniers die antwoorden op hun vragen zochten in een tijd zonder voorbeelden.

Rolmodellen
De transgender ouderen van nu zijn de eersten die de mogelijkheid hadden een geslachtsaanpassende operatie te ondergaan. Bovendien zijn zij rolmodellen voor de jonge generatie. Krachtige mensen die laten zien dat het – ondanks gebrek aan informatie, negatieve reacties uit de omgeving, het idee ‘de enige’ te zijn – toch mogelijk is om echt jezelf te worden. Reden genoeg om deze ouderen in de podcastserie Trans & Oud(t) aan het woord te laten.

Transgender Gedenkdag
Iedere twee weken plaatsen we een aflevering. De eerste aflevering zal op zondag 20 november, de internationale Transgender Gedenkdag, verschijnen. Op deze dag wordt stilgestaan bij de mensen die zijn vermoord als gevolg van transfobie en wordt er aandacht gevraagd voor geweld tegen transgenders.

De eerste aflevering
Kaat en Marica zijn al zestien jaar samen als Marica naar de huisarts gaat om over haar gevoelens te vertellen. Kaat is een paar dagen weg voor haar werk. Wanneer ze niets vermoedend thuiskomt, ligt daar een verwijsbrief op tafel voor de genderpoli van de VU. In deze aflevering vertellen zij hoe zij elkaar liefdevol mee op reis hebben genomen.
Klik hier of hieronder om de podcast te beluisteren.

“Wat een reis hebben Kaat en Marica gemaakt, toen Kaats man na zestien jaar samen zijn in transitie ging. Mooi hoe ze elkaar zijn blijven vinden. Bijzondere anekdote vond ik dat Marcia in zijn leven als man op zijn vader leek en redelijk met hem botste, maar dat ze nu als vrouw milder wordt en steeds meer op haar moeder lijkt. Echt een heel indrukwekkend verhaal van een positief stel.” – Yvonne

Trans & Oud(t) is een initiatief van Leyden Academy en Roze 50+, ondersteund door stichting Hofje Codde en Van Beresteyn en gemaakt door Eveline van de Putte en Mirjam van Dijk.

Om u wegwijs te maken in de transgendertaal verwijzen we naar de woordenlijst op de website van Transgender Netwerk Nederland.

Gelijke rechten voor vrouwen

Gelijke rechten voor vrouwen

Oudere vrouwen vervullen een belangrijke rol door het verlenen van zorg in onze samenleving, en er is een groeiende groep oudere vrouwen die leiderschap toont en actief zijn in hun lokale gemeenschappen. Elena Bendien en Tineke Abma stellen dat traditionele beelden van oudere vrouwen als verzorgers de mogelijkheden van vrouwen om zelf invulling te geven aan het leven beperken. Zelfs al krijgen vrouwen gelijke rechten dan nog kan de hardnekkige beeldvorming vrouwen beperken. We moeten stoppen te denken over oudere vrouwen als grootmoeders, informele zorgverleners of oppas voor de kleinkinderen. We hebben alternatieve rollen en beelden nodig om nieuwe generaties te inspireren en om een ​​veel rijker scala aan rollen te creëren, passend bij de talenten, creativiteit en ambities van oudere vrouwen. Om dit te illustreren presenteren ze bevindingen uit een participatief actieonderzoek met een groep Zeeuwse vrouwen die ontsnapten uit de frames over oudere vrouwen.

“We zijn niet zomaar oude vrouwen die onzichtbaar vrijwilligerswerk doen. Ik wil dat mensen zien wat we doen en wat we nog kunnen doen. Ik wil dat mensen begrijpen wat voor soort macht wij vertegenwoordigen. Ik vind het vervelend om zelf de aandacht op te eisen, dus laten we het podium aan anderen geven zodat iedereen ons kan zien.” Susan, 67 jaar

Bendien en Abma schreven er een hoofdstuk over voor het boek Older Women in Europa – A Human Rights-Based Approach van Isabella Paoletti, over de kracht, vrijheid, vasthoudendheid, vastberadenheid, veerkracht, onafhankelijkheid, sociale en politieke betrokkenheid van oudere vrouwen. De auteurs die aan deze publicatie hebben bijgedragen vragen ruimte te maken voor ouderen en oudere vrouwen in het bijzonder. Hoe gaat de samenleving discriminatie op grond van leeftijd en geslacht aanpakken? Hoe moeten de werksituaties veranderen om oudere werknemers en in het bijzonder oudere vrouwen te steunen? Hoe moet het pensioenstelsel veranderen? Het boek hanteert een op mensenrechten gebaseerde benadering en biedt waardevolle inzichten voor een breed scala aan mensenrechtenactivisten, professionals, beleidsmakers en sociale wetenschappers, en oudere vrouwen zelf.