Intergenerationele filmfestivals

In samenwerking met stichting RCOAK en fonds Sluyterman van Loo heeft Leyden Academy in 2018 twee intergenerationele filmfestivals geëvalueerd, om het effect te meten op de beeldvorming. Tijdens de Silverscreen filmfestivals werden films met ouderen in de hoofdrol getoond om het debat over ouder worden en oud zijn tussen oud en jong (in Rotterdam) en tussen verschillende generaties (in Amsterdam) op gang te brengen. Tijdens deze filmfestivals zijn ouderen en andere generaties in beeld gebracht. Het bracht jong en oud in contact over opgroeien en oud worden, en gaf ruimte voor dialoog tussen de generaties. Hoe stonden en staan ze in het leven? Wat verwachten ze van elkaar in tijden van voor- en tegenspoed? Hoe kunnen ze samen antwoorden bieden op de uitdagingen van ons land en de planeet?

Leyden Academy brengt de ervaringen van de bezoekers aan deze festivals in kaart, en dan specifiek de beeldvorming rondom ouderen en (inter)generationele aspecten. Film lijkt een geschikt middel om de discussie over het ouder worden te faciliteren. Het is daarbij belangrijk dat de discussie zich niet alleen richt op zorg, omdat daarmee een automatische associatie ontstaat met afhankelijk, zielig en oud, terwijl er zoveel positievere associaties zijn bij het ouder worden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Koninklijke onderscheiding voor Joris Slaets

Koninklijke onderscheiding voor Joris Slaets

Leiden, 11 november 2019 – Als erkenning voor zijn bijdrage aan de kwaliteit van leven van kwetsbare oudere mensen, kreeg prof. dr. Joris Slaets vanmiddag in de Leidse Marekerk een koninklijke onderscheiding uitgereikt door Marleen Damen, locoburgemeester en wethouder gezondheid, jeugdzorg en welzijn in Leiden. Slaets is benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.

Vergroten van leefplezier
Joris Slaets gaat per 1 december a.s. met pensioen als directeur-bestuurder van kennisinstituut Leyden Academy on Vitality and Ageing (sinds 2015) en als hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (sinds 1998). In zijn loopbaan als ouderenarts en wetenschapper heeft Slaets zich altijd ingezet voor het welzijn van mensen in de laatste fase van hun leven. Zo verzette hij zich als één van de eerste artsen tegen de neiging om te lang door te behandelen in het ziekenhuis en heeft hij in recenter jaren onder meer geijverd om studenten geneeskunde al vroeg in de opleiding te leren met het sterven om te gaan en betekenisvolle gesprekken te voeren met hun patiënten. In zijn periode bij Leyden Academy heeft Slaets zich met zijn team vooral gewijd aan een paradigmaverschuiving in de verpleeghuiszorg, waar kwaliteit van zorg niet langer moet worden afgemeten aan het beperken van narigheid maar aan het vergroten van het leefplezier van bewoners.

Voorganger en opvolgster
Slaets kreeg het lintje opgespeld na afloop van een afscheidsbijeenkomst ter gelegenheid van zijn pensionering in de Marekerk in Leiden, waarin diverse sprekers reflecteerden op de vraag ‘Goede zorg voor ouderen. Wat staat ons te doen?’. Het programma omvatte onder meer voordrachten van Pauline Meurs (hoogleraar Bestuur van de Gezondheidszorg, Erasmus Universiteit Rotterdam) en Hanneke Joosten (internist ouderengeneeskunde, Maastricht UMC+). Ook Rudi Westendorp, voorganger van Slaets in de directie van Leyden Academy en momenteel hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen, verzorgde een presentatie, evenals Slaets’ opvolgster in de directie per 1 december a.s.: Tineke Abma, hoogleraar Participatie & Diversiteit aan Amsterdam UMC.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels via tel. (06) 34614817 of e-mail.

 

Graag presenteren we Loek, het nieuwe ‘gezicht’ van Leyden Academy

Graag presenteren we Loek, het nieuwe ‘gezicht’ van Leyden Academy

Ieder jaar wordt op 11 november, op de ‘verjaardag’ van Leyden Academy, het portret van een vitale oudere onthuld. Dat portret zal dan een jaar lang onze website, sociale media-accounts en diverse communicatiemiddelen sieren.

Voor komend jaar hebben we het genoegen u aan de 94-jarige Loek Middel uit Rosmalen voor te stellen. Loek is in Indonesië geboren en is dankzij zijn Nederlandse vader en Indonesische moeder met beide culturen opgegroeid. Na hun huwelijk verhuisde Loek en zijn echtgenote Anneke naar Nederland. Loek heeft in zijn werkzame leven als beroepsmilitair het nodige meegemaakt, met als dieptepunten zijn gevangenschap door de Japanners en de evacuatie van mensen en dieren tijdens de watersnoodramp in 1953. Toch kijkt hij nu – met twee zoons, vier kleinkinderen en vijf achterkleinkinderen – terug op een ‘rijk’ lang leven.

Als Loek iets kan meegeven over een goede oude dag, dan is het wel het belang om fysiek en mentaal in beweging te blijven. Zelf doet hij nog wekelijks aan Tai Chi en line-dansen, gaat hij graag met het openbaar vervoer naar Amsterdam, is hij hobbyfotograaf en heeft hij een zwak voor alles wat met techniek te maken heeft. Zo was het maken van een selfie en deze even e-mailen, geen enkel probleem. Wat ons betreft een geweldig voorbeeld van vitaal ouder worden!

De portretfoto van Loek is gemaakt door fotograaf Henk Aschman.

Tien jaar cadeau, nieuw boek David van Bodegom en Rudi Westendorp

Tien jaar cadeau, nieuw boek David van Bodegom en Rudi Westendorp

Op 27 november a.s. verschijnt bij uitgeverij Atlas Contact het nieuwste boek van David van Bodegom, arts en verouderingswetenschapper bij Leyden Academy. Samen met Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen, presenteert hij ‘Tien jaar cadeau. Een nieuwe aanpak om langer gezond te leven’. De auteurs delen hierin hun belangrijkste inzichten over ouder worden, gezondheid en vitaliteit. Is het echt mogelijk om jezelf – of een ander – tien gezonde levensjaren cadeau te doen, zoals de titel van het boek suggereert? Ja, zeggen Van Bodegom en Westendorp. En de sleutel daartoe ligt in onze omgeving.

Pak de omgeving aan
Verwacht in ‘Tien jaar cadeau’ geen opgeheven vingertjes; deze benadering gaat uit van verleiden in plaats van verbieden. Van Bodegom: “Dertig jaar lang hebben we van onze dokters en Postbus 51-spotjes gehoord dat we meer moeten bewegen en niet te veel, te vet, te zoet of te zout mogen eten. Dit heeft niet bepaald geholpen: we zijn in Nederland alleen maar dikker geworden, we zijn zitkampioen van Europa en zuchten onder welvaartsziekten die vooral met pillen worden bestreden. Dit is niet onze schuld: het komt door onze moderne omgeving. Toen ik onderzoek deed op het platteland van Ghana heb ik gezien hoe gezond mensen oud kunnen worden, als ze niet voortdurend in de verleiding komen om te eten en te zitten. Maar als je zo’n fitte, slanke Ghanees in onze omgeving neerzet, wordt hij uiteindelijk ook dik. We moeten dus die omgeving aanpakken.”

Naar een gezonde routine
Door je te omringen met slimme verleidingen, kunnen gezonde keuzes ongemerkt onderdeel worden van je dagelijkse routine: in de keuken, de woonkamer, de slaapkamer, de supermarkt, het werk en de wijk. Al die kleine aanpassingen die zich steeds weer herhalen, tellen op tot een groot en duurzaam effect. Van Bodegom: “We denken weleens dat we dik worden van de dagen tussen Kerst en Nieuwjaar. Maar we worden dik van de dagen tussen Nieuwjaar en Kerst. We zouden moeten leven zoals het past bij de mens: scharrelen, de hele dag door in touw zijn, iets minder eten en goed slapen. Dan kunnen we er tien gezonde jaren bij winnen. En als we die gezonde routine op orde hebben, dan kan er tussendoor best eens een zak patat in of een luie zondagmiddag op de bank.”

De vier V’s
Van Bodegom en Westendorp introduceren in het boek hun nieuwe aanpak die bestaat uit vier woorden die met een V beginnen. De eerste strategie is die van ‘verwijderen’: zet ongezonde prikkels uit het zicht. Bewaar koekjes dus niet in een glazen pot maar in een dichte trommel, en zet die niet op de salontafel maar in een keukenkastje. Zo kom je niet steeds in de verleiding er (nog) eentje te pakken. ‘Vervangen’ kan ook: wissel die koekjes om voor ongebrande nootjes. En leg op ooghoogte in de koelkast een schaaltje worteltjes waar normaal de slagroomsoesjes staan. In de openbare ruimte kun je moeilijker verleidingen verwijderen of vervangen, hier kun je beter ‘vermijden’: als je weet dat je bij de warme bakker altijd zwicht voor een kaascroissant, loop dan een blokje om. Of je ‘voorbereiden’: eet alvast een banaan en drink een flesje water voordat je naar die receptie gaat. Dan ben je wat beter bestand tegen de schalen bitterballen, wijn en bier.

Tien jaar cadeau. Een nieuwe aanpak om langer gezond te leven van David van Bodegom en Rudi Westendorp verschijnt op 27 november 2019 bij uitgeverij Atlas Contact. U kunt het boek nu alvast reserveren bij uw lokale boekhandel of via Bol.com. De auteurs schreven eerder samen de bestseller Oud worden in de praktijk (2015), Van Bodegom schreef daarnaast Ontpillen (2018) en Het geheim van de schildpad (2019).

Toekomstige non profit managers bezoeken Leyden Academy

Toekomstige non profit managers bezoeken Leyden Academy

Op 24 oktober 2019 kregen we bezoek van een groep studenten van de masteropleiding Management in Non Profit Organisations aan de Hochschüle Osnabrück in Duitsland. De 24 studenten hadden zeer uiteenlopende achtergronden, zowel in hun land van herkomst als in het type non profit organisatie waarop zij zich richten. Hun studiereis in Nederland leidde dan ook langs uiteenlopende organisaties, van Artsen Zonder Grenzen in Amsterdam, de Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons (OPWC) in Den Haag tot Leyden Academy on Vitality and Ageing.

De masterstudenten waren bijzonder geïnteresseerd in de inhoud van ons onderzoek. Directeur Marieke van der Waal introduceerde Leyden Academy en onze onderzoeksthema’s en al snel kwamen diverse specifieke onderwerpen ter sprake, van eenzaamheid onder Nederlandse ouderen tot de maatschappelijke beeldvorming over het ouder worden. Marieke stelde ook de beelden van de studenten zelf op de proef, en vroeg hen om te schatten welk percentage van de Nederlandse senioren in een verpleeghuis woont. Tot hun verrassing bleek de schatting van “ongeveer twintig procent” veel te hoog, aangezien circa 96 procent van de Nederlandse ouderen nog zelfstandig thuis woont.

Na de pauze ging Jolanda Lindenberg dieper in op de beeldvorming over ouderen en het ouder worden. Hoe kunnen we vooroordelen over en weer bijstellen en wat zijn de succesfactoren van intergenerationele projecten? Jolanda gaf voorbeelden van woonprojecten en andere initiatieven die als doel hebben om jong en oud te verbinden. Er zijn zeker succesverhalen, maar het is niet eenvoudig om relaties tot stand te brengen die de diepgang en kwaliteit hebben die nodig is om de beelden die generaties van elkaar hebben, positiever te kleuren.

Oproep: zet in op preventie van dementie

Oproep: zet in op preventie van dementie

Om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden, roepen 67 hoogleraren en zorgbestuurders vandaag minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in een brief op om snel werk te maken van de preventie van dementie. Van de VWS-begroting gaat op dit moment meer dan 9 miljard euro per jaar naar de zorg voor mensen met dementie. Ook in termen van persoonlijk leed en ziektelast is dementie koploper. Het kabinet gaat uit van een verdubbeling van het aantal patiënten in 2040. Een betere investering dan in de preventie van dementie – zowel in financiële, medische als maatschappelijke termen – is dan ook nauwelijks denkbaar.

De brief, die mede is ondertekend door David van Bodegom namens Leyden Academy, is gepubliceerd in NRC Handelsblad. Het pleidooi kreeg ook aandacht in onder meer het NOS Journaal, bij Nieuwsuur en in de overige dagbladen.

U kunt de brief hier teruglezen.

“De oudere migrant bestaat niet”

“De oudere migrant bestaat niet”

Leiden, 17 oktober 2019 – Hoe ervaren ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond het ouder worden in Nederland? Er blijken grote verschillen te zijn tussen én binnen groepen oudere migranten, en deze verschillen zijn niet alleen te begrijpen vanuit de etnische achtergrond. Dit concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing op basis van kwalitatief onderzoek. Zij pleiten dan ook voor een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. De bevindingen worden beschreven in het artikel ‘The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands’ dat deze maand verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

Acht focusgroepen
In wetenschappelijk onderzoek naar oudere migranten ligt de nadruk vooral op thema’s als gezondheid en zorggebruik. Hun sociaal welbevinden blijft nog onderbelicht, zo concludeerden de auteurs vorig jaar in een literatuurstudie. Maar hoe zien deze mensen een goede oude dag? Om deze vraag te beantwoorden, zijn in het voorjaar van 2018 acht groepsgesprekken gehouden met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Bij de laatste twee groepen zijn aparte gesprekken gehouden met mannen en vrouwen. De deelnemers waren relatief gezonde, zelfstandig wonende ouderen in de leeftijd van 54 tot 88 jaar oud. Het betrof open gesprekken; wel kwamen vaste thema’s aan bod zoals het ouder worden, dagelijkse activiteiten, sociale contacten, de leefomgeving en zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid.

Positiever beeld
Uit de groepsgesprekken concluderen de onderzoekers dat oudere migranten positiever zijn over het ouder worden in Nederland dan je zou verwachten vanuit de (wetenschappelijke) literatuur. Over het algemeen gaven de deelnemers aan behoorlijk tevreden te zijn met hun leven, vooral wat betreft hun fysieke en sociale leefomgeving en sociale voorzieningen, zoals de kwaliteit van de gezondheidszorg. Zo legden twee Marokkaanse heren uit dat in Nederland “de arts beter is”, dat “het veilig is” en dat “het een vrij land is waar niets moet”. Door alle groepen heen bestaat de wens om gezond, onafhankelijk en sociaal betrokken te blijven. Er zijn ook negatieve aspecten genoemd van het ouder worden, waarbij er verschillen zijn te onderscheiden per groep. Zo maken Turkse ouderen zich wat meer zorgen over wie er voor hen zal zorgen als zij kwetsbaarder worden, en wat zij hierin van de overheid mogen verwachten. Ouderen met een Surinaamse, Nederlands-Indische en Molukse achtergrond noemen in dit kader hun afnemende gezondheid. Onderzoeker dr. Nina Conkova: “Misschien is het dominante beeld van ouderen met een migratie-achtergrond wel gekleurd door problematisering van de eerste generatie migranten. Het wordt tijd dat we dit beeld bijstellen en niet alleen kijken naar ziekte en zorg, maar ook naar het ouder worden in meer algemene zin. Laten we de kennis en talenten van deze mensen meer laten zien en aanspreken.”

Naar een cultuursensitieve benadering
Het onderzoek laat zien dat er grote verschillen zijn in hoe het ouder worden wordt ervaren tussen én binnen de groepen oudere migranten en dat deze verschillen niet alleen te begrijpen zijn vanuit de etnische achtergrond. Het generaliseren van problemen en benaderingen doet geen recht aan deze diversiteit, vindt Conkova: “Net zomin als ‘de oudere’ bestaat, bestaat de ‘oudere migrant’. Vergelijkbaar met ouderen die in Nederland zijn geboren, zijn er binnen de groepen ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond grote verschillen in opleiding, inkomen en kennis van het Nederlandse systeem en beleid. Maar ook op basis van hun persoonlijke migratiegeschiedenis en taalvaardigheden.”

Gezien deze bevindingen en de toenemende diversiteit onder ouderen in het algemeen, is het belangrijk om groepen niet over één kam te scheren en in zorg en welzijn vooral in te zetten op een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. Conkova: “In deze benadering is er ruimte voor de wensen en behoeftes van elk individu en voor de individuele beleving van en betekenisgeving aan iemands (migratie)achtergrond, zonder klakkeloos aan te nemen dat deze de identiteit bepaalt.”

Het artikel The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands door Nina Conkova en Jolanda Lindenberg is op 30 september jl. online gepubliceerd en verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 / tel. (06) 3461 4817 of via e-mail.

De kick-off van Start-up Plus: van idee naar eigen bedrijf

De kick-off van Start-up Plus: van idee naar eigen bedrijf

Gisteren was de kick-off bijeenkomst van Start-up Plus, een persoonlijk (kosteloos) leertraject waar vijftigplussers in acht weken de basis leren om hun ondernemingsidee om te zetten in een eigen bedrijf. Presentatrice Catherine Keyl was uitgenodigd om haar verhaal voor de circa zestig aspirant-ondernemers te doen en om een aantal praktische tips te geven:

  • Laat je niet uit het veld slaan. Durf risico’s te nemen en geloof in je passie (ook al doen de mensen om je heen dat niet).
  • Begin niet een eigen bedrijf om geld te verdienen. Niet alleen is dat niet realistisch maar het is ook geen goede motivator.
  • Spaar 10% van je inkomen voor magere tijden. Want die kunnen helaas ook komen.
  • Wees goed op de hoogte van ieder onderdeel van je bedrijf. Ook al besteed je bepaalde diensten, zoals financiën, uit aan derden, je blijft zelf verantwoordelijk.

De rest van de dag werd op fantastische wijze begeleid door innovatiecoach Wendy Woelders, en bestond uit interactieve opdrachten, zoals het tekenen van je biografie, het in teamverband doen van de marshmallow challenge en door middel van post-its het aangeven van de klantbeleving. Daarnaast werd een aantal video’s getoond met wijze lessen, waarbij de video over het Jefferson Memorial duidelijk maakte dat je vanuit het probleem moet denken en niet vanuit de oplossing.

Het was een enerverende dag met veel nieuwe gezichten en inzichten. Dat de kick-off werd gewaardeerd, blijkt uit de reactie van de deelnemers: “Wat een enthousiaste en gemotiveerde mensen, zowel deelnemers als organisatoren en coaches. Wat een geweldige eerste dag; zoveel bevlogenheid, passie, uitwisseling van kennis, ervaring en ideeën. Ik ben ontzettend dankbaar voor deze geweldige kans.”

Wat houdt de Start-up Plus cursus nu eigenlijk in?
Tijdens acht intensieve weken van online leren en coaching zullen een veelvoud aan onderwerpen aan bod komen, waaronder klantbehoeften, verdienmodellen, marketing en prototyping. Tot slot leren de deelnemers op de afsluitende bijeenkomst op 12 december 2019 hun idee bij een deskundige jury te pitchen. De top zes start-ups zullen daarna hun pitch voor een groot publiek doen tijdens de ‘Dragon’s Den’. De meest kansrijke start-up zal uiteindelijk met een geldprijs van 10.000 euro worden beloond voor het verder opzetten van het eigen bedrijf.

Waarom een start-up-cursus specifiek voor vijftigplussers?
Veel mensen lopen rond met het idee om ooit nog voor zichzelf te beginnen, tijdens of na hun pensionering, maar kunnen een zetje gebruiken om dit daadwerkelijk te doen. Uit onderzoek blijkt dat vijftigplussers die een eigen bedrijf beginnen, een twee- tot driemaal grotere kans van slagen hebben dankzij hun ervaring, expertise en netwerk. Toch zijn vrijwel alle start-up programma’s gericht op jongere ondernemers. Leyden Academy en partners zien juist veel ambitie en passie bij vijftigplussers en introduceren daarom de gratis cursus Start-up Plus.

Start-up Plus wordt mede mogelijk gemaakt door het Europese consortium EIT Health en is ontwikkeld door Leyden Academy, AegonInstituto Pedro Nunes, Medical University of Lodz en Università degli Studi di Napoli Federico II. Kijk voor meer informatie op de website: www.startupplus.eu.

David van Bodegom aan tafel bij PAUW

David van Bodegom aan tafel bij PAUW

Op vrijdag 11 oktober 2019 mocht David van Bodegom aanschuiven bij talkshow PAUW op NPO 1 om te vertellen over zijn nieuwste boek, Het geheim van de schildpad. De mens kan veel leren van hoe andere diersoorten ouder worden: wij zijn niet gebouwd om de hele dag stil te zitten zoals een luiaard, maar ook niet om marathons te rennen als een luipaard. In plaats van de hele dag als plofkippen opgehokt te zitten op kantoor, is ‘scharrelen’ het devies: de hele dag door in beweging blijven. En niet teveel eten: heeft u wel eens een giraffe met overgewicht gezien?

David kreeg aan tafel bij PAUW gezelschap van drie zeer vitale ouderen: Miep Rensink (84 jaar, ster op Instagram), Piet van Heusden (90 jaar, fanatieke wielrenner) en Susan Hosang (100 jaar, golft nog steeds). Volgens David wordt hoe lang je leeft bepaald door je genen, je leefstijl en een dosis geluk. Met een gezonde leefstijl zijn veel goede jaren te winnen en de drie tafelgenoten zijn hiervan het levend bewijs.

U kunt het gesprek bij PAUW hier terugkijken.

EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

EL alumnibijeenkomst cultuursensitieve zorg: “In het Wereldhuis is altijd wel wat te vieren”

Hoe ziet een goede oude dag eruit voor iemand die niet in Nederland is geboren? Hoe kunnen we in zorg en welzijn optimaal inspelen op hun wensen en behoeften? Interessante en relevante vragen, want Nederland wordt steeds diverser en dit geldt ook voor onze ouderen. Op maandag 7 oktober jl. gingen we erover in gesprek tijdens de jaarlijkse alumnibijeenkomst van de executive leergang Veroudering en Gezondheidszorg.

Scheer groepen niet over één kam
Jolanda Lindenberg en Nina Conkova van Leyden Academy zetten eerst uiteen wat (inter)nationaal wetenschappelijk onderzoek ons leert over oudere migranten. Wat weten we over goede zorg voor deze mensen en hoe kijken zij naar het ouder worden in Nederland? Lindenberg en Conkova vertelden onder meer over hun eigen onderzoek naar het welbevinden van ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond en de uitkomsten van acht focusgroepen in 2018 met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Een belangrijke conclusie is dat ‘dé oudere migrant’ niet bestaat: er zijn grote verschillen in de beleving van het ouder worden tussen, en zeker ook binnen deze groepen. Verschillen die niet zomaar te verklaren zijn door de etnische achtergrond. De aanbeveling van Lindenberg en Conkova: scheer groepen oudere migranten niet over één kam en kies in plaats daarvan voor een cultuursensitieve, persoonsgerichte benadering. Zoals die onder meer in de verpleeghuiszorg wordt toegepast in het experiment Leefplezierplan voor de zorg.

Eenheid in verscheidenheid
Na de theorie, was het aan Jan Kees Metz om de vertaalslag naar de praktijk te maken. Metz is als directeur bij Zorggroep Elde Maasduinen onder meer verantwoordelijk voor het Wereldhuis (voorheen Şefkat) in Boxtel waarover NRC Handelsblad onlangs berichtte. Deze video geeft ook een goed beeld van het Wereldhuis, dat in 1972 is opgericht voor paters en zusters die veelal vanuit missiewerk over de hele wereld “terugkeerden als vreemden in hun eigen land”. Vanuit die oorsprong is de filosofie ontstaan van ‘eenheid in verscheidenheid’, met ruimte voor ieders levensgewoonten en religieuze beleving. Het Wereldhuis is in de huidige vorm in 2017 opgericht en biedt een thuis aan 124 mensen, met onder meer afdelingen voor bewoners uit de voormalige koloniën en mensen met een migratieachtergrond uit bijvoorbeeld Turkije, Marokko en Irak. De samenstelling van het huis wordt weerspiegeld in het team, bestaande uit verpleegkundigen en verzorgenden met diverse culturele achtergronden. “Er zijn geen tolken meer nodig”, aldus Metz. Het team is hecht en zeer gemotiveerd, het personeelsverloop is laag.

Vrij bewegen binnen leefcirkels
Hoewel het Wereldhuis afdelingen heeft die specifiek op bepaalde doelgroepen zijn gericht, worden bewoners gestimuleerd om elkaar te ontmoeten. Zo doet iedereen gezellig mee met de tai chi en er is altijd wel wat te vieren, of het nu Suikerfeest, Lichtjesfeest of Carnaval is. Binnen persoonlijke ‘leefcirkels’, begrensd door slimme technologie, kan elke bewoner zich vrij bewegen binnen en buiten het Wereldhuis. Dit geeft een leuke dynamiek en soms ook bijzondere contacten, zoals tussen Algerijnse bewoners en oudere missiezusters, die Frans met elkaar spreken. Jan Kees Metz vertelde ook eerlijk over de knelpunten. Zo was het in het begin een uitdaging om voldoende aanwas te krijgen, om zo de business case rond te krijgen. Ook kost de intake van nieuwe bewoners van Marokkaanse en Turkse afkomst relatief veel tijd: het vergt vaak meerdere afspraken, dagjes meelopen en sfeer proeven, voordat de familie moeder of vader aan de zorg van het Wereldhuis toevertrouwt. Ze hebben vaak ook langer met deze stap gewacht. Metz: “Deze mensen komen eigenlijk altijd te laat binnen”.

Na afloop van de presentaties en tijdens de afsluitende borrel was er alle ruimte om met elkaar over het onderwerp van gedachten te wisselen.

De volgende editie van de executive leergang gaat van start op 9 januari 2020. Voor meer informatie en inschrijving kunt u hier terecht.