Masters of Ageing: Chad Boult


De Amerikaan Chad Boult was de tweede spreker in de door Leyden Academy on Vitality and Ageing gelanceerde Masters of Ageing-serie. Masters of Ageing is een serie openbare lezingen op het gebied van veroudering.

Op dinsdag 9 april gaf Dr. Chad Boult een uitgebreide lezing over de zorg voor ouderen met meerdere chronische aandoeningen. Volgens Boult heeft 20-25% van de bevolking vier of meer chronische aandoeningen, en gebruiken ze ongeveer 80% van de gezondheidszorgbegroting. Dit is gerelateerd aan vele kwesties, maar voornamelijk omdat talrijke factoren in de organisatie en structuur van de gezondheidszorg niet overeenkomen met hun situatie en wensen. Zo wordt deze populatie chronisch zieken door een groot aantal ziekenhuisopnames gekenmerkt, veroorzaakt door een frequente terugval na hospitalisaties. Sommigen leggen meer dan 50 keer per jaar een bezoek aan het ziekenhuis af, deels omdat het huidige systeem niet op hun behoeften is ingespeeld.

Dr. Boult betoogd dat onze huidige gezondheidszorg gefragmenteerd, moeilijk toegankelijk, inefficiënt, onveilig en duur is. Volgens de Amerikaanse gezondheidszorganalist Donald Berwick is elk systeem perfect ontworpen voor de verkregen resultaten, m.a.w. het huidige systeem is vooral gericht op genezen en niet op zorg, en dus niet passend voor chronisch zieken. Dit brengt hogere kosten met zich mee.
In een poging om alternatieve modellen te vinden, ontwikkelden Dr. Boult en zijn team het guided care model. In dit model begeleiden zorgverpleegsters en een arts 50-60 hoog-risicopatiënten met chronische aandoeningen die complexe gezondheidszorg nodig hebben. Verpleegkundigen beoordelen behoeften, voorkeuren en prioriteiten van patiënten. Hieruit ontwikkelen ze een zorg- en actieplan, die in lekentaal aan de patiënt wordt voorgelegd. In plaats van afwachten, monitoren ze de patiënt proactief en bouwen ze een nauwe band op met de patiënt. Ze betrekken hen bij hun eigen verzorging, maken hen verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid, steunen en motiveren hen, en communiceren met alle betrokken zorgverleners. Vooral belangrijk hierbij zijn de overgangen tussen de verschillende zorginstellingen en thuis, en de toegang tot welzijnsdiensten.

Het guided care model werd bij meer dan 900 patiënten (485 in begeleide zorg en 419 in gebruikelijke zorg) toegepast. De resultaten waren positief, zoals bleek uit de arts- en patiënttevredenheid, het verminderd aantal ziekenhuisopnames, de vermindering van inspanning van verzorgers, en de lagere kosten (75.000 dollar goedkoper dan gebruikelijke zorg). Ondanks deze veelbelovende resultaten, is het model in de Verenigde Staten nog niet verder uitgerold. Wel wil Kaiser Permanente, een grote verzekeringsmaatschappij met eigen gezondheidszorginstellingen, verder van het model gebruikmaken. Dr. Boult wijdt de langzame vordering aan de structuur van de financiering: ziekenhuizen moeten besparen, terwijl de kosten voor dit zorgmodel door de primaire zorg worden betaald. Als er geen geldelijke overdracht tussen deze twee systemen kan plaatsvinden, dan is het model moeilijk te implementeren.

In de discussie die volgde, werd gedebatteerd over de toepassing van het guided care model in Nederland. Over het algemeen zijn er veel overeenkomsten met het Nederlandse zorgsysteem, en ook met de financieringsproblemen. In Nederland neemt in veel gevallen de huisarts de rol als referentiepunt voor de patiënt van de verpleegkundigen guided care over.
Tot slot merkte Prof. Rudi Westendorp op dat grote gezondheidszorgverzekeraars in Nederland van mening zijn dat het tijd wordt om een stap richting een nieuw financieringssysteem te zetten.
Al met al word het guided care model gezien als veelbelovend. De systematische barrières die nog steeds bestaan, vormen een uitdaging voor de uitvoering van dit soort modellen. Er zal een kentering moeten plaats vinden om goed te kunnen reageren op de veranderde behoeften en wensen van onze bevolking.

Klik hier voor de presentatie van dr. Chad Boult.

Young Excellence Class

Sinds 2008 krijgen getalenteerde studenten al vroeg de mogelijkheid betrokken te worden bij de Leyden Academy on Vitality and Ageing door te worden uitgenodigd voor de Young Excellence Class (YEC).

Maximaal 20 studenten van Universiteit Leiden, maar eventueel ook van andere universiteiten, kunnen tot hun afstuderen deel uitmaken van de YEC. Door deelname aan deze bijeenkomsten kunnen medische studenten hun kennis op het gebied van ouderengeneeskunde ontwikkelen. Dat kan de mogelijkheid bieden tot deelname aan het masterprogramma.
Tijdens iedere bijeenkomst wordt aan de hand van geselecteerde papers gediscussieerd. De ervaringen van zowel de YEC-deelnemers als de docenten zijn zeer positief.
 

Deze succesvolle methode om jonge mensen te inspireren voor de ouderengeneeskunde en de wetenschap is nu gepubliceerd in het tijdschrift Medical Science Educator. Lees hier het artikel.

Zelfredzaamheid en vitaliteit in de media

De vergrijzing dwingt ouderen ertoe de regie over hun leven in eigen handen te nemen. Zelfredzaamheid – motto van Rudi Westendorp.

In Duitsland is er veel ophef over het boek ‘Moeder, wanneer ga je eindelijk eens dood’. Daar wordt in de zorg voor ouderen, veel meer dan in Nederland, een beroep gedaan op de kinderen. Bij onze oosterburen is dit ook in wet- en regelgeving neergelegd. Martina Rosenberg, een dochter van dementerende ouders en auteur van het boek, schrijft over de consequenties voor haar eigen gezondheid en carrière. Met de komende reorganisatie van de ouderenzorg in Nederland verbaast het niet dat een deel van deze ophef naar ons is over gewaaid. De Nederlandse reactie op de Duitse oplossing is voorspelbaar. “Dat nooit.” Families zijn een bron van intergenerationele verantwoordelijkheid, maar bereikt haar grens wanneer wij de billen van onze ouders moeten wassen. We hoeven niet lang te graven in onze vaderlandse tradities om de benauwende greep van het drie-generatie gezin naar boven te halen. Naast de wonderschone voorbeelden staan ons even zovele gruwelijke uitwassen voor ogen.

Een afwijzing van de Duitse oplossing lost het probleem niet op. De samenstelling van de Nederlandse bevolking is in korte tijd ingrijpend en onomkeerbaar veranderd; doe een deur open en er staat een oud mens achter. Het was een mirakel dat we in 1959 in Slochteren gas aanboorden en met de ‘onuitputtelijke’ gasbaten een aantal verantwoordelijkheden bij de staat hebben belegd die tevoren onderdeel waren van de persoonlijke levenssfeer. Zo is in de jaren zestig en zeventig Nederland volgebouwd met complexen van waaruit op grote schaal verzorging en verpleging wordt geboden. De verzorgingsstaat was geboren. Nu de ondergrond van Slochteren begint te brommen en zij aangeeft dat de grenzen van de gaswinning zijn bereikt, moeten wij ons eens te meer realiseren dat de huidige institutionele zorg voor ouderen onbetaalbaar is geworden.

De tijd dringt. In Japan stelt de minister van Financiën Aso vast dat ouderen een last zijn voor de schatkist en roept bejaarde landgenoten die klaar zijn met leven op om haast te maken met doodgaan. In Duitsland duiken berichten op over kinderen die hun hulpbehoevende ouders een ‘enkele reis’ geven richting Oekraïne, Slowakije of Thailand om hen daar te laten verzorgen. Hiervan is in Nederland geen sprake maar de incidenten maken pijnlijk duidelijk dat ouderen die sterk leunen op staat of familie in een kwetsbare positie zijn. Ondertussen stokt in ons land de politieke discussie over de noodzakelijke herverkaveling van verantwoordelijkheden. De polder loopt vast op ouderen die te veel willen en jongeren die te veel moeten.

Burgers in Nederland realiseren zich maar bar weinig onder welke gunstige omstandigheden wij leven. Anders dan in vele andere landen hebben wij massaal gespaard voor onze pensioenen en onze sociaal democratie heeft een bodem waar je moeilijk doorheen kunt zakken. Daarom zouden wij in Nederland veel meer moeten vertrouwen op ons zelf-organiserend vermogen, ook op hoge leeftijd. Dat is des te meer zo omdat ouderen ‘eigen regie’ en ‘zelfredzaamheid’ als kernwaarden formuleren. Ouderen zijn tot dan toe zélf verantwoordelijk geweest voor de inrichting van hun leven en juist daarom ligt het in de rede dat zij ook als eerste verantwoordelijkheid nemen om de noodzakelijke zorg op maat te snijden. Dat is vitaliteit!

De eigen regie en zelfredzaamheid van ouderen schept verplichtingen voor de maatschappij. Wetenschap, overheid en bedrijfsleven zullen de handen ineen moeten slaan. Coöperaties zullen een passend woonaanbod moeten realiseren om zelfstandig te kunnen wonen wanneer wij gebreken hebben. De arbeidsmarkt zal grondig moeten worden herschikt zodat ouderen het recht op werk kunnen opeisen wanneer zij daar behoefte aan hebben, of door een tekort aan inkomen toe worden gedwongen. De geneeskunde zal zich moeten herijken door ouderen zelfredzaam te maken in plaats van hen de regie van het leven te ontnemen. Maar de belangrijkste opdracht is de ondersteuning van het zelf-organiserend vermogen van ouderen. Hoe kunnen wij ouderen sterken zodat zij zélf hun eigen plannen en ambities realiseren?

De reactie van politiek en samenleving op deze enorme opgave is niet anders dan onze persoonlijke verwerking van het verouderingsproces. Er is flagrante ontkenning van het verlies aan functie en het optreden beperkingen aan het einde van het leven. We maken elkaar wijs dat we tot op hoge leeftijd ziekte kunnen voorkomen om dan plotsklaps in gezondheid te overlijden. Daarnaast is er heuse woede, omdat kinderen en mantelzorgers nu al aangeven overbelast te zijn en er niet nog meer taken bij kunnen nemen. Dit wordt gevolgd door onderhandelingen over de inruil van persoonlijke verantwoordelijkheden voor irreële verwachtingen over verlof en flexibiliteit tegen minimale kosten. En natuurlijk depressie, omdat velen angstig zijn voor de toekomst en hopen met een uit-vrije-wil-gekozen-dood de problemen voor te zijn. Maar een aanvaarding van het feit dat wij zelf éérst aangewezen zijn om de oude dag in te vullen, zover komt het in de regel niet.

Veel meer dan we hopen zijn we zélf verantwoordelijk voor wie later je billen wast.

Rudi Westendorp
Hoogeleraar ouderengeneeskunde en projectleider van het programma VITALITEIT! binnen de Medical Delta

Bovenstaand ingezonden artikel verscheen in het NRC.
Klik hier voor de reportage over zelfredzaamheid die de NCRV maakte voor het televisieprogramma Altijd Wat.

Loop de Vitality-lunchwandeling!

Eens per maand organiseert Leyden Academy on Vitality and Ageing een lunchwandeling. Iedereen kan zich daarbij aansluiten: collega’s, studenten, ouderen en relaties. Een perfecte manier om op gezonde wijze met elkaar bij te praten. Een lunch om onderweg te nuttigen wordt door ons verzorgd.

Tijdens deze vijftiende wandeling zullen we mogelijk worden gevolgd door Memphis Film & Television, die voor Omroep Max een documentaire maakt over het ons zeer aan het hart gelegen onderwerp ‘vitaliteit en veroudering’.
Loopt u ook mee?

Programma
12.30 verzamelen
12.35 vertrek
13.15 einde

Locatie
Poortgebouw Zuid
Kamer 0.13
Rijnsburgerweg 10
Leiden

Aanmelden
Uiterlijk 4 maart via email: vitalitywalk@leydenacademy.nl

 

Rondetafelgesprek met Jet Bussemaker

Woensdag 27 februari 2013, Den Haag

Minister Bussemaker in gesprek met Leyden Academy, ZonMw en Vereniging Het Zonnehuis over verbetering van onderwijs in de zorg voor ouderen. Op de onderwijsconferentie 14 november jl. riep de minister partijen op om gezamenlijk het kennisniveau onder studenten te verbeteren en te zorgen voor een aantrekkelijker beeld van de sector. Uit onderzoek blijkt dat zowel op MBO/HBO- als WO-niveau te weinig kennis is van specifieke zorg gericht op ouderen. Ook realiseren studenten zich onvoldoende dat zij straks voornamelijk met ouderen zullen werken. Minister Bussemaker van OC&W wil samen met collega’s van VWS een landelijke platform opzetten om de zorgsector te promoten.

Japan geïnteresseerd in Nederlandse ‘vergrijzings’-ervaringen

Twee onderzoekers van het International Longevity Center (ILC) in Tokyo, Japan zijn eind januari op bezoek geweest bij Nederlandse gemeentes, bedrijven, ouderenbonden en coöperaties. ILC-Japan doet onderzoek naar de maatschappelijke gevolgen van de steeds ouder wordende Japanse bevolking.

In januari brachten de twee onderzoekers dr. Shinichi en dr. Watanabe een bezoek aan Engeland, Ierland en Nederland. ILC-Japan is geïnteresseerd in de wijze waarop ouderen in andere landen actief blijven en hoe de maatschappij dit organiseert. Een voorbeeld is dat ouderen naast hun AOW en eventueel aanvullend pensioen (al dan niet betaald) blijven doorwerken. Denk aan de postbode bij u in de wijk, surveillanten of suppoosten in musea. Andere voorbeelden zijn het doen van vrijwilligerswerk, het opzetten van buurtprojecten, het oppassen voor kinderen en dergelijke. Het Japanse bezoek aan Uitzendbureau 65plus ging over hun werkwijze en doelstellingen. Ook is er gesproken over trends: is er een toename aan betaalde verzoeken voor het inzetten van ouderen, besteed het uitzendbureau veel tijd aan het overtuigen van potentiele opdrachtgevers. Bij Gemeente Leiden en Stichting Radius werd onder andere gesproken over vrijwilligerswerk, en de noodzaak hier van. Met enkele bestuursleden van ILC Zorg voor Later is gesproken over het project ‘Doorwerken na je zestigste’ en het burgerinitiatief StadsdorpZuid.

ILC-Japan gaat de resultaten uit de bezoeken verwerken in een beleidsrapport aan het ministerie van Gezondheid en welzijn en het ministerie van Arbeidsvraagstukken. In Japan is de uitdaging om tot goede oplossingen te komen urgenter dan in Nederland, omdat de ‘vergrijzing’ daar eerder is begonnen.

Zorgen over en voor onze ouders

In Duitsland heeft het boek Moeder, wanneer ga je eindelijk eens dood? nogal wat ophef veroorzaakt. Daarin beschrijft auteur Martina Rosenberg de laatste jaren van het leven van haar dementerende ouders en het offer dat zij daarvoor heeft moeten brengen. In tegenstelling tot hier, ligt bij onze oosterburen de verantwoordelijkheid voor de ouderenzorg in de eerste plaats bij de kinderen. Als het aan ons kabinet ligt, moeten ook wij in de toekomst gaan zorgen voor onze hulpbehoevende ouders. Op zaterdag 9 februari gingen in de nieuwsshow van Tros radio Rudi Westendorp en Annette Birschel, Duits correspondent in Nederland, nader op dit onderwerp in.

Klik hier om het gesprek terug te luisteren.