Masters of VITALITY! Prof. dr. Ruut Veenhoven – 12 december 2012

Gelukkige mensen leven langer

Prof. dr. Ruut Veenhoven (1942) is de tweede master in de serie Masters of VITALITY!, een lezingenreeks met als thema VITALITY gehouden door vitale sprekers (70+). Deze lezingen worden georganiseerd door het programma VITALITY! van Medical Delta, het interuniversitaire samenwerkingsverband van Delft, Rotterdam en Leiden.

Veenhoven studeerde sociologie en is emeritus hoogleraar Sociale voorwaarden voor menselijk geluk aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Lange tijd werd geluk als te subjectief gezien om empirisch te benaderen. Prof. Veenhoven begon zijn pionierswerk met wetenschappelijk onderzoek naar geluk in de zin van algehele tevredenheid over het leven. Zijn onderzoeksresultaten en die van zijn collega’s zijn verzameld in de World Database of Happiness, waarvan hij oprichter en directeur is. Zijn werk blijft aantonen dat het stimuleren van geluk een belangrijke invloed heeft op de maatschappij. Gelukkige mensen leven langer. Sterker nog, gelukkige mensen zijn niet alleen gezonder, maar ook actiever, socialer en meer politiek betrokken. Door zijn werkzaamheden op het gebied van geluk wordt hij ook wel de ‘geluksprofessor’ genoemd.
 

Programma
17.45 uur  Ontvangst met hapje en drankje
18.15 uur  Lezing
19.00 uur  Discussie
20.00 uur  Afsluiting 
 
Klik hier voor de presentatie van prof. Veenhoven.

Zorgonderwijs is toe aan Florence Nightingale 2.0

Extra maatregelen zijn nodig om de zorg voor ouderen te blijven verbeteren. Daarbij is het nodig dat de zorgopleidingen meer aandacht besteden aan de specifieke problematiek rond ouderen. Minister Bussemaker van OCW zei op 14 november  tijdens een invitational conference over de kwaliteit van het zorgonderwijs, dat het moeilijk is studenten te motiveren in de ouderenzorg te gaan werken: we moeten opleiden vanuit een ander perspectief. Zij noemde Florence Nightingale versie 2.0 als rolmodel.

Samenwerking
De minister roept de aanwezigen op goed te kijken naar wat ouderen in onze samenleving nodig hebben. “Ik weet uit ervaring dat ouderenzorg maatwerk is. En dat verschillende partijen moeten samenwerken vanuit de behoefte van ouderen. We moeten er hard aan werken om voldoende mensen te winnen voor de zorg aan ouderen. Bedenk manieren om het vak scherper, mooier en realistischer in beeld te brengen,” zegt de minister. “Tevens is er nog een wereld te winnen in de samenwerking tussen MBO/HBO/WO zorgopleidingen.”

Eenduidige zorgopleidingen
ZonMw organiseerde de invitational conference samen met kennisinstituut Leyden Academy on Vitality and Ageing en Vereniging Het Zonnehuis. In de studieprogramma’s van diverse opleidingen wordt te weinig aandacht besteed aan de specifieke problematiek rond ouderen. Ook het werken met ouderen binnen de zorg is niet heel populair. Aanwezigen uit zowel de zorg als het onderwijs bespraken hoe onderwijsinstellingen het onderwijs beter af kunnen stemmen op de groeiende groep oudere patiënten. Daarbij kwam ook aan bod hoe studenten van zorgopleidingen een eenduidig en voldoende kennis krijgen over goede zorg voor ouderen.

Mogelijke verbeteringen
Uit onderzoek in het medisch en verpleegkundig onderwijs (MBO, HBO, WO) bleek eerder dat de huidige studenten zich soms onvoldoende realiseren dat zij met name zorg zullen verlenen aan ouderen. Ook blijkt dat de kennis van deze studenten over oudere patiënten niet altijd toereikend is. Experts uit zowel de ouderenzorg als het onderwijs spiegelen tijdens de bijeenkomst daarom welke verbeteringen mogelijk zijn.
Bussemaker wil op korte termijn een voorstel over hoe de bestaande opleidingen beter op de huidige maatschappelijke behoefte kunnen worden ingericht . Bussemaker, die zichzelf omschrijft als ongeduldig, pleit in deze voor tempo.

Leyden Academy kiest nieuw gezicht

Leyden Academy kiest nieuw gezicht

De Leidse Amateur Fotografen Vereniging (LAFV) bestaat dit jaar 90 jaar. Om dit te vieren, zijn alle in 1922 geboren Leidenaren gevraagd voor de fotocamera plaats te nemen. Met als resultaat 60 bijzondere portretten, gemaakt door verschillende amateurfotografen.

Dies Leyden Academy
De tentoonstelling van deze portretten is tijdens de diesviering van Leyden Academy on Vitality and Ageing op zaterdag 10 november feestelijk geopend in het Poortgebouw te Leiden. Uit alle portretten is het nieuwe gezicht van Leyden Academy gekozen. Het gezicht van mevrouw Lenie Baart vindt u komend jaar terug op de uitingen van Leyden Academy, zoals folders, brochures, website etc. Mevrouw Baart gaf tijdens de fotosessie aan onzeker te zijn over haar uiterlijk. Toch leuk dat uitgerekend zij op haar negentigste is uitverkozen tot het nieuwe gezicht van Leyden Academy.
Een deskundige jury heeft het nieuwe gezicht en de daarbij horende amateurfotograaf Henk Aschman gekozen. De jury bestond uit topfotografe Patricia Steur, hoogleraar ouderengeneeskunde prof. dr. Rudi Westendorp en Leyden Academy’s communicatiemanager drs. Eugenie Polman.

Openingstijden tentoonstelling
De tentoonstelling van de 60 portretten is gratis te bewonderen tijdens werkdagen, van maandag 12 november t/m vrijdag 7 december, 09.00-12.00 en 12.30-16.00 uur in het Poortgebouw Leiden, kamer 0.15, begane grond.

Locatie
Leyden Academy on Vitality and Ageing
Poortgebouw, Rijnsburgerweg 10, 2333 AA Leiden (achterzijde cs)
Klik hier voor de routebeschrijving.

 

 

 

Open dag master Vitality and Ageing

Het verouderingsvraagstuk is de grootste uitdaging voor de komende generatie artsen. De zorg voor ouderen verschilt van die aan kinderen en volwassenen, omdat er op hoge leeftijd vaak sprake is van meerdere tegelijkertijd optredende aandoeningen. 

De master Vitality and Ageing van Leyden Academy richt zich op deze en andere vraagstukken rondom veroudering. Wil jij je onderscheiden ten opzichte van je collegastudenten? Kom dan naar de informatiebijeen-komst over de master Vitality and Ageing. Graag nodigen we je vrijdag 9 november, van 12.00 tot 13.00 uur, uit voor een lunch.

Klik hier voor meer informatie over de master Vitality and Ageing en hier om je in te schrijven voor de lunchbijeenkomst.

Seniorvriendelijk ziekenhuis

De kwaliteitscriteria voor seniorvriendelijke ziekenhuizen zijn bekend. Ziekenhuizen kunnen op 15 verschillende kwaliteitsaspecten bewijzen dat ze de organisatie van zorg, de inrichting en toegankelijkheid van de ziekenhuizen hebben afgestemd op ouderen. Als ze dat in voldoende mate hebben gedaan, komen ze in aanmerking voor het Keurmerk Seniorvriendelijke Ziekenhuizen dat na de zomer 2013 wordt uitgereikt door de ouderenbonden Unie KBO, PCOB, NOOM en NVOG.

Doel van het keurmerk is om de zorg- en dienstverlening van ziekenhuizen aan patiënten van 70 jaar en ouder met twee of meer aandoeningen te verbeteren. De kwaliteitsaspecten komen voort uit interviews, een focusgroep en een vragenlijst onder de achterban van de ouderenbonden. Hieruit blijkt dat ouderen willen dat zorgverleners de zorg  goed op elkaar afstemmen. De ziekenhuizen moeten de zorg voor ouderen zo organiseren dat ze zich niet alleen richten op de klacht waarmee de oudere het ziekenhuis bezoekt, maar er moet ook gekeken worden naar andere aandoeningen en beperkingen waar ouderen in hun leefsituatie tegen aan lopen. Dat is belangrijk, want op dit moment heeft 70% van de mensen van 70 jaar en ouder 2 of meer chronische aandoeningen. Bij 85 jaar en ouder heeft ten minste 85% meer dan twee chronische aandoeningen.[1]

De focus zal meer gericht moeten zijn op kwaliteit van leven. Vraag wat de oudere zelf wil en bespreek samen hoe de gezondheidszorg daar aan kan bijdragen. Veel belang wordt toegekend aan een goede begeleiding in de laatste levensfase: ‘Sterven moet mogen’. “Ze moeten je niet alleen helpen met beter worden, maar ook met doodgaan.”, aldus een geïnterviewde oudere.

Niet alleen het screenen op, maar ook het actief aanpakken van risicofactoren zoals ondervoeding, vallen en een delirium moeten er voor zorgen dat het functieverlies als gevolg van de opname beperkt wordt. Het niet of niet tijdig herkennen van een delier zorgt bijvoorbeeld voor schrijnende situaties, niet alleen voor de patiënt zelf maar ook voor de mantelzorgers die te maken krijgen met een partner of ouder die erg in de war is. Onnodig.

Ouderen vormen de grootste bezoekersgroep van de ziekenhuizen. In de komende jaren zal als gevolg van de vergrijzing deze groep alleen nog maar toenemen. “Het is de hoogste tijd dat de ziekenhuizen hun beleid en inrichting gaan aanpassen aan ouderen met meerdere aandoeningen. De afgelopen 30 jaar is er op dit vlak nauwelijks iets veranderd, en dat terwijl de bezoekersgroep steeds ouder wordt met steeds complexere zorgvragen. Albert Heijn zou in zo’n situatie niet alleen het assortiment hebben aangepast, maar ook de toegankelijkheid en de inrichting van de winkels”, aldus Marjolein de Booys, de projectleider namens de gezamenlijke bonden.

Het keurmerk wil ziekenhuizen stimuleren de organisatie van de zorg en inrichting af te stemmen op de specifieke zorgvragen en behoeften van ouderen. De Booys: “Gelukkig zijn veel zorgverleners in de ziekenhuizen zich terdege bewust dat er iets moet gebeuren. En er gebeurt ook al heel veel. Maar het valt niet mee om ziekenhuisbreed ingrijpende veranderingen door te voeren. Daarvoor is het nodig dat een seniorvriendelijk beleid verheven wordt tot speerpunt, zodat alle lagen van de organisatie hier hun schouders onder gaan zetten. En dat is precies één van de 15 kwaliteitsaspecten van het keurmerk.”

Binnenkort worden alle ziekenhuizen geïnformeerd over het keurmerk en de kwaliteitscriteria. Alle 140 ziekenhuislocaties worden bezocht door getrainde senior scouts die de toegankelijkheid en inrichting gaan beoordelen op seniorvriendelijkheid. Begin maart 2013 krijgen alle ziekenhuizen een uitnodiging voor een online vragenlijst, waarin gevraagd wordt naar de organisatie van de zorg voor mensen van 70 jaar en ouder met meerdere aandoeningen. Onderzoeksbureau MediQuest ondersteunt de ouderenbonden in het gehele traject van kwaliteitscriteria tot publicatie van de keurmerken. MediQuest heeft veel ervaring met gelijksoortige trajecten.


[1] Gezondheidsraad: Ouderdom komt met gebreken, januari 2008

Dies Leyden Academy: foto-expositie 90-jarige Leidenaren

De Leidse Amateur Fotografen Vereniging (LAFV) bestaat dit jaar 90 jaar. Om dit te vieren, zijn alle in 1922 geboren Leidenaren gevraagd voor de fotocamera plaats te nemen. Met als resultaat 60 bijzondere portretten. De tentoonstelling van deze portretten wordt tijdens de diesviering van Leyden Academy on Vitality and Ageing op zaterdag 10 november feestelijk geopend.

Fotowedstrijd
Leyden Academy heeft onder de amateurfotografen een wedstrijd uitgeschreven. De jury – bestaande uit Patricia Steur, topfotografe, prof.dr. Rudi Westendorp, hoogleraar ouderengeneeskunde, en Eugenie Polman, communicatiemanager van Leyden Academy – zal vanuit hun eigen perspectief en vakgebied de portretten beoordelen.

Openingstijden
– Officiële opening voor genodigden: zaterdag 10 november, 15.00-17.00 uur, Poortgebouw Leiden, eerste etage
– Tweede openingsdag: zondag 11 november, 12.00-16.00 uur, Poortgebouw Leiden, eerste etage
– Vervolgens open op werkdagen: maandag 12 november t/m vrijdag 7 december, 09.00-12.00 en 12.30-16.00 uur, Poortgebouw Leiden, kamer 0.15, begane grond


Locatie

Leyden Academy on Vitality and Ageing
Poortgebouw, Rijnsburgerweg 10, 2333 AA Leiden (achterzijde cs)
Klik hier voor de routebeschrijving.

 

Medical Delta cafe VITALITY!

Woensdag 26 september 2012
TU Delft, Aula Congrescentrum

De Medical Delta-partners hebben in het voorjaar van 2012 hun krachten gebundeld in het programma Vitaliteit! Prof. dr. Rudi Westendorp, directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing, is programmaleider en zal toelichten wat in dit programma onder vitaliteit wordt verstaan en hoe deze paradigmashift de basis is voor sociale en technologische innovatie om de maatschappelijke uitdagingen in de zorg het hoofd te kunnen bieden. Bert Mulder, ondernemer en lector bij de Haagse Hogeschool, geeft aan hoe vitaliteit leidt tot verandering in ontwerpcriteria bij nieuwe IT-applicaties en licht dit toe met twee cases. Ten slotte zal dr. Frans van der Ouderaa, voormalig VP Corporate Research bij Unilever, vanuit zijn ervaringen met innovatie ingaan op het toepassen van vitaliteit als uitgangspunt voor sociale en technologische innovatie in de volle breedte: biomedisch (preventie, behandeling en zorg), sociaal (onderwijs, huisvesting, werk) en financieel.

Klik hier voor meer informatie en aanmelden.

The true effect of caloric restriction

A response on Nature 2012 and Science 2009

Understanding and postponing the aging process is a challenge of current medical research. Researchers are capable to increase the lifespan in yeast, worm, flies and rodents. The challenge of the coming decade is to translate these results to humans and increase human lifespan. One possible way to increase the lifespan in animals is by caloric restriction (CR). CR is a reduction in food intake while preserving optimal levels of nutrients with supplements.

The life prolonging effect of CR was first described in 1935 by McCay et al., who saw an increase in life expectancy in male rats. Fifty years later Weindruch stated in Science that: "lifelong dietary restriction beginning at 3 to 6 weeks of age in rodents is known to decelerate the rate of aging." From this point onwards research into the mechanisms underlying CR and its life prolonging effect in different animals expanded. Two independent studies were initiated with long lived primates, the National Institute on Aging (NIA) and the Wisconsin National Primate Research Center (WNPRC), to test the hypothesis whether CR could increase human lifespan.

In 2009 the WNPRC study was the first to report on the effect of CR on primates. They reported an increased survival for age-related deaths for the rhesus monkeys on CR. Last week the NIA study published their results, and in contrast to the WNPRC study, reported no increase in life expectancy for the monkeys on CR. This reopened the debate on CR and its effect on life expectancy.

In response to the data published in Nature by the NIA study, Steven N. Austad investigated the difference between the two studies in order to explain the contradicting results. And he questions whether CR might ever extent human lifespan, or "is it just the elimination of excess fat?"
The biggest difference between the WNPRC and the NIA study is the feeding protocol of the controls. In the WNPRC study the control monkeys can eat whenever they want for as much as they desire, i.e. true ad libitum feeding. In the NIA study the control monkeys received regulated proportioned food, which means that even the controls were slightly restricted. As I shall argue, this slight restriction might explain the different results of the two studies.

Therefore, we will argue that the true effect of CR on lifespan is likely an artifact. Since the effect of CR is measured as a percentage of the life span reported in the control group, a poor health status due to the increased food intake leading to decreased survival also causes the same effect on lifespan seen in the animals on CR. Thus the effect of CR is possibly an artifact observed because of the poor health status caused by excess food consumption in the control group (Cherkin, 1979; Cutler, 1982; Hayflick, 1994; Austad, 2001).

In humans, obesity is associated with increased prevalence of and mortality from age related diseases (Manson et al., 1995; Kopelman et al., 2000; Kopelman, 2007). Not surpringly, obesity and CR (WNPRC study) affect the same age-related diseases, including diabetes, coronary heart disease and cancer (Willet et al., 1995; Calle et al., 2003; Kopelman, 2007; Ray & Cleary, 2011). It has been suggested that insulin resistance is the link between obesity and these adverse clinical syndromes (Reaven, 2009). Insulin sensitivity and glucoregulation were preserved in the monkeys on CR in the WNPRC study, and are also known to improve in humans upon weight loss. Interestingly however, not all obese individuals are insulin resistant, and the health benefits of weight reduction may also differ among individuals. When the causes of death are compared between the animals on CR and the ad libitum fed controls, a similarity with finding in humans appears. Cancer incidence is lower in animals on CR compared to the control group (Birt et al., 2004; Harper et al., 2006). However, an opposite interpretation of the observed difference is also possible. Instead of a lower incidence in the restricted animals, there is a higher incidence in the control group. Since the poor health status of the ad libitum fed controls can be the cause of the high cancer incidence. This is supported by findings in humans, were obesity is associated with increased death rate for all cancers (Calle et al., 2003). Recently, body weight measurements have been suggested for risk evaluation and prevention for breast cancer (Ray & Cleary, 2011). Thus providing support for the relation between obesity and increased cancer incidence, and consequently the poor health state of the ad libitum fed controls.

The relation between high body weight and increased mortality due to diabetes, coronary heart disease and cancer is also reported in primates. As rhesus macaques on CR did not show a significant difference with the controls on overall survival (Bodkin et al., 2003; Mattison et al., 2003; Colman et al., 2009). However, when Colman et al., selectively divided overall mortality in age-related causes and all other causes, they reported an increased survival for the restricted animals (Colman et al., 2009). They regarded diabetes, cardiovascular disease and cancer as age-related causes of mortality. Due to this division, CR appeared the have improved survival in restricted rhesus macaques because more controls died due to age-related causes than restricted animals. However, the increased mortality due to diabetes, cardiovascular disease and cancer amongst the ad libitum fed controls is in fact, an indication of their poor health status. The controls had higher body weights, body fat percentages and reduced muscle mass, the ad libitum fed controls had a poorer health status.

To paraphrase, the WNPRC study which had ad libitum fed controls found an increased survival for age-related deaths for the rhesus monkeys on CR and the NIA study found no difference in life expectancy between the primates on CR and their controls, which were on slight restriction and hence had a improved health status compared to the ad libitum fed controls of the WNPRC study. This explains the different results of the two studies and makes us rethink about the effect of CR.

To conclude and to answer the question raised by Steven N. Austad. "Is CR anything more than the elimination of excess fat?" No, overfeeding compresses health and longevity is promoted not by CR but by overall healthy lifestyle with an energy intake in balance with energy expenditure, similar to the situation experienced in the wild, which leads to reduced overfeeding related diseases. Therefore, his ‘laboratory glutton’ hypothesis still holds. Thus CR does not retard the aging process nor does it promote longevity. It merely illustrates the potential for animal and human lifespan by diminishing the negative effects of overfeeding on health and survival. Similar effects may be achieved by other lifestyle interventions, such as those aimed at increasing physical activity, reducing stress and improving sleep. Therefore, questioning the relevance of CR studies for our understanding of the aging process.

Alexander Pothof, student assessor
Diana van Heemst, scientific staff
Leyden Academy on Vitality and Ageing

 

Remarks and/or questions on this text can be mailed to the website editor of Leyden Academy.

Programma VITALITY! in FD

 

Het programma VITALITY! van Medical Delta wordt gecoordineerd door Leyden Academy on Vitality and Ageing. Vandaag staat er een paginagroot interview in een bijlage van het FD ‘Medische innovatie’ met Rudi Westendorp als projectleider van VITALITY! en Lucas van Vliet namens de Medical Delta.

Medical Delta is het consortium van toonaangevende universiteiten op het gebied van life sciences en medische technologie in Zuid-Holland en bundelt hun kennis met de kracht en invloed van het bedrijfsleven en de overheid. Samen ontwikkelen en implementeren zij nieuwe geneesmiddelen, behandelingen of technieken waarmee Medical Delta zich richt op de oplossing van de gezondheidsvraagstukken van morgen. De Technische Universiteit Delft, Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus MC, Universiteit Leiden en het Leids Universitair Medisch Centrum zijn verenigd in Medical Delta.

Het programma VITALITY! is onderdeel van Medical Delta en ontwikkelt duurzame oplossingen die gericht zijn op het verkrijgen en behouden van vitaliteit (zowel fysiek als mentaal) tot op hoge leeftijd. VITALITY! draait om de ervaren problemen en mogelijke oplossingen op het gebied van wonen, werken, relaties en leefomgeving. Doel van VITALITY! is het inspireren van ouderen om op die wijze de kwaliteit van leven te verbeteren. Het programma wordt gecoördineerd door Leyden Academy on Vitality and Ageing onder het motto:VITALITY: keep the spirit! Klik hier voor de bijlage