OPZIJ: positie (oudere) vrouwen op de arbeidsmarkt

OPZIJ: positie (oudere) vrouwen op de arbeidsmarkt

Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau bleek in 2020 dat de helft van alle werkzoekende 55-plussers zich gediscrimineerd voelt bij het vinden van een baan. Specifiek onderzoek naar de ervaring van vrouwen ontbreekt nog. Maandblad OPZIJ ging in gesprek over de positie van (oudere) vrouwen op de arbeidsmarkt met Elena Bendien, senior onderzoeker bij Leyden Academy, en Adriana van Dooijeweert, voorzitter van het College voor de Rechten van de Mens.

Volgens Elena is de werkomgeving simpelweg nog niet ingericht op de levensloop van vrouwen. Daarbij kan er sprake zijn van impliciete leeftijdsdiscriminatie. Ze geeft als voorbeeld de menopauze: “Het moment dat vrouwen in de menopauze belanden, is vaak ook het moment dat je wilt en kunt oogsten in je carrière. Ervaringen met de menopauze kunnen dit ondermijnen. De symptomen uiten zich op heel verschillende manieren: opvliegers tijdens vergaderingen, hartkloppingen, concentratieproblemen, je slaapt slecht. Dat tast je zelfvertrouwen aan, en je kunt er ook niet makkelijk over praten. Ondanks de groeiende bewustwording onder de vrouwen, bedrijfsartsen en werkgevers blijft menopauze een groot taboeonderwerp op de werkvloer.”

Het artikel ‘Girls just wanna have jobs – leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt’ staat in het septembernummer van OPZIJ. Het magazine is nu te koop in de kiosk of lees het online.

Deelname aan Silver Starters bevordert het welzijn

Deelname aan Silver Starters bevordert het welzijn

In juli 2021 heeft Julia Heidstra met succes haar MSc Vitality & Ageing in Leiden afgerond. Voor haar scriptie deed Julia bij Leyden Academy onderzoek naar de impact op het welzijn van ouderen die begin dit jaar deelnamen aan Silver Starters, een intensieve online ondernemerscursus voor vijftigplussers. Uit Julia’s onderzoek bleek dat deelname aan de cursus het welzijn en de persoonlijke groei van de deelnemers bevorderde.

Eudaimonisch welzijn
Op het gebied van de gezondheid is mondiaal een trend waarneembaar waarbij de focus van zorg steeds meer richting welzijn gaat. Eudaimonisch welzijn wordt geassocieerd met mentale gezondheid en is gekoppeld aan fysieke gezondheid. Het verbeteren van het eudaimonische welzijn kan dus positief bijdragen aan het verbeteren van de algehele wereldgezondheid. Leyden Academy loopt met de speerpunten vitaal, betekenisvol en verbonden voorop als het gaat om het stimuleren van aandachtsgebieden van welzijn. Een van onze recente interventies is het onderwijsprogramma Silver Starters. Het is namelijk aangetoond dat maatschappelijke betrokkenheid, zoals vrijwilligerswerk of werken op hogere leeftijd (al dan niet in een eigen bedrijf), bijdraagt ​​aan zingeving en betekenisvol leven.

Over Silver Starters
Leyden Academy en Aegon N.V. hebben Silver Starters ontwikkeld en in 2021 voor de tweede maal georganiseerd. In dit gratis, persoonlijke programma leren vijftigplussers de basis om hun idee om te zetten in hun eigen bedrijf gedurende verschillende modules van online leren en persoonlijke coaching door experts. Bijna 100 deelnemers werkten van januari tot en met maart aan hun start-up-ideeën, variërend van longfunctietesten, virtual reality-leertoepassingen tot levensloopbestendig/intergenerationeel wonen en het verbeteren van de zelfvoorziening van landbouwproducten op Curaçao. Hoewel het nog te vroeg is om te beoordelen of één van deze start-up-ideeën daadwerkelijk zal uitgroeien tot een bloeiende onderneming, toont het onderzoek van Julia de positieve impact en de verschillende voordelen van de cursus voor de deelnemers. Klik hier voor meer informatie over Silver Starters.

Onderzoeksmethode
Julia gebruikte kwalitatieve en kwantitatieve methoden. De veertig respondenten vulden Diener’s Satisfaction With Life Scale in en beantwoordden de vraag of de cursus hun welzijn had beïnvloed. De antwoorden werden genoteerd op een Likert-achtige schaal. Verder zijn er tien diepte-interviews gehouden om de impact vanuit de deelnemers verder te onderzoeken. Hierbij waren vragen leidend als: heeft deelname aan Silver Starters impact op uw welzijn? En hoe beoordeelt u dit welzijn?

Resultaten
Deelnemers rapporteerden een hoog basisniveau van welbevinden dat positief werd beïnvloed door deelname aan Silver Starters. Een van de redenen voor dit hoge niveau waren de proactieve coping – probleem- en emotiegerichte – strategieën die de deelnemers lieten zien. Dergelijke strategieën waren gericht op persoonlijke groei en aanpassing, bijvoorbeeld het reflecteren op ervaringen, zoeken naar leermogelijkheden en relativeren. Gevoelens van verbondenheid en zingeving werden geassocieerd met vitaliteit. Deze bevindingen suggereren dat een cursus ondernemerschap zoveel meer kan toevoegen aan de samenleving dan economische waarden, en dat het zelfs positief kan bijdragen aan de volksgezondheid.

‘Je kunt altijd opnieuw beginnen, maar er kan altijd iets mis gaan. Ik dacht, ik heb een betere basis nodig, hoe het moet, want op school leer je alleen nutteloze dingen, formules, Frans en dingen die je nooit nodig zult hebben. Je leert niets over het leven. Ondernemerschap staat een stuk dichter bij het leven dan alle kennis die je op school moet leren.’ – 57-jarige deelnemer

Klik hier om Julia’s (Engelstalige) proefschrift te lezen.

RIVM-rapportage Thuiswonende ouderen en COVID-19

RIVM-rapportage Thuiswonende ouderen en COVID-19

Sinds maart 2020 heeft de coronapandemie de Nederlandse samenleving in haar greep. Het virus en de bijkomende maatregelen treffen de gehele bevolking, maar de gevolgen pakken verschillend uit voor kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) brengt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in kaart hoe het gaat met thuiswonende ouderen. Het betreft een kennisintegratie: het RIVM benut hiervoor bestaande informatiebronnen.

Leyden Academy levert een inhoudelijke bijdrage aan de rapportages: zo wordt onder meer gerefereerd aan ons kwalitatieve onderzoek naar hoe Nederlandse ouderen de coronatijd ervaren. Daarnaast worden de bevindingen geïllustreerd met uitspraken van ouderen zelf vanuit de persoonlijke verhalen op het platform Wij & corona, dat wij samen met stichting GetOud hebben ontwikkeld. Zo komen in de eerste factsheet van februari 2021 Cees (74), Jaap (88) en Loek (89) aan het woord. In de tweede rapportage van juni 2021, die de periode juni 2020 tot en met maart 2021 bestrijkt, zijn uitspraken opgenomen van Wil (85), Louky (93) en mantelzorger Feruze.

Op de website van het RIVM vindt u de eerste rapportage (februari 2021) en de tweede rapportage die op 30 juni 2021 is verschenen.

Publicatie Global Reflections on COVID-19 and Urban Inequalities

Publicatie Global Reflections on COVID-19 and Urban Inequalities

In juli 2021 is de publicatie Global Reflections on COVID-19 and Urban Inequalities verschenen bij Bristol University Press. Vanuit vier invalshoeken – Community and Society; Housing and Home; Public Space and Mobility; en Policy and Planning – wordt de impact verkend van de coronapandemie op de samenleving en op de levens van mensen.

Het eerste deel, onder redactie van Brian Doucet, Pierre Filion (University of Waterloo, Ontario, Canada) en Rianne van Melik (Radboud Universiteit), behandelt het thema Community and Society, met onder meer het artikel ‘Following the Voices of Older Adults During the COVID-19 Crisis: Perspectives from the Netherlands’, door Leyden Academy-auteurs Jolanda Lindenberg, Paul van de Vijver, Lieke de Kock, David van Bodegom en Niels Bartels. In het artikel wordt ingegaan op de ervaringen van oudere mensen in Nederland tijdens de coronacrisis, aan de hand van de ervaringen van Mbarek, Joke, Wim en Maria die eerder hun verhaal deelden op ons platform Wij & corona. Ook delen we in het artikel bevindingen vanuit ons kwalitatief onderzoek naar oudere mensen in de eerste en tweede coronagolf.

Naast het perspectief van oudere mensen, wordt de coronacrisis in deze uitgave ook belicht vanuit onder meer mensen die onder de armoedegrens leven, (arbeids)migranten, transgenders en mensen met een visuele beperking. De bijdragen komen van over de hele wereld: van Jamaica tot Turkije, en van Nieuw-Zeeland tot Vietnam.

U kunt de publicatie bestellen via Bristol University Press als hardcover (GBP 36,00) en e-book (GBP 10,39).

Lees hier meer over ons onderzoek naar de kwaliteit van leven van oudere mensen in coronatijd.

RVS-verkenning Ruimte maken voor ontmoeting

RVS-verkenning Ruimte maken voor ontmoeting

Vaak gaat het bij een gezonde leefomgeving vooral over de fysieke kwaliteit ervan, zoals meer groen, schone lucht of het beperken van geluidsoverlast. Maar ook een sociale leefomgeving is van belang, zeker bij het ouder worden. Zo kunnen de openbare (buiten)ruimte en voorzieningen als bibliotheken, scholen en buurtwinkels ruimte maken voor ontmoeting, en zo een waardevolle invulling geven aan behoeftes aan sociaal contact of onderlinge verbondenheid. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) en de Rijksbouwmeester publiceerden vandaag de digitale verkenning ‘Ruimte maken voor ontmoeting. De buurt als sociale leefomgeving’, met bijdragen van diverse ontwerpers, denkers en fotografen. Namens Leyden Academy verzorgde Jolanda Lindenberg samen met Femmianne Bredewold  (Universiteit voor Humanistiek) de blog ‘Ontmoetingen met ruimte voor verschil’ binnen het thema ‘Sturen op sociaal contact’.

Meer lichte en luchtige ontmoetingen
In hun bijdrage benadrukken Jolanda en Femmianne het belang van ‘lichte ontmoetingen’ met mensen van buiten je eigen kring: “Die spontane ontmoetingen doorbreken de sleur, brengen iets onverwachts, helpen vooroordelen weg te nemen en kunnen zorgen voor inspiratie.” De auteurs pleiten voor het organiseren van mogelijkheden om deze lichte en luchtige contacten in de buurt te laten ontstaan én om daarbij de verschillen tussen mensen te omarmen. Waarbij het soms best mag schuren: “Als je de risico’s uit ontmoetingen weg organiseert, haal je ook de potentie uit ontmoetingen.” De inrichting van de publieke ruimte kan dit bevorderen: “Denk aan het organiseren van bezoekersstromen waarbij groepen elkaar juist tegenkomen, het inrichten van een buurt- of woonzorgcomplex, die ook voorbij gaat aan de functie voor de specifieke doelgroep, of architectuur met een open karakter in plaats van gericht op risicobeheersing en veiligheid.”

U vindt de digitale verkenning op de website van de Raad voor Volksgezondheid & Samenleving.

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

Interview: ‘Stereotype benadering migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit’

De specifieke culturele achtergrond van ouderen met een migratieachtergrond blijkt niet bepalend te zijn voor hun zorgwensen en -behoeften. De onderlinge diversiteit is groot, waardoor wensen en behoeften heel persoonlijk zijn en mede afhangen van hoe iemand in Nederland heeft geleefd. Ook ervaren migrantenouderen problemen rondom het verkrijgen van formele basiszorg en de kwaliteit daarvan. Nina Conkova (Leyden Academy) en Marina Jonkers (Kenniscentrum Zorginnovatie, Hogeschool Rotterdam) gingen erover in gesprek met Movisie, kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken.

Ieder mens is anders
Het eenzijdige stereotype beeld van oudere migranten – waar ook nog steeds beleid op wordt gemaakt – klopt niet, stellen de onderzoekers. Dit geldt ook voor de ouderenzorg, waar nog vaak wordt aangenomen dat cultuurspecifieke voorzieningen veel beter zijn voor ouderen met een migratieachtergrond, omdat zo meer rekening zou worden gehouden met hun specifieke wensen en behoeften. Nina: “Wij zagen daarentegen dat er te veel wordt uitgegaan van uniformiteit en stereotype aannames, terwijl de groep ouderen heel divers is. Dat leidt vervolgens weer tot onrealistische verwachtingen over specifieke zorg voor vader of moeder, die er niet is. Het blijft gewoon een Nederlandse setting met een paar cultuurspecifieke aanpassingen, zoals halal eten of een ruimte die anders is ingericht. En dat werkt niet. Het gaat om persoonlijke aandacht en maatwerk. Ieder mens is anders.”

Sushi in het verpleeghuis
Het artikel wordt geïllustreerd door sprekende voorbeelden en treffende uitspraken. Zoals de Marokkaanse moslim die aangaf dat hij later in een verpleeghuis graag zijn religieuze gewoontes wil kunnen blijven uitvoeren, maar ook graag sushi zou willen eten. Of de Turkse meneer met dementie die een cultuurspecifieke dagbesteding bezocht waar mensen werden ingedeeld in groepen naar nationaliteit. De man werd ingedeeld bij de Turkse groep, maar ging steeds aan de wandel naar de in Nederland geboren ouderen. Meneer bleek eigenaar van een nachtclub te zijn geweest en had altijd in de horeca geleefd, tussen de Rotterdammers. Een wijze les voor de coördinator van de dagbesteding, die voortaan doorvraagt bij de intake naar hoe iemands leven eruit heeft gezien en wat iemand prettig vindt.

Lees het volledige artikel ‘Stereotype benadering van migrantenouderen doet geen recht aan diversiteit in de praktijk’ van 8 juli 2021 op de website van Movisie.

Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

Bevindingen onderzoek vragen onder de naoorlogse generatie

“Ik had pijn, het was de pijn van mijn moeder die ze projecteerde. Maar wat is dan mijn pijn? Wie ben ik zonder de pijn van mijn moeder?” Deze uitspraak van een geïnterviewde dame met een Indische achtergrond is illustratief voor de ervaring van veel mensen uit de naoorlogse generatie; de kinderen van oorlogsgetroffenen. Stichting Joods Maatschappelijk Werk, Stichting Pelita en Stichting Het Nederlands Veteraneninstituut zien zich steeds meer met hun hulpvragen geconfronteerd, en vroegen Leyden Academy on Vitality and Ageing om de wensen en behoeften van de naoorlogse generatie in kaart te brengen. Met subsidie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is van september 2020 tot mei 2021 een kwalitatief onderzoek uitgevoerd, met als belangrijkste conclusie dat er onder hen veel specifieke vragen en behoeften leven en dat er van daaruit behoefte is aan contextgebonden en cultuurspecifieke ondersteuning.

Aanleiding en opzet onderzoek
Veel mensen uit de naoorlogse generatie redden zich goed en kenmerken zich door een grote mate van veerkracht en herstel. Toch ervaren de drie stichtingen dat er een steeds groter beroep op hen wordt gedaan vanuit deze generatie met vragen die zo nauw verweven zijn met het oorlogsverleden van hun ouders, dat zij hiermee in toenemende mate bij de specifieke hulpverlening terecht komen. In een verkennend onderzoek hebben onderzoekers van Leyden Academy naar antwoorden gezocht op vragen als: wat zijn hun hulpvragen en behoeften en wat maakt deze specifiek voor deze doelgroep? En hoe zou een passend aanbod eruit kunnen zien? Het onderzoek omvatte een literatuurstudie, dossieronderzoek, drie focusgroepen met 20 deelnemers (experts, vertegenwoordigers van de naoorlogse generatie en medewerkers van de betrokken organisaties) en 12 interviews met personen uit de naoorlogse generatie met een Indisch-Molukse, Joodse, Sinti en verzetsachtergrond.

Herkenning en erkenning
Uit het onderzoek komen heel diverse behoeftes en hulpvragen naar voren. Deze variëren van informatieve, kennis- en sociaal-culturele activiteiten tot specifieke zorg voor problemen in het dagelijks leven, fysieke en vooral psychische klachten: van onrust en depressieve gevoelens tot diagnoses zoals PTSS en angststoornissen. Ook leefden er vragen over hun herkomst en over hun ervaringen en achtergrond in relatie tot die van anderen. Centraal hierbinnen staan kwesties rondom herkenning en erkenning. Dit betreft processen omtrent de individuele (bijvoorbeeld erkenning dat je ervaringen er mogen zijn en ertoe doen) en collectieve identiteitsvorming (zoals kennis over je (familie)geschiedenis om ervaringen te kunnen plaatsen, en je relateren aan anderen zonder angst voor veroordeling of onbegrip), die gevormd zijn door hun ervaringen toen ze opgroeiden met ouders die de oorlog aan den lijve hebben ondervonden. Jolanda Lindenberg, onderzoeker bij Leyden Academy, licht toe: ”Veel geïnterviewden worstelen met kwesties die raken aan heel fundamentele vragen zoals: heb ik recht op geluk en plezier? Doet mijn lijden ertoe? En hoe kan ik de ervaringen van mijn ouders goedmaken? Dit soort vragen kunnen zwaar op mensen drukken, en ertoe leiden dat zij vastlopen.”

“En ze dachten altijd dat ze alleen waren geweest met hun verhaal. (…) Dus dat was een waanzinnig gevoel van erkenning en thuiskomen en herkenning. Dat hoorde je iedereen zeggen, “het was alsof we thuiskwamen”. Dat illustreert wel die honger naar verbondenheid en dat enorme gevoel van eenzaamheid doorbreken.”
(vrouw, psychiater, uit focusgroep experts)

Contextgebonden en cultuurspecifieke zorg
Mensen uit de naoorlogse generatie zoeken vaak pas op latere leeftijd hulp, omdat ze zich bijvoorbeeld niet realiseren dat hun klachten gerelateerd zijn aan de oorlogservaringen van hun ouders, of vanuit een gevoel dat hun lijden er minder toe doet. Velen van hen klopten eerst aan bij reguliere zorg en ondersteuning zoals een huisarts, coach of psycholoog. Het merendeel van de deelnemers aan het onderzoek kwam, vaak via omwegen, terecht in de specifieke dienst- en hulpverlening en gaf aan hier ook sterk behoefte aan te hebben. Diegenen die zowel in de reguliere als specifieke hulpverlening terecht waren gekomen, beschreven dat een specifieke benadering, waarbij aandacht is voor contextgebonden (kennis en kunde m.b.t. oorlogservaringen) en cultuurspecifieke aspecten (kennis en kunde m.b.t. culturele referentiekaders zoals normen, waarden en gebruiken) voor hen voelt als ‘thuiskomen’. Dit begrijpen vanuit de context van oorlog én de sociaal-culturele achtergrond blijkt een eerste en fundamentele behoefte voor veel van de onderzoeksdeelnemers uit de naoorlogse generatie.

“Ik ben me dat jaren niet echt bewust geweest. Want je beleeft jouw jeugd zoals die nou eenmaal is. Maar doordat ik in de volwassenheid toch bepaalde, nou, problemen ervaarde, kwam ik tot de conclusie dat toch datgeen, wat bij mijn ouders echt getraumatiseerd moet zijn geweest, dat dat toch door heeft geklonken in [mijn] jeugd”.
(vrouw, Joodse achtergrond, interview)

Vervolgstappen
Het onderzoeksrapport is in juni 2021 gedeeld met de deelnemers en zal door de betrokken stichtingen worden verspreid onder hun achterban. De stichtingen hebben het rapport ook aangeboden bij het Ministerie van VWS en gaan in gesprek over de bevindingen.

Klik hier voor het onderzoeksrapport ‘Vragen onder de naoorlogse generatie’ (Leyden Academy, juni 2021).

Neem in geval van vragen contact op met Jolanda Lindenberg.

Zomervisite: betekenisvol vakantiewerk in de ouderenzorg

Zomervisite: betekenisvol vakantiewerk in de ouderenzorg

Als er al behoefte was om jong en oud in contact te brengen door iets gezelligs met elkaar te ondernemen dan is nu wel het moment. Met Zomervisite willen het Jo Visser fonds en Leyden Academy on Vitality and Ageing voor wat lichtpuntjes zorgen. We nodigen dan ook graag 16- tot 25-jarigen uit om in juli en augustus samen met een bewoner van een zorgorganisatie iets gezelligs te ondernemen.

Een klein gebaar, een groot plezier
Zomervisite is in 2017 opgezet om jongeren op een laagdrempelige manier in contact te brengen met ouderen en hun woon- en leefwereld. Tijdens 1-op-1-contact ligt de focus op welzijn en niet op zorg. Met alleen al een wandelingetje maken, koffiedrinken, een ijsje eten, een spelletje spelen, of foto’s bekijken en kletsen wordt men al erg blij. Het positieve effect is op meerdere vlakken zichtbaar: de ervaring levert jongeren voldoening en een vergoeding, het geeft de ouderen persoonlijke aandacht en interactie met jongeren, en het ondersteunt de zorgprofessionals en geeft hoop dat meer jongeren de weg naar de ouderenzorg weten te vinden. Dat alle betrokkenen het initiatief enorm waarderen, blijkt uit de vele positieve reacties en mooie verhalen die we de afgelopen jaren hebben ontvangen. “Zomervisite was heel verrassend. Het was fantastisch om te zien hoe gelukkig ik de ouderen kon maken met iets simpels als een gebakje eten.” Klik hier voor meer ervaringen.

Meer ouderen maar minder zorgprofessionals
Over het algemeen hebben jongeren een vrij negatief beeld van ouderen. Ook als het gaat om werken in de ouderenzorg. En met het groeiende aantal ouderen is dat zorgwekkend. De sleutel ligt in ontmoetingen tussen jong en oud: in persoonlijk contact ontstaat waardering en worden beelden bijgesteld. Zomervisite draagt hieraan bij, zo blijkt ook uit de ervaring van Sietske: “Aan het begin van mijn studie riep ik dat ik nooit met ouderen zou willen werken. Mijn beeld is door Zomervisite echt totaal anders.” Wat de jongeren, naast een vakantiewerkvergoeding van 6,50 euro per uur, terugkrijgen is enthousiasme en waardering. Zo verdienen ze wat bij en leren ze tegelijkertijd meer over ouderen en hun leefomgeving. Een win-winsituatie!

Samenwerking met stichting JOW!
Dit jaar worden jongeren en ouderen gekoppeld middels een door stichting JOW! ontwikkelde app. Deze app verzorgt reeds dagelijks matches en wordt goed ontvangen. We willen met deze samenwerking nog meer waardevolle, en wie weet blijvende, contacten realiseren.

Deelnemende zorgorganisaties
Dit jaar hebben zorglocaties in Amstelveen, Leiden, Naaldwijk en Vlaardingen zich aangemeld. Natuurlijk kunnen andere geïnteresseerde zorgorganisaties zich ook aanmelden. Vol is echter vol.

Ga voor meer informatie of om aan te melden naar de website van Zomervisite of mail stichting JOW!.

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

De Telegraaf: Wie wil nog naar een verpleeghuis?

Hoe kijken ouderen naar een overstap naar het verpleeghuis? En is dit beeld veranderd door de coronacrisis? In dagblad De Telegraaf worden deze vragen vandaag verkend.

Margreet (81) uit Leiden en Cor (87) uit Den Haag wonen beiden nog zelfstandig en zien zo’n verhuizing absoluut niet zitten: “Ik ben heel erg gehecht aan mijn vrijheid”. Ervaringsdeskundige Wouter van Fessem (97) woont in woonzorgcentrum Roomburgh en zorgt voor een positief tegengeluid: “Ik had wel in mijn huis kunnen blijven, niet zo ver hier vandaan. Maar ik wilde toch liever hier naartoe, waar ik niet alleen ben.”

Hoogleraar Tineke Abma legt namens Leyden Academy uit dat de beeldvorming over wonen in het verpleeghuis al langer negatief is, mede door enkele incidenten die breed werden uitgemeten in de media. Maar er is in de sector al jarenlang een brede beweging gaande gericht op het leefplezier van bewoners en persoonsgerichte zorg: “Er is meer aandacht voor de bewoners en hun familie, voor persoonlijk contact, een praatje en leuke activiteiten zoals een muziekavond. De individuele wensen en verlangens van de bewoner en een betekenisvol einde van het leven staan nu voorop.”

Het Telegraaf-artikel ‘Wie wil nog naar een verpleeghuis?’ is geschreven door Arianne Mantel en Chris Ververs. U kunt het artikel lezen op de website van de Telegraaf of via deze link.

Cor deelde eerder zijn ervaringen in coronatijd op ons verhalenplatform Wij & corona. Wouter komt ook aan het woord in onze videoserie Vraag het onze wetenschappers. En wellicht herkent u Margreet als het ‘gezicht’ van Leyden Academy in 2021?

Eén van de initiatieven gericht op het verleggen van de aandacht van de medische behoeften van verpleeghuisbewoners naar hun wensen en verlangens, is ons onderzoek Leefplezierplan voor de zorg. U leest er hier meer over.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Gezocht: avontuurlijk echtpaar voor bijzondere logeerpartij

Onder de noemer ENCOUNTER organiseert kunstenaar en designer Joost van Wijmen sinds 2012 verrassende ontmoetingen. Zo ging hij met mensen in gesprek aan de hand van hun littekens, die vervolgens werden geborduurd (ENCOUNTER#6). Ook nodigde hij mensen uit om een tijdlijn te maken van hun leven, aan de hand van veranderingen in hun lichaam (ENCOUNTER#7). Vanuit de overtuiging dat kunst en design kunnen helpen om diepgaande relaties tot stand te brengen en leefplezier te ervaren, werkt Leyden Academy op verschillende manier samen met Joost aan de ENCOUNTER-deelprojecten.

Gezocht: avontuurlijk echtpaar
Voor het deelproject ENCOUNTER#10 is Joost op zoek naar een avontuurlijk 55-plus echtpaar dat het een interessante ervaring zou vinden om te logeren in hun eigen toekomst. Het koppel zal een dag en nacht logeren in het huis van een 85-plusser, om zo de woning en het leven van de ander te ervaren, een leven dat hen misschien zelf te wachten staat. Van het verblijf wordt een korte documentaire gemaakt die zal worden vertoond tijdens de Dutch Design Week, van 16-24 oktober 2021 in Eindhoven.

Waarom?
In 2029 zal bijna een kwart van onze bevolking 65 jaar of ouder zijn. Het echtpaar in ENCOUNTER#10 representeert de groep Nederlanders van wie de woonsituatie en leefwereld in de komende decennia mogelijk ingrijpend zullen veranderen. Zij maken kennis met hun eigen (en ons aller) mogelijke toekomst, op een kunstmatige en kortstondige manier: door 24 uur te verblijven in het huis van een ander die meer of minder afhankelijk is van anderen om zelfstandig te kunnen wonen. De deelnemers maken zo kennis met hun eigen toekomst en kunnen ons met hun onbevangen blik veel leren over dilemma’s en oplossingen die zorgverleners en beleidsmakers mogelijk over het hoofd zien. ENCOUNTER#10 wordt dan ook gepresenteerd als een vorm van ‘future design’, waarbij geen eenvoudige oplossingen worden geboden maar maatschappelijke vraagstukken rondom het ouder worden onderzocht.

Voor wie?
Gezocht wordt naar een tweetal (echtpaar?) vitale senioren die recent zijn gepensioneerd, die midden in het leven staan en nog niet zo bezig zijn met hun ‘oude dag’. Mensen die open staan voor een avontuur en niet verlegen zijn om voor de camera over hun ervaringen te vertellen.

Wanneer?
Het 24-uurs verblijf wordt uiterlijk in de tweede helft van augustus 2021 gepland. Het filmportret wordt vertoond tijdens de Dutch Design Week in oktober 2021.

Hoe?
Het echtpaar brengt 24 uur door in het huis van een veel ouder persoon. Het huis waarin wordt gelogeerd is als het ware ‘gestold in de tijd’. Terwijl het koppel zo de eigen mogelijke toekomst verkent, overnacht de oudere op een fijne plek naar keuze. Tijdens het verblijf onderzoeken de deelnemers de balans tussen afhankelijkheid en zelfbeschikking: wat vind ik wel of niet goed om uit te proberen en waarom? Gedurende het verblijf wordt het echtpaar enkele keren gevraagd naar hun ervaringen.

Wat?
Het verblijf resulteert in een reportage (documentaire of filmportret) van circa 15 minuten, die tijdens de Dutch Design Week wordt gedeeld met een breder publiek. De kern van dit project is het kennis nemen van andermans wereld en een blik in de eigen (mogelijke) toekomst. Dit moet op een speelse manier bijdragen aan een beter bewustzijn van de dilemma’s en van bestaande aannames en clichés.

Meer informatie en aanmelden
Lijkt het u interessant om hieraan mee te doen? Kent u mensen die dit een boeiend experiment zouden vinden? Of heeft u nog vragen? Neemt u dan geheel vrijblijvend contact op met Joost van Wijmen en misschien wordt u het koppel dat in zijn eigen toekomst gaat logeren?