Verhalenplatform Wij & corona

Verhalenplatform Wij & corona

Foto: GetOud

Hoe beleven Nederlandse senioren de coronacrisis? Hoe is hun leven veranderd, waar maken zij zich zorgen over, wat geeft hen hoop en troost, hoe brengen zij de dag door? Onder de noemer ‘Wij & corona’ geven Leyden Academy en stichting GetOud een podium aan senioren om hun verhaal te vertellen. Alle verhalen komen samen op de website www.wijencorona.nl. Tot de zomer van 2021 hebben meer dan 350 ouderen, familieleden en zorgverleners hun persoonlijke ervaringen aan het platform toevertrouwd. Het initiatief is mede mogelijk gemaakt door het Jo Visser fonds, Fonds Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en Fonds 1818. In december 2021 is de verzameling verhalen ondergebracht bij in de online collectie van het Historisch College FNI, het kenniscentrum voor de geschiedenis van verpleging en verzorging. Het FNI presenteert een selectie van twaalf verhalen in een online expositie en archiveert de collectie als geheel, zodat deze behouden blijft en beschikbaar blijft voor onderzoek.

Aanleiding
De maatregelen om afstand tot elkaar te bewaren en voorlopig vooral thuis te blijven, veranderen ons leven ingrijpend. Senioren zijn een extra kwetsbare groep. Er wordt veel over hen gesproken, maar hun eigen stem horen we maar weinig. Daarom zijn GetOud en Leyden Academy begonnen met het interviewen van ouderen om hun verhalen online te delen en elkaar te inspireren. Met onder meer Dolly (92), die nog steeds haar vriendinnen opzoekt in het park. Bèr (76) die op zolder touwtje springt tot hij bijna van zijn stokje gaat. Bahriye (71) die de hele dag door met haar familie belt. En zuster Louisa (92), die vertelt hoe corona bij haar in het klooster wordt beleefd. De verhalen bieden afleiding, troost en herkenning.

Publicaties

Sociale inclusie ouderen met een lagere SES

In Nederland is het verschil in gezonde levensverwachting tussen iemand met een lagere en hogere sociaaleconomische status (SES) inkomen meer dan 17 jaar. Een enorm verschil voor een welvarend land. Dit heeft een veelheid aan oorzaken. Zo hebben ouderen met een lagere SES vaak minder bronnen om gezond te leven en als het moeilijk wordt, zoals in tijden van energie of klimaatcrisis, zijn zij vaak slechter af. Sommigen hebben te maken met een opeenstapeling van kwetsbare omstandigheden, zoals minder inkomen, minder goede basisvaardigheden (zoals laaggeletterdheid) en minder toegang tot gezondheidskennis en gezonde mogelijkheden. Hoe maken we het verschil voor en met ouderen met een lagere SES?

Laaggeletterdheid onder ouderen
Een belangrijke uitdaging ligt in een grote groep mensen die onvoldoende basisvaardigheden hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. In Nederland hebben zo’n 2,5 miljoen volwassenen grote moeite met lezen, schrijven en/of rekenen: zij zijn ‘laaggeletterd’. Daarnaast hebben zij vaak ook beperkte digitale vaardigheden. Van deze groep zijn naar schatting meer dan 700.000 mensen ouder dan 65 jaar.

Ervaring van het ouder worden
Hoe ervaren mensen die laaggeletterd zijn het ouder worden? Wat vinden zij belangrijk, hoe zien zij de toekomst? En hoe kunnen we hen ondersteunen bij het kenbaar maken van en invulling geven aan deze wensen en ambities? Daartoe hebben we groepsgesprekken georganiseerd, om beter te begrijpen wat goed ouder worden voor deze mensen betekent. Vervolgens hebben we samen met hen een gespreksinstrument ontwikkeld, gebaseerd op de Life and Vitality Assessment. We werken hierin samen met Stichting Lezen en Schrijven en vrijwilligersorganisatie Stichting ABC. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door het Hofje Codde en Van Beresteyn.

“Ondanks dat alle aandacht fijn is, voel ik me soms als een aap die steeds dezelfde truc doet. Ik kan mijn verhaal vertellen, maar er wordt niets mee gedaan. Ik heb mijn problemen op verschillende momenten gedeeld met instellingen en mensen, maar ik heb niet het gevoel dat ze er daadwerkelijk iets aan doen. Uiteindelijk loop ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.” – man (74)

Gespreksinstrument in beeld
Het Life and Vitality Assesment (LAVA) is een gespreksinstrument dat Leyden Academy samen met ouderen heeft ontwikkeld. Ouderen kunnen hiermee inzicht krijgen in thema’s die voor hen van belang zijn en kunnen ze doelen stellen. De originele versie van het instrument bleek niet voor alle doelgroepen toegankelijk. Om het instrument ook voor ouderen met minder goede basisvaardigheden beschikbaar te maken, hebben wij dit samen met ouderen met laaggeletterdheid doorontwikkeld. Gedurende een aantal interactieve bijeenkomsten zijn de ouderen samen met een grafisch ontwerper aan de slag gegaan om thema’s met betrekking tot het ouder worden in beeld weer te geven. De thema’s kwamen voort uit eerdere groepsgesprekken. Tijdens de bijeenkomsten is er volop gebrainstormd over een goede visuele vormgeving van het instrument en zijn alle stappen en onderdelen van de tool uitgebreid besproken en uitgetest. De grafisch ontwerper heeft alle input en ideeën uit de bijeenkomsten omgezet in 30 thematische tekeningen, waarna deze zijn getest door de deelnemers. Het eindresultaat is een visueel instrument waarmee ook ouderen met minder goede basisvaardigheden in gesprek kunnen gaan over hun (kwaliteit van) leven. Naast de visuele weergave van de thema’s is ook gekozen om de thema’s in begrijpelijke taal (B1-niveau) te vermelden.

“Dit is iets wat ik niet eerder heb gedaan; ik vond het leuk om deel uit te maken van het hele proces. We hebben dit samen gemaakt, weet je! Dat is best geweldig!” – man (67)

Co-creatie met ouderen met minder goede basisvaardigheden
Op basis van onze ervaringen tijdens het co-creatie proces met ouderen met laaggeletterdheid scheven wij een wetenschappelijke publicatie in het International Journal of Qualitative Methods. In dit artikel getiteld The promise of inclusive research methodologies: relational design and praxis, gaan we in op een aantal uitdagingen, randvoorwaarden en implicaties van het doen van onderzoek met ouderen met een lagere SES (zoals laaggeletterdheid). Onderzoek laat zien dat (oudere) mensen met een lagere SES vaak worden overgeslagen in onderzoek en beleidsontwikkeling. Het is lastig om deze groepen te betrekken en vast te houden vanwege problemen met wervingsstrategieën en ingewikkeld taalgebruik. Ouderen met een lagere SES voelen zich vaak niet goed vertegenwoordigd in onderzoek doordat ze veelal worden bestempeld als kwetsbaar, en zijn daarnaast terughoudend om mee te doen door negatieve ervaringen met (overheid)instanties. In het artikel pleiten we voor een inclusieve benadering door de nadruk te leggen op de kracht van ouderen met een lagere SES in plaats van hun beperkingen, flexibiliteit van methoden, goede begeleiding, laagdrempelig taalgebruik en een tastbaar eindresultaat (zoals het LAVA).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.

Gezocht: deelnemers voor gesprek over ‘ouder worden’

Gezocht: deelnemers voor gesprek over ‘ouder worden’

Leyden Academy is op zoek naar mensen van 55 jaar en ouder voor een groepsgesprek. Het gesprek gaat over ouder worden.

Wat gaan we doen?
Bent u 55 jaar of ouder? En heeft u moeite met lezen en schrijven? Vraagt u weleens iemand om een formulier in te vullen? Of vindt u het lastig om formulieren en sommige brieven te lezen? Dan nodigen wij u graag uit. Tijdens het groepsgesprek gaan wij praten met u en 7 andere mensen. Over hoe u het vindt om ouder te worden en over uw wensen voor de toekomst. Wat vindt u belangrijk? Het gesprek duurt 2,5 uur. Wij zorgen voor koffie en iets lekkers. Als u meedoet aan het gesprek krijgt u een vergoeding van 20 euro.

Belangrijk om te weten
Dit groepsgesprek is onderdeel van een onderzoek. Het onderzoek wordt uitgevoerd door Leyden Academy. Ons doel is om te onderzoeken hoe mensen denken over ouder worden. Uw deelname helpt ons hierbij. Alles wat u ons in het gesprek vertelt, blijft geheim. We vragen u wel om toestemming voor uw deelname en een geluidsopname. De onderzoeker zal u hier meer over vertellen.

Wilt u meedoen?
Als u mee wilt doen, dan kunt u bellen naar telefoonnummer (071) 524 0960. Vraag naar Miriam Verhage of Jolanda Lindenberg. De onderzoeker zal u meer vertellen over de gespreksgroep. Zoals de datum en plaats van het gesprek. U kunt zich ook aanmelden door een mailtje te sturen naar verhage@leydenacademy.nl. Zet in uw e-mail alstublieft ook uw naam, leeftijd, woonplaats en telefoonnummer zodat we contact met u kunnen opnemen.

Zomervisite, een mooi en dankbaar project

Zomervisite, een mooi en dankbaar project

Regelmatig ontvangen we hartverwarmende verhalen van jongeren die in 2019 aan Zomervisite hebben deelgenomen. Leyden Academy en het Jo Visser fonds brengen zo sinds drie jaar, samen met enkele betrokken zorgorganisaties, jongeren op een laagdrempelige manier met ouderen in contact. Door deze ontmoetingen ontstaat persoonlijk, gelijkwaardig contact en waardering, en worden beelden bijgesteld.

Hieronder leest u de ervaring van Judith bij Woon- en Zorgcentrum Groot Hoogwaak in Noordwijk:

“Alvorens de persoon-specifieke bevindingen te delen, wil ik vermelden dat ik het een erg geslaagd project vind. Ik heb gedurende de afgelopen weken gemerkt dat meedoen aan dit project zoveel teweegbrengt bij de ouderen. Ondanks dat je eigenlijk een vreemde bent genieten ze zichtbaar van de persoonlijke aandacht en kijken ze echt uit naar de volgende keer dat je komt. Die dankbaarheid die ze uitstralen is zoveel waard. Zo vreemd als je in het begin dan ook was, zo bekend ben je aan het einde van het traject met elkaar. In een zeer korte tijd creëer je een band. Niet alleen met de bewoners/ouderen zelf, maar ook met de familie die je (per toeval) ontmoet. Ook zij waarderen zichtbaar dat er iemand persoonlijke aandacht geeft aan hun naaste en daarmee bijdraagt aan hun welzijn.

Gedurende dit project ben ik op bezoek geweest bij drie oudere dames, waarvan twee wonend op de dementie-afdeling. Bij de dame die niet op de dementie-afdeling woont ben ik maar twee keer geweest. Deze mevrouw vond het een erg leuk project, maar gaf heel eerlijk aan dat zij zelf zoveel bezoek kreeg van familie dat ze vrijwel zeker wist dat er iemand in het huis was die de aandacht ‘beter kon gebruiken’.

Een bewoonster van Kleinschalig Wonen (dementie-afdeling) wilde erg graag een sigaretje roken en een lekker bakkie doen in het grand café. Dat heeft ze sinds haar 16e gedaan en dat doet ze dan ook nog steeds erg graag. Helaas mag ze dit niet meer zonder begeleiding. Ik was dan ook haar beste vriendin als ik haar kwam ophalen. Daarnaast benadrukte zij ook meermaals dat ze het onwijs leuk vond om zo goed contact te hebben met iemand van mijn generatie en dat ze het toch wel erg goed vond klikken met mij. Dit deed mij natuurlijk deugd, maar wat me nog het meest raakte was de lach die op haar gezicht ontstond als ze mij zag binnenkomen.

Van een andere dame die ik bezocht was het gehoor erg slecht en praten doet ze eigenlijk ook niet (tot mijn en de zusters verbazing vroeg ze halverwege de zomer opeens waar ik woon, maar hier is het bij gebleven). Dit vond ik wel uitdagend, want anders dan bij de andere dame is het krijgen van bevestiging of ze jouw aanwezigheid en de dingen die je met haar doet waardeert een stuk lastiger doordat ze het niet met woorden uitdrukt. Desalniettemin was het vrij snel duidelijk dat deze vrouw het ook enorm kon waarderen. Het handje dat de lucht in ging om te zwaaien als ze me zag, de guitige oogjes en meest lieve, aandoenlijke lach als je naast haar ging zitten waarop ze me altijd een aai over mijn arm gaf of even mijn hand vastpakte. Naast het drinken van een kopje thee hebben we ook geregeld door prentenboeken of natuurtijdschriften gebladerd, en zijn we met goed weer in de rolstoel naar buiten gegaan om lekker door de duinen of over de boulevard te wandelen. Eén keer zijn we tezamen met haar oude overbuurman (ook een bewoner van Groot Hoogwaak, maar op een andere afdeling) wezen wandelen, ook dit waardeerde zij (beiden overigens) enorm.

Al met al, een geslaagd project, niet alleen voor mij (ik heb onwijs genoten van de tijd die ik met ze heb doorgebracht), maar vooral voor de ouderen zelf, die hier zichtbaar van hebben genoten waardoor je ze dit eigenlijk elke week, het gehele jaar door zou gunnen.”

Het Jo Visser fonds en Leyden Academy hebben het voornemen om in juli en augustus 2020 Zomervisite weer mogelijk te maken. Neem voor meer informatie contact op met Danielle Swart, manager Jo Visser fonds.

Start-up Plus in NRC Handelsblad

Start-up Plus in NRC Handelsblad

In NRC Handelsblad wordt vandaag aandacht besteed aan het onderwijsprogramma Start-up Plus, ontwikkeld door Leyden Academy in samenwerking met Aegon en met ondersteuning van EIT Health. Twee deelnemers komen aan het woord: Han van Doorn (82) wil een app op de markt brengen die mantelzorgers helpt om op afstand een oogje in het zeil te houden en Beatrijs van Agt (57) overweegt een praktijk voor mindfulness op te richten voor mensen “in de marges van de samenleving”, zoals nieuwkomers en mensen met een laag inkomen. In totaal doen ongeveer vijftig aspirant-ondernemers mee aan het intensieve programma van acht weken, dat uitmondt in een pitch voor een kritische jury tijdens de Grande Finale op 12 december a.s. in het hoofdkantoor van Aegon in Den Haag.

Oudere ondernemers zijn succesvoller
Een belangrijk doel van Start-up Plus is om bestaande stereotypen van ouderen te doorbreken. Onderzoeker Jolanda Lindenberg van Leyden Academy benadrukt in NRC dat veel vooroordelen onterecht zijn en “dat je als oudere nog lang niet bent uitgespeeld.” Lindenberg legt uit dat oudere ondernemers vaak wat voorzichtiger zijn dan hun jongere evenknieën: “Ouderen zijn vaak beter bekend met de risico’s en proberen die te mijden.” Die eigenschap helpt bij het overleven van een bedrijf: vijftigplussers die een eigen bedrijf beginnen zijn twee- tot driemaal succesvoller dan dertigers, zo blijkt uit recent Amerikaans onderzoek. Wel kunnen ze door die voorzichtigheid vaak een extra zetje gebruiken om die eerste stap te zetten. Start-up Plus hoopt mensen over de drempel te helpen en de stap naar het ondernemerschap te wagen.

U kunt het NRC-artikel ‘Senior maakt app voor senioren’ hier teruglezen.

Benaderen van ouderen en intergenerationele steun

In het onderzoek naar intergenerationele zorg besteedt Jolanda Lindenberg aandacht aan de paradoxale eisen in het publieke debat en de verwachtingen van ouderen zelf over de zorg voor ouderen. Vanuit een linguïstisch-antropologische invalshoek heeft zij veldonderzoek gedaan in een verzorgingshuis en een buurthuis in Amsterdam waarbij ze de zorgvragen, de zorgverlening, het zorgnetwerk van ouderen, hun sociale positie en identiteit in kaart brengt. Vragen als ‘Wat verstaan ouderen onder zorg?’, ‘Hoe vragen ouderen om steun en zorg?’ en ‘Bij wie doen ze dit dan het liefst?’ staan centraal. De antwoorden zullen duiding geven aan de conceptualisering van ouder worden, zorg, zorgvragen en intergenerationele steun.

Uit Jolanda’s onderzoek komen artikelen voort en is een wetenschappelijk boek in voorbereiding met als werktitel ‘The Language of Ageing’. Hierin gaat zij in op het taalgebruik rondom ouderen en hoe dit van invloed is op hun sociale identiteit, hoe zij zich positioneren ten opzichte van anderen en hoe zij hulp en steun vragen en aanbieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Intergenerationeel wonen

Uit ons eerder onderzoek blijkt; diepgaand contact waarbij je elkaar als persoon leert kennen helpt om negatieve beeldvorming te doorbreken. Samenwonen lijkt daarmee een belangrijke manier te zijn om vooroordelen en stereotypen te doorbreken.

Bij Woongemeenschap Eikpunt in Lent voeren we een kwalitatief, etnografisch onderzoek uit naar beeldvorming van en over ouderen in de context van intergenerationeel wonen. Eikpunt is een woongemeenschap met bijna 100 bewoners, opgezet als een wijkje met zelfstandige huur- en koopwoningen, een kleine woongroep en gemeenschappelijke binnen- en buitenruimtes. Het samenleven in de woongemeenschap rust op de pijlers duurzaamheid, stilte, gemeenschapszin en meergeneratiewonen. De bewoners van Eikpunt streven bewust een leeftijdsbalans na waarbij alle leeftijden vertegenwoordigd zijn, zodat personen van verschillende generaties een bijdrage aan de woongemeenschap kunnen leveren en elkaar zorg, steun en inspiratie bieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Belia Schuurman.

Intergenerationele filmfestivals

In samenwerking met stichting RCOAK en fonds Sluyterman van Loo heeft Leyden Academy in 2018 twee intergenerationele filmfestivals geëvalueerd, om het effect te meten op de beeldvorming. Tijdens de Silverscreen filmfestivals werden films met ouderen in de hoofdrol getoond om het debat over ouder worden en oud zijn tussen oud en jong (in Rotterdam) en tussen verschillende generaties (in Amsterdam) op gang te brengen. Tijdens deze filmfestivals zijn ouderen en andere generaties in beeld gebracht. Het bracht jong en oud in contact over opgroeien en oud worden, en gaf ruimte voor dialoog tussen de generaties. Hoe stonden en staan ze in het leven? Wat verwachten ze van elkaar in tijden van voor- en tegenspoed? Hoe kunnen ze samen antwoorden bieden op de uitdagingen van ons land en de planeet?

Leyden Academy brengt de ervaringen van de bezoekers aan deze festivals in kaart, en dan specifiek de beeldvorming rondom ouderen en (inter)generationele aspecten. Film lijkt een geschikt middel om de discussie over het ouder worden te faciliteren. Het is daarbij belangrijk dat de discussie zich niet alleen richt op zorg, omdat daarmee een automatische associatie ontstaat met afhankelijk, zielig en oud, terwijl er zoveel positievere associaties zijn bij het ouder worden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

“De oudere migrant bestaat niet”

“De oudere migrant bestaat niet”

Leiden, 17 oktober 2019 – Hoe ervaren ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond het ouder worden in Nederland? Er blijken grote verschillen te zijn tussen én binnen groepen oudere migranten, en deze verschillen zijn niet alleen te begrijpen vanuit de etnische achtergrond. Dit concluderen onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing op basis van kwalitatief onderzoek. Zij pleiten dan ook voor een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. De bevindingen worden beschreven in het artikel ‘The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands’ dat deze maand verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

Acht focusgroepen
In wetenschappelijk onderzoek naar oudere migranten ligt de nadruk vooral op thema’s als gezondheid en zorggebruik. Hun sociaal welbevinden blijft nog onderbelicht, zo concludeerden de auteurs vorig jaar in een literatuurstudie. Maar hoe zien deze mensen een goede oude dag? Om deze vraag te beantwoorden, zijn in het voorjaar van 2018 acht groepsgesprekken gehouden met ouderen met een Nederlands-Indische en Molukse, Europese, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse achtergrond. Bij de laatste twee groepen zijn aparte gesprekken gehouden met mannen en vrouwen. De deelnemers waren relatief gezonde, zelfstandig wonende ouderen in de leeftijd van 54 tot 88 jaar oud. Het betrof open gesprekken; wel kwamen vaste thema’s aan bod zoals het ouder worden, dagelijkse activiteiten, sociale contacten, de leefomgeving en zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid.

Positiever beeld
Uit de groepsgesprekken concluderen de onderzoekers dat oudere migranten positiever zijn over het ouder worden in Nederland dan je zou verwachten vanuit de (wetenschappelijke) literatuur. Over het algemeen gaven de deelnemers aan behoorlijk tevreden te zijn met hun leven, vooral wat betreft hun fysieke en sociale leefomgeving en sociale voorzieningen, zoals de kwaliteit van de gezondheidszorg. Zo legden twee Marokkaanse heren uit dat in Nederland “de arts beter is”, dat “het veilig is” en dat “het een vrij land is waar niets moet”. Door alle groepen heen bestaat de wens om gezond, onafhankelijk en sociaal betrokken te blijven. Er zijn ook negatieve aspecten genoemd van het ouder worden, waarbij er verschillen zijn te onderscheiden per groep. Zo maken Turkse ouderen zich wat meer zorgen over wie er voor hen zal zorgen als zij kwetsbaarder worden, en wat zij hierin van de overheid mogen verwachten. Ouderen met een Surinaamse, Nederlands-Indische en Molukse achtergrond noemen in dit kader hun afnemende gezondheid. Onderzoeker dr. Nina Conkova: “Misschien is het dominante beeld van ouderen met een migratie-achtergrond wel gekleurd door problematisering van de eerste generatie migranten. Het wordt tijd dat we dit beeld bijstellen en niet alleen kijken naar ziekte en zorg, maar ook naar het ouder worden in meer algemene zin. Laten we de kennis en talenten van deze mensen meer laten zien en aanspreken.”

Naar een cultuursensitieve benadering
Het onderzoek laat zien dat er grote verschillen zijn in hoe het ouder worden wordt ervaren tussen én binnen de groepen oudere migranten en dat deze verschillen niet alleen te begrijpen zijn vanuit de etnische achtergrond. Het generaliseren van problemen en benaderingen doet geen recht aan deze diversiteit, vindt Conkova: “Net zomin als ‘de oudere’ bestaat, bestaat de ‘oudere migrant’. Vergelijkbaar met ouderen die in Nederland zijn geboren, zijn er binnen de groepen ouderen met een niet-Nederlandse achtergrond grote verschillen in opleiding, inkomen en kennis van het Nederlandse systeem en beleid. Maar ook op basis van hun persoonlijke migratiegeschiedenis en taalvaardigheden.”

Gezien deze bevindingen en de toenemende diversiteit onder ouderen in het algemeen, is het belangrijk om groepen niet over één kam te scheren en in zorg en welzijn vooral in te zetten op een persoonsgerichte, cultuursensitieve benadering. Conkova: “In deze benadering is er ruimte voor de wensen en behoeftes van elk individu en voor de individuele beleving van en betekenisgeving aan iemands (migratie)achtergrond, zonder klakkeloos aan te nemen dat deze de identiteit bepaalt.”

Het artikel The Experience of Aging and Perceptions of “Aging Well” Among Older Migrants in the Netherlands door Nina Conkova en Jolanda Lindenberg is op 30 september jl. online gepubliceerd en verschijnt in de speciale uitgave ‘Immigration and Aging’ van wetenschappelijk tijdschrift The Gerontologist.

In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 / tel. (06) 3461 4817 of via e-mail.

Digitale vaardigheden van senioren met een Marokkaanse achtergrond

In 2019 hebben we Connect@Health georganiseerd. Dit project richt zich op het verbeteren van de online gezondheidsvaardigheden (eHealth) van Marokkaanse senioren. Om dit te bereiken is een innovatieve digitale leermethode ontwikkeld, gebaseerd op een eerdere trainingsmethode ontwikkeld door de Polytechnische Universiteit Madrid.

Achtergrond
Net als voor bank- of overheidszaken, moeten we steeds vaker het internet op als het gaat om onze gezondheid. Deze eHealth-toepassingen – zoals het online maken van een afspraak, apps die je conditie bijhouden of chatgesprekken met je huisarts – zijn mooie ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg. Helaas kan niet iedereen hiervan profiteren. Zo zijn veel online toepassingen of digitale trainingen moeilijk te volgen voor mensen met bijvoorbeeld laaggeletterdheid, beperkte gezondheidsvaardigheden of een taalbarrière. Uit onderzoek is gebleken dat senioren met een migratieachtergrond vaak achterblijven op de huidige digitale ontwikkelingen omdat ze kampen met een combinatie van bovengenoemde factoren (Milard et al. 2018).

Het onderzoek
Gezien het toenemende aantal ouderen met een Marokkaanse achtergrond (Fokkema en Conkova 2018) en hun vaak lagere sociaaleconomische positie en gezondheidssituatie (Schellingerhout 2004) ontwikkelden we voor én met senioren met een migratieachtergrond een geschikte computertraining. Hiervoor werkt Leyden Academy samen met Attifa, een zorgorganisatie voor oudere migranten in de Utrechtse wijken Kanaleneiland en Overvecht. De deelnemers aan het onderzoek (zowel mannen als vrouwen) waren allemaal bezoekers van de dagbesteding van Attifa en ouder dan 55 jaar. Eerst achterhaalden we in focusgroepen de huidige kennis en leerwensen van de senioren te inventariseren. Op basis hiervan ontwikkelde we een computertraining. De computertraining die tijdens dit project is ingezet, maakt gebruik van een geïndividualiseerde aanpak (de deelnemers volgen hun eigen snelheid en schema), zelf bestuurbaar audiovisueel materiaal en inhoud op basis van de behoeften en voorkeuren van de deelnemers. Hierbij wordt rekening gehouden met culturele aspecten, taal- en beeldgebruik en moeilijkheidsgraad. Ten slotte hielden we interviews om de training en opgedane vaardigheden te evalueren. Uit de evaluatie bleek dat de deelnemers het prettig vinden om op individueel tempo samen te leren. Met name de meer geletterde deelnemers hadden profijt van de training. Het Marokkaans Arabisch bleek achteraf niet de voorkeurstaal voor deze training. Liever hadden de vrouwen de training in het Nederlands gevolgd zodat ze ook Nederlands hadden kunnen leren.

Connect@Health wordt uitgevoerd in samenwerking met de Polytechnic Universiteit van Madrid, SERMAS en E-Seniors, en werd gefinancierd door EIT Health.

Lees ook de blog Digitale inhaalslag: de ervaring van migrantenouderen van Nina Conkova op de website van de Koepel Adviesraden Sociaal Domein (september 2020).

Neem voor meer informatie contact op met Miriam Verhage.