Narratieve verantwoording in de praktijk

In januari 2020 is het 2-jarige project ‘Narratieve verantwoording in de praktijk’ van start gegaan bij zorgorganisaties Respect en ZZG Zorggroep. Het project, dat mede mogelijk wordt gemaakt door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, heeft als doel een concept-methode te ontwikkelen om vanuit talloze positieve en negatieve ervaringen in de dagelijkse zorgpraktijk te komen tot een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van zorg.

Het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg uit 2017 benadrukt het belang van het ervaren welbevinden van bewoners, belangrijke anderen en zorgmedewerkers bij het in kaart brengen van de kwaliteit van zorg. Deze vorm van kwaliteit zit verborgen in de verhalen (narratieven) van deze mensen over hun ervaringen. Het Kwaliteitskader moedigt aan om deze ervaringen mee te wegen, maar omschrijft niet hoe dit moet gebeuren. We hebben een basis voor het werken met narratieven gelegd in de eerste pilot Leefplezierplan voor de zorg. In het deelproject Narratieve verantwoording in de praktijk zijn we verder gegaan met de ontwikkeling van de methode Ervaringen Centraal; een methode waarin het werken met ervaringen structureel deel uitmaakt van de dagelijkse evaluatie van kwaliteit van zorg door medewerkers, bewoners en naasten, en het kwaliteitsbeleid van een organisatie.

Doeboek en video’s
Om medewerkers van zorgorganisaties te ondersteunen, hebben we een Doeboek, speelkaarten en een videoreeks ontwikkeld. De video’s bevatten uitleg, voorbeelden en vragen rondom de Ervaringen Centraal-methode en de ervaringencyclus. Zo krijgen kijkers inzicht in wat het werken met ervaringen inhoudt en oplevert. De reeks bestaat uit zes korte video’s:
  1. Verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis. In deze video vertellen kwaliteitsmanager Roland en verzorgende Mike wat het werken met Ervaringen Centraal voor hen betekent.
  2. Ervaren. In deze video leggen we uit hoe je je bewust kunt worden van wat je meemaakt
  3. Delen. In deze video vertellen we hoe je anderen deelgenoot kunt maken van jouw ervaring
  4. Reflecteren. In deze video zie je hoe je aan de slag kunt met de vraag: ‘Wat vinden we en leren we van de ervaringen?
  5. Handelen. In deze video lichten we toe waarom het belangrijk is om de geleerde lessen uit de reflectie uit te gaan proberen in de praktijk.
  6. De SenseMaker®-VPH app. In deze video vertellen we over het gebruik van de SenseMaker®-VPH app; een app om ervaringen vast te leggen en terug te zien.

Kwaliteitsverbetering
Bij de zorgorganisaties leidde de methode onder meer tot uitwisseling van informatie die aansluit bij de leefwereld van medewerkers, nieuwe manieren van leren en ontwikkelen in de teams en handvatten voor managers en bestuurders om narratieve informatie te gebruiken voor kwaliteitsverbetering en -verantwoording. Wil je dit ook realiseren in jouw organisatie? Lees dan meer over Ervaringen Centraal in het eindverslag van ons project. Samen met andere onderzoeksorganisaties schreven we een opiniestuk over het gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering.

Neem voor meer informatie contact op met Josanne Huijg.

Leefplezierplan op locatie


Wat gebeurt er als je het leefplezier van bewoners als vertrekpunt neemt in de ouderenzorg? En hoe zorg je ervoor dat persoonlijke ervaringen een plek krijgen in de verantwoording van kwaliteit? Deze vragen stonden centraal in het project Leefplezierplan voor de zorg. Na deze eerste positieve ervaringen op teamniveau, is het vervolgproject ‘Leefplezierplan op locatie’ gestart, een experiment om ook op locatieniveau zo te werken en met de betrokken partijen te komen tot een werkbare verantwoording van kwaliteit waarbij leefplezier centraal staat. Het Verbonden-team van Leyden Academy heeft het onderzoek begeleid.

Actieonderzoek op twee locaties
Van juni 2019 tot eind 2021 is het leefplezierplan op twee complete locaties ingevoerd: bij verpleeghuis Den Es in Varsseveld (Gelderland) van Stichting Azora en locatie Vita in Rijen (Noord-Brabant) van Zorggroep Elde Maasduinen. Onderzoekers van Leyden Academy verzorgen trainingen op deze locaties, om medewerkers vertrouwd te maken met de leefplezier-benadering. Vervolgens wordt deze werkwijze in beide locaties doorgevoerd. Vragen die hierbij aan de orde kunnen komen, zijn bijvoorbeeld: hoe ziet een elektronisch cliëntendossier (ECD) eruit als je leefplezier centraal stelt? Welke gevolgen heeft deze werkwijze voor de aansturing van medewerkers, de zorginkoop en de besteding van middelen?

Alle relevante belanghebbenden aan tafel
Tijdens het actieonderzoek zijn de meest relevante belanghebbenden – de zorgkantoren van Menzis en Coöperatie VGZ, het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en het programma KIK-V van Zorginstituut Nederland – samen op zoek gegaan naar de consequenties van een zorgverlening die uitgaat van leefplezier voor de in- en externe verantwoording van kwaliteit. Bij alle partijen leeft de overtuiging dat deze kwaliteit in de ouderenzorg niet alleen zit in goede medische zorg en een veilige en hygiënische leefomgeving, maar juist ook in het creëren van waardevolle ervaringen en betekenisvolle ontmoetingen voor bewoners in de laatste fase van hun leven. De vraag is alleen hoe je deze narratieve kwaliteit, die zich niet zomaar laat meten of tellen, kunt vastleggen en aantonen. Het Leefplezierplan doet een eerste aanzet.

Naar een werkwijze die in alle zorgorganisaties kan worden toegepast
Bijzonder aan het project Leefplezierplan op locatie is dat alle partijen meedoen die toezien op de kwaliteit van zorg. Elke instantie is vertegenwoordigd in de stuurgroep waarin uitdagingen die op de werkvloer boven water komen, worden besproken en waar mogelijk opgelost. Door samen na te denken over normatieve en narratieve verantwoordingskaders, wordt toegewerkt naar een werkwijze die in alle zorgorganisaties kan worden toegepast en waar een onmiskenbare stimulans vanuit gaat voor persoonsgerichte zorg met een focus op leefplezier. Het streven is hierbij om het voor zorgmedewerkers zo eenvoudig mogelijk te houden en de narratieve verantwoording niet te ‘stapelen’ bovenop de huidige registratielast.

“Twee jaar geleden was ik ook iemand met ‘oogkleppen’ op, ik richtte me vooral op het uitvoeren van de zorgtaken. Voor mij is wat dat betreft eigenlijk alles veranderd. Dat heeft heel veel gedaan met mijn werkplezier. Het voelt niet meer als iets wat ‘moet’. Ook al hebben we een route, het voelt niet meer als een lijst die ik af moet werken. Ik vind het nu gewoon leuk om te doen.” – Medewerker

Leefplezier in boek en beeld
Het Leefplezierplan-boek is uit! Naast een schitterend beeldessay van fotograaf Janine Schrijver, staat het bomvol verhalen, praktische tips en dilemma’s. Het boek gaat over het organiseren van persoonsgerichte zorg met leefplezier voor ouderen, hun verwanten en werkplezier voor zorgverleners en is uitermate behulpzaam voor teamleiders, managers, bestuurders en beleidsmakers. Op 10 mei ging zowel het boek als onderstaande film in première op het Leefplezierplan op locatie-congres dat bij Coöperatie VGZ in Arnhem plaatsvond. Op deze dag stonden onder andere prof. dr. Tineke Abma en Theo van Uum stil bij Leefplezier in de breedste zin van het woord en ging men in gesprek over onder andere de samenwerking met naasten, verantwoording, opleiding en het ECD. Klik hier voor een nieuwsbericht naar aanleiding van het congres.

Meer lezen?

  • In november 2021 deelde het team van Azora, locatie Den Es hun ervaringen met het leefplezierplan in dagblad De Gelderlander.
  • In juli 2021 schreef projectleider Annet van Harten een reflectie op het verantwoorden van goede zorg in onze kwartaalnieuwsbrief Leefplezier in de ouderenzorg.
  • In april 2021 deelden we de tussentijdse ervaringen vanuit Zorggroep Elde Maasduinen, waar aan de hand van vier pijlers verder wordt gewerkt aan de borging van leefplezier in de organisatie.
  • Artikelen die in oktober 2019 bij aanvang van het project verschenen op de websites van Zorgvisie en Waardigheid en Trots.

Kijk voor meer informatie op leefplezierindezorg.nl of neem contact op met Josanne Huijg.

Benaderen van ouderen en intergenerationele steun

In het onderzoek naar intergenerationele zorg besteedt Jolanda Lindenberg aandacht aan de paradoxale eisen in het publieke debat en de verwachtingen van ouderen zelf over de zorg voor ouderen. Vanuit een linguïstisch-antropologische invalshoek heeft zij veldonderzoek gedaan in een verzorgingshuis en een buurthuis in Amsterdam waarbij ze de zorgvragen, de zorgverlening, het zorgnetwerk van ouderen, hun sociale positie en identiteit in kaart brengt. Vragen als ‘Wat verstaan ouderen onder zorg?’, ‘Hoe vragen ouderen om steun en zorg?’ en ‘Bij wie doen ze dit dan het liefst?’ staan centraal. De antwoorden zullen duiding geven aan de conceptualisering van ouder worden, zorg, zorgvragen en intergenerationele steun.

Uit Jolanda’s onderzoek komen artikelen voort en is een wetenschappelijk boek in voorbereiding met als werktitel ‘The Language of Ageing’. Hierin gaat zij in op het taalgebruik rondom ouderen en hoe dit van invloed is op hun sociale identiteit, hoe zij zich positioneren ten opzichte van anderen en hoe zij hulp en steun vragen en aanbieden.

Meer weten over dit onderwerp? Neem contact op met Jolanda Lindenberg.

Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk

Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk

Op 25 november 2019 is de nieuwe, gratis videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk beschikbaar gesteld aan medewerkers zorg en welzijn in de ouderenzorg.

Veel organisaties in de ouderenzorg maken momenteel de omslag naar persoonsgerichte zorg, met meer ruimte en aandacht voor de persoonlijke wensen en verlangens van bewoners. Om hierbij te ondersteunen, ontwikkelden we de videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk. De 19 korte video’s brengen elk een herkenbare praktijksituatie in beeld, die inspireert en aanzet tot een gesprek over goede zorg. De volgende vier thema’s komen aan bod:

  1. Leren kennen van de bewoner (5 video’s)
  2. Bijdragen aan leefplezier (6 video’s)
  3. Delen van ervaringen (4 video’s)
  4. Omgaan met dilemma’s (4 video’s)

“Ik vind leren aan de hand van beelden heel prettig”
Na uitvoerig onderzoek onder zo’n 200 zorgverleners naar de juiste vorm, leerdoelen en stijl van de videoreeks, hebben we gekozen voor microlearning: korte, hapklare leereenheden van maximaal 1,5 minuut. Iedere video laat een echte situatie zien uit de dagelijkse praktijk, echte voorbeelden van contact tussen bewoners, familie en zorgverleners die leefplezier en liefdevolle zorg illustreren. Ieder filmpje eindigt met een vraag die uitnodigt om ermee aan de slag te gaan, of met elkaar in gesprek te gaan. De beoogde doelgroep van de videoreeks overwegend mbo-opgeleid en werkzaam in functies als verzorgende IG, woon- of activiteitenbegeleider, coördinator zorg en welzijn of zorgassistent.

Gratis te gebruiken
Dankzij de financiële steun van het Jo Visser fonds kunnen de video’s gratis beschikbaar worden gesteld. Opleiders kunnen de complete afspeellijst gebruiken of losse filmpjes inbedden in bestaande curricula, trainingen en portfolio’s (door bijvoorbeeld de video’s in het eigen Learning Management Systeem te plaatsen). Denk bij opleiders bijvoorbeeld aan o.a.

  • zorginstellingen en verpleeghuizen;
  • onderwijsinstellingen in zorg en welzijn;
  • zelfstandige trainers, coaches en trainingsbureaus in de zorgsector;
  • educatieve uitgevers in zorgonderwijs.

Deze film is onderdeel van de gratis videoreeks ‘Liefdevolle zorg in de praktijk’ en gaat over het omgaan met dilemma’s, want soms botsen de wensen van bewoners met het beleid en de regels die bij een zorgorganisatie gelden. Alle video’s bekijken? Ga dan naar de afspeellijst op YouTube.

De 19 filmpjes uit de videoserie worden sinds 2021 ook ingezet binnen Radicale Vernieuwing Waarde-vol Onderwijs. Lees dit interview met onze digital learning expert Marie-Louise Kok, onderzoeker Lucia Thielman, Danielle Swart (Jo Visser fonds) en Hanny de Bruin (mbo Rijnland).

De videoreeks maakt deel uit van het project Leefplezierplan voor de zorg van Leyden Academy. Neem voor meer informatie contact op met Marie-Louise Kok via tel. (071) 524 0964 of via e-mail.

Bewegen in het verpleeghuis

Voldoende beweging is gezond voor iedereen. Ook voor de bewoners van verpleeghuizen is het belangrijk om actief te blijven: het heeft een positief effect op de gezondheid en verkleint het risico op valincidenten en depressie. Bewegen kan ook veel plezier geven. Toch zijn in de Nederlandse verpleeghuizen negen van de tien bewoners inactief, terwijl zij vaak graag nog willen en kunnen deelnemen aan activiteiten en algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL). De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd doet dan ook een beroep op de zorgsector om structureel bewegen op te nemen in het zorgaanbod. Voordat we ons als Leyden Academy richten op eventuele interventies en programma’s om bewoners van zorginstellingen te activeren, wilden we onderzoeken hoe het eraan toe gaat in diverse organisaties voor ouderenzorg en van de medewerkers horen wat hun ervaringen zijn. Wat doen bewoners in een zorginstelling gedurende de dag, komt dat overeen met het beleid, welke belemmeringen liggen op de loer en waar liggen kansen om bewoners te activeren?

We hebben de volgende drie onderzoeken in zorgorganisaties uitgevoerd:

  1. Beweeginterventie ActiVite
    Dit betrof een experiment in 2017 en 2018 bij twee locaties van ActiVite, gericht op het stimuleren van meer bewegen op basis van de interesses, wensen en verlangens van bewoners. De activiteit werd gemeten met een activity-tracker. Bewoners die activiteiten kregen aangeboden die aansloten op hun persoonlijke voorkeuren werden actiever, terwijl bewoners die het reguliere aanbod voorgeschoteld kregen juist minder actief werden. Klik hier voor het rapport.
  2. Bewegen in de zorginstelling
    Dit onderzoek omvatte een serie observaties en interviews in 2017 en 2018 in negen zorginstellingen waar verpleeghuiszorg geboden wordt (psychogeriatrie en somatiek) om het beleid en de daadwerkelijke (in)activiteit, de ervaringen van zorgpersoneel en eventuele knelpunten in kaart te brengen. Klik hier voor het rapport.
  3. Roomburgh Actief
    Ook in dit onderzoek bij zorgcentrum Roomburgh in 2019 is ingezet op het verleiden van bewoners tot meer deelname aan activiteiten op basis van hun interesses, wensen en verlangens, maar dan gericht op somatiek. In dit onderzoek lag de nadruk meer op de methode van het inspelen op de voorkeuren van individuele bewoners. Klik hier voor het rapport.


Vier kansen voor verbetering
Uit ons onderzoek blijkt dat er veel kansen zijn om verpleeghuisbewoners te stimuleren om meer in beweging te komen. Om dit te bereiken, kunnen vier belemmeringen worden weggenomen:

  • De (fysieke en sociale) omgeving in een verpleeghuis stimuleert vaak niet of nauwelijks tot activiteit. Dat zien we vooral bij kleinschalig wonen binnen de psychogeriatrie. Hier wonen ouderen die nog best actief zouden kunnen zijn, maar vaak duttend in de gedeelde ruimte worden aangetroffen. Logisch, want in die ruimte staan vooral stoelen en banken en alles staat netjes opgeborgen in de kast. Wat er buiten de ruimte te doen is, is niet zichtbaar of de route naar buiten is niet duidelijk voor de bewoners. Een verzorgende uit ons onderzoek: “Als je de woonkamer binnenkomt, dan zie je sowieso al vijf á zes mensen slapen. Dat is dan ook wel weer een punt waar we iets aan kunnen doen.”
  • De (de perceptie van) tijdgebrek bij medewerkers beperkt de activiteit bij bewoners. Hoewel bewoners in veel gevallen (een deel van) de ADL-taken en andere activiteiten zelf zouden kunnen en willen uitvoeren, worden deze vaak uit handen genomen. Vooral bij het wassen en aan- en uitkleden wordt omwille van de tijd veel door de medewerkers gedaan. Rond de maaltijden worden bewoners vaak niet betrokken bij het boodschappen doen, de (voor)bereiding van de maaltijd, het tafel dekken en afruimen en de afwas. Een verzorgende: “Er is een dagschema waar we ons aan moeten houden. Als mensen zichzelf gaan wassen, duurt het allemaal te lang.”
  • Een strikte taakopvatting belemmert de integrale aanpak van inactiviteit. Hoewel veel organisaties zeggen de oudere bewoner centraal te stellen, zijn zorg, therapie en activiteiten vaak nog niet goed op elkaar afgestemd. Medewerkers voelen zich vooral verantwoordelijk voor hun primaire taken, waardoor deze centraal komen te staan in plaats van de bewoner. Integratie van taken kan leiden tot meer activiteit, die bovendien beter kan worden afgestemd op de mogelijkheden, interesses, wensen en verlangens van de bewoner. Een fysiotherapeut: “Ik heb op school gezeten om mensen te behandelen en niet om activiteiten te begeleiden.”
  • Door het onvoldoende kennen van de bewoner kan niet goed worden ingespeeld op hun individuele interesses en verlangens met betrekking tot activiteiten. Die vinden nu vaak plaats op vaste dagen, tijden en locaties en zijn niet altijd passend voor elke bewoner. Soms is bij de intake aandacht voor de (oude) voorkeuren van bewoners, maar er worden zelden activiteiten aangeboden die hierop ingaan. Ook wordt hier na de intake geen structurele aandacht meer aan besteed, terwijl de interesses, wensen en verlangens in de loop van de tijd kunnen veranderen. Hier liggen veel kansen voor organisaties en hun medewerkers om een betekenisvolle bijdrage te leveren aan het leefplezier van hun bewoners. Een activiteitenbegeleider: “Ik zou leefplezier voorop willen zetten. Iemand wilde bijvoorbeeld naar IKEA. Wie denkt daar nou aan? Dan moeten we eigenlijk lekker naar IKEA en daar samen gaan rondlopen.

Conclusie
Er kan veel bewegingswinst worden behaald door een andere inrichting van de (fysieke en sociale) omgeving. Bijvoorbeeld door zicht te bieden op ruimtes waar men vrij naartoe kan gaan door open of transparante deuren, of door spelletjes op tafel in het zicht te laten staan. Ook kan er beter worden ingespeeld op de interesses en verlangens van bewoners. Medewerkers kunnen hun taken onderling beter integreren en afstemmen op de individuele bewoner. Ten slotte mag er meer aandacht komen voor de kansen om bewoners te betrekken bij (I)ADL-taken. Bewegen wordt zo veel meer onderdeel van het dagelijks leven van de bewoner en komt los te staan van de taakopvatting van de medewerkers over zorg en welzijn.

Meer weten over dit onderzoek? Lees de blog op Skipr of neem contact op met Josanne Huijg

Josanne Huijg: “De verpleeghuiszorg heeft mijn hart gestolen”

In elke kwartaalnieuwsbrief van Leyden Academy introduceren we één van onze wetenschappelijke stafleden aan de hand van een actueel onderzoek of nieuwsfeit. In deze editie gaat Josanne Huijg in op het project Leefplezierplan voor de zorg, waarvan op 4 april jl. de resultaten zijn gepresenteerd.

Waarom is het leefplezier van kwetsbare ouderen zo belangrijk?
“De verpleeghuiszorg in Nederland is van een heel hoog niveau: de zorg is toegankelijk en er wordt heel goed voor mensen gezorgd. Maar door de jaren heen is de nadruk steeds meer komen te liggen op (medische) behoeften en het voorkomen van narigheid. Wat iemands leven de moeite waard maakt, rekenen we niet tot de verantwoordelijkheid van de zorg. Of we vinden het ingewikkeld, omdat het zo persoonlijk is. Maar als mensen in een verpleeghuis komen wonen, dan is dit het laatste stukje van hun leven. Natuurlijk is het belangrijk dat iemand dan zijn medicijnen op tijd krijgt, maar wij vinden het minstens zo belangrijk dat we de verlangens van die persoon beter leren kennen en kijken of we hieraan tegemoet kunnen komen. Vragen als: wie bent u, wat vindt u fijn, wat wilt u graag nog doen in uw leven, wie zijn voor u belangrijk? In ons Leefplezierplan-project hebben we hier vanuit de elf deelnemende teams talloze mooie voorbeelden van gezien. Vaak in kleine alledaagse dingen, zoals een mevrouw die ervan geniet als haar benen worden ingesmeerd na het douchen. Maar ook grote verlangens die konden worden vervuld, zoals de bewoonster die graag nog haar kleinkinderen wilde zien voordat zij overleed. Het mooie is dat dit ook enorm veel doet met het werkplezier van de verpleegkundigen en verzorgenden. Zij kunnen écht iets voor hun bewoners betekenen en dat geeft veel voldoening.”

Veel ouderenzorg organisaties doen dit toch al?
“Persoonsgerichte zorg is hot, er is haast geen zorgorganisatie te vinden die dit niet op de een of andere manier in haar visie, missie of beleidsplan heeft staan. Al deze organisaties tonen graag hun ‘pareltjes’ van persoonsgerichte zorg. Prachtig, maar het zijn vaak incidentele, eenmalige gebeurtenissen. In het project Leefplezierplan voor de zorg hebben wij met medewerkers zorg en welzijn willen uitvinden hoe we duurzaam de aandacht kunnen verleggen naar het leefplezier van individuele bewoners. Enerzijds door een persoonsrelatie met hen aan te gaan. En anderzijds door de verantwoording van de kwaliteit van de zorg mede te baseren op wat er daadwerkelijk is gedaan voor het leefplezier van de bewoners.
Het idee ‘dat we dit toch al doen’ zagen we trouwens ook terug bij de teams in de pilot. Zij zeiden bij aanvang vaak dat zij hun bewoners al heel goed kenden en hun leefplezier vooropstellen. Maar na afloop van de trainingen gaven negen van de tien zorgverleners aan dat zij hun bewoners nu (veel) beter te hebben leren kennen, en ruim driekwart zegt nu meer bezig te zijn met het scheppen van kansen voor leefplezier.”

Wat neem je zelf mee uit het project? 
“Ik heb geleerd dat je als medewerker in de zorg heel dicht bij de mensen komt, vooral in de meest alledaagse situaties, en dat je juist daarin heel veel kunt betekenen. Ik mocht zelf een dagje meelopen in de praktijk, en zag er best een beetje tegenop om een meneer te moeten wassen. Want wie vindt het nu fijn om door een vreemde gewassen te worden? Het liep heel anders dan verwacht. De medewerker hielp mij om contact met de bewoner te maken. Op haar aanwijzing pakte ik zijn handen en liepen we dansend naar de badkamer. Zo werd het wassen voor mij juist een mooie ervaring, waarin ik heel dicht bij de bewoner mocht komen. Sinds die dag heeft de verpleeghuiszorg mijn hart gestolen.”

Leefplezierplan voor de zorg

Leefplezierplan voor de zorg

Binnen de Nederlandse verpleeghuizen gelden diverse normen en protocollen, die vooral zijn ontwikkeld om de veiligheid van bewoners te waarborgen en te voorzien in hun medische behoeften. Voor deze kwetsbare mensen, in de laatste fase van hun leven, is positief welbevinden echter minstens zo belangrijk als het voorkomen van narigheid en ongelukken. Kunnen we inspelen op de verlangens van mensen en hen de ruimte geven om te doen wat zij graag willen doen en de persoon te zijn die zij graag willen zijn? Leyden Academy onderzoekt wat er gebeurt als je dit in de langdurige zorg als uitgangspunt kiest en als maatstaf neemt voor kwaliteit.

Leefplezier in de ouderenzorg
Wat gebeurt er als we in de ouderenzorg de verlangens van bewoners als vertrekpunt nemen? En als hun leefplezier leidend is bij de verantwoording van de kwaliteit van de zorg? We verkenden het van april 2017 tot april 2019 in het pilotproject ‘Leefplezier in de ouderenzorg’, ondersteund door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Tegemoetkomen aan persoonlijke wensen en verlangens vraagt allereerst dat verpleegkundigen en verzorgenden de bewoners beter leren kennen: wat is hun verhaal, wie zijn voor hen belangrijk, wat geeft hun leven kleur? Deze inzichten vormen het uitgangspunt van het leefplezierplan, met daarin ook aandacht voor de rollen van familie en mantelzorgers en de dilemma’s die in de praktijk ontstaan. Want wat bewoners en hun dierbaren graag willen, kan schuren met wat er mag, kan, of ‘hoe het hoort’. Daar moet met elkaar de benodigde ruimte worden gecreëerd. Belangrijk element in de pilot is het zichtbaar maken van de kwaliteit die voortkomt uit deze nieuwe aanpak.

Foto: De Oude Pastorie

Op 4 april 2019 hebben wij onze bevindingen gepresenteerd tijdens een conferentie voor betrokkenen in Leiden, waarbij we ook ons eindrapport uitreikten aan Theo van Uum, directeur Langdurige Zorg bij VWS. De reacties vanuit de elf deelnemende zorgorganisaties zijn heel enthousiast: bij bewoners, hun belangrijke anderen (familie, vrienden, mantelzorgers) en zeker ook bij de teamleden. Het sturen op positieve ervaringen heeft een positief effect op het werkplezier van verpleegkundigen en verzorgenden. Het geeft hen veel voldoening om iets te kunnen betekenen voor de kwaliteit van leven van hun bewoners. U kunt deze ‘handreiking’ hier downloaden, met een introductie van het leefplezierplan aan de hand van veel ervaringen en sprekende foto’s uit de praktijk. Lees ook het persbericht over de belangrijkste bevindingen.

Vervolgprojecten
In navolging op het succesvolle Leefplezierplan hebben we de volgende projecten opgezet:

  1. Leefplezierplan op locatie: hierin schalen we het werken met het leefplezierplan op van teamniveau naar twee complete locaties.
  2. Ervaringen in de praktijk: hoe geven organisaties de ervaringen van zorgverleners, bewoners en belangrijke anderen een plek in het kwaliteitsbeleid?
  3. Narratieve verantwoording in de praktijk: een methode om ervaringen structureel deel te laten uitmaken van de dagelijkse routine van zorgmedewerkers en van het kwaliteitsbeleid.
  4. Samen werken aan liefdevolle zorg (in samenwerking met Topaz): hoe kunnen zorgmedewerkers en naasten samen werken aan liefdevolle zorg voor de bewoner?
  5. Videoreeks Liefdevolle zorg in de praktijk: een serie van negentien korte inspiratievideo’s voor medewerkers zorg en welzijn.
  6. Train-de-trainer Leefplezierplan voor de zorg: een cursus voor trainers om zich de leefplezier-benadering eigen te maken zodat zij medewerkers zorg en welzijn hierin kunnen opleiden.

Meer over de leefplezier-benadering
Via de nieuwsbrief ‘Leefplezier in de ouderenzorg’ houden we u periodiek op de hoogte van interessante ontwikkelingen en initiatieven, inspirerende praktijkvoorbeelden en de voortgang van onze projecten. U kunt de nieuwsbrieven teruglezen op de website van Leefplezier in de ouderenzorg. Benieuwd naar wat er in de media over de leefplezier-benadering is verschenen? Klik dan hier.

Neem in geval van vragen of suggesties contact op met Ellen Plasmeijer.

Levensles: onderwijsideeën voor betere ouderenzorg

Leyden Academy en het Jo Visser fonds (voorheen Vereniging Het Zonnehuis) dragen gezamenlijk bij aan een betere kwaliteit van het onderwijs in de ouderenzorg en willen de negatieve beeldvorming over oudere mensen bijstellen. Het doel is om mbo- en hbo-studenten uit te dagen om met een frisse blik te kijken naar de zorg voor oudere mensen en na te denken hoe deze kan worden verbeterd. Samen met regionale onderwijsinstellingen, gemeentes en andere partijen wordt gezocht naar de verbindende factor om kennis te vergroten en de beeldvorming over ouderen te verbeteren. Hieronder lichten we enkele activiteiten toe.

Zomervisite
Onder de noemer ‘Zomervisite’ zijn (aankomende) studenten Zorg & Welzijn uitgenodigd om via een zorgorganisatie bij ouderen op bezoek te gaan en samen iets te ondernemen: van het maken van een wandeling, muziek luisteren, een boodschap doen, of samen op het terras genieten van de zon. Studenten komen zo in aanraking met de belevingswereld van ouderen en raken geïnspireerd door de ontmoetingen. Sinds de start in 2017 hebben ruim honderd jongeren via deze zomervisites de woon- en leefomgeving van (kwetsbare) ouderen leren kennen. Volgens de deelnemers heeft het bijgedragen aan een genuanceerder beeld van ouderen en de ouderenzorg, en was het een verrijkende ervaring. We hebben het voornemen om in juli en augustus 2020 weer Zomervisite te faciliteren. Meer informatie? Klik hier.

Inspiratie- en kennisdagen
De afgelopen jaren boden regionale Levenslessen door het hele land ruim 1.500 scholieren een verfrissend perspectief op ouderenzorg. Studenten raken geïnspireerd door de ontmoetingen met ouderen en stellen hun vooroordelen bij. De ontmoetingen dragen bij aan meer begrip en een betere verstandhouding tussen generaties. Docenten zijn verrast dat studenten zo enthousiast zijn en met nieuwe ideeën over de zorg voor ouderen komen. Zorginstellingen krijgen een beeld wat de knelpunten in de praktijk zijn en hoe stages worden ervaren. Voor gemeentes en maatschappelijke instellingen zijn de Levenslessen een manier om te peilen hoe de kennis en ervaring van studenten al dan niet aansluit bij de vraag van zorgorganisaties en hun cliënten.
Na het contact met ouderen hebben de studenten hun ervaringen omgezet in originele ideeën. Vervolgens werden deze tijdens Inspiratie- en kennisdagen aan een breed publiek gepitcht; van een slimme deurmat tegen babbeltrucs tot een Tinder-app die ouderen matcht met een adoptiekleinkind. Het idee van Lilian Djarkasi, kickbokslessen voor dementerende ouderen, is zelfs genomineerd voor een Appeltje van Oranje.
Stichting GetOud heeft twintig van deze levenslessen als rolmodellen geportretteerd om inspirerende ontmoetingen tussen jong en oud te tonen.

Kameraad
Het project Kameraad koppelt een maatje aan mensen met dementie, een buddy die lichtheid en kleur in het leven kan brengen. Tegelijkertijd kan de mantelzorger even op adem komen. Binnen Levensles hebben we ons ingezet voor dit project omdat het zorgonderwijs en de ondersteuning van mensen met dementie verbindt. Mbo-studenten worden zo een maatje voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers. Hierbij staan niet de ziekte en de beperkingen centraal, maar de persoon en zijn of haar mogelijkheden. Na een succesvolle Friese editie volgen nu ook mbo-studenten ROC TOP in Amsterdam het goede voorbeeld. Op de Dementie Verhalenbank zijn gedichten, filmpjes, presentaties en verslagen te vinden die studenten maakten van deze vaak bijzondere ontmoetingen.

‘Het is belangrijk dat onderwijspartijen beter samenwerken om de kwaliteit van het onderwijs in de zorg voor ouderen te verbeteren’ – Jet Bussemaker, hoogleraar leerstoel ‘Beleid, wetenschap en maatschappelijke impact, in het bijzonder in de zorg’

Meer informatie over Levensles en de projecten? Neem dan contact op met Danielle Swart.