“Een crisis kan ons veel leren en als de nood hoog is, zijn we tot veel in staat. Er was een watersnoodramp nodig om de Deltawerken op te richten. Welke lessen gaan we leren uit de coronacrisis? Het lijkt logisch om direct te wijzen op het belang van vitaliteit voor overleving van het coronavirus. Wekenlang lazen we dat vooral mensen met overgewicht op de Intensive Care belandden. Toch is de belangrijkste les voor mij niet dat we meer aandacht voor een gezonde leefstijl moeten hebben.
De belangrijkste les die ik uit deze uitzonderlijke periode haal, is dat we als samenleving in staat blijken om in korte tijd grote veranderingen door te voeren en bereid zijn om gezamenlijke offers te brengen om levens te redden. Alle scholen gingen dicht, mensen werken massaal thuis, veel mensen verliezen hun baan of een deel van hun inkomsten. We gaan niet meer naar het café, restaurant, festival, museum of theater. Het gaat immers om mensenlevens.
Dat we dit soort ingrijpende veranderingen kunnen doorvoeren, kan ons helpen met een andere epidemie die in Nederland rondwaart, een epidemie die zich geruislozer voltrekt, maar minstens zo dodelijk is: de epidemie van welvaartsziekten. Meer dan de helft van de Nederlanders heeft overgewicht, meer dan een miljoen mensen heeft diabetes type 2, elke dag sterven er in Nederland meer dan honderd mensen aan hart- en vaatziekten. Toch wachten wij niet iedere dag in spanning op deze cijfers van het RIVM.
Dokters en beleidsmakers hebben lang gedacht dat de oplossing van deze epidemie van welvaartsziekten bij de mensen zelf lag. Zij moesten simpelweg hun leefstijl aanpassen, we hoefden ze alleen maar even uit te leggen hoe. Maar alle campagnes en folders ten spijt, is de epidemie alleen maar erger geworden. In de jaren ’80 was één op de drie Nederlanders te dik, nu is dat al de helft en in 2040 naar verwachting twee van de drie. Dat komt omdat veel van de keuzes die mensen iedere dag maken geen bewuste keuzes zijn, maar keuzes die worden ingegeven en gestuurd door hun omgeving. En de huidige omgeving verleidt ons iedere dag overal tot ongezonde keuzes. Het open buffet van kroketten, kaascroissants en saucijzenbroodjes op de stations, de snoepautomaten in de aula, de frituur in de kantines op het werk en bij de sportvereniging. Bovendien worden we de hele dag uitgenodigd om te zitten en ons zo min mogelijk in te spannen. Gemak dient de mens!
De epidemie van welvaartsziekten woedt ironisch genoeg vooral in de minder welvarende wijken. Hier vind je de meeste patatzaken en fastfood restaurants. Mensen met gezondheidsproblemen zijn extra vatbaar voor het virus. En mensen met een kleine portemonnee hebben minder mogelijkheden om fit en in beweging te blijven. Zij hebben het geld niet om dure fitnessapparaten aan te schaffen, noch de ruimte om die ergens neer te zetten. Zij wonen vaak in stedelijke gebieden die minder uitnodigen tot lange wandelingen dan als je nabij lommerrijke parken en natuurgebieden woont. Zij piekeren over hun gezondheid, over de kinderen thuis, over hoe ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen, en liggen daar wakker van. Zoals Wim (72) het verwoordde: ‘Arme mensen worden nu harder gepakt”. Ook op het gebied van vitaliteit discrimineert corona.
Wat dat betreft is de epidemie van welvaartsziekten niet anders dan de epidemieën uit vroeger tijden. Ook cholera, tyfus en tuberculose waren ziekten van mensen uit de lagere sociaaleconomische klasse. Dat kwam door de slechte hygiëne in de overvolle steden en huizen. Het waren niet de dokters die deze epidemieën oplosten, maar de mensen die de riolering aanlegden, de drinkwatervoorziening en het openbaar onderwijs organiseerden. Ook de corona-uitbraak zal niet worden beteugeld door de indrukwekkende apparaten op de IC. Ook deze epidemie zal vooral worden ingedamd door handen wassen, hygiëne en afstand houden.
Wat kunnen we leren van de coronacrisis om deze stille epidemie van welvaartsziekten te boven te komen? Hoe zien de nieuwe Deltawerken eruit? We kunnen obesitas, diabetes type 2 en hart- en vaatziekten op dezelfde manier bestrijden als eerdere epidemieën, namelijk door ons land te verbouwen. Daarvoor is een majeure inspanning nodig, want de hele omgeving moet op de schop. Kantines moeten een ander aanbod krijgen, restaurants moeten hun menu’s aanpassen, winkels passen hun aanbod en prijzen aan. In alle gebouwen moeten de routebordjes naar de trap wijzen en niet naar de lift. Of beter nog: verstop de lift achter een grijze betonnen muur, zoals we nu de (nood)trap aan het zicht onttrekken. Bedrijven moeten aantrekkelijke lunchroutes uitzetten waarlangs medewerkers kunnen lunchwandelen. Wijken en steden moeten voorrang geven aan voetgangers en fietsers en de auto verder uit het straatbeeld terugdringen. En ga zo maar door.
Voor de één klinkt het als een utopie: niet realistisch! Voor de ander eerder een dystopie: betutteling! Maar een crisis kan dingen die vroeger abnormaal leken, opeens normaal maken. We hebben zo’n massale verbouwing de afgelopen weken van dichtbij meegemaakt. Het kán dus! Winkels krijgen plexiglas schotten, belijning op de vloeren, en overal staan mensen klaar in hesjes om winkelwagens te ontsmetten en de bezoekersstromen te coördineren. Corona heeft ons laten zien dat het mogelijk is om rigoureus in te grijpen, als het op te lossen probleem maar urgent en tastbaar genoeg is.
Bovendien: alles went. Zo vinden we het tegenwoordig heel normaal dat er strenge regels zijn voor de keuken van een restaurant. Hierin staat tot in detail voorgeschreven tot hoe hoog de keuken betegeld moet zijn en welke protocollen er voor gekoelde producten moeten worden gevolgd om te voorkomen dat je salmonella krijgt als je ergens een kippetje besteld. Dat leek ooit ook betutteling. Het zou net zo normaal moeten worden dat er regels zijn voor restaurants zodat je van de maaltijd niet alleen de volgende dag geen salmonella-infectie oploopt, maar ook over twintig jaar geen hartinfarct.
Ook voor kantines, aula’s en sportverenigingen kunnen regels een omgeving waarborgen waarin kinderen opgroeien zonder overgewicht. Beperken we daarmee de individuele keuzevrijheid? Misschien. Maar op dit moment is één op de zes kinderen in Nederland te dik. De meeste van deze kinderen zullen daar de rest van hun leven last van houden. Dat lijkt me een beetje betutteling wel waard.
De coronacrisis vraagt veel van ons allemaal. Maar gelukkig zal uiteindelijk alles weer normaal zijn. Kinderen spelen straks weer op het schoolplein met vriendjes en vriendinnetjes en wij sluiten weer aan in de file naar ons werk. De economie trekt aan en we gaan weer op vakantie. We zitten weer op terrasjes, in cafés en in restaurants. Maar laten we het normale leven niet direct omarmen en terugvallen in onze oude patronen. Dat we onze omgeving zo snel kunnen ombouwen, biedt perspectief. Wat we nodig hebben zijn nieuwe Deltawerken, niet tegen het wassende water maar tegen de sluimerende epidemie van welvaartsziekten. Dit is het uitgelezen moment om de omgeving die ons ziek, vatbaar en vroeg oud maakt, aan te pakken.”
dr. David van Bodegom is senior onderzoeker bij Leyden Academy en leidt de activiteiten binnen het speerpunt Vitaal. Deze tekst maakt onderdeel uit van ons manifest Ouderen en corona – vier lessen en kansen uit mei 2020.