Als Artist-in-Residence bij Leyden Academy mocht ik, Marjolein Baars, theatermaakster en 64 jaar, tussen 1 mei en 14 november 2023 een vrij werk maken. Mijn interesse ligt in ‘iets nieuws maken’ wat aansluit bij de mensen in hun context en dat bijdraagt aan meer samenhang. Hiervoor gebruikte ik de principes van de Michael Chekhov-acteertechniek (MCat) binnen drie sperpunten van Leyden Academy, namelijk vitaal, betekenisvol en verbonden. In dialoog met Tom Maassen en Lieke de Kock, beiden onderzoeker bij Leyden Academy, werden de gezamenlijke vragen helder:
- Hoe doe je participatief onderzoek waarin theater niet als doel maar als middel wordt ingezet?
- Hoe gebruik je de waarnemingen (=informatie=data) van alle stakeholders; onderzoekers, de doelgroep en de Artist-in-Residence, ten dienste van het onderzoek?
- Hoe werk je met het onbekende, hetgeen niet tast- en hoorbaar maar wel ervaarbaar is?
Verkennen van de beelden
De eerste stap was het verkennen van de beelden die er leven binnen de academy, onderzoekers en ouderen. Met MCat hanteer je de verbeelding om personages en scènes tot leven te wekken die het publiek inspireren en (innerlijk) in beweging zetten. Vaststaande, onbeweeglijke beelden staan de creativiteit in de weg en worden (onbewuste) obstakels. Door middel van tekenen, dialoog en delen van ervaringen en inzichten begonnen onze eigen beelden over ouder worden en vitaliteit te leven. Dit alles bracht nieuwe vragen teweeg, die allemaal begonnen met ‘Hoe ga je om met…?’
In beweging brengen
Die vragen hebben we vervolgens letterlijk in beweging gebracht door ze vanuit MCat te benaderen: wie speelt welke rol, in welke verhouding sta je ten opzichte van elkaar, hoe is de atmosfeer en vanuit welke intentie/innerlijk gebaar acteer en handel je? Op die manier wordt ‘dat wat je voelt, maar niet kunt benoemen’ concreet en voor alle betrokkenen invoelbaar. Niet omdat je het met je verstand begrijpt, maar met je lijf en je gevoel. Dit principe gebruikte ik gedurende het proces ‘andersom’: door de rollen, de atmosfeer en interacties uit het dagelijks leven of op het werk te ontrafelen en terug te brengen naar acties, werd het data voor het onderzoek!
Multidisciplinair en intergenerationeel onderzoeksteam
In de volgende fase heb ik een multidisciplinair en intergenerationeel onderzoeksteam samengesteld, bestaande uit zes ouderen, zes onderzoekers en ikzelf: het zogeheten Theatraal Onderzoek Participatie (TOP)-team. Gedurende tien ochtenden onderzochten we de thema’s ouder worden, vitaliteit en creativiteit. We oefenden in het maken van contact, het luisteren met je hele lijf, geven en ontvangen, steeds opnieuw in het onbekende stappen en al je waarnemingen serieus nemen zonder het persoonlijk te maken. Het grootste obstakel bleek ‘het hoofd’. Naarmate we als team beter luisterden naar ons lijf als waarnemings-, verwerkings- en expressie-instrument, ontstond er rust, gemak, vertrouwen en verbinding. Het aantal aannames en oordelen verminderde en ieder durfde zijn/haar eigen impuls en elkaar meer te volgen. De scènes werden gelaagd, kregen meer betekenis, de vorm werd niet langer bedacht maar ontstond en was iedere keer verschillend, voortkomend uit dat moment in die context met die mensen. Het niet-weten en persoonlijke omstandigheden werd werkmateriaal dat we bewust en uit vrije wil onderzochten.
De laatste fase
Naarmate we dichter bij het moment van ‘delen met het publiek’ kwamen, groeide het stressniveau. ‘Het’ moest iets worden, we moesten ‘iets’ bewijzen en die bewijzen presenteren en verantwoorden. De onbewuste beelden en aannames uit het wetenschappelijke veld en het theatrale veld bleken mee te gaan spelen. In deze fase was het niet-weten bijna existentieel. Ieder moest op haar/zijn eigen wijze een innerlijk houvast vinden. Dit proces legde de basis voor de laatste stap in het proces. Tijdens de laatste bijeenkomst koos iedereen een samenwerkingspartner en werd besloten wat er die avond met het publiek zou worden gedeeld.
Delen met een publiek
Op dinsdagavond 7 november hebben wij bij Scheltema in Leiden onze bevindingen met het publiek gedeeld. Daarna deelde het publiek met ons wat het bij hen teweeg had gebracht. Woorden als fris, kwetsbaar, diep menselijk, ongewis en verbonden kwamen ter sprake. Meerdere mensen in het publiek gaven aan geraakt te zijn en hadden de neiging om mee te doen. Deze vorm van onderzoek doen en delen roept activiteit in de toeschouwer op!
Drama als levenskunst
Een week later hebben we de laatste stap in het proces gezet. Ieder lid van het team gaf terug wat deze manier van onderzoek teweeg had gebracht en welke inzichten er ontstaan waren. Het was rijk en tegelijkertijd confronterend op vele niveaus. Voor mij is één ding duidelijker dan ooit geworden: theater in het dagelijks leven heeft baat bij theatraal onderzoek. Het geeft toegang tot lagen waar je met veel andere vormen van onderzoek niet komt, vertelde een onderzoekster. Deze aanpak is voor iedereen toegankelijk en te leren. De uitdaging ligt in hoe je omgaat met de waarnemingen en of je als team bereid bent deze taal en discipline te ontwikkelen. Een voor de hand liggende smoes is: ‘Ik kan geen theater spelen’. De realiteit is, dat we de hele dag niets anders doen. Maar dat gaat vaak onbewust! Michael Chekhov spreekt over ‘the actor of the future’. Voor mij opende dit team en dit onderzoek de deur naar die toekomst, waarin ‘drama’ omgevormd wordt tot levenskunst.