De ILC-werkgroep ‘Women & Ageing’ maakt zich sterk voor een leeftijdsvriendelijke wereld

De ILC-werkgroep ‘Women & Ageing’ maakt zich sterk voor een leeftijdsvriendelijke wereld

Op 16 maart heeft de werkgroep van International Longevity Centre Global Alliance (ILC-GA) Women & Ageing een internationaal event georganiseerd in het kader van het 66ste forum van de Comission on the Status of Women van de VN. Het thema van de bijeenkomst was: Women Working Towards Later Life: Expectations and Inspirations.

Gendergelijkheid
De voorbereiding op een lang leven is belangrijk voor iedereen, maar vooral voor vrouwen, die niet alleen langer leven dan mannen, maar ook gedurende hun hele leven telkens voor unieke uitdagingen komen te staan. De economische empowerment van meisjes en vrouwen heeft een lange weg afgelegd, maar als het gaat om het ouder worden, is er nog een pad te banen. Het forum stond in het teken van hoe oudere vrouwen van vandaag hun leven als kansrijk kunnen beschouwen en hoe ze jongere vrouwen kunnen inspireren om de regie over hun toekomst in eigen handen te nemen. De inzichten die zijn besproken, stoelen op het onderzoek van ILC Global Alliance over levensloop en gendergelijkheid in het kader van intergenerationele benadering. ILC Nederland wordt vertegenwoordigd door Leyden Academy.

Leeftijdsvriendelijke wereld
Vijf prominente sprekers deelden hun visie op beleid en onderzoek, dat gerelateerd is aan levensloop, gezondheid, diversiteit en gelijke kansen op de arbeidsmarkt voor vrouwen van alle leeftijdsgroepen, met de nadruk bij het ouder worden. Professor Julie Byles, co-president van ILC-GA en ILC Australia, benadrukte het belang van het zoeken naar een juiste balans tussen de behoeftes en het vermogen van vrouwen op leeftijd. Deze vrouwen kunnen belangrijke pilaren van hun gemeenschappen worden en blijven, zoals de Knitting Nanas, de rolmodellen in milieuactivisme. De presentie van Claudia Mahler, de onafhankelijke expert van de VN voor de rechten van ouderen, focuste op de mensenrechten en in het bijzonder op de rechten van oudere vrouwen. Een van dr. Mahler’s doelen is dat de stem van de vrouw weerklank vindt in haar werk: “Global ageing really has a female face”. Ondanks de belangrijke maatschappelijke bijdrage van oudere vrouwen wereldwijd, worden ze meestal over het hoofd gezien wanneer het gaat om beleid. Monica Ferro, directeur van het VN bevolkingsfonds (UNFPA), pleitte voor meer gedesaggregeerde data en meer aandacht voor seksuele en reproductieve gezondheid. Beide aandachtspunten zullen vrouwen in staat stellen om langer in de arbeidsmarkt en de maatschappij te participeren. Sylvia Perel-Levin, voorzitter van de NGO Committee on Ageing, pleitte ervoor om de bestaande internationale wetgeving rond ageing te gaan vertalen in concrete acties. Susana Harding, directeur van ILC Singapore, bracht een belangwekkend onderwerp naar voren over de vrouwelijke levensloop en intergenerationele verbinding: meer onderwijs voor jongere vrouwen, inclusief ‘financiële geletterdheid’, en een uitwisseling van informatie tussen de verschillende generaties van vrouwen kunnen resulteren in een langer en stabiel later leven, in goede gezondheid en in welvaart. De bijeenkomst kan gezien worden als een mijlpaal in de internationale beweging in de richting van een leeftijdsvriendelijke wereld voor alle mensen, met bijzondere aandacht voor oudere vrouwen. Binnenkort is de link naar de sessie beschikbaar.

Over ILC
International Longevity Centre Global Alliance (ILC-GA) is een onafhankelijke wereldwijde beweging dat als doel heeft om mensen tijdig te laten nadenken over actief en gezond ouder worden met een grotere keuzevrijheid en zelfredzaamheid. In Nederland wordt ILC vertegenwoordigd door Leyden Academy. Verder zijn er afvaardigingen in onder meer Argentinië, Australië, Canada, China, Frankrijk, Duitsland, India, Japan,  Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Zuid-Afrika.

Healthcare Clowning International Meeting: 20-22 april in Den Haag

Healthcare Clowning International Meeting: 20-22 april in Den Haag

CliniClowns Nederland organiseert op 20, 21 en 22 april 2022 de Healthcare Clowning International Meeting (HCIM) in Den Haag. Tijdens het event worden er lezingen en workshops gegeven door experts uit het vak zoals Lead of Arts & Health bij The World Health Organisation Christopher Bailey en Hoogleraar Gezondheidspsychologie Andrea Evers. Het evenement draait om het samenbrengen van professionals die onderdeel zijn van of werken met clowns in de zorg vanuit de hele wereld. Onderwerpen die dit jaar centraal staan, zijn de impact van clowns in de zorg op de samenleving, de kunst van professioneel clownen, innovatie in de zorg en fondsenwerving. HCIM brengt alle mensen samen die deel uitmaken van het levensveranderende beeld van clownerie in de gezondheidszorg, die werelden verbindt, mensen verbindt en ruimtes verandert.

Het programma
Experts van over de hele wereld met verschillende specialismen vertellen over hun eigen ervaringen, en ontwikkelingen binnen het vak. De deelnemers worden geïnspireerd door lezingen en sessies over (innovatieve) co-creatie tussen zorgprofessionals, clowns in de gezondheidszorg en andere kunstdisciplines en wat daarvan de impact is op de patiënt/cliënt.  Vanuit Leyden Academy is professor Tineke Abma keynote speaker en zijn Barbara Groot en Lieke de Kock panelleden. Daarnaast kunnen bezoekers kiezen uit meer dan 100 workshops om te bezoeken tijdens het evenement. Het programma van de plenaire sessies staat hieronder weergegeven.

Woensdag 20 april 2022: Zorg voor kinderen
09.30-10.30 – ‘Fool for Love: The Healing Power of Clowning’ door Christopher Bailey, Lead of Health & Arts bij de World Health Organisation.
14.15-15.45 – ‘Strengthening our Connections in Challenging Times’ door onder andere Andrea Evers, hoofd van de afdeling Gezondheids-, Medische en Neuropsychologie aan de Universiteit van Leiden.

Donderdag 21 april 2022: Dementie en neurodiversiteit
14.15-14.30 – ‘More than Memory’ Creativity… the Life-long Language of Connection’ door Anne Basting, Voorzitter van TimeSlips Creative Storytelling.
14.30-15.45 – ‘Dementia and Human Flourishing’ door o.a. Julie Meerveld & Magdalena Schamberger.

Vrijdag 22 april 2022 – Fondsenwerving
09.30-10.30 – ‘Giving makes people feel good’ door Sylvia Costantini, managing director van Philanthropy & Fundraising International.
14.45-15.45 – ‘Into the Future’ door onder anderen Machteld Huber, oprichter en onderzoeker bij Institute for Positive Health.

Lees meer informatie, bekijk het volledige programma of koop tickets op www.hcim2021.com.

Over CliniClowns
CliniClowns zijn er voor iedereen die bang, onzeker, eenzaam of verdrietig is en de kracht van een lach hard nodig heeft. Een zorgeloos moment met CliniClowns maakt dat zieke kinderen even vergeten dat ze ziek zijn en mensen met dementie of een beperking zich gezien en begrepen voelen. Dat maakt écht een wereld van verschil; het haalt de positieve kracht in henzelf naar boven. En dat heeft een blijvend effect. De CliniClowns spelen in bijna alle Nederlandse ziekenhuizen met een kinderafdeling, de psychiatrie, revalidatieklinieken, hospices, speciale scholen, kinderdagverblijven, online en in zorginstellingen voor mensen met dementie.

Hieronder een kort (Engelstalig) interview van moderator Laura Koppenberg met keynote speaker Christopher Bailey (hoofd van de Kunst & Gezondheid-afdeling van de Wereldgezondheidsorganisatie). Hij legt uit hoe clowns een magische ruimte creëren waar verbinding mogelijk is. Clowns zien mensen wanneer ze emotioneel zijn en nemen ze mee op een geweldige reis.

Leyden Academy’s jaarbericht 2021: vitaal en betekenisvol leven, hecht verbonden binnen de gemeenschap

Leyden Academy’s jaarbericht 2021: vitaal en betekenisvol leven, hecht verbonden binnen de gemeenschap

‘De liefde is de eerste wet’, zo luidt de titel van het laatste album van de Zeeuwse troubadour Broeder Dieleman. Het motto komt van Jan de Prentenknipper, een eigenzinnige 19e-eeuwse volkskunstenaar die de bezwaren van de dominee in de wind sloeg en bij zijn katholieke vriendin bleef. In Zomergasten noemde rapper Typhoon de liefde “geen woord voor een romantisch moment, maar iets dat je aan het werk zet – een werkwoord dus.”

De liefde als inspiratie en performatieve kracht. Ik vind het mooi toepasbaar op ons werk in de ouderenzorg, waar we ook in 2021 onderzoek deden naar leefplezier in het verpleeghuis. Wat gebeurt er als je de wensen en verlangens van de persoon achter de cliënt als uitgangspunt neemt? Tegen welke regels en praktische bezwaren loop je dan op, en hoe geef je toch voorrang aan liefdevolle zorg?

In onze samenleving kwam de solidariteit tussen generaties in coronatijd verder onder druk te staan. Het menselijk contact verschraalde en het kostte moeite om elkaar te blijven zien, in alle opzichten. Met diverse onderzoeken en projecten hebben we getracht om bij te dragen aan maatschappelijke verbinding en om ouderen troost, afleiding en inspiratie te bieden. Zoals met het verhalenplatform Wij & corona, ons onderzoek naar de waarde van kunst in de zorg (juist tijdens corona) en Zomervisite.

De verbinding tussen mensen blijkt ook een sleutel tot vitaliteit en gezondheid. Zo werken deelnemers in onze Vitality Clubs samen aan hun fitheid en dat blijkt heel effectief. Ze ontlenen steun en kracht aan elkaar en er ontstaan vriendschappen.

In ons jaarbericht 2021 kunt u lezen welke initiatieven wij, samen met onze partners én met ouderen zelf, hebben ondernomen om van betekenis te zijn. Het biedt een overzicht van de belangrijkste activiteiten en wapenfeiten aan de hand van onder andere onze drie speerpunten: hoe blijven we vitaal en wat kunnen mensen zelf én samen doen om langer gezond van lijf en leden en scherp van geest te blijven? Hoe geven we met elkaar betekenisvol invulling aan ons leven bij het ouder worden, ook als de kwetsbaarheid en afhankelijkheid toenemen, en met respect voor de verschillen tussen individuen? Hoe zorgen we ten slotte dat we ons verbonden weten binnen de gemeenschap en dat generaties elkaar ontmoeten, waarderen en versterken?

U kunt het jaarbericht 2021 hieronder doorbladeren of downloaden als pdf. Wij wensen u veel leesplezier.

Prof. dr. Tineke Abma
Directeur Leyden Academy on Vitality and Ageing

Laten we deze verbinding en liefde blijven vieren, als de eerste wet.

Iedereen floreert in een inclusieve ouderenvriendelijke samenleving

Iedereen floreert in een inclusieve ouderenvriendelijke samenleving

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zette onlangs het vergrootglas op de ouderenzorg in vier landen: Japan, Engeland, Duitsland en Denemarken. Eén van de onderzoekers is Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur-bestuurder van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Wat kunnen we leren van dit onderzoek?

Waarom onderzoek in deze vier landen?
Tineke Abma: ‘Het zijn landen met een vergelijkbare demografische opbouw als in Nederland: een toenemende groep ouderen en een krimpende jongere beroepsbevolking die voor die ouderen kan zorgen. Daarnaast zijn het landen die verschillen in de manier waarop ze de zorg hebben georganiseerd. Engeland is marktgeoriënteerd. Denemarken is een egalitaire samenleving waar vooral de overheid de zorg stuurt. Duitsland kent een hybride model net als wij. Hier bepalen zowel de overheid als de markt de zorg, waarbij het maatschappelijke middenveld een belangrijke rol speelt. En Japan is interessant omdat het als bijna geen enkel ander land een ‘super-ageing society’ is. Er wonen maar liefst 86.000 mensen van 100 jaar en ouder. En ook het respect waarmee ouderen er traditioneel worden bejegend, maakt dat land interessant.’

Dimensies
De vraagstukken waar we als samenleving voor staan bij de ouderenzorg zijn ingewikkeld en moeilijk op te lossen, benadrukt Abma. Een van de belangrijkste conclusies die zij en haar mede-onderzoekers trekken, is: als je beleid ontwikkelt moet je oog hebben voor het evenwicht tussen drie dimensies die daarbij een rol spelen. Het gaat om:

  • De financiële houdbaarheid: blijft de zorg betaalbaar voor de samenleving en voor de individuele burgers?
  • De kwaliteit van zorg: is er deskundig en voldoende zorgpersoneel?
  • De maatschappelijke houdbaarheid: is er draagvlak en vertrouwen voor het zorgbeleid?

Engeland
Abma: ‘Er moet niet een van die drie logica’s domineren. Dan kan het misgaan, zoals in Engeland waar de financiële dimensie is gaan domineren. ‘Daar is het totaal uit balans in vergelijking met de andere landen. In Engeland is er geen steun en veel maatschappelijke woede over het zorgbeleid. Voor de reguliere gezondheidszorg zijn alle Engelsen via belastingen verzekerd. Dat is goed geregeld. Maar social care, welzijn, is geprivatiseerd. Mensen moeten zich daarvoor aanvullend verzekeren. Veel mensen weten dat niet. De consequentie is dat ze, als ze bijvoorbeeld moeten worden opgenomen in een verpleeghuis, hun huis moeten verkopen. Langdurige verpleeghuiszorg valt daar onder de social care.’

Denemarken
Engeland is dus geen lichtend voorbeeld voor Nederland. Denemarken wel, vindt Abma. En daarmee komt ze op een tweede belangrijke conclusie: het belang van het ontwikkelen van een globale langetermijnvisie voor de ouderenzorg. ‘Denemarken kent al sinds 1891 een wet waarin is vastgelegd dat zorg lokaal in de gemeenschap wordt gegeven. En dat is niet alleen fysieke zorg maar bijvoorbeeld ook sociaal-maatschappelijke ondersteuning. Er is daar geen knip tussen zorg en welzijn. Dat zorgt voor stabiliteit omdat dit al jaar en dag de koers is in Denemarken. Het beleid sluit bovendien goed aan bij de egalitaire en democratische cultuur van dat land. Vrouwen werken in Denemarken en dat is mogelijk gemaakt door goede kinderopvang en professionele ondersteuning van ouderen. ’

Nederland
Abma keurt de situatie in Nederland af, in vergelijking met het Scandinavische land. Ze haalt de grote transitie uit 2015 in herinnering. De AWBZ verdween, de Wet langdurige zorg kwam, evenals de Zorgverzekeringswet en de Wmo. ‘Oerdom natuurlijk om toen al die verpleeg- en verzorgingshuizen af te bouwen, zonder dat er tegelijkertijd is geïnvesteerd in zorg en ondersteuning in de lokale gemeenschap. Dat gebeurt nu wel maar daar zijn we rijkelijk laat mee.’

Supermarkt
‘Het is belangrijk om massaal te investeren in lokale zorg- en ondersteuningsnetwerken. Kijk met de lokale gemeenschappen wat bronnen van veerkracht zijn en boor die aan. Kijk ook niet alleen naar de zorg. Je hebt iedereen nodig, zoals woningcorporaties en allerlei soorten dienstverlening.’ Abma benadrukt ook het belang van onvermoede coalities daarbij, bijvoorbeeld de samenwerking tussen zorg, welzijn en bedrijven. ‘Ook de lokale Albert Heijn kan van belang zijn, die kunnen een rol spelen voor ouderen in het opbouwen van lokale gemeenschappen.’

Man en auto
Het punt is dat onze samenleving niet ingericht is voor ouderen, stelt de hoogleraar. ‘Die is vooral ingesteld op de dynamische, jonge en fitte mensen. Kijk alleen maar naar de infrastructuur. Die is gebaseerd op de man in de auto die ergens heengaat. Waarom zijn overal de stoepen zo smal? Dat is in hun blik restruimte. Terwijl voor ouderen, kinderen en mensen met een beperking brede stoepen belangrijk zijn. Iedereen floreert in een inclusieve ouderen-vriendelijke samenleving.’

Stapsgewijs
De toekomst van de ouderenzorg en het maken van beleid is een ingewikkeld probleem, zoals Abma eerder stelde. Dat wil niet zeggen dat het ons mag verlammen omdat we denken dat we het vraagstuk integraal moeten willen oplossen. Dat we daardoor niet meer weten waar we moeten beginnen. ‘Probeer te beginnen met relatief kleine acties, met kleine opbrengsten. Zo leren we stapsgewijs hoe we vorm kunnen geven aan een inclusieve samenleving.’

Gemeenschap
Punt is dat onze samenleving ook lijkt op die in Engeland waar de nadruk ligt op het individu, voegt ze toe. ‘We denken nog te veel in termen van: ‘er is een cliënt die een probleem heeft en daar moet een oplossing voor worden gevonden.’ Nee, we moeten leren denken vanuit netwerken en communities. In de gemeenschap liggen zoveel bronnen van veerkracht.’

Dit artikel van Olaf Stomp is verschenen in MOVISIES nr. 1, maart 2022.

Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg: ENCOUNTER#9

Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg: ENCOUNTER#9

Onverwachte opbrengst
De inzet van design binnen de zorg kan een waardevolle, verrijkende en innovatieve manier zijn om een frisse aanpak te genereren voor de uitdagingen waar de zorg voor staat. Tegelijkertijd is de realisatie er van geen instant weg naar succes. Projecten zijn sterk relationeel gedreven (van mens tot mens), de waarde zit soms eerder in onverwachte dan beoogde opbrengsten. Over deze onderwerpen gingen deelnemers en betrokkenen uit de zorg, design, wetenschap en onderwijs, woensdag 16 maart in gesprek tijdens de laatste bijeenkomst in de reeks Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg. Deze reeks is door Joost van Wijmen en Jetske van Oosten, in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie, opgezet. Eerdere projecten in de reeks zijn Fysiek Fabriek en Re-creatie.

Reflectieprocessen
Dit keer stonden de uitdagingen, leerpunten, opbrengsten en gemiste kansen uit ENCOUNTER#9 centraal. Lieke de Kock, onderzoeker bij Leyden Academy, begon de bijeenkomst met een prikkelende column. Zij vroeg kritisch te kijken naar de manieren waarop de creatieve professional zichzelf en de partners met wie wordt samengewerkt soms in de weg zit. Het daaropvolgende gesprek ging over verschillende niveaus van leren waarbij reflectieprocessen worden toegepast om samen met partners en betrokkenen te leren van de ervaringen die tijdens ENCOUNTER zijn opgehaald. Er bleek een verschil tussen het verwachte doel (duurzaam laten landen van design in de zorg) en de werkelijke opbrengst van het project. Deze lag verscholen in het project en openbaarde zich pas tijdens de realisatie. Het eigenaarschap verschoof van de designer, naar de betrokken onderwijsprofessionals, naar de deelnemende zorgorganisatie en soms ook naar de studenten en ouderen. Ieder met een eigen doel, verwachting en rol.

Praktische handvaten
Een project als ENCOUNTER heeft een bescheiden bereik. Als experiment geeft het praktische handvaten zoals kennisnemen van elkaar en je verplaatsen in de ander zonder hierbij jezelf te verliezen. Uit de sessie bleek dat het eigenaarschap, de praktijkkennis en het plezier was vergroot bij verschillende zorgstudenten en betrokken onderwijsprofessionals. Dat is een waardevolle opbrengst. Zeker wanneer je je realiseert dat de uitstroom van zorgprofessionals tot problemen leidt en dat de komende tien jaar het personeelstekort nog verder toeneemt.

Meer lezen over het ENCOUNTER-designonderzoek van Joost van Wijmen? Ga dan naar de website!

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

“Ik begon met deze meneer te praten, écht te communiceren. Dat had ik nog niet eerder gedaan. Ik ben naast hem gaan zitten en heb een uur met hem gekletst. Ik heb hem zo anders leren kennen, hij zit nu helemaal in mijn hart. Hij is een prachtige man en ik denk dat we hem echt tekort hebben gedaan. Daar moeten we echt wat mee,” vertelde een zorgmedewerker.

We vinden persoonsgerichte zorg steeds belangrijker. Toch gaat het niet altijd vanzelf, het betrekken van patiënten of cliënten. In het afgelopen jaar onderzochten we samen met bewoners en zorgmedewerkers in het verpleeghuis waarom dit zo’n uitdaging is. We vonden drie belangrijke dilemma’s en verkenden hoe ICT ons zou kunnen helpen om duurzaam met deze dilemma’s om te gaan:

  1. Autonomie versus afhankelijkheid
    Zowel bewoners als medewerkers vinden eigen regie belangrijk. Maar is dit wel realistisch? En als bewoners autonomie missen, betekent dit dan dat de medewerkers de regie hebben, of zijn ook zij afhankelijk?
  2. Persoonlijk versus privacy
    Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en zo elkaars wensen en behoeften beter te begrijpen. Maar wat als het iemands persoonlijke behoefte is om niets persoonlijks te delen, respecteren we dat dan ook?
  3. Mooie momenten versus eerlijk beeld
    Het is een prachtige ontwikkeling dat er in verpleeghuizen steeds meer aandacht is voor welzijn in bredere zin. Samen leuke dingen doen en genieten van mooie momenten. Maar is er ook oog voor pijn en verdriet?

Lees meer in het artikel Older Adults’ Engagement in Residential Care: Pitfalls, Potentials, and the Role of ICTs door Marije Blok, Barbara Groot, Josanne Huijg en Alice de Boer, dat deze week is gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Medische zorg blijft niet vanzelfsprekend

Medische zorg blijft niet vanzelfsprekend

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde vorig jaar het rapport Kiezen voor houdbare zorg, waaraan ook Leyden Academy met een achtergrondstudie een bijdrage leverde. In het rapport wordt becijferd dat de zorg alleen maar meer gaat kosten, want tegenover meer ouderen die zorg nodig hebben, staan straks steeds minder werkenden. In een drieluik verkent Plus Magazine wat mensen zelf kunnen doen om zich hier nu alvast op voor te bereiden. Wat kun je doen als je pakweg tussen de 55 en 70 jaar oud bent en je wéét dat er hierna een fase komt waarin mogelijk niet alle zorg beschikbaar is die je nodig hebt? Plus Magazine beantwoordde deze vraag vanuit drie invalshoeken: verzorgd wonen, betaalbare zorg en medische zorg.

Bewegen in Luilekkerland
Voor het laatste deel van deze drieluik, over medische zorg in de toekomst, is hoogleraar Vitaliteit David van Bodegom geraadpleegd. Over een jaar of twintig zijn er naar alle waarschijnlijkheid te weinig dokters, verpleegkundigen, verzorgenden en mantelzorgers voor alle 65-plussers die er dan zijn. Volgens Van Bodegom zit er niets anders op dan gezonder te gaan leven, zodat je langer leeft én langer gezond blijft. En dat is makkelijker dan veel mensen denken. In het artikel komen acht tips aan bod: zo is een beetje extra bewegen al welkom. David: “Je hoeft heus geen sportieveling als Arie Boomsma te worden. Wandelen is voor de meeste mensen best haalbaar en dat is ook al goed. De grootste winst zit in de eerste stapjes – van niet bewegen naar een dagelijks wandelingetje.” Daarbij is het belangrijk om ons te realiseren dat we in Luilekkerland wonen, en voortdurend worden verleid om teveel en ongezond te eten, en de hele dag door te zitten. Als je je hier eenmaal van bewust bent, kun je deze verleidingen uit de omgeving wat beter gaan herkennen. En, zoals David beschrijft in zijn boek 10 jaar cadeau: deze ongezonde prikkels voortaan verwijderen, vermijden, vervangen en jezelf voorbereiden.

Lees het interview met David van Bodegom op PlusOnline.

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor leefplezier en liefdevolle zorg in het verpleeghuis. Zorg waarin de nadruk ligt op het welbevinden van bewoners, het beter leren kennen van en tegemoetkomen aan hun wensen en verlangens en ruimte maken voor betekenisvolle relaties. Deze benadering vraagt ook om een andere manier van kijken naar kwaliteit: minder tellen, meer vertellen. Leyden Academy doet sinds 2017 onderzoek naar leefplezier in de verpleeghuiszorg en inmiddels vinden er door het hele land veelbelovende onderzoeksprojecten en programma’s plaats, gericht op de ontwikkeling van narratieve methoden die inzicht geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door bewoners, hun naasten en zorgmedewerkers.

Acht betrokken hoogleraren en onderzoekers vanuit Leyden Academy, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (Maastricht University), Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo (Tilburg University), Erasmus School of Health Policy & Management en Universiteit Twente hebben hun visie gezamenlijk verwoord in het opinieartikel ‘Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis’ dat vandaag is verschenen op de website van Zorgvisie.

Hieronder vindt u de integrale tekst van dit artikel:

Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis

Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren. Belangrijk, maar daarnaast zijn narratieve methoden nodig om inzicht te geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door cliënten, naasten en medewerkers.

Onlangs vertelde een medewerker trots: “Wij leveren persoonsgerichte zorg, want mevrouw mag altijd zo lang als ze wil uitslapen.” Op het eerste gezicht klinkt dit positief; het leveren van zorg wordt aangepast aan de wensen en behoeften van de bewoner, in plaats van aan de routines van het verpleeghuis. De bewoner zelf vertelde echter het volgende: “Ze laten me in de ochtend altijd zo lang liggen, omdat ik vroeger een uitslaper was. Maar ik heb zoveel pijn… Ik weet dat ze druk zijn, maar ik zou zo graag eerder uit bed worden gehaald.”

Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Dit voorbeeld laat zien dat het persoonlijk ervaren welbevinden van bewoners niet altijd overeenkomt met de perspectieven van medewerkers op goede zorg. Het laat ook zien dat het in kaart brengen van verhalende informatie kan bijdragen aan het verbeteren van kwaliteit van zorg. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg heeft het gebruik van persoonlijke ervaringen voor leren en verbeteren dan ook een belangrijke plek. Verspreid door het land werken verschillende onderzoeksgroepen in én samen met de praktijk aan de ontwikkeling van concrete methoden ten behoeve van het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering.

Persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen
Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren: medicatieveiligheid, decubituspreventie, aandacht voor eten en drinken en cliënttevredenheid. Deze vooraf vastgestelde indicatoren zijn belangrijk, maar missen essentiële aspecten van kwaliteit: de persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen van bewoners, naasten en medewerkers. Kwantitatieve vragenlijsten schieten tekort om deze aspecten goed in kaart te brengen. Verhalen bieden wél inzicht in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit. Daarbij biedt het concrete aanknopingspunten om te leren en verbeteren.

Van tellen naar vertellen
Met ons wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van verhalen als informatiebron voor de evaluatie van kwaliteit willen we de verpleeghuissector met betrouwbare en valide methoden ondersteunen in de beweging van tellen naar vertellen. We ontwikkelen daarvoor ieder op onze eigen manier, maar in nauw contact met elkaar en met de verpleeghuiszorg, narratieve methoden om kwaliteit van zorg in kaart te brengen. Al onze methoden hebben als doel narratieven (verhalen in tekst en beeld) te verzamelen die recht doen aan de ervaringen van de diverse betrokkenen in de verpleeghuiszorg: bewoners, hun naasten en medewerkers. Deze narratieven geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg, omdat er ruimte is voor ervaringen, context en duiding vanuit verschillende perspectieven. Het gebruik van narratieve informatie geeft hiermee een completer beeld van kwaliteit van zorg.

Evaluatie van binnenuit
Onze methoden bieden ieder een procesbeschrijving voor het verzamelen en analyseren van de verhalende informatie, het gezamenlijk reflecteren op die informatie en het gebruik ervan voor kwaliteitsverbetering. Kwaliteit wordt in de methoden van binnenuit geëvalueerd, samen met de mensen om wie het gaat. Door zorgmedewerkers een rol te geven in het gesprek met bewoners en hun naasten over wat voor hen belangrijk is en hier een gezamenlijk leerproces van te maken, wordt werken aan kwaliteit iets waarvan op de werkvloer de meerwaarde wordt ervaren. Vervolgens komt ook het gesprek over kwaliteit met het management tot stand en kunnen de narratieven gebruikt worden voor kwaliteitsbeleid en verantwoording.

Volwaardige plek
Het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering is essentieel voor persoonsgerichte zorg en het samen werken aan goede zorg. Een belangrijke uitdaging is om het werken met verhalende informatie een volwaardige plek te geven in de uitvoering, verbetering, beleidsvorming en verantwoording van de verpleeghuiszorg. Zorgorganisaties en toezichthoudende partijen, zoals zorgkantoren en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zoeken hierin de samenwerking op, om naast de kwaliteitsverbetering binnen zorgorganisaties ook in beoordeling en toezicht de omslag te maken naar meer ruimte voor narratieve methoden.

Het goede doen
Het is tijd voor meer aandacht voor de persoonlijke beleving van kwaliteit vanuit het perspectief van bewoners, naasten en medewerkers en om hiermee binnen zorgorganisaties aan de slag te gaan. Op deze wijze kan daadwerkelijk worden achterhaald of de goede dingen goed worden gedaan voor diegenen die het betreft. En de mevrouw die elke ochtend tegen haar wens in lang in bed lag? Dankzij haar verhaal bieden de medewerkers nu de verzorging die bij haar past.

Katya Sion, postdoc onderzoeker, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Josanne Huijg, senior onderzoeker betekenisvol ouder worden, Leyden Academy on Vitality and Ageing
Aukelien Scheffelaar, senior onderzoeker en onderzoeksmakelaar, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Marjolijn Heerings, universitair docent kwaliteit van zorg, Erasmus School of Health Policy & Management
Jan Hamers, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Anne Margriet Pot, hoogleraar Toezicht op persoonsgerichte en geïntegreerde langdurige zorg, Erasmus School of Health Policy and Management, Erasmus Universiteit Rotterdam
Katrien Luijkx, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Gerben Westerhof, hoogleraar Narratieve psychologie en technologie, Universiteit Twente


Meer informatie:

Hosha Na! Nieuw onderzoek naar participatiekoren

Hosha Na! Nieuw onderzoek naar participatiekoren

Beeld: Participatiekoor Schiedam

Binnenkort gaat het programma ‘Hosha Na!’ van start, een bijzonder initiatief van het Participatiekoor, het Radio Filharmonisch Orkest en Jeugdkoor Spaarne. In een ‘reis’ van veertig dagen bereiden de deelnemers – zangliefhebbers met én zonder dementie (mantelzangers) – zich voor op het grote meezing-concert ‘Hosha Na!’ tijdens Palmpasen, op zondag 10 april. Tijdens deze reis staat een aantal principes centraal: oefenen in duo’s thuis, samen creatieve opdrachten maken, zes live online repetities en een afsluitend concert in een kerk in Bussum. Het programma bouwt voort op het succes van de Participatiekoren, maar bevat ook nieuwe elementen zoals het samen thuis zingen in duo’s en hybride (groeps)begeleiding. Later in 2022 zal ook met andere muziekgenres geëxperimenteerd worden.

Onderzoek vanaf de start
Uit ons recente onderzoek naar Kunst in de Zorg bleek dat samen creatief bezig zijn, zoals zingen, positieve effecten heeft. Er zijn wereldwijd diverse initiatieven van kunstenaars die samen met ouderen zingen. Er is echter nog weinig bekend over hoe mensen met dementie, hun huisgenoten en mantelzangers deze hybride programma’s (zowel online als fysiek) ervaren, en wat we van hun ervaringen kunnen leren. Daarom verrichten we als Leyden Academy vanaf de start van het Hosha Na!-programma in maart 2022 participatief actieonderzoek. We kijken hierbij ook naar de werking van de ‘vernieuwende’ elementen in deze benadering. Denk aan vragen als: wat werkt goed bij het thuisbezoek van de mantelzanger, en waar moet aandacht voor zijn? Hoe werken de live online repetities en wat kan hierin mogelijk verbeterd worden? De kennis en inzichten die we opdoen, kunnen helpen om deze programma’s verder te verbeteren en ook inspiratie bieden voor andere zanginitiatieven en hybride post-corona kunstinitiatieven in het algemeen.

Samen met betrokkenen
Het onderzoek wordt op een participatieve wijze uitgevoerd, waarbij onze onderzoekers samen optrekken met co-onderzoekers, namelijk mensen met dementie en mantelzangers. Dit gemêleerde onderzoeksteam werkt nauw samen, van de start tot de afronding. Samen denken we na over passende methodes, we analyseren de bevindingen in co-creatie en rapporteren en delen samen de bevindingen. Zo gaan de stemmen en de kennis die de betrokkenen delen in dit onderzoek niet verloren.

Wilt u deelnemen als (mantel)zanger of als duo? Kijk dan snel op de website van het Participatiekoor en schrijf u vóór 5 maart a.s. in.

Neem voor meer informatie over het onderzoek contact op met Barbara Groot.

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan,” schrijft een verzorgende uit het verpleeghuis.

Dit citaat komt uit een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart 2020 t/m januari 2021). De verhalen, die gezamenlijk een indringend beeld geven van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd, zijn geanalyseerd door onderzoekers van Leyden Academy. Hun bevindingen zijn op 13 februari jl. gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health.

‘Stille ramp’
In de eerste coronagolf voltrok zich een ‘stille ramp’ in de Nederlandse verpleeghuizen, zo concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid gisteren in het rapport ‘Aanpak coronacrisis, deel 1’. Ongeveer de helft van de coronasterfgevallen in Nederland tot september 2020 betrof bewoners van verpleeghuizen. In eerste instantie kreeg de bescherming van deze mensen weinig aandacht, waardoor er in de verpleeghuizen bijvoorbeeld nauwelijks beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Toen de ernst van de situatie eenmaal doordrong, werd een ingrijpend bezoekverbod afgekondigd. Hoe hebben de zorgmedewerkers in het verpleeghuis dit ervaren? Onderzoeker Marleen Dohmen: “Studies naar de ervaringen van zorgpersoneel tijdens de coronacrisis hebben de negatieve impact op hun welzijn aangetoond. We wilden deze kennis aanvullen met een narratieve benadering.”

Veel leed
Uit de geanalyseerde verhalen blijkt dat de zorgmedewerkers onnoemelijk veel leed zagen. Een verzorgende schreef: “Het lijden van bewoners heeft me erg aangegrepen … Ik heb zitten huilen op kantoor.” Medewerkers worstelden met de handhaving van de maatregelen, aangezien deze indruisten tegen wat zij zelf onder goede zorg verstaan: “Hij mist zijn vrouw en heeft pijn … rijdt naar het raam, wil dit open doen. Probeert op te staan en zegt: ik zou het liefste eruit stappen… Dit raakt mij. Gelukkig is de kweek negatief en mag de isolatie worden opgegeven.”

Spanning in relaties
De zorgmedewerkers schreven over de spanningen die ze ervaren, omdat de maatregelen ingaan tegen hun eigen morele kompas waarin het welzijn van bewoners en persoonlijke relaties voorop staan. Er ontstonden daardoor spanningen in de relatie met de bewoners en hun naasten. Soms kwamen zij zelfs tegenover elkaar te staan: “Er zit bezoek in de huiskamer, terwijl dat in deze coronatijd niet mag. Een collega durft ze niet aan te spreken en vraagt of ik het doe. Met kriebels in mijn buik stap ik op de familie af. Vraag of ze de huiskamer uit willen gaan. Ze reageren wat verbolgen en kiezen ervoor om het bezoek af te breken. De bewoners aan de tafels vinden het belachelijk en zijn boos. De vrolijke stemming is duidelijk omgeslagen. De bewoner voor wie het bezoek was loopt te schelden dat het geen stijl is.”

Toch het goede doen
Binnen de knellende beperkingen probeerden de zorgmedewerkers waar mogelijk het goede te blijven doen. Zoals blijkt uit dit voorbeeld van deze verzorgende: “Een bewoner vraagt aan haar dochter ‘Kun je mij paling brengen?’ Dochter mag dit niet vanwege corona. Daarom zelf paling voor mevrouw meegebracht. Mevrouw was helemaal verrast en emotioneel. Ik word gekust en omhelst. Samen een foto naar haar dochter gestuurd.”

Moreel verwond
Volgens Tineke Abma, directeur van Leyden Academy en één van de onderzoekers, is deze periode voor zorgmedewerkers, bewoners en familieleden traumatisch geweest: “Zij ervoeren gevoelens van verdriet, angst, onmacht en rouw. Daarbij zagen medewerkers zich geconfronteerd met ingewikkelde morele dilemma’s. Bij dit soort dilemma’s is er niet één juiste oplossing; vaak moesten zorgmedewerkers kiezen tussen twee kwaden. Voorrang geven aan de veiligheid van bewoners ging ten koste van hun vrijheid en kwaliteit van leven, en vice versa. Zeker als je een hechte band hebt met een bewoner dan raakt je dat in het hart, je raakt als het ware moreel verwond.”

De onderzoekers concluderen dat de besluitvorming over de coronamaatregelen het resultaat zou moeten zijn van een dialoog op meerdere niveaus, zodat een balans kan worden gevonden tussen veilige zorg en goede zorg vanuit relationeel-moreel oogpunt.

Het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ van onderzoekers Marleen Dohmen, Charlotte van den Eijnde, Lucia Thielman, Jolanda Lindenberg, Josanne Huijg en Tineke Abma is op 13 februari 2022 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health, Special Issue Nursing and COVID-19.