Iedereen floreert in een inclusieve ouderenvriendelijke samenleving

Iedereen floreert in een inclusieve ouderenvriendelijke samenleving

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid zette onlangs het vergrootglas op de ouderenzorg in vier landen: Japan, Engeland, Duitsland en Denemarken. Eén van de onderzoekers is Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur-bestuurder van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Wat kunnen we leren van dit onderzoek?

Waarom onderzoek in deze vier landen?
Tineke Abma: ‘Het zijn landen met een vergelijkbare demografische opbouw als in Nederland: een toenemende groep ouderen en een krimpende jongere beroepsbevolking die voor die ouderen kan zorgen. Daarnaast zijn het landen die verschillen in de manier waarop ze de zorg hebben georganiseerd. Engeland is marktgeoriënteerd. Denemarken is een egalitaire samenleving waar vooral de overheid de zorg stuurt. Duitsland kent een hybride model net als wij. Hier bepalen zowel de overheid als de markt de zorg, waarbij het maatschappelijke middenveld een belangrijke rol speelt. En Japan is interessant omdat het als bijna geen enkel ander land een ‘super-ageing society’ is. Er wonen maar liefst 86.000 mensen van 100 jaar en ouder. En ook het respect waarmee ouderen er traditioneel worden bejegend, maakt dat land interessant.’

Dimensies
De vraagstukken waar we als samenleving voor staan bij de ouderenzorg zijn ingewikkeld en moeilijk op te lossen, benadrukt Abma. Een van de belangrijkste conclusies die zij en haar mede-onderzoekers trekken, is: als je beleid ontwikkelt moet je oog hebben voor het evenwicht tussen drie dimensies die daarbij een rol spelen. Het gaat om:

  • De financiële houdbaarheid: blijft de zorg betaalbaar voor de samenleving en voor de individuele burgers?
  • De kwaliteit van zorg: is er deskundig en voldoende zorgpersoneel?
  • De maatschappelijke houdbaarheid: is er draagvlak en vertrouwen voor het zorgbeleid?

Engeland
Abma: ‘Er moet niet een van die drie logica’s domineren. Dan kan het misgaan, zoals in Engeland waar de financiële dimensie is gaan domineren. ‘Daar is het totaal uit balans in vergelijking met de andere landen. In Engeland is er geen steun en veel maatschappelijke woede over het zorgbeleid. Voor de reguliere gezondheidszorg zijn alle Engelsen via belastingen verzekerd. Dat is goed geregeld. Maar social care, welzijn, is geprivatiseerd. Mensen moeten zich daarvoor aanvullend verzekeren. Veel mensen weten dat niet. De consequentie is dat ze, als ze bijvoorbeeld moeten worden opgenomen in een verpleeghuis, hun huis moeten verkopen. Langdurige verpleeghuiszorg valt daar onder de social care.’

Denemarken
Engeland is dus geen lichtend voorbeeld voor Nederland. Denemarken wel, vindt Abma. En daarmee komt ze op een tweede belangrijke conclusie: het belang van het ontwikkelen van een globale langetermijnvisie voor de ouderenzorg. ‘Denemarken kent al sinds 1891 een wet waarin is vastgelegd dat zorg lokaal in de gemeenschap wordt gegeven. En dat is niet alleen fysieke zorg maar bijvoorbeeld ook sociaal-maatschappelijke ondersteuning. Er is daar geen knip tussen zorg en welzijn. Dat zorgt voor stabiliteit omdat dit al jaar en dag de koers is in Denemarken. Het beleid sluit bovendien goed aan bij de egalitaire en democratische cultuur van dat land. Vrouwen werken in Denemarken en dat is mogelijk gemaakt door goede kinderopvang en professionele ondersteuning van ouderen. ’

Nederland
Abma keurt de situatie in Nederland af, in vergelijking met het Scandinavische land. Ze haalt de grote transitie uit 2015 in herinnering. De AWBZ verdween, de Wet langdurige zorg kwam, evenals de Zorgverzekeringswet en de Wmo. ‘Oerdom natuurlijk om toen al die verpleeg- en verzorgingshuizen af te bouwen, zonder dat er tegelijkertijd is geïnvesteerd in zorg en ondersteuning in de lokale gemeenschap. Dat gebeurt nu wel maar daar zijn we rijkelijk laat mee.’

Supermarkt
‘Het is belangrijk om massaal te investeren in lokale zorg- en ondersteuningsnetwerken. Kijk met de lokale gemeenschappen wat bronnen van veerkracht zijn en boor die aan. Kijk ook niet alleen naar de zorg. Je hebt iedereen nodig, zoals woningcorporaties en allerlei soorten dienstverlening.’ Abma benadrukt ook het belang van onvermoede coalities daarbij, bijvoorbeeld de samenwerking tussen zorg, welzijn en bedrijven. ‘Ook de lokale Albert Heijn kan van belang zijn, die kunnen een rol spelen voor ouderen in het opbouwen van lokale gemeenschappen.’

Man en auto
Het punt is dat onze samenleving niet ingericht is voor ouderen, stelt de hoogleraar. ‘Die is vooral ingesteld op de dynamische, jonge en fitte mensen. Kijk alleen maar naar de infrastructuur. Die is gebaseerd op de man in de auto die ergens heengaat. Waarom zijn overal de stoepen zo smal? Dat is in hun blik restruimte. Terwijl voor ouderen, kinderen en mensen met een beperking brede stoepen belangrijk zijn. Iedereen floreert in een inclusieve ouderen-vriendelijke samenleving.’

Stapsgewijs
De toekomst van de ouderenzorg en het maken van beleid is een ingewikkeld probleem, zoals Abma eerder stelde. Dat wil niet zeggen dat het ons mag verlammen omdat we denken dat we het vraagstuk integraal moeten willen oplossen. Dat we daardoor niet meer weten waar we moeten beginnen. ‘Probeer te beginnen met relatief kleine acties, met kleine opbrengsten. Zo leren we stapsgewijs hoe we vorm kunnen geven aan een inclusieve samenleving.’

Gemeenschap
Punt is dat onze samenleving ook lijkt op die in Engeland waar de nadruk ligt op het individu, voegt ze toe. ‘We denken nog te veel in termen van: ‘er is een cliënt die een probleem heeft en daar moet een oplossing voor worden gevonden.’ Nee, we moeten leren denken vanuit netwerken en communities. In de gemeenschap liggen zoveel bronnen van veerkracht.’

Dit artikel van Olaf Stomp is verschenen in MOVISIES nr. 1, maart 2022.

Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg: ENCOUNTER#9

Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg: ENCOUNTER#9

Onverwachte opbrengst
De inzet van design binnen de zorg kan een waardevolle, verrijkende en innovatieve manier zijn om een frisse aanpak te genereren voor de uitdagingen waar de zorg voor staat. Tegelijkertijd is de realisatie er van geen instant weg naar succes. Projecten zijn sterk relationeel gedreven (van mens tot mens), de waarde zit soms eerder in onverwachte dan beoogde opbrengsten. Over deze onderwerpen gingen deelnemers en betrokkenen uit de zorg, design, wetenschap en onderwijs, woensdag 16 maart in gesprek tijdens de laatste bijeenkomst in de reeks Duurzame inzet ontwerpkracht in de zorg. Deze reeks is door Joost van Wijmen en Jetske van Oosten, in opdracht van het Stimuleringsfonds voor de Creatieve Industrie, opgezet. Eerdere projecten in de reeks zijn Fysiek Fabriek en Re-creatie.

Reflectieprocessen
Dit keer stonden de uitdagingen, leerpunten, opbrengsten en gemiste kansen uit ENCOUNTER#9 centraal. Lieke de Kock, onderzoeker bij Leyden Academy, begon de bijeenkomst met een prikkelende column. Zij vroeg kritisch te kijken naar de manieren waarop de creatieve professional zichzelf en de partners met wie wordt samengewerkt soms in de weg zit. Het daaropvolgende gesprek ging over verschillende niveaus van leren waarbij reflectieprocessen worden toegepast om samen met partners en betrokkenen te leren van de ervaringen die tijdens ENCOUNTER zijn opgehaald. Er bleek een verschil tussen het verwachte doel (duurzaam laten landen van design in de zorg) en de werkelijke opbrengst van het project. Deze lag verscholen in het project en openbaarde zich pas tijdens de realisatie. Het eigenaarschap verschoof van de designer, naar de betrokken onderwijsprofessionals, naar de deelnemende zorgorganisatie en soms ook naar de studenten en ouderen. Ieder met een eigen doel, verwachting en rol.

Praktische handvaten
Een project als ENCOUNTER heeft een bescheiden bereik. Als experiment geeft het praktische handvaten zoals kennisnemen van elkaar en je verplaatsen in de ander zonder hierbij jezelf te verliezen. Uit de sessie bleek dat het eigenaarschap, de praktijkkennis en het plezier was vergroot bij verschillende zorgstudenten en betrokken onderwijsprofessionals. Dat is een waardevolle opbrengst. Zeker wanneer je je realiseert dat de uitstroom van zorgprofessionals tot problemen leidt en dat de komende tien jaar het personeelstekort nog verder toeneemt.

Meer lezen over het ENCOUNTER-designonderzoek van Joost van Wijmen? Ga dan naar de website!

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

Drie dilemma’s bij persoonsgerichte verpleeghuiszorg

“Ik begon met deze meneer te praten, écht te communiceren. Dat had ik nog niet eerder gedaan. Ik ben naast hem gaan zitten en heb een uur met hem gekletst. Ik heb hem zo anders leren kennen, hij zit nu helemaal in mijn hart. Hij is een prachtige man en ik denk dat we hem echt tekort hebben gedaan. Daar moeten we echt wat mee,” vertelde een zorgmedewerker.

We vinden persoonsgerichte zorg steeds belangrijker. Toch gaat het niet altijd vanzelf, het betrekken van patiënten of cliënten. In het afgelopen jaar onderzochten we samen met bewoners en zorgmedewerkers in het verpleeghuis waarom dit zo’n uitdaging is. We vonden drie belangrijke dilemma’s en verkenden hoe ICT ons zou kunnen helpen om duurzaam met deze dilemma’s om te gaan:

  1. Autonomie versus afhankelijkheid
    Zowel bewoners als medewerkers vinden eigen regie belangrijk. Maar is dit wel realistisch? En als bewoners autonomie missen, betekent dit dan dat de medewerkers de regie hebben, of zijn ook zij afhankelijk?
  2. Persoonlijk versus privacy
    Het is belangrijk om elkaar te leren kennen en zo elkaars wensen en behoeften beter te begrijpen. Maar wat als het iemands persoonlijke behoefte is om niets persoonlijks te delen, respecteren we dat dan ook?
  3. Mooie momenten versus eerlijk beeld
    Het is een prachtige ontwikkeling dat er in verpleeghuizen steeds meer aandacht is voor welzijn in bredere zin. Samen leuke dingen doen en genieten van mooie momenten. Maar is er ook oog voor pijn en verdriet?

Lees meer in het artikel Older Adults’ Engagement in Residential Care: Pitfalls, Potentials, and the Role of ICTs door Marije Blok, Barbara Groot, Josanne Huijg en Alice de Boer, dat deze week is gepubliceerd in het International Journal of Environmental Research and Public Health.

Medische zorg blijft niet vanzelfsprekend

Medische zorg blijft niet vanzelfsprekend

De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) publiceerde vorig jaar het rapport Kiezen voor houdbare zorg, waaraan ook Leyden Academy met een achtergrondstudie een bijdrage leverde. In het rapport wordt becijferd dat de zorg alleen maar meer gaat kosten, want tegenover meer ouderen die zorg nodig hebben, staan straks steeds minder werkenden. In een drieluik verkent Plus Magazine wat mensen zelf kunnen doen om zich hier nu alvast op voor te bereiden. Wat kun je doen als je pakweg tussen de 55 en 70 jaar oud bent en je wéét dat er hierna een fase komt waarin mogelijk niet alle zorg beschikbaar is die je nodig hebt? Plus Magazine beantwoordde deze vraag vanuit drie invalshoeken: verzorgd wonen, betaalbare zorg en medische zorg.

Bewegen in Luilekkerland
Voor het laatste deel van deze drieluik, over medische zorg in de toekomst, is hoogleraar Vitaliteit David van Bodegom geraadpleegd. Over een jaar of twintig zijn er naar alle waarschijnlijkheid te weinig dokters, verpleegkundigen, verzorgenden en mantelzorgers voor alle 65-plussers die er dan zijn. Volgens Van Bodegom zit er niets anders op dan gezonder te gaan leven, zodat je langer leeft én langer gezond blijft. En dat is makkelijker dan veel mensen denken. In het artikel komen acht tips aan bod: zo is een beetje extra bewegen al welkom. David: “Je hoeft heus geen sportieveling als Arie Boomsma te worden. Wandelen is voor de meeste mensen best haalbaar en dat is ook al goed. De grootste winst zit in de eerste stapjes – van niet bewegen naar een dagelijks wandelingetje.” Daarbij is het belangrijk om ons te realiseren dat we in Luilekkerland wonen, en voortdurend worden verleid om teveel en ongezond te eten, en de hele dag door te zitten. Als je je hier eenmaal van bewust bent, kun je deze verleidingen uit de omgeving wat beter gaan herkennen. En, zoals David beschrijft in zijn boek 10 jaar cadeau: deze ongezonde prikkels voortaan verwijderen, vermijden, vervangen en jezelf voorbereiden.

Lees het interview met David van Bodegom op PlusOnline.

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

Opinie: benut verhalen voor kwaliteitsverbetering verpleeghuis

In de afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor leefplezier en liefdevolle zorg in het verpleeghuis. Zorg waarin de nadruk ligt op het welbevinden van bewoners, het beter leren kennen van en tegemoetkomen aan hun wensen en verlangens en ruimte maken voor betekenisvolle relaties. Deze benadering vraagt ook om een andere manier van kijken naar kwaliteit: minder tellen, meer vertellen. Leyden Academy doet sinds 2017 onderzoek naar leefplezier in de verpleeghuiszorg en inmiddels vinden er door het hele land veelbelovende onderzoeksprojecten en programma’s plaats, gericht op de ontwikkeling van narratieve methoden die inzicht geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door bewoners, hun naasten en zorgmedewerkers.

Acht betrokken hoogleraren en onderzoekers vanuit Leyden Academy, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg (Maastricht University), Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo (Tilburg University), Erasmus School of Health Policy & Management en Universiteit Twente hebben hun visie gezamenlijk verwoord in het opinieartikel ‘Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis’ dat vandaag is verschenen op de website van Zorgvisie.

Hieronder vindt u de integrale tekst van dit artikel:

Maak gebruik van verhalen voor kwaliteitsverbetering in het verpleeghuis

Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren. Belangrijk, maar daarnaast zijn narratieve methoden nodig om inzicht te geven in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit door cliënten, naasten en medewerkers.

Onlangs vertelde een medewerker trots: “Wij leveren persoonsgerichte zorg, want mevrouw mag altijd zo lang als ze wil uitslapen.” Op het eerste gezicht klinkt dit positief; het leveren van zorg wordt aangepast aan de wensen en behoeften van de bewoner, in plaats van aan de routines van het verpleeghuis. De bewoner zelf vertelde echter het volgende: “Ze laten me in de ochtend altijd zo lang liggen, omdat ik vroeger een uitslaper was. Maar ik heb zoveel pijn… Ik weet dat ze druk zijn, maar ik zou zo graag eerder uit bed worden gehaald.”

Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg
Dit voorbeeld laat zien dat het persoonlijk ervaren welbevinden van bewoners niet altijd overeenkomt met de perspectieven van medewerkers op goede zorg. Het laat ook zien dat het in kaart brengen van verhalende informatie kan bijdragen aan het verbeteren van kwaliteit van zorg. In het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg heeft het gebruik van persoonlijke ervaringen voor leren en verbeteren dan ook een belangrijke plek. Verspreid door het land werken verschillende onderzoeksgroepen in én samen met de praktijk aan de ontwikkeling van concrete methoden ten behoeve van het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering.

Persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen
Bij de evaluatie van kwaliteit van zorg ligt de focus op dit moment nog vooral op informatie die we in maat en getal kunnen rapporteren: medicatieveiligheid, decubituspreventie, aandacht voor eten en drinken en cliënttevredenheid. Deze vooraf vastgestelde indicatoren zijn belangrijk, maar missen essentiële aspecten van kwaliteit: de persoonlijke behoeften, voorkeuren en ervaringen van bewoners, naasten en medewerkers. Kwantitatieve vragenlijsten schieten tekort om deze aspecten goed in kaart te brengen. Verhalen bieden wél inzicht in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit. Daarbij biedt het concrete aanknopingspunten om te leren en verbeteren.

Van tellen naar vertellen
Met ons wetenschappelijk onderzoek naar het gebruik van verhalen als informatiebron voor de evaluatie van kwaliteit willen we de verpleeghuissector met betrouwbare en valide methoden ondersteunen in de beweging van tellen naar vertellen. We ontwikkelen daarvoor ieder op onze eigen manier, maar in nauw contact met elkaar en met de verpleeghuiszorg, narratieve methoden om kwaliteit van zorg in kaart te brengen. Al onze methoden hebben als doel narratieven (verhalen in tekst en beeld) te verzamelen die recht doen aan de ervaringen van de diverse betrokkenen in de verpleeghuiszorg: bewoners, hun naasten en medewerkers. Deze narratieven geven inzicht in de rijke, complexe werkelijkheid van de zorg, omdat er ruimte is voor ervaringen, context en duiding vanuit verschillende perspectieven. Het gebruik van narratieve informatie geeft hiermee een completer beeld van kwaliteit van zorg.

Evaluatie van binnenuit
Onze methoden bieden ieder een procesbeschrijving voor het verzamelen en analyseren van de verhalende informatie, het gezamenlijk reflecteren op die informatie en het gebruik ervan voor kwaliteitsverbetering. Kwaliteit wordt in de methoden van binnenuit geëvalueerd, samen met de mensen om wie het gaat. Door zorgmedewerkers een rol te geven in het gesprek met bewoners en hun naasten over wat voor hen belangrijk is en hier een gezamenlijk leerproces van te maken, wordt werken aan kwaliteit iets waarvan op de werkvloer de meerwaarde wordt ervaren. Vervolgens komt ook het gesprek over kwaliteit met het management tot stand en kunnen de narratieven gebruikt worden voor kwaliteitsbeleid en verantwoording.

Volwaardige plek
Het gebruik van verhalende informatie voor kwaliteitsverbetering is essentieel voor persoonsgerichte zorg en het samen werken aan goede zorg. Een belangrijke uitdaging is om het werken met verhalende informatie een volwaardige plek te geven in de uitvoering, verbetering, beleidsvorming en verantwoording van de verpleeghuiszorg. Zorgorganisaties en toezichthoudende partijen, zoals zorgkantoren en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), zoeken hierin de samenwerking op, om naast de kwaliteitsverbetering binnen zorgorganisaties ook in beoordeling en toezicht de omslag te maken naar meer ruimte voor narratieve methoden.

Het goede doen
Het is tijd voor meer aandacht voor de persoonlijke beleving van kwaliteit vanuit het perspectief van bewoners, naasten en medewerkers en om hiermee binnen zorgorganisaties aan de slag te gaan. Op deze wijze kan daadwerkelijk worden achterhaald of de goede dingen goed worden gedaan voor diegenen die het betreft. En de mevrouw die elke ochtend tegen haar wens in lang in bed lag? Dankzij haar verhaal bieden de medewerkers nu de verzorging die bij haar past.

Katya Sion, postdoc onderzoeker, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Josanne Huijg, senior onderzoeker betekenisvol ouder worden, Leyden Academy on Vitality and Ageing
Aukelien Scheffelaar, senior onderzoeker en onderzoeksmakelaar, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Marjolijn Heerings, universitair docent kwaliteit van zorg, Erasmus School of Health Policy & Management
Jan Hamers, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg, Maastricht University
Anne Margriet Pot, hoogleraar Toezicht op persoonsgerichte en geïntegreerde langdurige zorg, Erasmus School of Health Policy and Management, Erasmus Universiteit Rotterdam
Katrien Luijkx, hoogleraar Ouderenzorg, Academische Werkplaats Ouderen, Tranzo, Tilburg University
Gerben Westerhof, hoogleraar Narratieve psychologie en technologie, Universiteit Twente


Meer informatie:

Hosha Na! Nieuw onderzoek naar participatiekoren

Hosha Na! Nieuw onderzoek naar participatiekoren

Beeld: Participatiekoor Schiedam

Binnenkort gaat het programma ‘Hosha Na!’ van start, een bijzonder initiatief van het Participatiekoor, het Radio Filharmonisch Orkest en Jeugdkoor Spaarne. In een ‘reis’ van veertig dagen bereiden de deelnemers – zangliefhebbers met én zonder dementie (mantelzangers) – zich voor op het grote meezing-concert ‘Hosha Na!’ tijdens Palmpasen, op zondag 10 april. Tijdens deze reis staat een aantal principes centraal: oefenen in duo’s thuis, samen creatieve opdrachten maken, zes live online repetities en een afsluitend concert in een kerk in Bussum. Het programma bouwt voort op het succes van de Participatiekoren, maar bevat ook nieuwe elementen zoals het samen thuis zingen in duo’s en hybride (groeps)begeleiding. Later in 2022 zal ook met andere muziekgenres geëxperimenteerd worden.

Onderzoek vanaf de start
Uit ons recente onderzoek naar Kunst in de Zorg bleek dat samen creatief bezig zijn, zoals zingen, positieve effecten heeft. Er zijn wereldwijd diverse initiatieven van kunstenaars die samen met ouderen zingen. Er is echter nog weinig bekend over hoe mensen met dementie, hun huisgenoten en mantelzangers deze hybride programma’s (zowel online als fysiek) ervaren, en wat we van hun ervaringen kunnen leren. Daarom verrichten we als Leyden Academy vanaf de start van het Hosha Na!-programma in maart 2022 participatief actieonderzoek. We kijken hierbij ook naar de werking van de ‘vernieuwende’ elementen in deze benadering. Denk aan vragen als: wat werkt goed bij het thuisbezoek van de mantelzanger, en waar moet aandacht voor zijn? Hoe werken de live online repetities en wat kan hierin mogelijk verbeterd worden? De kennis en inzichten die we opdoen, kunnen helpen om deze programma’s verder te verbeteren en ook inspiratie bieden voor andere zanginitiatieven en hybride post-corona kunstinitiatieven in het algemeen.

Samen met betrokkenen
Het onderzoek wordt op een participatieve wijze uitgevoerd, waarbij onze onderzoekers samen optrekken met co-onderzoekers, namelijk mensen met dementie en mantelzangers. Dit gemêleerde onderzoeksteam werkt nauw samen, van de start tot de afronding. Samen denken we na over passende methodes, we analyseren de bevindingen in co-creatie en rapporteren en delen samen de bevindingen. Zo gaan de stemmen en de kennis die de betrokkenen delen in dit onderzoek niet verloren.

Wilt u deelnemen als (mantel)zanger of als duo? Kijk dan snel op de website van het Participatiekoor en schrijf u vóór 5 maart a.s. in.

Neem voor meer informatie over het onderzoek contact op met Barbara Groot.

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

Goede zorg in de eerste coronagolf: verhalen uit het verpleeghuis

“Je mag elkaar niet aanraken… geen knuffel… geen kus. Ook niet bij het afscheid. Beiden hebben het moeilijk. Mevrouw noemt het mensonterend. Ik vind het zo verdrietig dat het zo gaat. Ik zou zo graag het gewoon toestaan,” schrijft een verzorgende uit het verpleeghuis.

Dit citaat komt uit een collectie van 424 persoonlijke verhalen (narratieven) die zijn vastgelegd door verzorgenden, helpenden en activiteitenbegeleiders van twee zorgorganisaties, tijdens het eerste jaar van de coronacrisis (maart 2020 t/m januari 2021). De verhalen, die gezamenlijk een indringend beeld geven van hoe de eerste fase van de coronacrisis is beleefd, zijn geanalyseerd door onderzoekers van Leyden Academy. Hun bevindingen zijn op 13 februari jl. gepubliceerd in het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ in het wetenschappelijke tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health.

‘Stille ramp’
In de eerste coronagolf voltrok zich een ‘stille ramp’ in de Nederlandse verpleeghuizen, zo concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid gisteren in het rapport ‘Aanpak coronacrisis, deel 1’. Ongeveer de helft van de coronasterfgevallen in Nederland tot september 2020 betrof bewoners van verpleeghuizen. In eerste instantie kreeg de bescherming van deze mensen weinig aandacht, waardoor er in de verpleeghuizen bijvoorbeeld nauwelijks beschermingsmiddelen beschikbaar waren. Toen de ernst van de situatie eenmaal doordrong, werd een ingrijpend bezoekverbod afgekondigd. Hoe hebben de zorgmedewerkers in het verpleeghuis dit ervaren? Onderzoeker Marleen Dohmen: “Studies naar de ervaringen van zorgpersoneel tijdens de coronacrisis hebben de negatieve impact op hun welzijn aangetoond. We wilden deze kennis aanvullen met een narratieve benadering.”

Veel leed
Uit de geanalyseerde verhalen blijkt dat de zorgmedewerkers onnoemelijk veel leed zagen. Een verzorgende schreef: “Het lijden van bewoners heeft me erg aangegrepen … Ik heb zitten huilen op kantoor.” Medewerkers worstelden met de handhaving van de maatregelen, aangezien deze indruisten tegen wat zij zelf onder goede zorg verstaan: “Hij mist zijn vrouw en heeft pijn … rijdt naar het raam, wil dit open doen. Probeert op te staan en zegt: ik zou het liefste eruit stappen… Dit raakt mij. Gelukkig is de kweek negatief en mag de isolatie worden opgegeven.”

Spanning in relaties
De zorgmedewerkers schreven over de spanningen die ze ervaren, omdat de maatregelen ingaan tegen hun eigen morele kompas waarin het welzijn van bewoners en persoonlijke relaties voorop staan. Er ontstonden daardoor spanningen in de relatie met de bewoners en hun naasten. Soms kwamen zij zelfs tegenover elkaar te staan: “Er zit bezoek in de huiskamer, terwijl dat in deze coronatijd niet mag. Een collega durft ze niet aan te spreken en vraagt of ik het doe. Met kriebels in mijn buik stap ik op de familie af. Vraag of ze de huiskamer uit willen gaan. Ze reageren wat verbolgen en kiezen ervoor om het bezoek af te breken. De bewoners aan de tafels vinden het belachelijk en zijn boos. De vrolijke stemming is duidelijk omgeslagen. De bewoner voor wie het bezoek was loopt te schelden dat het geen stijl is.”

Toch het goede doen
Binnen de knellende beperkingen probeerden de zorgmedewerkers waar mogelijk het goede te blijven doen. Zoals blijkt uit dit voorbeeld van deze verzorgende: “Een bewoner vraagt aan haar dochter ‘Kun je mij paling brengen?’ Dochter mag dit niet vanwege corona. Daarom zelf paling voor mevrouw meegebracht. Mevrouw was helemaal verrast en emotioneel. Ik word gekust en omhelst. Samen een foto naar haar dochter gestuurd.”

Moreel verwond
Volgens Tineke Abma, directeur van Leyden Academy en één van de onderzoekers, is deze periode voor zorgmedewerkers, bewoners en familieleden traumatisch geweest: “Zij ervoeren gevoelens van verdriet, angst, onmacht en rouw. Daarbij zagen medewerkers zich geconfronteerd met ingewikkelde morele dilemma’s. Bij dit soort dilemma’s is er niet één juiste oplossing; vaak moesten zorgmedewerkers kiezen tussen twee kwaden. Voorrang geven aan de veiligheid van bewoners ging ten koste van hun vrijheid en kwaliteit van leven, en vice versa. Zeker als je een hechte band hebt met een bewoner dan raakt je dat in het hart, je raakt als het ware moreel verwond.”

De onderzoekers concluderen dat de besluitvorming over de coronamaatregelen het resultaat zou moeten zijn van een dialoog op meerdere niveaus, zodat een balans kan worden gevonden tussen veilige zorg en goede zorg vanuit relationeel-moreel oogpunt.

Het artikel ‘Good Care during COVID-19: A Narrative Approach to Care Home Staff’s Experiences of the Pandemic’ van onderzoekers Marleen Dohmen, Charlotte van den Eijnde, Lucia Thielman, Jolanda Lindenberg, Josanne Huijg en Tineke Abma is op 13 februari 2022 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift International Journal of Environmental Research and Public Health, Special Issue Nursing and COVID-19.

De Luistermap brengt de mooiste podcasts voor en over ouderen samen

De Luistermap brengt de mooiste podcasts voor en over ouderen samen

Het eerste podcast platform in Nederland voor ouderen, met inspirerende, ontspannende en ontroerende luisterverhalen

De podcast wordt steeds populairder. Toch is nog geen één op de vijf luisteraars ouder dan vijftig, terwijl er zoveel luisterverhalen zijn die hen waarschijnlijk aanspreken. Daarom lanceren we vandaag De Luistermap, het eerste platform van Nederland waar podcasts worden samengebracht over alle onderwerpen die ertoe doen als je ouder wordt. Luisteraars kunnen kiezen uit uiteenlopende thema’s: van geschiedenis en misdaad tot liefde en intimiteit. De Luistermap is een initiatief van ouderenplatform UP!, het Jo Visser fonds en Leyden Academy on Vitality and Ageing.

Ouderen in de hoofdrol
Ouderen spelen de hoofdrol bij De Luistermap: als redactie, maker en hoofdpersoon. Zo biedt de podcast Radio Danspaleis urenlang luisterplezier met muziek en interviews met o.a. Carry Tefsen en Tineke Schouten. De serie Mijn oma de soldaat vertelt het indrukwekkende verhaal van Mies van Bekkum, die zich in 1948 aansloot bij het Koninklijk Nederlands Indisch Leger. In de reeks TOEN & NU vertellen ouderen hun bemoedigende levensverhalen.

Leesmap meets Netflix
De podcasts op De Luistermap zijn afwisselend amusant, inspirerend, ontroerend en leerzaam. Het aanbod van podcasts wordt continu aangevuld, zodat luisteraars altijd weer nieuwe verhalen kunnen kiezen. De Luistermap is een eigentijdse vertaling van de leesmap van weleer, met het gebruiksgemak van Netflix.

“Prachtige verhalen. Ik heb al geluisterd naar de podcast ‘Op zoek naar het elfde kind’. Goed en leuk initiatief, ben je even in een hele andere wereld”
Anne Posthuma (84)

Over de Luistermap
De Luistermap is een initiatief van ouderenplatform UP!, Jo Visser fonds en Leyden Academy. Deze non-profit organisaties willen een bijdrage leveren aan een prettige oude dag. UP! brengt met publieksprogramma’s ouderen met elkaar in gesprek over persoonlijke en schurende onderwerpen, het Jo Visser fonds stimuleert innovatie in de zorg en Leyden Academy doet wetenschappelijk onderzoek naar vitaal en betekenisvol ouder worden.

U vindt De Luistermap en alle prachtige podcasts hier: www.deluistermap.nl

John de Wolf inspireert ondernemende vijftigplussers tijdens Silver Starters-kick-off

John de Wolf inspireert ondernemende vijftigplussers tijdens Silver Starters-kick-off

Vandaag verzorgde oud-profvoetballer John de Wolf de digitale aftrap voor de zestig deelnemers van de derde editie van Silver Starters, het gratis leerprogramma voor vijftigplussers. Daarnaast vertelde Marie-Louise Kok van Leyden Academy over de achtergrond van en noodzaak voor Silver Starters en ging innovatiespecialist Wendy Woelders in op de inhoud en aanpak van het programma.

 

Je mentaliteit is je beste kwaliteitDe Wolf was bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het boegbeeld voor werkzoekende ouderen en als ANBO-ambassadeur actief. Naast dat hij assistent-trainer bij Feyenoord is, is De Wolf ondernemer en verzorgt hij onder andere zogenoemde Wolfcamps ‘Vitaal op eigen kracht’. “Ik vond mijn vader op zijn vijftigste een oude man, maar ik ben nu bijna zestig en nog druk met van alles. Hoe leuk de voetbaljaren ook waren, deze tweede helft van mijn leven is de leukste tijd.” De Wolf wil werkzoekende ouderen tot actie aanzetten en vervolgt “Met een houding van ‘ze moeten me maar nemen zoals ik ben’ kom je niet ver. De wereld verandert, je zal jezelf dus moeten blijven aanpassen.”

Diversiteit aan ideeën
Silver Starters biedt ruimte aan zestig deelnemers, die een gemiddelde leeftijd van 57,5 jaar hebben. De ideeën voor het opzetten van een bedrijf zijn heel divers en variëren van een camperpark tot het toegankelijk maken van technologie voor ouderen, van een specerijenshop tot het helpen van nieuwe Nederlanders en van life coach tot het onderzoeken van maatschappelijke vraagstukken. “Opvallend is dat we weer veel aanmeldingen vanuit het sociaal ondernemerschap hebben ontvangen. In het programma besteden we daarom ook aandacht aan het opzetten van een non-profit organisatie.”, vertelt Kok.

Van klantbehoeften tot marketing
In zestien weken leren de deelnemers de denkwijze en vaardigheden die nodig zijn om te onderzoeken of hun idee om een eigen bedrijf te beginnen levensvatbaar is. In het online leertraject krijgen ze inzicht in onder andere klantbehoeften, verdienmodellen, marketing en prototyping, en werken ze met ondersteuning van coaches en experts naar zelfstandig ondernemerschap toe. Aan het eind van het programma zullen enkele deelnemers worden gekozen om tijdens de afsluitende bijeenkomst op 7 juni een pitch te verzorgen. Vervolgens zal een deskundige jury één van de pitches belonen met 5.000 euro en zal ook het publiek een pitch kiezen die 5.000 euro zal ontvangen. Deze geldprijzen worden door Aegon en Knab mogelijk gemaakt.

Op naar een vierde editie
Bent u geïnspireerd geraakt en lijkt het u leuk om aan een mogelijk volgende editie van Silver Starters deel te nemen? Neem dan contact op met Jacqueline Leijs: e-mail netherlands@silverstarters.org.

Het programma Silver Starters is ontwikkeld door Leyden Academy on Vitality and Ageing en Aegon, en wordt ook door partners in Italië, Polen en Portugal georganiseerd. Meer informatie vindt u op silverstarters.org.

Online lezing professor Taichi Ono: “Cherish longevity!”

Online lezing professor Taichi Ono: “Cherish longevity!”

Hoe gaat Japan om met een sterk vergrijzende samenleving, hoe houden zij de zorg toekomstbestendig? En hoe ervaren oudere mensen in Japan de coronacrisis? Op donderdag 20 januari 2022 organiseerden we een online lezing over deze onderwerpen en wisselden we ervaringen en standpunten uit tussen Japan en Nederland.

Professor Taichi Ono van het Japanse National Graduate Institute for Policy Studies (GRIPS) lichtte de achtergrond, inrichting en uitdagingen toe van de Japanse ouderenzorg, en vertelde hoe Japanse ouderen de coronapandemie beleven. Tineke Abma, hoogleraar Ouderenparticipatie en directeur van Leyden Academy, leidde beide onderwerpen in vanuit een Nederlands perspectief. Gedurende en na afloop van de lezing was een levendige discussie met de 25 deelnemers, netjes verdeeld over Japan en Nederland.

Werk en aanmoediging
Professor Ono had een duidelijke, positieve boodschap voor de deelnemers: “We have to change our mindset, and cherish longevity from the bottom of our hearts.” Laten we onze langere levens omarmen, vanuit de grond van ons hart. In zijn afsluitende slides introduceerde hij het interessante concept van Kyou-Dou, het Japanse karakter voor werk en aanmoediging, om langer actief te blijven. Niet alleen voor het salaris, maar voor welbevinden en een betekenisvol leven.

Vruchtbare uitwisseling
Professor Abma stelde vast dat we veel kunnen leren van Japan, aangezien zij voorop lopen bij het omgaan met de demografische kansen en uitdagingen van een vergrijzende bevolking. “Ik denk dat dit webinar heeft laten zien hoe vruchtbaar het kan zijn om een ​​internationale uitwisseling te organiseren tussen landen die te maken hebben met (sterk ) vergrijzende samenlevingen, hoe ze elkaar kunnen inspireren en welke lessen we van elkaar kunnen leren.”

Internationaal perspectief
Voor een internationaal perspectief op oudere mensen en de coronacrisis, verwijzen we graag naar de recente International Longevity Centre (ILC) Global Alliance-publicatie Protecting the human rights of older persons: Challenges to the human rights of older people during and after COVID-19. Deze uitgave biedt waardevolle inzichten over de impact van de pandemie in 16 landen in het wereldwijde ILC-netwerk, met onder meer ‘country snapshots’ van Japan (p.27) en Nederland (p.29). In Nederland wordt het ILC-netwerk vertegenwoordigd door Leyden Academy on Vitality and Ageing.

U kunt de Engelstalige online lezing hieronder in zijn geheel (1:47:00) terugkijken.