Vraag het onze wetenschappers: hoe schadelijk zijn de dagelijkse borrels of biertjes?

Vraag het onze wetenschappers: hoe schadelijk zijn de dagelijkse borrels of biertjes?

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de vijfde aflevering geeft hoogleraar Vitaliteit David van Bodegom antwoord op de vraag die Evelien Mazeland ons stuurde: ‘Hoe schadelijk zijn de dagelijkse borrels of biertjes?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Alcohol is ongezond, ook één glas
David vertelt in de video dat onderzoek van de laatste jaren uitwijst dat alcohol ongezond is. Waar voorheen nog werd gedacht dat één glas per dag goed voor je zou zijn, is dit idee inmiddels achterhaald. Een groot internationaal onderzoek uit 2018 dat dit aantoont is te lezen in wetenschappelijk tijdschrift The Lancet. Het advies van de Gezondheidsraad is dan ook: drink geen alcohol, of in elk geval niet meer dan één glas per dag.

Een standaard glas is even schadelijk
Een glas wijn of een vaasje bier zijn even schadelijk als een borrelglas jenever, omdat de hoeveelheid alcohol in ieder standaard glas gelijk is. Zo is een wijnglas groter dan een jeneverglas, maar in wijn zit doorgaans 12 procent alcohol terwijl jenever wel 30 procent of meer kan bevatten. Meer informatie over de gezondheidseffecten van verschillende glazen alcohol is te vinden op de website van het Voedingscentrum.

Een banaan voor de receptie
Hoe houd je een gezonde leefstijl een leven lang vol? Samen met hoogleraar ouderengeneeskunde Rudi Westendorp (Universiteit van Kopenhagen) schreef David in 2019 het boek ‘Tien jaar cadeau’. Hierin zetten de auteurs een nieuwe aanpak uiteen die niet uitgaat van discipline en wilskracht, maar van verleiding via de omgeving. In het boek komen diverse omgevingen uit het dagelijks leven aan bod, zoals de keuken, woonkamer, slaapkamer, supermarkt, het werk en de wijk. Door je te omringen met gezonde verleidingen kun je betere keuzes onderdeel maken van je dagelijkse routine. Kleine, slimme aanpassingen – grote wijnglazen inwisselen voor kleine, de fietstassen inruilen voor een rugzak – hebben opgeteld een groot en duurzaam effect. Deze nieuwe aanpak gaat uit van 4 V’s: verleiden, vervangen, vermijden en voorbereiden. Het voorbeeld dat David in de video geeft –  eet een banaan en drink een flesje water voordat je naar een receptie gaat – valt uiteraard in de categorie ‘voorbereiden’. Lees meer over de methode met de 4 V’s in het eerste hoofdstuk.

Alcoholvrije alternatieven
Er zijn in de afgelopen jaren veel nieuwe soorten alcoholvrije dranken op de markt gekomen. Vooral alcoholvrij bier heeft een vlucht genomen: en er zijn heel veel verschillende soorten pils, witbier, IPA en bieren met een smaakje dat er voor iedereen wel een frisse alcoholvrije variant verkrijgbaar is. Alcoholische dranken zijn ongezond door de alcohol die erin zit, maar bevatten ook ook veel calorieën. Alcohol bevat per gram 7 kcal, dat is meer dan een gram suiker (4 kcal). Een alcoholvrije variant bevat daarom meestal minder calorieën, maar kijk vooral even op het etiket, want sommige alcoholvrije alternatieven bevatten bijna net zoveel suiker als frisdrank. Meer informatie over de calorieën in alcoholische en alcoholvrije dranken vindt u op de website van het Trimbos instituut.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met David van Bodegom.

De vier eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende (en laatste) aflevering graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Vraag het onze wetenschappers: zingeving na het pensioen

Vraag het onze wetenschappers: zingeving na het pensioen

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de vierde aflevering geeft psycholoog en senior onderzoeker Josanne Huijg antwoord op de vraag die Annemarie Broersma ons stuurde: ‘Hoe geef je zin aan het leven als je met pensioen bent?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Wat is zingeving?
Hoe leid je een zinvol en betekenisvol bestaan? In dit artikel in dagblad Trouw (juli 2020) stelt de Finse filosoof Frank Martela voor om niet te zoeken naar ‘de zin van het leven’, maar naar zin ín uw leven. Bent u benieuwd hoe ouderen over zingeving denken? Lees dan hier het advies van de Raad van Ouderen aan het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport uit november 2019. In dit rapport wordt onder meer verwezen naar het werk van hoogleraar Anja Machielse (Universiteit voor Humanistiek), Machteld Huber (grondlegger concept positieve gezondheid) en filosoof René Gude.

Werk als bron van welbevinden en gezondheid
Josanne vertelt in de video dat onderzoek uitwijst dat veel mensen zingeving ervaren in hun werk. Dit is één van de redenen waarom mensen die werken, over het algemeen gelukkiger zijn dan mensen die niet werken, zo blijkt onder meer uit onderzoek van emeritus hoogleraar Ruut Veenhoven (Sociale condities voor menselijk geluk, Erasmus Universiteit Rotterdam). Daarnaast draagt (arbeids)participatie bij aan gezondheid, zoals collega Tineke Abma vorige week uitlegde. Deze infographic van kennisinstituut Movisie geeft meer inzicht in de diverse factoren die hierbij een rol spelen.

Langer doorwerken
Uit eigen onderzoek van Leyden Academy (Grijs is niet zwart-wit, 2013) naar de ambities van 55-plussers blijkt dat 40 procent van de ondervraagden aangeeft na hun pensioen graag door te werken, mits op eigen voorwaarden. Ellen Dingemans en Jaap Oude Mulders van demografisch instituut NIDI schreven er in 2016 over in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Er zijn ook steeds meer mensen van 65 jaar en ouder met betaald werk: het CBS becijferde in augustus 2021 dat dit er 300 duizend zijn, oftewel 3,3 procent van alle werkenden. De toename heeft twee oorzaken: door de vergrijzing neemt het aantal 65-plussers toe, maar ook is een groter percentage 65-plussers aan het werk. In 2003 was dit nog 1 op de 10, in 2020 waren dat er al ruim 4 op de 10.

Een eigen onderneming starten
Daarnaast hebben veel vijftigplussers het idee om na hun pensioen voor zichzelf te beginnen. Volgens de Kamer van Koophandel starten er sinds 2015 jaarlijks meer dan 3.000 mensen van 65 jaar en ouder een eigen onderneming. Lees er meer over in dit artikel uit De Ondernemer (december 2019). Uit onderzoek van Pierre Azouley (MIT, National Bureau of Economic Research) et al. blijkt dat deze ondernemers maar liefst twee- tot driemaal succesvoller zijn dan dertigers die een eigen bedrijf beginnen. Daarnaast geeft het ondernemen veel voldoening, vertelt Paul Tasner uit eigen ervaring in deze TEDx Talk uit 2017. Samen met Aegon ontwikkelde Leyden Academy een cursus voor ervaren aspirant-ondernemers, Silver Starters. Deelnemer Han van Doorn (82) vertelde in NRC Handelsblad over de innovatieve app die hij op de markt wil brengen.

Zinvol ouder worden
Als we ouderen vragen naar hun plannen en wensen voor de toekomst, dan benoemen ze vooral dat ze een actief leven willen blijven leiden, samen met de mensen om wie ze geven. Josanne en haar collega’s beschreven hun onderzoeksresultaten in een artikel over ‘succesvol’ ouder worden in tijdschrift Journals of Gerontology: Series B (2017). In deze webinar (juni 2020) van het programma Samen Ouder Worden hoor je experts Machteld Huber en hoogleraar Andries Baart over zinvol ouder worden, ook in tijden van corona. Bent u benieuwd hoe ouderen zin en invulling geven aan hun leven in coronatijd, neem dan een kijkje op de website Wij & corona die we samen met stichting GetOud hebben opgezet. U vindt er de persoonlijke verhalen van meer dan 350 senioren.

Reflectie over zingeving
Als afsluitende tip geeft Josanne het advies om zelf, of samen met anderen te reflecteren op wat het leven voor u de moeite waard maakt. Wellicht kunnen de tien levensvragen hierbij behulpzaam zijn, die Psychologie Magazine in 2017 publiceerde. Een filosofisch perspectief op deze ’trage vragen’ krijgt u in het boek Werken aan trage vragen (2017) van emeritus hoogleraar Harry Kunneman.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Josanne Huijg.

De drie eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Genezen tot elke prijs versus leven tot welke prijs

Genezen tot elke prijs versus leven tot welke prijs

Het coronavirus legt ons publieke leven grotendeels stil. De maatregelen om afstand tot elkaar te bewaren en voorlopig vooral thuis te blijven, veranderen ons leven ingrijpend. Hoe beleven senioren in Nederland deze uitzonderlijke tijden? Waar maken zij zich zorgen over, wat geeft hen hoop en troost, hoe brengen zij de dag door? Op Wij & corona verzamelen we al meer dan een jaar hun verhalen en geven we een podium aan ouderen om hun ervaringen te delen.
Zo ook van Hanneke (83) uit Soest, waarin ze weergeeft hoe corona is verlopen en hoe zij het heeft ervaren.

Hoe het allemaal begon
Korte tijd voor de eerste golf van corona begin 2020 het leven in ons land tot stilstand bracht, had ik besloten om al mijn vrijwilligersfuncties af te bouwen om weer aan iets nieuws te beginnen. De eerste meldingen over een nog onbekend virus in Wuhan waren in de internationale vakpers al gesignaleerd, maar China lag ver weg en wij Nederlanders hadden immers goede ervaringen met de jaarlijkse antigriepvaccinaties, dus we konden wel tegen een stootje. Het pakte anders uit. Het virus bleek agressief te zijn, zich grillig te gedragen en snel te verspreiden. Rond midden februari pakten de media de berichtgeving op en nadien ging er geen dag voorbij zonder berichten over besmettingen, opnames in ziekenhuizen en een gezondheidszorg, waarin koortsachtig gespeurd werd naar de oorsprong van dit virus en de bestrijding ervan. Begin 2020 had niemand een idee hoe lang dit virus ons in de greep zou houden….

Wegvallen van sociaal en cultureel leven
Toen van overheidswege de eerste lockdown van kracht werd en de bevolking voor nog onbepaalde tijd in quarantaine werd geplaatst besefte ik, dat het voor mij als alleenwonende flatbewoner belangrijk was om een plan te maken. Enige structuur in de dag… de week… de maand (?) … het jaar (!) zou houvast bieden bij het wegvallen van mijn sociaal/culturele leven met familie en vrienden in Nederland en daarbuiten. De planning van de dag bleef hetzelfde, maar de lege plekken door het wegvallen van het sporten, de concerten, de cursussen, theater- en museumbezoek hakte er diep in. Daar kwam bij dat ik tijdens deze pandemie geen kans zag om – gezien mijn leeftijd – nieuwe vrijwilligerstaken op me te nemen. Het ‘life’ contact met mensen viel weg en de compensatie door telefoon, What’sApp en computer is weliswaar nuttig, maar blijft voor mij niet meer dan een hulpmiddel in de communicatie. Mijn echte contacten gaan middels een persoonlijke brief, een etentje bij mij thuis en anderen een bezoekje brengen.

Verbindende schakel
Het was een vreemde ervaring om een lege agenda te hebben, waarvan het vullen toch meer inspanning kostte dan ik had verwacht. Je kunt niet een hele dag zoetbrengen met koken of computerwerk, afgewisseld door wandelingen in de prachtige bossen rond Soest en omstreken. Maar het pluspunt was nu wel om eindelijk een tweede krant (Trouw) aan te schaffen die naast de NRC in de berichtgeving over het verloop van de pandemie elkaar zo getrouw mogelijk aanvulden. Epidemiologische modellen, de factor R en ervaringen vanuit het dagelijkse praktijk legden verschillende accenten. Wetenschap (genezen tot elke prijs !) versus de ervaring (leven tot welke prijs ?). De verbindende schakel die te lang buiten het zicht bleef was de kwaliteit van leven na corona. De humane wetenschappen hadden veel eerder ingeschakeld kunnen worden.

Teruglopende energie
Mijn lijvige krantenarchief over het verloop van de pandemie staat nu opgeslagen in grote schoenendozen van Human Nature. De aankoop van extra schoenen daagt mij uit om nog meer van de natuur te genieten! Aan de quarantaine van de eerste weken merkte ik tot mijn verbazing, dat mijn stem haar kracht begon te verliezen. Dat was reden om mijzelf hardop te gaan voorlezen, zowel in gezellige als complexe teksten. Het was een signaal, dat er iets aan het contacthouden ontbrak. In korte tijd viel de mantelzorg voor mijn hoog bejaarde buren weg, die gelukkig geen corona hebben gekregen. Mijn woonetage liep leeg. Naarmate de weken en maanden van de verplichte lockdown zich aaneenregen merkte ik wel, dat het steeds moeilijker werd om de eigen accu op te laden. De Amerikanen hebben daar een mooie uitdrukking voor: pull up your bootstraps and get going, met andere woorden ‘pak jezelf aan en ga aan de slag’. Maar je merkt aan jezelf, dat de energie terugloopt. De ervaring om na een heel actieve loopbaan en leven nu bijna twee jaren naast de samenleving te staan, had ik nooit kunnen voorspellen.

Gelukspareltjes
Toen de mogelijkheden voor ontspanning beperkt raakten, prees ik mij gelukkig dat ik in de bossen intens kon genieten van de natuur. Een stevige wandeling doet wonderen en ook al was de Nordic Walking enkele maanden stopgezet, voor de natuurliefhebber is er altijd wel iets te ontdekken. Stel je voor, dat op een druk bezocht duinpad een routepaaltje met een kleurig gehaakt coronaatje is versierd met daarbij een minibriefje met de tekst:’ is er iemand in uw omgeving, die alleen is en niet meer wandelen kan, zoek eens even contact om die eenzaamheid te doorbreken’. Het zijn die gelukspareltjes, die het hem doen. Een ander voorbeeld: een vriendin wachtte op een afspraak met de podoloog vanwege een hele pijnlijke voet. Door de feestdagen kon die afspraak niet direct plaatsvinden. Ze vertelde me, dat ze een oplossing gevonden had in het plaatsen van een omgekeerd pannesponsje in de hak van de schoen, het bleek een probaat hulpmiddel om de pijn te verzachten!

Humane wetenschappen
Met de kennis van nu en een terugblik op anderhalf jaar corona-ervaring besef ik dat heel veel mensen zwaar zijn getroffen door deze pandemie en met de beste bedoelingen, maar onterecht gescheiden zijn van hun dierbaren in een levenscrisis. In het streven om de pandemie in de greep te krijgen, heeft men in eerste instantie het verschijnsel COVID-19 in haar grilligheid willen analyseren en naar een behandelmethode gezocht die de morbiditeit en mortaliteit zou verlagen. Het probleem daarbij was, dat op basis van de verworven kennis de medische en verpleegkundige zorg op ervaring moest terugvallen en deze continu aan verandering onderhevig was. Het onderzoek naar het effect van een behandeling volgde nadien. In die crisistijd is over het hoofd gezien, dat vanuit de humane wetenschappen een kader van ondersteuning geboden had kunnen worden om het proces van heling in goede banen te leiden. Een mens is geen bundeling (entiteit) van organen en systemen, maar een unieke persoonlijkheid die als zodanig erkend wil worden in gezondheid en ziekte.

Hechte samenwerking
Tijdens de eerste ‘golf’ heb ik het late programma op NPO 2 gevolgd en was geraakt door de verhalen van onder andere de verpleegkundigen, die met gevaar voor eigen leven de zorg aan de patiënt waarborgden. De uitgesproken waardering van de medisch specialisten voor de intensive care-verpleegkundigen was hartverwarmend. Men hield een pleidooi voor meer erkenning en honorering van het verpleegkundig beroep. De inzet van de behandelteams omvatte steeds meer disciplines en vakmensen, die in de acute fase continu in dienst leken te zijn. Was het de adrenaline, die hen staande hield of de hechte samenwerking onder elkaar? Mogelijk beide.

De eerste golf
De eerste coronagolf kenmerkte zich door een race tegen de tijd om mensen in leven te houden, kennis te verzamelen om de besmetting met het COVID-19-virus onder controle te krijgen en een adequate behandeling te ontwikkelen. De bevolking realiseerde zich dat het niet meer om een griepje ging. Er was sprake van een paniekstemming en men zocht naar een houvast om de angst te beteugelen. In die fase was de blik op de virologen en epidemiologen gericht. Daarnaast keek men met argusogen naar de overheid, die het probleem moest kunnen oplossen. Geen wonder, dat de inperkingen zonder veel protest werden gevolgd er van uitgaande dat er in de nazomer van 2020 een vaccin beschikbaar zou komen.

De tweede golf
Tijdens de tweede coronagolf was er eigenlijk al een tegenzin onder de bevolking te bespeuren. Het eerder toegezegde vaccin liet op zich wachten en de herstelfase was nog niet in zicht. De berichtgeving door de overheid op TV werd om de week in afwachting tegemoet gezien. Hoewel de overheid concrete richtlijnen wenste te geven, werden adviezen niet altijd begrepen, laat staan uitvoerbaar geacht. Vroegtijdige planning werd dikwijls door een vertraagde uitvoering achterhaald. Daardoor ontstond onzekerheid over het beleid. Waar in de eerste fase de medische zorg alle aandacht opeiste, verschoof het accent in de tweede fase steeds meer naar de psychosociale gevolgen van de pandemie, die zo dramatisch zichtbaar werden in de verpleeghuizen. De overheid stond voor de moeilijke keuze haar beleid te moeten balanceren tussen gezondheidszorg en de sociaal economische sector, die dankzij financiële ondersteuning staande werd gehouden.

Vaccinatiefase
Toen einde 2020 het Pfizer-vaccin beschikbaar kwam en nadien de andere vaccins voor gebruik werden vrijgegeven, kon vanaf 2021 de vaccinatie beginnen. Opnieuw werden er toezeggingen gedaan die later werden herroepen omdat vaccins niet volgens afspraak leverbaar waren, de omvang van de entingen die de beschikbaarheid van grote ruimtes vereiste en deskundig personeel dat moest worden gerekruteerd. De logistiek verliep niet zonder problemen, waarmee de timing in het gedrang kwam. Na een hobbelige aanloopfase kregen de ouderen en meeste kwetsbare burgers hun vaccinatie voor einde mei dit jaar.

Dankbaarheid
Dit zijn slechts enkele ervaringen die in het proces van deze pandemie beschreven zijn. Het leven kwam tot stilstand voor de waarnemer in de zijlijn van een hectische periode, die naar we hopen snel tot het verleden gaat horen. Deze tijd heeft naast de spanning en droefheid om het verlies van dierbaren, ook mooie momenten laten zien. Ik denk aan de inzet van de hulpverleners, die onvermoeibaar paraat bleven in ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorg. De creativiteit van mensen aan de basis, die met een kwinkslag alleenstaanden een aubade brachten, het bloembed met ‘Houd moed’, de letters door kinderen gemaakt. En dan de Oma, die op driehoog van een zorgcentrum per hoogwerker door haar kleinzoon het wekelijkse taartje aangereikt kreeg. Het zijn de kleine dingen die het doen. Al is het geen makkelijke tijd geweest, toch blijf ik dankbaar voor mijn gezondheid en plezier in het leven met anderen.

“Auch kleine Dinge können uns entzücken
Auch kleine Dinge können teuer sein!”

Wij & corona is een initiatief van GetOud en Leyden Academy, en wordt mede mogelijk gemaakt door het Jo Visser fonds, Fonds Sluyterman van Loo, Stichting RCOAK en Fonds 1818.

Vraag het onze wetenschappers: over participatie van ouderen

Vraag het onze wetenschappers: over participatie van ouderen

In de videoserie Vraag het onze wetenschappers beantwoorden we ingezonden vragen over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de derde aflevering geeft hoogleraar Participatie en Diversiteit Tineke Abma antwoord op de vraag die Sabriye Karacan ons stuurde: ‘Hoe belangrijk is de participatie van ouderen voor hun kwaliteit van leven?’.

U kunt de video (4 minuten) bekijken op YouTube. Hieronder vindt u meer achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Sociale participatie van ouderen
Veel mensen zijn en blijven actief na hun pensionering en willen zeggenschap en regie behouden over hun leven. Dat wordt ‘sociale participatie’ genoemd. Actieve deelname aan de samenleving varieert van het oppassen op de kleinkinderen tot aan theaterbezoek, lid zijn van een vereniging en het doen van vrijwilligerswerk. Uit een studie van het CBS in 2018 bleek dat 9 op de 10 ouderen actief blijft. Dit geeft aan dat het overgrote deel van de ouderen middenin de samenleving staat, en ontkracht het stereotiepe beeld dat ouderen inactief zouden zijn en zich terugtrekken uit de samenleving.

Participatie en gezondheid
Er zijn veel studies gedaan naar het verband tussen sociale participatie en hoe mensen hun gezondheid en welbevinden ervaren. Het patroon dat daarin naar voren komt, is dat er een positieve relatie is: oftewel, het deelnemen aan sociale activiteiten hangt samen met een goede ervaren gezondheid en welbevinden. Uit een omvangrijke Canadese studie komt naar voren dat naarmate het aantal sociale activiteiten toenam, er een sterkere relatie was met de ervaren gezondheid en tevredenheid over het leven. Ouderen geven aan een sterke behoefte te hebben om te blijven deelnemen. Ertoe doen, erbij horen en sociale ondersteuning spelen hierin een belangrijk rol.

Participatie vraagt om ruimte
Participatie is als een tango-dans, het is een tweezijdig proces. Het vraagt niet alleen iets van degene die deelneemt, maar ook van de omgeving die participatie al dan niet mogelijk maakt. Het ruimte geven en maken voor de participatie van ouderen is nog voor verbetering vatbaar, blijkt telkens weer. Te vaak wordt er nog gedacht voor ouderen, en worden beslissingen genomen zonder hen daarin te betrekken. Dit gebeurde ook bij het bepalen van de coronamaatregelen, stelde Tineke Abma in april 2021 vast in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken. Stereotiepe beeldvorming over de ouderdom, met een beeld van de oudere als passief en niet in staat om richting te geven aan het eigen leven, speelt hierin een rol. Hoe kom je tot een echte dialoog met ouderen, bijvoorbeeld tussen professional en bewoner in de ouderenzorg? Ruimte maken voor het verschil in perspectief en ervaring tussen ouderen en professionals is daarbij de sleutel, zo schreven Tineke Abma en Susan Woelders eind 2020 in tijdschrift Gerōn.

Van formele inspraak naar directe zeggenschap
Participatie omvat ook beleidsbeïnvloeding door inspraak en medezeggenschap. Deze inspraak heeft zich de afgelopen jaren sterk ontwikkeld: van formele zeggenschap gebaseerd op de Wet van de medezeggenschap via cliëntenraden naar aanvullende, eigentijdse vormen van meer directe en rechtstreekse vormen van zeggenschap. U zag in de video bijvoorbeeld de innovatieve tool Tante Co voorbij komen. Tijdens de conferentie ‘Een nieuwe generatie ouderen langer thuis’ op 25 november 2020 vertelde Tineke Abma over deze ontwikkeling, waarna zij erover in gesprek ging met Marilyn Haimé (Raad van Ouderen) en bestuurder Anke Huppertz en bewoner Broeder Gait (De Beyart, Maastricht). U kunt deze sessie (47 min.) hier terugzien. Op 30 november 2020 ging Abma over dit onderwerp in gesprek met Jet Bussemaker, voorzitter Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, tijdens het Landelijk Congres Cliëntenraden. Dit gesprek (21 min.) kun u hier bekijken.

SamenStem-methode
Ouderen nemen steeds meer het initiatief en formuleren zelf een agenda met thema’s die hen raken. Samen met andere stakeholders maken ze een actieplan ter verbetering van hun kwaliteit van leven. Anke Heijsman, Susan Woelders en Tineke Abma beschreven dit proces in tijdschrift Gerōn aan de hand van een voorbeeld in wooncomplex De Leeuwenhoek van Stichting Humanitas Rotterdam. Meer informatie over de SamenStem-methode om de zeggenschap en inspraak van cliënten te vergroten, vindt u op onze website.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Tineke Abma.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Een betere toekomst met de Master Vitality & Ageing

Een betere toekomst met de Master Vitality & Ageing

Ontdek de kleurrijke carrières van een vergrijzende samenleving met de internationale Master Vitality & Ageing. Word een expert op het gebied van gezond ouder worden, co-creatie, innovatie en gezondheidsmanagement van een vergrijzende bevolking. Kom op 8 juni naar de online Experience Day en ontdek hoe het is om student Vitality & Ageing te zijn! Klik hier voor meer informatie en om je in te schrijven.

Voor wie?
De Master Vitality & Ageing is niet alleen een mooie kans voor geneeskundestudenten, maar ook voor andere disciplines zoals Biomedical Sciences, Health Sciences, Health and Life Sciences, Health and Society, Movement Sciences, Nutrition and Health en Psychology. De Master Vitality & Ageing kan als eerste of tweede master, in een voltijds of flexibel programma. Dit laatste is perfect als je je baan in de ouderenzorg wilt combineren met een bijpassende Master.

Waarom?
We hebben zoveel enthousiaste reacties gekregen van huidige en voormalige Masterstudenten. Het zijn de beste ambassadeurs, en hun woorden spreken dan ook voor zich:
Jodie, student Vitality & Ageing en Geneeskunde: “Na mijn bachelor Geneeskunde heb ik lang moeten wachten voordat ik aan mijn medische stage kon beginnen. Om deze tijd nuttig in te vullen, besloot ik op zoek te gaan naar een master om mijn kennis op medisch gebied aan te vullen. Dit programma helpt mij om mijn toekomstige patiënten beter te begrijpen en te vragen naar hun wensen, behoeften en kijk op situaties. Het leert me waardevolle en uitzonderlijke lessen die ik ter harte neem om een ​​betere arts te worden.”
Lisa, student Vitality & Ageing en psycholoog: “De Master Vitality & Ageing leert mij om over de grenzen van mijn werk als psycholoog te kijken. Ik geloof dat de toenemende complexiteit in de ouderenzorg vraagt ​​om een ​​goede samenwerking”.

Meer informatie
Mocht je nog vragen hebben, neem dan contact op met studentambassadeur Marieke Vieveen (studentambassadorva@lumc.nl) of studieadviseur Lucia Creveld (studyadvisorVA@lumc.nl), of ga naar de website, Facebook, LinkedIn of de Master portal.

Ben jij ook op zoek naar een betere toekomst? Dan is de Master Vitality & Ageing iets voor jou! Aanmelden voor de Engelstalige Master Vitality and Ageing kan tot 15 juni.

Amstelland reikt Zonnehuis Penningen uit

Amstelland reikt Zonnehuis Penningen uit

Ze zijn er gelukkig, mensen die het verschil maken voor kwetsbare ouderen; mensen met mooie kleine initiatieven voor ouderen in hun eigen wijk of dorp. Vrienden, familie, collega’s, buren of andere betrokkenen hebben ‘hun’ toppers  voorgedragen. Deze genomineerden komen uit de gemeenten waar Zonnehuisgroep Amstelland actief is: De Ronde Venen, Ouder-Amstel, Amstelveen en Amsterdam Buitenveldert.

De Zonnehuis Penning is bedoeld voor mensen die zich belangeloos inzetten voor kwetsbare ouderen, en wordt uitgereikt door Zonnehuisgroep Amstelland. De uitreiking vond plaats op dinsdagmiddag 25 mei. Het programma werd ingeleid door Thijs Houtappels, bestuurder Zonnehuisgroep Amstelland. Vervolgens was er een lezing over 100 jaar ouderenzorg van jonge historicus Hugo Schalkwijk. Aansluitend werden er drie Zonnehuis Penningen uitreikt door juryvoorzitter Nelleke Vogel. Een van de gelukkigen is het samenwerkingsverband Ouderenvriendelijk Buitenveldert. Hieronder kunt u meer over dit mooie initiatief lezen.

In 2015 had Amsterdam de ambitie om een ‘Age Friendly City’ (een concept van de Wereldgezondheidsorganisatie) te worden. In de wijk Buitenveldert startte daarom een groep oudere bewoners, samen met onderzoekers van Amsterdam UMC een onderzoek naar hoe de wijk ‘ouderenvriendelijker’ kon worden. De groep bewoners deed zelf een jaar lang onderzoek: ze interviewde 40 andere ouderen in de wijk, analyseerde de data en ging vervolgens in gesprek met gemeente, zorg- en welzijn en andere partijen om de aanbevelingen concreet te maken. De groep is al zes jaar zeer actief en heeft inmiddels veel bijgedragen aan de kwaliteit van leven van ouderen in de wijk.

Een aantal voorbeelden:

  • Bij alle huisartsen in Buitenveldert is de positie van de Praktijkondersteuner Ouderen versterkt. De groep denkt verder periodiek mee in het huisartsenoverleg voor het perspectief van ouderen. Dit naar aanleiding van de bevinding dat ouderen in de wijk vaak de ‘schone schijn’ ophielden.
  • Er zijn meer bankjes geplaatst op door ouderen veelgelezen routes. Ook is er een tuinproject gestart op een plek waar vele multiculturele ouderen wonen die voor hulpverlening moeilijk bereikbaar zijn. Uit het onderzoek kwam namelijk naar voren dat er behoefte was aan verbinding in de wijk.
  • De straatverlichting is verbeterd en de stoplichten zijn anders (langer) afgesteld, zodat de mobiliteit van ouderen in de buurt is verbeterd.

Graag willen we Hans Wamsteeker, Yvonne Lengams, Cisca Griffioen, Ellen van den Bogert, Jan de Vries, Peter Jelinek en de vele anderen van harte feliciteren met deze welverdiende erkenning.

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vraag het onze wetenschappers: over eenzaamheid en vitaal oud worden

Vandaag verschijnt de tweede aflevering van de videoserie Vraag het onze wetenschappers, waarin wij ingezonden vragen beantwoorden over vitaal en betekenisvol ouder worden. In de video (4 minuten) van deze week geeft onderzoeker en cultureel antropoloog Miriam Verhage antwoord op de volgende vraag, ingestuurd door Evelien Mazeland: ‘Hoe verhoudt eenzaamheid zich tot vitaal oud worden?’.

Hieronder vindt u extra achtergrondinformatie en lees- en kijktips.

Eenzaamheid is voor iedereen anders
Miriam vertelt in de video dat eenzaamheid een ‘subjectief ervaren gevoel’ is: sommige mensen met een kleine kennissenkring voelen zich helemaal niet eenzaam, terwijl anderen met een druk sociaal leven dit gevoel wel ervaren. Theo van Tilburg, hoogleraar sociologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, zet in dit videocollege bij de Universiteit van Nederland helder uiteen hoe dit zit, met een onderscheid tussen emotionele (als je een hechte band met iemand mist) en sociale eenzaamheid (als je minder contact hebt met andere mensen dan je zou willen).

Eenzaamheid onder ouderen
Deze rapportage van het CBS uit 2016 laat zien dat eenzaamheid onder alle leeftijden voorkomt. Wel zijn er enkele risicogroepen te onderscheiden en zien we vooral toenemende eenzaamheid in de leeftijdscategorie 75-plus. In 2019 betoogden Bianca Suanet en Theo van Tilburg in het tijdschrift Psychology and Aging dat de verwachte toename aan eenzaamheid onder ouderen, onder meer door onze individualiserende samenleving, is uitgebleven. Ze tonen aan dat ouderen momenteel zelfs iets minder eenzaam zijn dan hun leeftijdsgenoten van twintig jaar geleden. Wel zijn er in absolute zin meer eenzame ouderen in Nederland, omdat deze demografische groep op dit moment nu eenmaal groter is dan rond de millenniumwisseling.

Wisselwerking eenzaamheid en gezondheid
Dat eenzaamheid een maatschappelijk probleem is dat zelfs de volksgezondheid schaadt, blijkt uit onderzoek van Julianne Holt-Lunstad et al. uit 2010, tevens bevestigd in 2015. In dit onderzoek is aangetoond dat eenzaamheid en een gebrek aan een sociaal vangnet grotere risicofactoren zijn dan de schade van 15 sigaretten per dag. In een interview in Plus Magazine (juni 2020) legt onderzoeker Jan Willem van de Maat van kennisinstituut Movisie toegankelijk uit hoe eenzaamheid samenhangt met een slechtere gezondheid.

Eenzaamheid en dementie
In 2014 werden resultaten uit de Amsterdam Study of the Elderly (AMSTEL) gepubliceerd in het tijdschrift Journal of Neurology, Neurosurgery, and Psychiatry. De onderzoekers brachten gevoelens van eenzaamheid in verband met een verhoogd risico op klinische dementie op latere leeftijd. Volgens eerder onderzoek uit 2007 van het Rush Alzheimer’s Disease Center (Chicago, Verenigde Staten) hebben eenzame mensen een twee keer groter risico om op latere leeftijd de ziekte van Alzheimer te ontwikkelen, dan mensen die niet eenzaam zijn. De bevindingen zijn gepubliceerd in het tijdschrift Archives of General Psychiatry.

Preventie: (samen) sporten
Onderzoek uitgevoerd door de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA) laat zien dat ouderen die sporten, minder vaak eenzaam zijn. Ook blijkt dat sporten op de korte termijn gevoelens van eenzaamheid onder ouderen zou kunnen verminderen. U leest erover in het LASA-rapport Sport en eenzaamheid uit 2012. Wij herkennen dit vanuit ons eigen onderzoek naar de effecten van samen sporten in de Vitality Club: de oudere deelnemers worden niet alleen fitter, maar ervaren ook een hogere kwaliteit van leven en meer sociale contacten. We beschreven dit in 2018 in wetenschappelijk tijdschrift Translational Behavioral Medicine.

Preventie: sociaal konvooi
Jenny Gierveld is emeritus hoogleraar sociale wetenschappen en kan met meer dan vijftig jaar onderzoekservaring gerust een autoriteit worden genoemd op het gebied van eenzaamheid. Zij adviseert mensen om, al vanaf jonge leeftijd, zorg te dragen voor hun ‘konvooi’: een mooie metafoor voor het sociale netwerk als een vloot met bootjes die samen met u door het leven varen. Zij licht dit nader toe in deze video uit 2010 (vanaf 03:49). Bekijk ook de EenVandaag-reportage Help ik word 100! Hoe maak ik vrienden? uit 2018.

Laat uw omgeving het werk doen
Als afsluitende tip adviseert Miriam om een bankje voor de deur te zetten: een fijne plek om te zitten als de zon schijnt, maar u raakt er ook gemakkelijk door in gesprek met buurtgenoten. Een andere klassieke tip is om een hond te nemen: er is geen betere wandelcoach, en u komt onderweg altijd wel mensen tegen. Dit soort aanpassingen in uw omgeving en dagelijkse routines, kunnen helpen om elke dag ongemerkt gezondere én sociale keuzes te maken. Meer informatie over hoe dit werkt en praktische tips vindt u in het boek Oud worden in de praktijk van David van Bodegom en Rudi Westendorp.

Heeft u nog vragen of suggesties? Neem dan gerust contact op met Miriam Verhage.

De eerder verschenen video’s in deze serie kunt u hier terugkijken. Wilt u de volgende afleveringen graag direct na verschijning in uw mailbox ontvangen? Stuur dan een e-mail met onderwerp ‘Aanmelding videoserie’ naar Jacqueline Leijs. Uw abonnement stopt automatisch nadat de laatste aflevering is verschenen (22 juni 2021). U kunt zich ook abonneren op ons YouTube-kanaal.

Dien een kunstproject in voor de Elisabeth van Thüringenprijs

Dien een kunstproject in voor de Elisabeth van Thüringenprijs

Tot en met 31 augustus 2021 kunnen kunstenaars en zorginstellingen hun project voor kunst in de zorg indienen. Het thema van de Elisabeth van Thüringenprijs 2021 is ‘verbinding’. De prijs bedraagt 10.000 euro.

Verbinding
Terugkijkend naar het afgelopen jaar, waarin corona een hoofdrol speelde, was de menselijke behoefte aan verbinding groot. Eenzaamheid, vervreemding, verandering: het heeft een enorme invloed op een mensenleven. Waar we juist behoefte aan hebben, is de verbinding met anderen. Verbinding is herkenning, erbij horen, ertoe doen. Het is elkaar zien, horen, begrijpen en waarderen. Van een heel klein moment tot een groots gebaar. Het is waar het om draait in een mensenleven.

Kunstprojecten in de zorg
Het doel van de kunstprijs van 10.000 euro is het stimuleren van kunst die het welzijn en welbevinden van patiënten, bezoekers en medewerkers in de gezondheidszorg bevordert. Hoe verhoogt kunst de kwaliteit van leven in een omgeving van zorg? Van een klein vonkje tot een groot meeslepende vlam van verbinding tussen mensen? Kan jij als kunstenaar of als zorginstelling op creatieve wijze laten zien dat kunst voor verbinding kan zorgen? Dien dan uiterlijk op 31 augustus 2021 je kunstproject in de zorg in bij de Stichting Elisabeth van Thüringenfonds.

Neem voor meer informatie contact op met coördinator Angelique Beerenhout: evtfonds@spaarnegasthuis.nl, 023-224 2071. Klik hier voor alle voorwaarden voor deelname.

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Zembla-uitzending Oud, maar geen dor hout

Bescherm kwetsbare ouderen en houd u aan de maatregelen; dit was het devies van het kabinet toen de coronapandemie uitbrak. De solidariteit is groot, maar al snel komen er barsten in. Op radio, tv en in de kranten klinkt regelmatig de vraag: is de prijs die de maatschappij hiervoor betaalt niet te hoog? Slaat de balans niet te ver door naar het beschermen van ouderen? Het debat verscherpt. En de solidariteit waar het kabinet toe oproept, wordt steeds minder vanzelfsprekend. In de uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ van vanavond onderzoekt Zembla waarom het debat zo hard wordt gevoerd en wat dit bij ouderen teweegbrengt. Zij vertellen hier zelf over en onderzoeker Jolanda Lindenberg geeft duiding en deelt bevindingen vanuit ons kwalitatief onderzoek naar ouderen in coronatijd.

Geen dor hout
Op radio en televisie worden discussies gevoerd of jongeren niet te veel moeten opgeven voor ouderen, zodat die een paar jaar extra kunnen leven. De meeste ophef ontstaat wanneer columniste Marianne Zwagerman ouderen vergelijkt met ‘dor hout’, waar het coronavirus als een zeis doorheen mag gaan. Fokke van den Bosch (89) zegt hierover in Zembla: “We hebben allemaal te lijden onder die coronacrisis. Jong en oud. En dan zou je eigenlijk moeten zeggen: nou, dan moet die oudere maar kiezen voor de dood, zodat jong door kan gaan met leven. Ja, maar zo werkt het niet!” Ook Léonore Berntsen (73) vindt deze vergelijking zorgwekkend: “Ik hoop dat niet de maatschappij gaat uitmaken wanneer ik richting kerkhof moet.”

‘Kwetsbare ouderen’
Naarmate de coronacrisis langer duurt, gaan veel mensen zich storen aan de term ‘kwetsbare oudere’. Het doet iets met hun zelfbeeld. “Kwetsbare ouderen, daar moet je voorzichtig mee zijn, daar moet je afstand van houden. Het leek net alsof ik een besmettelijke ziekte had”, vertelt Léonore Berntsen in Zembla. Oud en kwetsbaar, “dat is iemand met een rollator, iemand die thuis moet zitten en afhankelijk is”, zegt Leonie van Aerde (80), die alles nog zelf doet. Jolanda Lindenberg herkent dit vanuit haar onderzoek: ouderen zien zichzelf niet als kwetsbaar en vinden het etiket zelfs pijnlijk, omdat het wordt geassocieerd met zwak en hulpbehoevend zijn. “Dat iemand een verhoogd risico loopt, dat is iets anders dan dat iemand zichzelf als kwetsbaar ziet.” Volgens Lindenberg was het dan ook beter geweest om te zeggen dat ouderen een verhoogd risico lopen. “Dat lijkt een heel subtiel verschil, maar het is voor veel mensen een heel belangrijk verschil.”

Wat is oud?
Niet alleen afhankelijkheid en kwetsbaarheid worden als iets negatief gezien, oud zijn überhaupt, stelt Lindenberg in de uitzending. Bep van den Bosch (86): “Oude mensen, wij zijn helemaal nog geen oude mensen. We kunnen nog zoveel! Wij zijn nog gewoon zoals we zijn.” Lindenberg besluit: “Mensen zijn niet graag oud. Dat heeft ook te maken met de status die wij aan ouderen geven. Dat ouderen geen waardevol onderdeel van onze maatschappij zouden zijn. Ouderen na hun pensioenleeftijd, dat kóst alleen maar geld. Dat is een beetje een maatschappelijke tendens, denk ik. Dat je dus gaat kijken naar wat iemand oplevert. En wat dan de productiewaarde van iemand is.”

De Zembla-uitzending ‘Oud, maar geen dor hout’ is op donderdag 20 mei om 20.25 uur uitgezonden bij BNNVARA op NPO 2. U kunt de uitzending (35 minuten) hier terugkijken.

Kunst als goede zorg voor ouderen

Kunst als goede zorg voor ouderen

De coronacrisis legt extra de nadruk op het belang van zorg in onze samenleving. Ook brengt het aan het licht dat sommige vormen van zorg onzichtbaar zijn of zelfs niet worden erkend als zijnde zorg. Hierbij kan je denken aan de zorg die kunstenaars leveren wanneer zij ouderen begeleiden in actieve kunstparticipatie. Met Gea Struiksma (regisseur Seniorentheater De Rimpel) onderzocht het onderzoeksteam van Kunst in de Zorg, waar Leyden Academy en Amsterdam UMC samen in optrekken, hoe het werk van kunstenaars kan worden beschouwd als een vorm van goede zorg voor ouderen. De algemene conclusie is dat kunstenaars een belangrijke rol kunnen spelen in het zorgen voor kwaliteit van leven van ouderen in de samenleving. Hieronder leest u meer over de bevindingen.

Feministische zorgethiek
Het feministisch zorgethiek model wordt in de wetenschap gebruikt om te beschrijven wat ‘goede zorg’ inhoudt. Belangrijk is om te beseffen dat ‘zorg’ hierbij refereert aan “alles wat we doen om onze ‘wereld’ te behouden, voortzetten en repareren, zodat we er zo goed mogelijk in kunnen leven. Die ‘wereld’ is inclusief onze lichamen, onszelf en onze omgeving”, aldus Tronto.1 Zorg is dus altijd in actie, in ontwikkeling, afhankelijk van de mensen die zorg leveren en ontvangen. Het zijn niet alleen ‘kwetsbare’ mensen in onze samenleving die zorg nodig hebben, dit is een universele menselijke behoefte die nodig is om te kunnen functioneren. Zorg kan nooit een vaste set richtlijnen of standaard protocol hebben, omdat het altijd in relatie tot de ander plaatsvindt. Tronto beschrijft het proces van zorgen als een cyclisch proces, waarin onderstaande vijf fasen aan bod komen, waarvoor je verschillende ‘deugden’, goede eigenschappen, nodig hebt.1

Fase Deugd
1.    Zorgen om Je bewust worden van de zorgvraag, daar is aandacht, opmerkzaamheid en openheid voor nodig.
1.    Zorgen dat Je verantwoordelijk voelen voor de gesignaleerde zorgvraag.
1.    Zorg verlenen Het daadwerkelijk verlenen van de zorg, daar is kennis en competentie voor nodig.
1.    Zorg ontvangen Aandacht besteden aan hoe de zorg wordt ontvangen, responsief zijn en je aan kunnen passen daar waar nodig.
1.    Zorgen met Zorg zien als zowel een persoonlijke als een politieke taak, als een noodzakelijke praktijk om sociale gelijkheid te bevorderen. Dit houdt in dat je je bewust bent van ongelijkheden, conflicten en kwetsbaarheden in de zorgrelatie, zorgen voor vertrouwen en respect tussen de zorgverlener en zorgvrager.

Zorgen om: signaleren behoefte aan reuring
Hoe kunnen we, door de lens van bovenstaand model, kijken naar het werk wat Gea Struiksma uitvoerde met haar acteurs tijdens corona? We hoorden bijvoorbeeld van Gea hoe zij, ook al voor corona, altijd in contact was met haar deelnemers. Zo’n groep draaien betekent dat je moet weten wat er speelt. Als iemand bijvoorbeeld niet naar de repetities kon komen omdat zij geen oppas voor haar hondje had, dan zocht Gea samen met haar naar een oplossing. Dit is allemaal ‘zorg’ die standaard door kunstenaars rondom projecten wordt verleend. Dit horen we ook terug van meerdere kunstenaars. Vaak gaan in dit soort taken veel (onbetaalde) uren zitten. De acteurs van De Rimpel vormen inmiddels, doordat zij een aantal jaar samen gewerkt hebben, een klein netwerk. Ze onderhouden contact via WhatsApp, telefoon en e-mail. In coronatijd kwam dit netwerk goed van pas. Hierdoor wist Gea hoe het met haar deelnemers ging, en signaleerde ze dat veel van hen maar weinig om handen hadden. De dagen waren eentonig en saai, en sommigen spraken zelfs van een depressie. ”Er was behoefte aan gedoe, een beetje reuring, leven in de tent, dat je ergens over moet nadenken en dat er nog wat van je verwacht wordt”, aldus Gea.

Zorgen dat: regelen en organiseren
Gea nam vervolgens verantwoordelijkheid en ging er iets aan doen. Ze ging geheel coronaproof bij iedere acteur langs om met geïmproviseerde losse scènes een film te maken. Het bedenken van zo’n plan, de fondsen ervoor bij elkaar verzamelen, afspraken plannen en een filmmaker regelen, kan worden gezien als voldoen aan een zorgvraag. Gea voegt hier zelf echter aan toe: “Ik heb het zelf eigenlijk nooit zo bekeken. Voor mij was het simpel: Ik wilde kunst maken.” Ze dacht zelf dus niet vanuit een zorgvraag, maar vanuit haar eigen behoefte en de behoefte van haar acteurs om weer samen aan de slag te kunnen. Deelnemers gaven aan het erg waardevol te vinden. Ze konden namelijk even een paar middagen hun ellende vergeten en hun gedachten verzetten.

Zorg verlenen: inzet artistieke kwaliteiten
Een film maken, daar is kennis en competentie voor nodig. Het proces van scènes improviseren en de film uiteindelijk opnemen vergt ook een grote mate van zorgvuldigheid. Lieke de Kock van het onderzoeksteam merkte op: “Er heerste rust, geduld en een positieve sfeer. De tekst werd nog eens herhaald voordat er actie werd geroepen, en was iemand niet tevreden met een shot, dan werd het overnieuw gedaan. Tussendoor was er ruim tijd voor pauze en een praatje.” Ook het eindproduct, de filmpjes, stralen volgens het onderzoeksteam een grote mate van zorg voor uit voor de ouderen die erin geportretteerd worden. Ze geven een intieme blik in het leven en de dagelijkse omgeving van deze dames, met respect, authenticiteit en humor.

Zorg ontvangen: uitdagen, meebewegen, valideren
Lieke observeerde dat Gea op een responsieve manier zorg verleende in het proces wat plaatsvond tijdens het improviseren van de scènes met Afke. Dit was echt een proces van uitdagen, meebewegen en valideren. Afke kwam zelf met een idee voor een verhaal, waarbij ze een object uit haar huis gebruikte. Gea moedigde haar aan dit verhaal verder te ontdekken en uit te spelen.

Zorgen met: wederzijdse afhankelijkheid
Voor Gea is het zorgen voor de ouderen in haar theatergezelschap geen doel op zich. Voor haar gaat het om het kunnen maken van theater. Daar heeft zij de ouderen in haar groep voor nodig. Soms vraagt dat om wat extra zorg, zoals het afstemmen van vervoer en het bespreken van onzekerheden. Maar tijdens het proces van een voorstelling maken, is er altijd sprake van wederzijdse afhankelijkheid. Het is een proces waarin machtsrelaties gelijkwaardiger zijn. Ouderen zijn niet alleen ontvanger van zorg, maar brengen ook hun artistieke kwaliteiten mee en zijn nodig in het proces. Zo wordt er door samen kunst te maken, met en voor elkaar gezorgd.

Kunst zorgt
Wat we zien door op deze manier naar actieve kunstparticipatie voor ouderen te kijken, is dat kunst zorgt. Kunstenaars doen dit juist door niet de focus te leggen op een zorgvraag of probleem, maar door te blijven bij hun hoofddoel: kunst maken. In het begeleiden van ouderen in een artistiek proces, zien we dat de kunstenaar toch een vorm van ‘goede zorg’ biedt, al dan niet bewust. Juist door niet als professioneel zorgverlener maar als kunstenaar in contact te treden met ouderen, vervallen de conventies en beperkingen die vaak ontstaan in een traditionele relatie tussen cliënt en zorgverlener. Zo ontstaat er ruimte voor speelsheid, expressie en creativiteit.

Kijk voor meer informatie over het onderzoek Kunst in de Zorg op de projectwebsite. Wilt u graag op de hoogte blijven, schrijf u dan in voor de nieuwsbrief.

Referentie
1. Tronto, J. C. (2013). Caring democracy: Markets, equality, and justice. NYU Press.