Tien jaar Leyden Academy: feest in het Poortgebouw

Tien jaar Leyden Academy: feest in het Poortgebouw

Op maandagmiddag 12 november jl. vierden de directie en medewerkers samen met zo’n 150 relaties het tienjarige bestaan van Leyden Academy. De feestelijke viering vond plaats in onze thuishaven, het sfeervolle Poortgebouw te Leiden.

Een nieuw jaar, een nieuw gezicht
Na een welkomstwoord door directeur Marieke van der Waal mocht Leyden Academy de felicitaties in ontvangst nemen van Wim van den Goorbergh, voorzitter van de Raad van Commissarissen. Van den Goorbergh blikte terug op de oprichting door Vereniging Aegon in 2008 en wat er in de afgelopen tien jaar is bereikt. Traditiegetrouw werd daarna het nieuwe gezicht van Leyden Academy onthuld. Het komende jaar zal het portret van de 78-jarige Leonie van Aerde onze website, sociale media-accounts en diverse communicatiemiddelen sieren.

De toekomst van vitaal ouder worden
In plaats van terug te blikken, hebben we vooral gefilosofeerd over de tien jaar die voor ons liggen. Jaren vol veranderingen, die ongetwijfeld kansen en uitdagingen bieden voor ouderen. En waarin Leyden Academy een belangrijke opdracht voor zich weggelegd ziet, zowel in het anders denken over ouder worden als in het bieden van concrete handreikingen. Na een inleiding door directeur Joris Slaets lieten drie wetenschappelijke stafleden hun gedachten gaan over de toekomst van vitaal ouder worden (David van Bodegom), het leiden van een betekenisvol leven (Josanne Huijg) en zich verbonden voelen met elkaar en de gemeenschap (Jolanda Lindenberg).

Woonplezier en leefplezier
In het vervolg van de bijeenkomst konden de aanwezigen kennismaken met een greep uit de onderzoeken en projecten van Leyden Academy. De sessies vonden plaats op verschillende locaties binnen en zelfs buiten het Poortgebouw. Zo konden bezoekers een ‘pop-up college’ bijwonen van David van Bodegom en Rudi Westendorp (Universiteit van Kopenhagen), het Grote Geluksspel spelen, de armen en benen strekken bij de Vitality Club, in gesprek over woonplezier en leefplezier, en nog veel meer. Na afloop werd er onder het genot van een hapje en drankje nog lang met elkaar nagepraat over een geslaagde middag.

Leyden Academy presenteert haar nieuwe ‘gezicht’

Leyden Academy presenteert haar nieuwe ‘gezicht’

Ieder jaar figureert een vitale oudere heer of dame als ‘het gezicht van Leyden Academy’. Van 11 november 2018 tot 11 november 2019 siert het portret van de 78-jarige Leonie van Aerde uit Leiderdorp onze website, sociale media-accounts en diverse communicatiemiddelen. De zwart-witte portretfoto, gemaakt door fotograaf Henk Aschman, is op maandag 12 november 2018 onthuld tijdens de ‘verjaardag’ van Leyden Academy.

Leonie is 78 jaar geleden geboren in Suriname. In 1963 emigreerden goede vrienden naar Nederland en ging ze hen achterna. Wat een tijdelijke onderbreking zou zijn, werd een permanent verblijf: Leonie ontmoette haar man en beviel van een zoon. Sinds haar pedicurepensioen is Leonie vrijwilligster bij welzijnsorganisatie Radius en penningmeester bij de Surinaamse Club in Leiden. Leonie haar hobby’s zijn dansen en er op uit gaan met haar zus en vriendinnen. Verder bezoekt Leonie graag de sauna en sinds kort een á twee maal per week de sportschool.

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten

In Nederland neemt het aantal ouderen met een migratieachtergrond snel toe. Vanwege culturele, sociaaleconomische en demografische verschillen in vergelijking met ouderen zonder een migratieachtergrond, hebben zij specifieke zorgvragen, evenals behoeften aan nieuwe welzijnsinterventies en -voorzieningen.

In dit kader zal op dinsdag 19 februari 2019 bij Leyden Academy het IMISCOE-congres ‘Zorg voor en sociaal welbevinden van oudere migranten’ plaatsvinden. Het congres staat in het teken van kennisuitwisseling tussen onderzoekers en professionals en beleidsmakers in zorg en welzijn. De onderzoekers gaan graag in discussie over praktische toepassingen van recent onderzoek naar lokale aspecten van zorg voor oudere migranten (ochtend), waaronder wijkgericht werken en mantelzorg, en aspecten van sociaal welbevinden (middag), waaronder eenzaamheid, sociale participatie en transnationale relaties. Ook is er volop ruimte voor het aandragen van suggesties voor vervolgonderzoek en om de verbinding tussen onderzoek en praktijk verder te versterken. Klik hier voor het volledige programmaDe voertaal van het congres is Engels.

Organisatie
Nina Conkova (Leyden Academy on Vitality and Ageing)
Tineke Fokkema (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam)
Roos Pijpers (Radboud Universiteit Nijmegen)
Eva Soom Ammann (Hogeschool Bern, Zwitserland)

Aanmelden
Deelname is gratis. Wilt u het congres bijwonen, meld u zich dan aan bij Jacqueline Leijs via e-mail: leijs@leydenacademy.nl of tel. (071) 524 0960.

 

Meer variatie in wonen en zorg bij Expeditie Begonia

Meer variatie in wonen en zorg bij Expeditie Begonia

Op woensdag 10 oktober jl. organiseerde het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg (KCWZ) de vierde editie van het congres ‘Expeditie Begonia’. In de Rijtuigenloods in Amersfoort konden de zevenhonderd deelnemers woonvariaties ontdekken vanuit heel Nederland, met dit keer de nadruk op het versterken van sociale netwerken. Hoe kunnen woonvormen bijdragen aan sociale cohesie en een inclusieve samenleving? U vindt hier een sfeerverslag van het congres.

Tijdens Expeditie Begonia is ook een uitstapje gemaakt over onze landsgrenzen. Leyden Academy, KCWZ en het Jo Visser fonds presenteerden er de nieuwe publicatie Generaties over de grens, een bundeling inspirerende initiatieven met als doel jongeren en ouderen te verbinden. Variërend van woonprojecten uit Finland en de Verenigde Staten tot onderwijsinitiatieven uit India en Japan. De publicatie was het vertrekpunt voor twee goedbezochte rondetafelgesprekken onder leiding van Marieke van der Waal, waarin de expeditieleden ervaringen uitwisselden en in discussie gingen over de succesvoorwaarden voor intergenerationele projecten.

Consultatiebureaus voor ouderen niet effectief

Consultatiebureaus voor ouderen niet effectief

Kan een Consultatiebureau voor ouderen er voor zorgen dat (kwetsbare) ouderen zo gezond mogelijk oud worden? Nee, zo blijkt uit onderzoek van het UMCG, Rijksuniversiteit Groningen, Hogeschool Windesheim en Leyden Academy on Vitality and Ageing. De onderzoekers publiceren hun resultaten vandaag in het Journal of Aging and Health.

Roken, overgewicht, weinig bewegen en alcohol gebruik, allemaal factoren die niet bevorderlijk zijn voor de gezondheid. Iemand van middelbare leeftijd heeft vaak nog geen klachten door bijvoorbeeld roken of een paar biertjes per dag. Ouderen krijgen echter steeds meer lichamelijke klachten door hun levensstijl. Daarnaast hebben ouderen vaak meer zorg nodig omdat ze steeds minder zelfredzaam zijn. Om hier op in te spelen is in de afgelopen tien jaar geëxperimenteerd met Consultatiebureaus voor ouderen. Verschillende partijen hebben Consultatiebureaus voor ouderen opgericht, zoals thuiszorgorganisaties Icare en Evean/Espria (gefinancierd door ZilverenKruis Achmea). In 2009 zijn ze gestart in Noord-Oost Nederland en er zijn 65 locaties actief geweest. In de loop der jaren hebben duizenden ouderen deze bureaus bezocht.

Ouderen kwamen in aanmerking voor deze Consultatiebureaus als ze een hoger risico hadden op kwetsbaarheid, rookten of overgewicht hadden. Tijdens deelname aan de Consultatiebureaus werden de mogelijke leefstijlrisico’s in kaart gebracht door de wijkverpleegkundige. Niet alleen werd er gekeken naar de fysieke gezondheid maar ook de sociale en mentale gezondheid werd meegenomen. Tijdens dit eerste consult besprak de verpleegkundige de resultaten met de oudere, met motiverende gespreksvoering als ondersteunende techniek voor gedragsverandering. Ook kon de verpleegkundige de oudere doorverwijzen naar de huisarts of adviseren om naar een diëtist te gaan.

De onderzoekers hebben onderzocht of het Consultatiebureau voor thuiswonende ouderen een positieve invloed kon hebben op de gezondheid en hun zorgbehoefte. Daarbij keken ze naar het verschil in (ervaren) gezondheid en naar zorgbehoefte van thuiswonende ouderen na één jaar. Conclusie: de gezondheid bleef gelijk maar de zorgbehoefte steeg. Deze resultaten zijn vergelijkbaar met ouderen die de interventie niet ontvingen; ook in die groep bleef de gezondheid gelijk en hadden ouderen een iets grotere zorgbehoefte.

Binnen het onderzoek is nog specifiek gekeken naar de metingen die de verpleegkundige had gedaan en naar de leefstijl van de ouderen. Ook hierbij werden na één jaar geen verschillen gevonden. Wel gaven deze gegevens een uitgebreid beeld van de kwetsbare ouderen die aan de Consultatiebureaus deelnamen. Zo blijkt uit de analyses dat deze kwetsbare ouderen veel risicofactoren combineren met een ongezonde leefstijl. Ongeveer 40% van deze ouderen had een te hoge bloeddruk en het merendeel beweegt te weinig (61%) en valt in de categorie risicovol alcoholgebruik (80%).

Dat deze Consultatiebureaus weinig bijdragen aan een gezonder leven voor ouderen laat zien dat er meer nodig is dan een bureau dat zijdelings betrokken is bij (kwetsbare) ouderen. Deze bevindingen komen grotendeels overeen met de uitkomsten van het rapport Zelfredzaamheid van ouderen, zoals gepubliceerd door de Gezondheidsraad in juni 2018. ​

Het artikel Impact of a Nurse-Led Health Promotion Intervention in an Aging Population: Results From a Quasi-Experimental Study on the “Community Health Consultation Offices for Seniors” door Anne Esther Marcus-Varwijk, Lilian Peters, Tommy Visscher, Carolien Smits, Adelita Ranchor en Joris Slaets is op 16 oktober 2018 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Journal of Aging and Health.

Generaties over de grens: jong en oud wonen, leven en beleven samen

Generaties over de grens: jong en oud wonen, leven en beleven samen

Er zijn in Nederland talloze voorbeelden van projecten waarin jongeren en ouderen samen wonen, met elkaar activiteiten ondernemen en elkaar helpen. Maar hoe zit dat eigenlijk in het buitenland? Samen met het Aedes-Actiz Kenniscentrum Wonen-Zorg en het Jo Visser fonds gingen we op zoek naar inspirerende intergenerationele initiatieven. In de publicatie ‘Generaties over de grens’ hebben we projecten verzameld van over de hele wereld: van Singapore tot Zuid-Afrika, van Australië tot België. De publicatie is op 10 oktober 2018 gepresenteerd op het congres Expeditie Begonia in Amersfoort.

Samen wonen, samen leven, samen beleven
In de eerdere gezamenlijke publicaties Generaties huizen samen (2016) en Generaties (net)werken samen (2017) bundelden we veelbelovende Nederlandse initiatieven waarin jong en oud van betekenis zijn voor elkaar. We concludeerden dat zij elkaar veel te bieden hebben en dat de wederzijdse beeldvorming kan verbeteren als sprake is van langdurig, gelijkwaardig en wederkerig contact. Veel van deze Nederlandse projecten blijken in vergelijkbare vorm ook in het buitenland te bestaan. Niet zo vreemd, want ook de uitdagingen zijn er vergelijkbaar. Zo wonen in veel steden veel ouderen alleen, terwijl er grote behoefte is aan studentenhuisvesting. Waar in Nederland stichting SOlink studenten bij senioren huisvestte, zien we dit idee ook terug in België, Duitsland, Zwitserland en Spanje. Er zijn ook initiatieven die flink verschillen van wat we in Nederland doen, zoals projecten gericht op het behoud van tradities en gebruiken in India en Maleisië. In ‘Generaties over de grens’ bekijken we hoe jong en oud over de hele wereld samen wonen, samen leven en samen beleven.

U kunt de publicatie hier doorbladeren. U kunt ook de pdf downloaden.

Neem voor meer informatie contact op met Marieke van der Waal.

Videocollege: Wat kunnen Ghanezen ons leren over gezond oud worden?

Videocollege: Wat kunnen Ghanezen ons leren over gezond oud worden?

De generatie die nu geboren wordt, heeft een grote kans dat zij hun 100-jarige verjaardag kunnen vieren. Dan is het wel prettig om die extra levensjaren zo vitaal mogelijk door te komen. Veel gezondheidsklachten, zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte en versleten knieën, lijken onvermijdelijk als je ouder wordt, maar komen vooral voort uit onze leefstijl. En die leefstijl wordt vooral gedicteerd door de omgeving. De mismatch tussen onze ‘oude’ genen, onze evolutionaire erfenis, en onze ‘moderne’ leefomgeving zorgt ervoor dat we maar moeilijk weerstand kunnen bieden aan het bombardement van prikkels die ons voortdurend verleiden tot ongezond gedrag. Inmiddels is de helft van de Nederlanders te dik en slikken we met elkaar jaarlijks meer dan negen miljard pillen.

In zijn college bij de Universiteit van Nederland vertelt dr. David van Bodegom wat we kunnen leren van Kwaku en zijn oudere leeftijdsgenoten die hij ontmoette op het platteland van Ghana. David deed er jarenlang veldonderzoek bij meer dan duizend oudere Ghanezen. Het viel hem al snel op dat de typische ‘verouderingsziekten’ die hij in Nederland iedere dag in de spreekkamer zag, daar nauwelijks voorkwamen. David past zijn bevindingen uit Afrika nu toe om Nederlandse ouderen te helpen langer vitaal en gezond te blijven.

Klik hier voor de uitzending. U vindt David’s college ook op de website van het Algemeen Dagblad.

Verouderingsrapport van kleine innovatieve economieën

Verouderingsrapport van kleine innovatieve economieën

Jaarlijks onderzoekt de Amerikaanse seniorenorganisatie AARP de kansen en uitdagingen van de snel verouderende bevolking in verschillende landen. Tegen 2030 zijn er in de wereld bijna een miljard mensen die 65 jaar en ouder zijn. In 2017 werd het eerste Aging Readiness and Competitiveness (ARC)-rapport uitgebracht met daarin twaalf landen die geografisch, cultureel en socio-economisch divers zijn en samen 61 procent van het mondiale bruto binnenlands product en bijna de helft van de wereldbevolking van mensen van 65 jaar en ouder vormen. Voor het nieuwste ARC-rapport dat in september 2018 is verschenen, is de focus verlegd naar tien kleinere, innovatieve economieën verspreid over de hele wereld; Australië, Chili, Costa Rica, Libanon, Mauritius, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Singapore en Taiwan. Deze landen werden beoordeeld op vier domeinen: 1) sociale infrastructuur, 2) mogelijkheden tot participatie, 3) technologische betrokkenheid en 4) gezondheidszorg en welbevinden. Het Nederlandse deel van het rapport is mede tot stand gekomen met medewerking van Leyden Academy.

Belangrijke bevindingen uit het ARC-rapport 2018
Van de tien landen in het ARC-rapport 2018 implementeren er zeven het initiatief van de Wereldgezondheidsorganisatie om tot leeftijdsvriendelijke steden te komen. Met name Taiwan heeft dit omarmd, in maar liefst twintig steden. Waar het beschikbaar stellen van betaalbare, kwalitatief hoogwaardige gezondheidszorg in de Verenigde Staten een heikel punt is, hebben negen van de tien landen (alle behalve Libanon) universele gezondheidszorgdekking ingesteld. Ondanks de tevredenheid onder de respondenten over de toegang tot goede zorg, wordt dementie als een punt van zorg gezien. Met de verlenging van de levensverwachting en het vaker voorkomen van dementie, zijn in alle landen – op Libanon en Mauritius na – nationale dementie-campagnes gestart. Ook valt op dat in de onderzochte landen steeds meer overheidsdiensten worden gedigitaliseerd, waardoor het risico van digitale uitsluiting van ouderen toeneemt. Gericht onderwijs voor deze doelgroep is dan ook van groot belang.

Over AARP
AARP is een onafhankelijke Amerikaanse organisatie zonder winstoogmerk die mensen van 50 jaar en ouder wil helpen om het beste van hun leven te maken. AARP heeft meer dan 38 miljoen leden en zet zich onder meer in voor de bescherming van de gezondheid, financiële stabiliteit en persoonlijke ontplooiing van ouderen. Ga voor meer informatie naar www.aarp.org.

Goede stervenszorg onderbelicht in medische opleidingen

Goede stervenszorg onderbelicht in medische opleidingen

Leiden, 24 september 2018 – Elke arts krijgt ermee te maken: patiënten die niet meer beter worden. Hoe kun je het sterven bespreken? Wat is goede zorg in de laatste levensfase? Onderzoekers van Leyden Academy on Vitality and Ageing bekeken in hoeverre de zorg rond het einde van het leven van patiënten aan bod komt in de Nederlandse geneeskundeopleidingen. Het aanbod is zeer wisselend en het onderwerp blijft over de gehele linie onderbelicht, zo concluderen de onderzoekers in een artikel dat op 5 september jl. is gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Perspectives on Medical Education.

Opzet onderzoek
Toekomstige artsen moeten goed worden opgeleid in het leveren van passende zorg aan terminale patiënten. Internationaal zijn veel medische curricula getoetst op de aandacht die wordt besteed aan ‘end-of-life care’ (ELC), maar in Nederland was nog geen formele evaluatie uitgevoerd. De onderzoekers stelden hiertoe een checklist op gebaseerd op internationale normen, met vijf domeinen van ELC-onderwijs die als essentieel worden beschouwd, zoals communicatie, juridisch-ethische aspecten en professionele en persoonlijke zelfreflectie van de arts. Aan de hand van deze checklist is eerst het Raamplan Artsopleiding beoordeeld, dat de blauwdruk vormt voor de geneeskundeopleidingen in Nederland. Vervolgens zijn de curricula en eventuele extra vakken van de bachelor en master opleidingen doorgelicht van de acht medische faculteiten. Komt stervenszorg aan bod, op welke wijze, en hoeveel tijd wordt eraan besteed?

Veel verbetering mogelijk
De onderzoekers stellen vast dat er veel verbetering mogelijk is. Het raamplan stipt vier van de vijf domeinen van ELC aan, maar is onvolledig en weinig specifiek. Geen van de acht medische faculteiten behandelt in de geneeskundeopleiding alle (sub)domeinen van ELC. Stervenszorg is bovendien verweven in het curriculum, als onderdeel van andere vakken. Slechts één faculteit biedt een keuzevak aan waarin alle essentiële aspecten van de internationale normen zijn opgenomen.

Palliatieve zorg delft het onderspit
Dat het onderwerp onderbelicht blijft in de medische curricula is volgens de onderzoekers geen onwil. Onderzoeker en hoogleraar ouderengeneeskunde Joris Slaets: “Iedereen is het er direct mee eens dat dit een belangrijk onderwerp is. Misschien wordt nog teveel aangenomen dat het sterven in alle geneeskundevakken wel een beetje aan bod komt, maar dit blijkt dus tegen te vallen. Ook is er veel concurrentie in het raamplan en de curricula. Palliatieve zorg delft dan al snel het onderspit, er is niemand die zich er hard voor maakt.”

Beter voorbereid op de praktijk
We moeten jonge artsen beter voorbereiden op de praktijk waar zij al snel met de dood te maken zullen krijgen, vinden de onderzoekers. Joris Slaets: “Als er geen sprake meer is van genezen en behandelen, zijn er in de zorg andere vaardigheden nodig: goede gesprekken voeren, aandacht voor spirituele en psychosociale aspecten, zelfreflectie. Vaardigheden die je sowieso een betere dokter maken. Er is maatschappelijk en politiek steeds meer aandacht voor een goed slot aan het leven. Het is hoog tijd dat het levenseinde ook een prominente plek krijgt in het medisch onderwijs.”

Aanbeveling: stervenszorg als extra vak
Het huidige Raamplan Artsopleiding dat uit 2009 stamt, wordt volgend jaar vervangen. Volgens de onderzoekers is dit een uitgelezen gelegenheid om stervenszorg steviger in te bedden in de geneeskundeopleidingen. Ook de medische faculteiten zelf kunnen volgens Joris Slaets verbeteringen doorvoeren: “Er is veel ruimte om van elkaar te leren. Maak van end-of-life care een concreet vak, ga er in werkgroepen mee aan de slag. Zorgen voor een goed sterfbed voor je patiënten is uiteindelijk een van de basis facetten van het arts zijn, ongeacht welke specialisatie je kiest. In de laatste levensfase kun je zoveel voor mensen betekenen.”

Het artikel ‘End-of-life care in the Dutch medical curricula’ door Josefien de Bruin, Mary-Joanne Verhoef, Joris P.J. Slaets en David van Bodegom is op 5 september 2018 gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Perspectives on Medical Education: https://link.springer.com/article/10.1007/s40037-018-0447-4

PS: op 11 maart 2019 beantwoordde minister Hugo de Jonge (VWS) vragen van Tweede Kamerlid Pia Dijkstra (D66) over de geringe aandacht voor levenseindezorg in de medische opleidingen naar aanleiding van het onderzoek van Leyden Academy.

Neem voor meer informatie contact op met Niels Bartels, manager communicatie, via e-mail of tel. (071) 524 0960.

Japanners leren over Nederlandse zorg en welzijn

Japanners leren over Nederlandse zorg en welzijn

In Japan neemt het aantal ouderen snel toe, ruim een kwart van de bevolking is ouder dan 65 jaar. Men verwacht dat in 2050 40% van alle Japanners ouder is dan 65 jaar. Naast dat de vergrijzing explosief is, krimpt het aantal inwoners door het lage geboortecijfer in recordtempo. Verder wonen de ouderen steeds minder vaak bij hun kinderen, waardoor de behoefte aan ondersteuning en zorg nog meer toeneemt. In het jaar 2025 wordt in de Japanse ouderenzorg een personeelstekort van 37.000 mensen verwacht.
In Japan kent men geen mantelzorg. Ook loopt Nederland voor als het gaat om vrijwilligerswerk en burgerinitiatieven van ouderen. Japanse onderzoekers zijn dan ook erg geïnteresseerd in Nederlandse goede voorbeelden van vrijwilligers in zorg en welzijn en hoe organisaties beter met elkaar kunnen samenwerken. Al meerdere keren heeft een Japanse delegatie ons land bezocht. Dit keer stond onder meer een bezoek aan organisaties in Lelystad op het programma. Hieronder een verslag met de leermomenten voor de Japanners.

Vrijwilligerswerk
Welzijn Lelystad verbindt bewoners in de wijken en ondersteunt bewonersinitiatieven. Het doel is naast preventie een sterke samenleving te creëren. Een voorbeeld van zo’n initiatief is kookclub De Waterbever. Deze kookclub bestaat uit ongeveer tien personen met leeftijd tussen 60 en 90 jaar. De meesten zijn alleenstaand en komen uit de wijk. Ze koken en eten samen, maar gaan ook vaak even wandelen.
Een ander speerpunt van Welzijn Lelystad is het begeleiden van vrijwilligerswerk. Zo worden COPD-patiënten gekoppeld aan vrijwilligers die onder andere met hen gaan wandelen, hen helpen bij het koken en hen naar de leefstijlcoach begeleiden. En met resultaat, want na een half jaar gingen deze longpatiënten minder vaak naar de huisarts, waren er minder ziekenhuisopnames en hadden ze een gezondere leefstijl. Welzijn Lelystad heeft recent een nieuw digitaal systeem opgezet waar vrijwilligers zich kunnen aanmelden en op vacatures kunnen reageren. Er is een grote diversiteit onder de vrijwilligers: 65-plussers, jongeren, mensen met een afstand tot arbeidsmarkt, mensen die tijdelijk geen werk hebben. Het systeem is zo ingericht dat het makkelijker wordt om te kijken welke activiteiten bij welke vrijwilligers passen, dat kan variëren van het uitlaten van de hond tot het doen van boodschappen en klusjes in en om het huis.

Welzijn op recept
Er is een nauw samenwerkingsverband tussen het sociale wijkteam, het gezondheidscentrum en diverse organisaties in de buurt. Het sociale wijkteam brengt de huisartsen wekelijks op de hoogte van de vorderingen in Welzijn op recept, dit is een verwijsrecept van de huisarts om hun cliënten te stimuleren aan een beweeginterventie mee te doen. Een ander mooi initiatief is een enquête die de huisartsen onder de ouderen hebben uitgezet. Hier kwamen profielen uit voort van relatief fitte ouderen die andere ouderen willen helpen en van ouderen die juist hulp nodig hebben. Het sociale wijkteam en het gezondheidscentrum proberen zo mensen aan elkaar te verbinden: de een kan de ander helpen!

Zelfstandig wonen
Gemeente Lelystad is verantwoordelijk voor het zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen. De gemeente faciliteert hiertoe wijkvoorzieningen gericht op ontmoetingen, vervoer of maaltijden. Denk aan multifunctionele accommodaties waar een gezondheidscentrum, het sociale wijkteam en het buurthuis onder een dak zijn gebracht. Verder stelt de gemeente aanvullende voorzieningen beschikbaar (zoals rolstoel, traplift, scootmobiel of huishoudelijke hulp), maar hiervoor heeft men een indicatie nodig. Een voorbeeld hiervan is het logeerhuis op de stadscamping van Lelystad dat de gemeente ter beschikking stelt. Hier kunnen mensen met dementie een weekje vakantie houden, verzorgt door vrijwilligers.

Geriatrische revalidatie
Uitgangspunt bij ouderenzorgorganisatie Coloriet is plezier als waarde; als iedereen plezier heeft, is de zorg beter. De missie is samen kleur geven aan waardevol leven. Het is een samenspel van zorgprofessionals, cliënten, vrijwilligers en familie. Het bezoek aan Laarstaete richt zich op de geriatrische revalidatie als voorbereiding op het weer thuis kunnen wonen na een operatie of ziekbed. Cliënten hebben bijvoorbeeld een hersenbloeding/-infarct, een nieuwe heup of knie, of hart-/vaatproblemen gehad en hebben intensieve begeleiding nodig bij het herstel. Voor hen staat een team klaar met verpleegkundigen, verzorgenden, artsen, fysio-/ergotherapeuten, logopedisten en diëtisten. Op de revalidatieafdeling verblijven 32 cliënten gemiddeld acht weken, waarna 90% weer naar huis kan en 10% naar een verpleeghuis gaat.

Samenspel tussen zorgaanbieders
Ieder jaar maken zorgorganisaties, zorgverzekeraars en het zorgkantoor afspraken over geld, volume en kwaliteit. Kwaliteit wordt hierbij steeds belangrijker. Dit wordt vastgesteld op basis van documenten, registraties en werkbezoeken. Zo praat het zorgkantoor met cliëntenraden en kijkt naar Zorgkaart.nl, waar de ervaringen van cliënten over de kwaliteit van de zorg wordt weergegeven. Kortom, een samenspel tussen zorgaanbieders om tot goede (ouderen)zorg te komen.

De Japanse delegatie vond de werkbezoeken zeer informatief en inspirerend. Vooral de diversiteit aan activiteiten door vrijwilligers en professionals om ouderen zo lang mogelijk zelfstandig thuis te laten wonen maakten indruk. Ook de organisaties die hun deuren openstelden hebben dit zo ervaren. Dat we veel van elkaar kunnen leren is duidelijk gebleken.

Marieke van der Waal
Directeur Leyden Academy on Vitality and Ageing