Marlou Schrover over samenhang in de samenleving

Marlou Schrover over samenhang in de samenleving

Sociale cohesie is een dominant begrip dat vaak op de voorgrond staat en als leidraad wordt gebruikt in discussies over gemeenschappen en maatschappelijke dynamiek. Wat betekent sociale cohesie? Is er een concrete definitie en wat kunnen we hiermee? Marlou Schrover geeft antwoord op deze vragen. Zij is historicus en verbonden aan Leiden Universiteit als hoogleraar Economische en Sociale Geschiedenis en projectleider van het project Dilemmas of Doing Diversity. Dat project maakt deel uit van de Nationale Wetenschap Agenda, waarbij sociaal cohesie een centraal thema is.

Kunt u uitleggen wat het concept sociale cohesie inhoudt?
“Het is interessant dat het begrip sociale cohesie door heel veel academici, politici, beleidsmakers, journalisten en anderen wordt gebruikt, maar dat het zelden wordt gedefinieerd. Als het wel wordt gedefinieerd, lopen de definities uiteen. Onder andere, er is een, veelal impliciete, aanname dat ‘we’ wel weten wat ermee wordt bedoeld – samenhang in de samenleving of zoiets – maar het is niet duidelijk hoe dat moet worden gemeten. Hoeveel interactie moet er zijn tussen mensen voordat er van sociale cohesie wordt gesproken? En volstaat het dat ik mijn buren ken, of moet ik met mijn buren iets organiseren en deelnemen aan buurtactiviteiten? Sociale cohesie wordt meestal als iets goeds gezien, terwijl er ook sprake kan zijn van een grote samenhang die niet als positief wordt gezien. Dat heeft dan te maken met houdingen ten aanzien van schooluitval, criminaliteit of werkloosheid. Een hechte buurt kan ook een slechte buurt zijn.”

“Het is niet mogelijk om simpelweg aan te geven wat sociale cohesie is”

U zegt dat de aanname dat ‘we’ wel weten wat met sociale cohesie wordt bedoeld niet die enige aanname is. Over welke andere aannames gaat het?
“Er zijn nog vier aannames wanneer het om sociale cohesie gaat. Ten eerste, is er het idee dat overheden sociale cohesie via beleid kunnen bevorderen door bijvoorbeeld subsidies en voorlichting. Het is onduidelijk of dat beleid effect heeft (gehad). Beleidseffecten zijn net als sociale cohesie heel moeilijk te meten. Ten tweede is er de aanname dat een gebrek aan sociale cohesie vooral een probleem is voor de lagere sociale klasse. Die zouden, zo luidt de veronderstelling, baat hebben bij (buurtgebonden) contacten wanneer het gaat om het vinden van werk en onderlinge steun. Een gebrek aan sociale cohesie wordt dan geduid als een klassenprobleem. Ten derde is er, sinds ongeveer de jaren tachtig de aanname dat een ‘te grote’ etnische diversiteit leidt tot een geringe sociale cohesie. Die aanname stoelt op Amerikaans onderzoek waarvan het de vraag is of het voor Nederland opgaat en waarbij ook in de VS door tal van onderzoekers vraagtekens zijn geplaatst. Desondanks wordt het idee dat ‘teveel’ etnische diversiteit leidt tot geringe cohesie nog steeds breed gedeeld. Ten vierde is er de aanname dat sociale cohesie afneemt. Het interessante is dat die aanname reeds decennialang wordt gemaakt. De afname van sociale cohesie wordt als een hedendaags probleem neergezet en dat al tientallen jaren.”

Welke rol speelt sociale cohesie binnen uw project en hoe gebruikt u het zelf?
“Sociale cohesie is een kernbegrip binnen het project. We kijken vooral naar wie zegt dat sociale cohesie een probleem is, voor wie het een probleem is, wie of wat de oorzaak van het probleem is en wie een oplossing moet bieden. We kijken dus naar het problematiseren van sociale cohesie. Daarmee vermijden we de valkuilen van het meten van sociale cohesie of de uitkomsten van beleid.”

Nina Conkova
Onderzoeker bij Leyden Academy

Dit interview is verschenen op NieuwWij.

Spiegelingen door het Theatraal Onderzoek Participatie-team

Spiegelingen door het Theatraal Onderzoek Participatie-team

Vijf dames en een heer van zekere leeftijd, zes onderzoekers van Leyden Academy en één Artist-in-Residence vormen een bont ensemble genaamd het Theatraal Onderzoek Participatie (oftewel TOP)-team. Zij stapten in een lege, onbekende ruimte, waarin niets bepaald en alles mogelijk was. Samen onderzochten zij op theatrale wijze wat ouder worden en vitaliteit voor hen betekent. Zij gebruikten zichzelf en elkaar als onderzoeks- en expressie-instrument. Gisterenavond was in Leiden de afsluiting van deze samenwerking.

“De groep heeft mij erg geholpen, het was een voorrecht mee te mogen doen.” – deelnemer Rita (84 jaar)

Vanuit het ongewisse
Door het loslaten van vormen, verwachtingen en kaders ontstond een natuurlijk en verbindend proces. Naast de onzekerheid en het ongewisse dat ontstond, bracht het ook inzicht en kansen, aldus de deelnemers. De voorstelling ‘Spiegelingen’ was een combinatie van improvisatie, met hier en daar een rode draad. Centraal stond een boom, die je water geeft en die groeit. Door samen te leven en te leren ben je niet meer een boom maar een bos, zoals iemand uit het publiek zo mooi verwoordde.

“Mooi! Je ziet dat persoonlijke worstelingen ruimte bieden voor interpretatie.” – hoogleraar Tineke Abma

Ontstaat inzicht
Een mooi fragment was het openmaken van de post. De 73-jarige Lizette en de 32-jarige Lieke hebben beiden een kaart ontvangen. Lizette een rouwkaart en Lieke een geboortekaartje. Dit roept verschillende emoties bij hen op. Ze gaan bij de boom zitten en delen hun gevoelens met elkaar. Zo zegt Lizette dat haar leven tegenwoordig lijkt te bestaan uit het nemen van afscheid en vraagt Lieke zich af wat het leven voor haar in petto heeft en geeft ze aan toch wel bang te zijn alleen te blijven. Vervolgens stelt Lizette voor om 90 seconden stil te zijn, wie weet brengt het inzicht. Die 90 seconden gaf het publiek ook inzicht in hun eigen leven.

“Het was erg uitnodigend. Ik had de behoefte iets te zeggen en mee te doen.” – iemand uit het publiek

Benieuwd naar het proces dat aan de voorstelling voorafging? Lees dan het verslag van de Artist-in-Residence Marjolein Baars.
Meer weten over het doen van theatraal en participatief onderzoek? Neem dan contact op met Lieke de Kock.

 

Laatbloeiers festival een groot succes

Laatbloeiers festival een groot succes

Vorige week dinsdag was de 1e editie van het uitverkochte Laatbloeiers festival in Tivoli, Utrecht. Wat een veelzijdig programma voor de 1.200 aanwezigen, met schrijfworkshops, familie-opstellingen, sing-a-long met Lust for life, dansen met Dance Connects en met Massada, op consult in de liefdespoli, boekenbar met signeersessies, handmassages, in gesprek met Anita Witzier en nog veel meer.

Wie kent mij?
Onze collega en onderzoeker Nina Conkova ging in gesprek met de 80-jarige Paul, die in 1975 vanuit Amerika naar Nederland emigreerde. Zijn vrouw overleed op jonge leeftijd en liet hem achter met twee jonge kinderen. Eerst wilde hij terug naar Amerika maar door een aantal dingen die op zijn pad kwamen, heeft hij dat toch niet gedaan. Nu is Paul blij hier oud te mogen worden. Hij vindt dat in Nederland veel solidariteit is en dat het zorgniveau erg hoog ligt. Wel voelt hij zichzelf na bijna 50 jaar nog steeds een migrant en voelt hij zich in een bepaalde mate onbegrepen. Niemand die hem van vroeger kent. Hij kan ook niet even langs zijn basisschool of het snoep uit zijn jeugd proeven. In de podcast-aflevering Mijn leven daar en hier die we eerder hebben gemaakt, vertelt Paul meer over zijn leven daar en hier. Welke keuzes heeft hij gemaakt en hoe bepaalde dit zijn leven? Hoe is hij zijn depressie te boven gekomen en blijft hij zichzelf prikkelen?

Mijn paradijs
Kleinkunst en variété zitten Karel de Rooij (Mini van Mini & Maxi) van kinds af aan in zijn bloed. In de hutkoffer van zijn moeder vond Karel affiches, foto’s en brieven van heel de familie tot overgrootvader toe, allemaal in de muziek en het theater. Altijd op zoek om grenzen te doorbreken van variété en concertzaal, tussen kleinkunst en grootkunst viert hij zijn 75e verjaardag met de jubileumvoorstelling Mijn Paradijs. Je leeft voor de toekomst, maar door terug te kijken begrijp je het pas.

Op de golven dansen wij
“Op de golven dansen wij, hoe wij gedreven door verlangens langs verlaten wegen gaan, om aan het einde weer alleen te staan.” Dit fragment uit een liedje Van Dik Hout vormde de rode draad voor een lezing-met-muziekfragmenten. Frits Spits realiseerde zich begin dit jaar dat het leven zo maar afgelopen kan zijn. Hij maakt aan de hand van Nederlandse nummers een bijzonder verslag van zijn leven. Muziek zet je aan het denken, voelen en huilen.

Wil je op de hoogte worden gehouden van of heb je tips voor een volgende editie? Mail info@laatbloeiers.nl.

Dit festival werd mede mogelijk gemaakt door onder andere UP Nederland en onze partner Jo Visser fonds.

Werkgevers gezocht

Werkgevers gezocht

Ben jij een werkgever en wil jij met ons jouw visie delen op werkzoekende 45-plussers en oudere werknemers? Dan komen we graag in contact met jou! Voor het evaluatieonderzoek van het programma Baanbreker willen we onder andere meer te weten komen over hoe werkgevers kijken naar de huidige arbeidsmarkt, oudere werkzoekenden en programma’s ter ondersteuning van 45-plus werkzoekenden.

Lijkt het jou interessant om hieraan mee te werken of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Evelien Kelfkens.

Een nieuwe manier van verantwoorden in de zorg

Een nieuwe manier van verantwoorden in de zorg

In de zorg werkt de huidige manier van verantwoorden al een tijd niet meer. Toch laat verbetering hiervan op zich wachten. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) heeft op verzoek van de minister voor Langdurige Zorg en Sport een advies geschreven, getiteld: Is dit wel verantwoord? Hoe de zorg betekenisvol rekenschap af kan leggen in tijden van transitie. In het advies identificeert de RVS wat er concreet van wie nodig is om te komen tot een vertrouwenssysteem van verantwoorden en doen ze aanbevelingen voor fundamenteel anders en minder verantwoorden. Ze roepen op om samen ervoor te zorgen dat zorgverleners meer tijd kunnen besteden aan patiënten en cliënten. In het advies wordt het Leefplezierplan van Leyden Academy genoemd als één van de pilots rondom anders verantwoorden (pagina 21 en 22). Leyden Academy kreeg van het ministerie van VWS subsidie om een methode te ontwikkelen voor kwaliteitsverbetering en verantwoording waarin de ervaringen van verpleeghuisbewoners, hun naasten en medewerkers centraal staan. Hun verhalen over ervaringen met de zorg zouden beter inzicht bieden in de complexe en persoonlijke beleving van kwaliteit dan de gebruikelijke normatieve informatie.

Van Zorgleefplan
We startte bij het Zorgleefplan, omdat zorgmedewerkers dat als de grootste veroorzaker van regeldruk ervaren. Dit wettelijk voorgeschreven plan bevat afspraken, zodat medewerkers weten wat ze moeten doen, bewoners en naasten weten wat ze kunnen verwachten en er verantwoording kan worden afgelegd over de geleverde (kwaliteit van) zorg. Het betreft veelal normatieve informatie in maat en getal, die niet altijd even zinvol wordt geacht. Veel werktijd van zorgverleners wordt niet besteed aan registraties voor de organisatie, het management of beleid, maar juist aan verslaglegging over de verlening van zorg aan cliënten en patiënten (het primaire proces).

Leefplezierplan
Vervolgens ontwikkelde we samen met zorgverleners een alternatief: het Leefplezierplan, met minder verplichte normatieve informatie en meer ruimte voor verhalende (belevings)informatie over wat het leven de moeite waard maakt voor bewoners. Onze ambitie is om het leefplezierplan te verheffen tot het nieuwe format voor de sector (waarbij de interne verslaglegging ook voldoende zou moeten zijn voor externe verantwoording). Dat zou dan ook verankerd moeten worden in alle ICT-systemen, die momenteel onderling nog sterk verschillen (organisaties kiezen hun eigen systeem en leveranciers hebben geen belang bij standaardisatie). Daar zou dan niet alleen een onmiskenbare stimulans van uitgaan voor persoonsgerichte zorg, maar ook voor echt anders verantwoorden, met minder registratielast van harde indicatoren. Dat zou dan ook gevolgen hebben voor de interne en externe verantwoording, de aansturing van professionals, de zorginkoop en het toezicht op kwaliteit van zorg.

Verplichte indicatoren
Het idee was dat systeempartijen het nieuwe zorgplan als nieuwe minimale standaard voor registratie en verantwoording zouden goedkeuren om zorgverleners te steunen in het aandacht schenken aan wat er werkelijk toe doet. Hoewel de pilot de persoonsgerichte zorg in de meer dan 10 deelnemende organisaties aanzienlijk versterkte, is het niet gelukt alle partijen achter de nieuwe standaard voor verantwoorden te krijgen. Struikelblok vormde het niet meer aanleveren van verplichte indicatoren. Het aanleveren van indicatoren is een wettelijke plicht nadat tripartite veldpartijen de indicatoren hebben vastgesteld en het ZIN de indicatoren heeft opgenomen in het kwaliteitsregister. Deze groep van belangenorganisaties, verantwoordelijk voor de ontwikkeling en actualisering van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg en bijbehorende indicatoren, wil (nog) geen indicatoren loslaten.

Meer lezen over de leefplezierbenadering? Ga naar leefplezierindezorg.nl of neem contact op met Josanne Huijg. Werk je bij een zorgorganisatie en wil je anders verantwoorden check dan Ervaringen Centraal.

Documentaire  Human Forever in première

Documentaire Human Forever in première

De 24-jarige humanitair activist Teun Toebes heeft een missie: de levenskwaliteit van mensen met dementie verbeteren. Hij woont al jaren op de gesloten afdeling van een verpleeghuis als hij besluit deze missie naar een hoger plan te tillen. Tijdens een reis rond de wereld onderzoekt hij samen met zijn goede vriend en filmmaker Jonathan de Jong hoe in andere landen wordt omgegaan met dementie en wat we van elkaar kunnen leren om de toekomst mooier en inclusiever te maken. Nu het aantal mensen met dementie de komende 20 jaar verdubbelt (in 2040: 81 miljoen mensen wereldwijd) is deze zoektocht geen vraag, maar een noodzaak. Dit alles en meer komt aan bod in hun documentaire Human Forever die gisterenavond in Pathé Tuschinski in Amsterdam in première ging.

Indringend en ontwapenend
De film zet je aan het denken. Hoe gaan mensen in allerlei landen en samenlevingen om met mensen met dementie? En wat betekent dat voor ons, voor mij en voor mijn naasten? De boodschap is duidelijk: blijf vooral de mens zien achter het ‘label’ dementie en ga voor menselijke waardigheid en zingeving. “Na meer dan drie jaar over de wereld te hebben gereisd ben ik hoopvoller dan ooit dat wij de toekomst voor mensen met dementie hoopvoller kunnen inrichten. Human Forever, a story about love for humanity is een indringende en ontwapenende film die aan de hand van persoonlijke verhalen van de mensen laat zien waarom wij moeten veranderen. En dit vormt samen met beroemde wetenschappers en visionairs uit de praktijk het bewijs dat wij hier morgen mee kunnen beginnen. Ik ben ervan overtuigt dat documentaire je kijk op de mens voorgoed verandert”, aldus Teun.

“Human Forever is voor mij niet alleen een indringende film, maar bovenal een monument voor al die mensen met dementia en hun naasten, wereldwijd.” – Mark Rutte, demissionair premier

Enkele reacties uit de zaal:

  • “Zoek de redenen dat mensen met dementie kunnen voelen, ervaren, horen, ruiken, zien dat ze er mogen zijn en probeer die redenen te vertalen naar hoe je met elkaar omgaat.” – Henk Nies, bijzonder hoogleraar Waardige zorg VU
  • “Aangrijpende film met aandacht voor nabijheid en intimiteit in leren leven met dementie. Trots om namens Jo Visser fonds en Leyden Academy hieraan bij te dragen.” – Danielle Swart, fondsmanager
  • “Ik ben trots op het feit dat Teun een Fontys Hogeschool alumnus is. Kom op studenten verpleegkunde laat je horen. Jullie kunnen verschil maken, zeker met zo’n voorbeeld.” – Pieterbas Lalleman, lector Fontys Hogeschool
De documentaire is onafhankelijk tot stand gekomen, met ondersteuning van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, ActiZ, PGGM, Zorgverzekeraars Nederland, Alzheimer Nederland, Vilans en V&VN. Op 2 oktober vond een voorvertoning plaats tijdens een G20-top rondom dementie.
Video’s over zorgen voor Indische en Molukse ouderen

Video’s over zorgen voor Indische en Molukse ouderen

Nederland kent naar schatting twee miljoen mensen die op een of andere manier een binding hebben met voormalig Nederlands-Indië. Ouderen uit deze doelgroep die aangewezen zijn op zorg, ervaren soms dat zorgverleners te weinig kennis hebben over hun specifieke historische en culturele achtergronden. Wat weer van invloed kan zijn op de kwaliteit van de zorgverlening.
Stichting Pelita en ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld bouwden in de loop der jaren veel kennis op over hoe de zorg beter kan aansluiten bij de leefwereld, zorgvragen en -behoeften van Indische en Molukse ouderen. Door onder meer kennis te delen met zorgmedewerkers over cultuur, geschiedenis, oorlogsverleden, persoonsgerichte zorg en trauma en dementie.

Ontwikkeling videoleerlijn
In het najaar van 2023 ontwikkelen Pelita en ARQ tien korte video’s met elk een herkenbare praktijksituatie. Marie-Louise Kok, digital learning specialist bij Leyden Academy, geeft daarbij advies en brengt kennis en ervaringen in over twee eerder ontwikkelde videoreeksen over zorg in het verpleeghuis en thuiszorg. Centraal staan steeds de oudere en de zorgverlener.
De nieuwe videoreeks gaat over de relatie tussen oorlogservaringen in Nederlands-Indië en gezondheidsklachten, het belang van kennis over culturele achtergronden in de communicatie met ouderen en waar de zorgprofessional rekening mee moet houden bij ouderen met dementie. Ook wordt kort uiteengezet over welke (ingrijpende) historische achtergronden de zorgverlener kennis zou moeten hebben.

Voor wie?
De videoleerlijn is bestemd voor zorgverleners in de eerste lijn, met specifieke aandacht voor het werk van huisartsen, praktijkondersteuners, casemanagers dementie en clientondersteuners. Maar ze zijn ook breed inzetbaar in e-learning, trainingen, lezingen en onderwijsprogramma’s voor andere extramurale zorgmedewerkers, mantelzorgers en hulpverleners.

Wilt u op de hoogte gehouden worden van de lancering van de videoreeks? Stuur een mail naar projectleider Bertine Mitima via b.verloop@arq.org of lees hier meer.

Hetti Willemse ontvangt Jo Visser award als nieuwe ambassadeur Waardige zorg

Hetti Willemse ontvangt Jo Visser award als nieuwe ambassadeur Waardige zorg

Vanmiddag ontving Hetti Willemse de Jo Visser award voor haar jarenlange inzet voor stichting Thuis Voelen tijdens het ZorgSaamWonen-congres in theater de Meervaart te Amsterdam. Jaarlijks reikt het Jo Visser fonds deze wisseltrofee uit aan relaties die haar gedachtegoed als ambassadeur Waardige zorg uitdragen. Met de geldprijs wordt een vernieuwend project gesteund dat past bij de slogan ‘Vaardig jong, waardig oud’.

Van zorgvisite naar buurtvisite
Willemse (69), geboren en getogen in Amsterdam, is al meer dan vijftien jaar een relatie van het Jo Visser fonds. Samen met Tineke van den Klinkenberg heeft zij als sociaal geograaf meerdere boeken geschreven over het belang en het faciliteren van waardige ouderenzorg. Het drieluik Thuis Voelen, Thuis Wezen en Thuis Zijn bestaat uit gesprekken met bestuurders, met verpleeghuizen in beeld en met een praktijkgids. Verder hebben ze meer dan 200 zorgvisites afgelegd en het thuisgevoel van ouderen in woonzorglocaties in kaart gebracht. In 2022 heeft Willemse samen met Ad van Elzakker dit succesvolle concept uitgebreid naar ‘Zorg voor de buurtvisite’. Hierbij wordt nét op een andere manier naar de leefomgeving gekeken door jong en oud én voor jong en oud.

‘Willemse is met haar achtergrond en jarenlange ervaring in het publieke domein van wonen en zorg bij uitstek de ambassadeur Waardige zorg. Ze is echt een boegbeeld!’, aldus Danielle Swart namens het Jo Visser fonds

Oost, west, thuis best!
Het kijken door de ogen van buitenstaanders levert observaties en tips op die als startpunt te gebruiken zijn voor een dialoog tussen direct betrokkenen, zoals gemeente, woningcorporatie, wijkraad, welzijn en omwoners. De kracht van buurtvisites ligt in het benoemen van sociale-, ruimtelijke- en ontmoetingsverbeteringen die bijdragen aan een sociale woonomgeving waardoor ouderen langer met plezier thuis kunnen blijven wonen. Dit past niet alleen bij de wens van veel (toekomstige) ouderen, maar het geeft ook handvatten bij het uitvoeren van gemeentelijke visies op het gebied van wonen en zorg. Volgens Willemse gaat het vooral om de kleine dingen die het leven de moeite waard maken en kun je daar in je eigen omgeving ook invulling aan geven.

En nu verder
Samen met platform ZorgSaamWonen wordt er een vervolg gegeven aan de ambities van stichting Thuis Voelen. Met de geldprijs van 5000 euro kunnen regiotafels worden georganiseerd voor de hoofdsteden waar de buurtvisites zijn afgelegd. Zo kan het dialoog tussen gemeente, bewoners en belanghebbenden in de buurt worden gestart en verbinding worden gemaakt. Natuurlijk in de hoop dat dit resulteert in concrete veranderingen op de korte termijn. Het recente onderzoek naar de meerwaarde van Zorg voor de buurtvisite, dat in een magazine met tips en tricks om zelf in je eigen buurt je leefomgeving te verbeteren is samengevat, is daarbij een goed hulpmiddel.

Samen tegen eenzaamheid

Samen tegen eenzaamheid

Deze week is het Week tegen Eenzaamheid en zijn er honderden activiteiten waar mensen elkaar ontmoeten en nieuwe contacten kunnen leggen. Ook de overheid spant zich in om eenzaamheid tegen te gaan. Vanuit het actieprogramma ‘Eén tegen eenzaamheid’ heeft het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ZonMw de opdracht gegeven om met subsidies startende en bestaande lokale initiatieven (extra) te ondersteunen bij het doorbreken, terugdringen en voorkomen van eenzaamheid onder ouderen.

Op verzoek van ZonMw onderzochten we de kennis opgedaan uit initiatieven en projecten die zich richten op het verminderen van eenzaamheid bij oudere mensen. Hoe kan deze kennis geborgd en gedeeld worden? Leyden Academy kwamen tot de volgende adviezen:
1. Maak eenzaamheid onderdeel van een breder onderwerp, zoals anti-ageism, ouderenparticipatie en age-friendliness.
2. Verduurzaam het subsidiebeleid, zodat het tot structurele financiering van projecten kan leiden.
3. Geef duidelijke projectvoorwaarden op het gebied van kennisoverdracht binnen initiatieven en projecten.
4. Leg verbinding tussen academische kennis en vakkennis.
5. Ontwikkel de leergemeenschap verder.
6. Stimuleer het gebruik van creatieve onderzoeksmethoden, om ook impliciete kennis te verkrijgen.

Meer weten? Lees hier de rapportage die we in mei 2023 voor ZonMw maakten.

“We werken meestal participatief. Dat betekent dat wij onze eigen kennis niet centraal willen stellen, maar de kennis van onze partners. We gaan daar met hen over in gesprek.” – onderzoeker Elena Bendien