In 2017 en 2018 heeft Regioplan in samenwerking met Leyden Academy on Vitality and Ageing (Jolanda Lindenberg) en Avans Hogeschool (Janine Janssen) onderzoek gedaan naar de aard en omvang van ouderenmishandeling in drie Nederlandse gemeenten van verschillende omvang, namelijk Rotterdam, Tilburg en Boxtel. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum en op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
In het onderzoek is gebruik gemaakt van een combinatie van onderzoeksmethoden, namelijk (1) ruim 1.000 face-to-face interviews met een representatieve groep van thuiswonende 65-plussers, (2) een informantenstudie waarbij signalen van ouderenmishandeling door diverse beroepsgroepen in de drie gemeenten werden geregistreerd, (3) registraties van Veilig Thuis als aanvullende bron en (4) een literatuurstudie als referentiekader voor de interpretatie van de onderzoeksresultaten.
De overkoepelende conclusie: 1 op de 20 thuiswonende ouderen heeft ooit te maken gehad met ouderenmishandeling en 1 op de 50 ouderen wordt jaarlijks slachtoffer van ouderenmishandeling. Deze prevalentiecijfers komen sterk overeen met de resultaten van eerder vergelijkbaar opgezet onderzoek in het buitenland (Ierland). Het onderzoek laat verder zien dat ouderenmishandeling in vele gedaanten en maten van ernst voorkomt en diverse gevolgen kan hebben. Financiële benadeling werd het vaakst gerapporteerd in de interviewstudie, gevolgd door psychische en fysieke mishandeling.
De informantenstudie laat veelal ouderenmishandeling in de context van ontspoorde mantelzorg zien. Zowel slachtoffers als plegers van ouderenmishandeling kunnen getypeerd worden door een aantal kwetsbaarheden, bijvoorbeeld op het vlak van een verslechterde gezondheid, een beperkt sociaal netwerk of financiële moeilijkheden.
De bevindingen van het onderzoek bieden enkele aandachtspunten of perspectieven voor de praktijk: 1) ouderenmishandeling kan gesignaleerd worden door professionals, mits zij voldoende aandacht voor en kennis van het thema hebben, 2) ouderen en hun sociale netwerk zijn en blijven een belangrijke doelgroep voor voorlichting en 3) preventie en interventie zijn gebaat bij inzet op het hele systeem waarin een oudere leeft.
U vindt hier het onderzoeksrapport, de onderzoeksverantwoording en de samenvatting van dit onderzoek.
De beleidsreactie van Hugo de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, vindt u hier.