We moeten toe naar meer flexibiliteit en solidariteit. Dat geldt voor de ouderenzorg, maar ook op de arbeidsmarkt en qua pensioenstelsel. Daarbij komt de verantwoording en regie steeds meer bij de mensen te liggen. De overheid krijgt een gidsfunctie en fungeert op de achtergrond als vangnet. Dit zijn enkele conclusies uit debatten tijdens De Genetarietop maandag in De Rode Hoed in Amsterdam, geïnitieerd door Else Bos (PGGM), Aad Koster (ActiZ) en Hans van Noorden (VGZ).
Marieke van der Waal van de Leyden Academy on Vitality and Aging sprak over zorg en gezondheid en de toekomst op dit gebied. Zij wees op het burgerinitiatief zorgcoöperatie Hoogeloon. Deze coöperatie is door vrijwilligers is opgericht uit onvrede. Ouderen konden voor zorg niet terecht binnen het eigen dorp. Het begon met eetgroepjes en is uitgegroeid tot een voorziening met dagbesteding, thuiszorg, tuinonderhoud, ondersteuning van vrijwilligers, spreekuur met de wijkzuster en 24-uurszorg in twee villa’s. Van der Waal denkt dat dit de toekomst is. Stadsdorp Zuid noemt zij als ander voorbeeld: hier gaan mensen met elkaar thee drinken, naar theater en bioscoop. Deze initiatieven leiden er toe dat mensen zo met elkaar verbonden raken dat ze een ander durven vragen om een klusje te doen of mee te gaan naar dokter. Dit is de kant die we op gaan, denkt Van der Waal.