Als aan ouderen zelf wordt gevraagd wat zij onder ouderenmishandeling verstaan, geven zij opvallend vaak aan dat zij zich gekwetst en beschadigd voelen door de wijze waarop instituties in onze maatschappij functioneren en georganiseerd zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Leyden Academy on Vitality and Ageing waarover is gepubliceerd in het British Medical Journal.
Op 15 juni jl. presenteerde het Sociaal en Cultureel Planbureau het rapport Ouderenmishandeling in Nederland, waaraan ook Leyden Academy een bijdrage leverde. De definitie die is gehanteerd, is primair gericht op individueel gedrag: er is sprake van fysieke of psychische mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik of financiële uitbuiting door een bekende van wie de oudere afhankelijk is. Leyden Academy verrichtte kwalitatief onderzoek naar wat betrokkenen zelf onder ouderenmishandeling verstaan, waarbij enkele opvallende verschillen aan het licht komen. Experts en zorgverleners blijven dicht bij de gangbare definitie, terwijl ouderen relatief vaak aangeven zich ook gekwetst te voelen zonder dat er een individuele pleger kon worden geïdentificeerd. Zij noemen de instituties en systemen waarvan zij afhankelijk zijn als factor of zelfs oorzaak van mishandeling.
Bureaucratie en fragmentatie
Een belangrijke factor is het gebrek aan samenwerking en coördinatie tussen zorgorganisaties en instellingen, met fragmentatie tot gevolg. Ook specialisatie speelt een rol: met name ziekenhuizen zijn vaak ingericht op mensen met enkelvoudige kwalen, terwijl ouderen vaak kampen met meerdere chronische aandoeningen tegelijk. Ouderen ervaren excessieve bureaucratie en weten vaak niet wie verantwoordelijk is en tot wie ze zich kunnen richten. Onderzoekster dr. Jolanda Lindenberg: “Soms duurt mishandeling simpelweg voort omdat informatie en communicatie ontbraken of niemand er oog voor had.”
Systeem zelf in de kern mishandelend
Sommige geïnterviewden stellen zelfs dat de omgeving niet alleen de gelegenheid creëert voor ouderenmishandeling, maar dat het gehele systeem in feite mishandelend is. Door reorganisaties en bezuinigingen is de druk toegenomen om efficiënt te werken en zo min mogelijk tijd te besteden aan zorgtaken. Dit kan leiden tot een gebrek aan menselijke interactie, die door deelnemers aan het onderzoek wordt ervaren als een vorm van verwaarlozing.
Marginale maatschappelijke positie ouderen
Het ontstaan en voortduren van ouderenmishandeling hangt samen met de overwegend negatieve beeldvorming over ouderen in Nederland. Lindenberg: “Ouderen worden in onze samenleving vooral als een last gezien en blijken mede hierdoor terughoudend om mishandeling te melden. Ze schamen zich en hebben het gevoel dat zij falen omdat ze niet voldoen aan het ideaalbeeld van de zelfbewuste, onafhankelijke ‘Zwitserleven’-oudere.”
Betrek ouderen meer bij inrichting systemen
In de huidige transitie van de langdurige zorg ligt een kans om systemen anders te organiseren om het risico op ouderenmishandeling te verkleinen. Ouderen, ook slachtoffers van mishandeling, kunnen ook meer worden betrokken bij beleidsvorming en bij initiatieven om ouderenmishandeling te voorkomen. Lindenberg: “Ouderen weten bijvoorbeeld het beste hoe professionals het gesprek over mishandeling kunnen aangaan en welke interventies succesvol zouden kunnen zijn.”
Opzet onderzoek
Tussen februari 2012 en december 2013 hebben onderzoekers van Leyden Academy 87 diepte-interviews gehouden met slachtoffers, niet-mishandelde ouderen, experts en professionals en daarnaast acht groepsgesprekken gevoerd met experts, beleidsmakers, hulpverleners en leden van belangenorganisaties. Ook is een literatuurstudie gedaan naar definities en verklaringsmodellen van ouderenmishandeling.
Het artikel ‘Listening to the voices of abused older people: should we classify system abuse?’ van Yuliya Mysyuk, Rudi Westendorp, Simon Biggs en Jolanda Lindenberg is op 4 juni 2015 gepubliceerd in het in het wetenschappelijk tijdschrift British Medical Journal (BMJ): http://www.bmj.com/content/350/bmj.h2697.full
In geval van vragen kunt u contact opnemen met Niels Bartels, manager communicatie, via tel. (071) 524 0960 of e-mail: bartels@leydenacademy.nl.