Hoe werkt de zorg in Denemarken, wat kost het en hoe heeft het Deense zorgsysteem de ‘stresstest’ van de COVID-pandemie doorstaan, vergeleken met Nederland? Rudi Westendorp, hoogleraar Ouderengeneeskunde aan de Universiteit van Kopenhagen, ging er op vrijdag 15 oktober jl. over in gesprek met de cursisten en alumni van de executive leergang Goed leven, goede zorg voor ouderen. Lees ook een verslag van deze lezing op de website van Zorgvisie.
In de Faculty Club van Universiteit Leiden waren circa dertig bestuurders en beleidsverantwoordelijken uit de (ouderen)zorg verzameld. De jaarlijkse studiereis naar Scandinavië kon door de coronamaatregelen geen doorgang vinden, daarom werd professor Westendorp gevraagd om de Nederlandse zorg in internationaal perspectief te plaatsen. De oud-directeur van Leyden Academy, sinds 2015 werkzaam en woonachtig in Kopenhagen, maakte meteen duidelijk dat de Deense zorg bijzonder efficiënt is georganiseerd: hij toonde zijn persoonlijke pasje, dat hem overal toegang geeft tot zorg en dat zorgverleners alle informatie over hem verstrekt die nodig (en toegestaan) is.
Zorg om van te dromen
In de aansturing is de Deense gezondheidszorg al even efficiënt ingericht. Het land is opgedeeld in vijf regio’s met één directeur erboven, met doorzettingsmacht. Er is één centraal aangestuurde GGD. De langdurige zorg is belegd bij de 96 gemeentes die veel vrijheid krijgen om, transparant en met inachtneming van kwaliteitseisen, invulling te geven aan de opdracht ‘gij zult goed voor uw inwoners zorgen’. Heel logisch, vindt Westendorp, ook voor Nederland: “In Rotterdam heb je wat anders nodig dan in Oost-Groningen”. De zorgkosten liggen in Denemarken lager (ca. 12% van het BBP tegen ruim 14% in Nederland) en de bevolking vaart er wel bij: Denen geven hun leven gemiddeld een 8 en dit rapportcijfer loopt op naarmate de mensen ouder worden. Westendorp: “Dit is eigenlijk de zorg waar we in Nederland van dromen… maar die we hier nooit zullen krijgen.”
Corona als stresstest
Je kunt de kwaliteit van een zorgsysteem ook afmeten aan de mate waarin het schokbestendig is. Westendorp noemt de COVID-pandemie als ‘stresstest’. En ook hier komt Denemarken volgens hem beter uit de bus. De IC’s konden de toeloop goed aan en er is geen uitgestelde zorg om in te halen. Ook is er in Denemarken geen oversterfte geweest; buurland Noorwegen noteert zelfs ondersterfte, omdat ook influenza er door de coronamaatregelen nauwelijks voet aan de grond kreeg. Hoe komt het dat ‘oudemensenziekte’ COVID in Nederland zoveel meer slachtoffers heeft geëist? Met die vraag zette Westendorp, zelf lid van het Deense Outbreak Management Team, de aanwezigen aan het werk.
Afspraak is afspraak
Vanuit de discussies aan de tafels werden er diverse oorzaken geopperd. Zijn de Denen misschien gezonder dan wij? Welnee, zegt Westendorp, “ze roken en drinken als ketters”. Komt het omdat het land dunner bevolkt is? Onzin: een op de drie Denen woont in Kopenhagen, een stedelijk gebied met 2 miljoen mensen. De hoogleraar hielp de zaal uiteindelijk uit de spanning: het zit hem vooral in de discipline om zich aan maatregelen te houden. Maak je geen illusies, ook in Denemarken was er veel verhit debat. Maar als 80% van de Denen het eens is over de juiste weg, dan is dat het besluit, en schaart ook de overige 20% zich erachter. Westendorp: “Nederlanders denken vaak: ‘dat maak ik zelf wel uit’. Denen houden zich aan de afspraken, en wee je gebeente als je hiervan afwijkt. Er zijn dus geen uitvoeringsproblemen.”
‘We before me’
Dit is ook de voornaamste reden voor Westendorp’s vaststelling dat we die “gedroomde” Deense zorg in Nederland nooit zullen krijgen. Afspraak is afspraak en we before me, dat zit nu eenmaal in de Deense volksaard ingebakken en niet in de onze. Denen droegen massaal mondkapjes omdat je er niet aan moet denken een ander te besmetten. Nederlanders droegen de maskers met tegenzin, en dan vooral om zichzelf te beschermen. Het ontlokt Westendorp de uitspraak dat “elk land de COVID-epidemie krijgt als uiting van de cultuur die er heerst”. Toch is er hoop, want beide landen delen volgens de hoogleraar de collectieve wil om gezondheidszorg goed te regelen, en elkaar te helpen in tijden van rampspoed en ellende. “We willen in essentie hetzelfde, alleen zijn we in Nederland in de uitvoering de weg kwijtgeraakt. Waarom die marktwerking en versnippering, waarom organiseren we het niet als een publieke zaak?”, vraagt Westendorp zich af. Om positief af te sluiten: “We kunnen dit opnieuw opbouwen en de overheid van onderaf ter verantwoording roepen.”
Prof. dr. Rudi Westendorp is sinds 2015 hoogleraar Medicine of Old Age aan de Universiteit van Kopenhagen. Voorheen was hij hoogleraar Ouderengeneeskunde in het LUMC en oprichter en directeur van Leyden Academy on Vitality and Ageing. Hij schreef onder meer de bestsellers Oud worden zonder het te zijn (2014) en samen met prof. dr. David van Bodegom Oud worden in de praktijk (2015).
De volgende editie van de executive leergang Goed leven, goede zorg voor ouderen gaat op 13 januari 2022 van start. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar. Kijk voor het programma en inschrijving op de cursus website.