Vandaag vond bij Leyden Academy in het Poortgebouw in Leiden het drukbezochte congres over de zorg voor en het sociale welbevinden van oudere migranten plaats.
In Nederland neemt het aantal ouderen met een migratieachtergrond snel toe. Vanwege culturele, sociaaleconomische en demografische verschillen hebben zij andere zorgvragen, alsook specifieke behoeften aan nieuwe welzijnsinterventies en -voorzieningen, vergeleken met ouderen zonder een migratieachtergrond. Tot nu toe houden wetenschap en praktijk zich hier elk afzonderlijk mee bezig, waardoor vragen als ‘wat kunnen we van elkaar leren?’ en ‘hoe kunnen we samen werken aan een betere oude dag voor ouderen migranten?’ onbeantwoord zijn gebleven.
Het doel van dit congres was om wetenschappelijk onderzoek en praktijkervaringen rondom de zorg voor en het sociaal welbevinden van oudere migranten dichter bij elkaar te brengen.
Tijdens de ochtendsessie kwam de complexe relatie tussen verschillende vormen van zorg en ondersteuning aan bod, die worden aangeboden op lokaal niveau (in woonzorgcentra, wijken en bij mensen thuis). Nu gemeenten verantwoordelijk zijn voor langdurige zorg voor ouderen, ontstaan er nieuwe combinaties van professionele zorg, vrijwilligerswerk, informele hulp en mantelzorg. Op basis van recent onderzoek uit Nederland en Zwitserland werd in kaart gebracht wat de gevolgen van deze ontwikkeling zijn voor oudere migranten, reguliere en gespecialiseerde zorgaanbieders en beleidsmakers.
In de middagsessie stonden verschillende aspecten van het sociaal welbevinden van oudere migranten in Nederland centraal. Hoewel sociaal welbevinden een belangrijke dimensie is van kwaliteit van leven, krijgen thema’s als gezondheid, kwaliteit van zorg en toeleiding naar zorg meer de aandacht. De sessie onderzocht welke aspecten van welbevinden onderwerp zijn van lopend wetenschappelijk onderzoek en discussie in de praktijk. In het bijzonder werden de volgende drie thema’s uitgelicht: eenzaamheid, sociale participatie en transnationale relaties.
Dit congres werd mede mogelijk gemaakt door Roos Pijpers (Radboud Universiteit Nijmegen), Eva Soom Ammann (Hogeschool Bern, Zwitserland), Tineke Fokkema (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut/Erasmus Universiteit Rotterdam) en Nina Conkova (Leyden Academy on Vitality and Ageing).